De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;
Gelet op de artikelen 6, tweede lid, 8, zevende lid, 10, zesde lid, 11, vierde lid,
en 12, derde lid, van het Besluit zorgverzekering BES;
BESLUIT:
ARTIKEL I
De Regeling aanspraken zorgverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.3.1, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel a komt te luiden:
-
a. de vierde of volgende in-vitrofertilisatiepoging per te realiseren zwangerschap, nadat
drie pogingen zijn geëindigd tussen het moment dat een follikelpunctie is geslaagd
en het moment dat er sprake is van een doorgaande zwangerschap van tien weken te rekenen
vanaf het moment van de follikelpunctie en indien de implantatie van gecryopreserveerde
embryo’s niet heeft geleid tot een doorgaande zwangerschap van negen weken en drie
dagen te rekenen vanaf de implantatie;.
2. Onder verlettering van de onderdelen c tot en met f tot d tot en met g wordt een
onderdeel ingevoegd, luidende:
B
Aan artikel 1.4.2 wordt een lid toegevoegd, luidende:
C
In artikel 1.4.4, tweede lid, wordt ‘Inden de kosten van de podozolen meer bedragen
dan $ 330’ vervangen door: Indien de kosten van podozolen meer bedragen dan $ 330
per kalenderjaar.
D
Artikel 1.4.5 komt te luiden:
De verzekerde heeft, behoudens indien zulks is voorzien bij protocol, na verkregen
toestemming van het Zorgverzekeringskantoor BES aanspraak op medisch pedicuren in
verband met diabetische voet of een verhoogd risico daarop.
E
Artikel 1.7.15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘artikel 2.6, eerste lid, onderdeel k’ vervangen door: artikel
1.7.1, eerste lid, onderdeel k.
2. In het tweede lid wordt ‘hoger zijn dan $ 510’ vervangen door: hoger zijn dan $ 510
per kalenderjaar.
F
In artikel 1.7.20, tweede lid, wordt ‘hoger zijn dan $ 190’ vervangen door: hoger
zijn dan $ 190 per kalenderjaar.
G
In artikel 1.7.23, tweede lid, wordt ‘hoger zijn dan $ 125’ vervangen door: hoger
zijn dan $ 125 per kalenderjaar.
H
Artikel 1.10.2, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
ARTIKEL II
In de artikelen 1 en 2 van de Regeling vaststelling premiepercentages werknemer en
werkgever BES wordt ‘2017’ vervangen door: 2018.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
TOELICHTING
Algemeen
Met deze regeling worden de Regeling aanspraken zorgverzekering BES en de Regeling
vaststelling premiepercentages werknemer en werkgever BES per 1 januari 2018 gewijzigd.
De wijzigingen in de Regeling aanspraken zorgverzekering BES komen voor zover deze
ook relevant zijn voor de verzekeringsaanspraken voor de verzekerden in Caribisch
Nederland, overeen met de wijzigingen die in het Besluit, houdende wijziging van het
Besluit zorgverzekering in verband met het zorgpakket Zvw 2018 ten behoeve van de
verzekerden in Europees Nederland (hierna: Nederland) zijn voorzien. Het gaat om de
volgende wijzigingen:
-
1. de bepaling met betrekking tot de aanspraak op vergoeding van in-vitrofertilisatiepoging
wordt in lijn gebracht met dezelfde bepaling in het voor Nederland geldende Besluit
zorgverzekering;
-
2. bij artrose van heup- of kniegewrichten bestaat aanspraak op gesuperviseerde oefentherapie.
Deze zorg omvat voor verzekerden van achttien jaar of ouder ten hoogste twaalf behandelingen
gedurende maximaal 12 maanden;
-
3. het verduidelijken van de aanspraak van medische pedicure bij een diabetische voet;
-
4. het toevoegen van immuuntherapie bij oncologische behandelingen aan de aanspraak van
ziekenvervoer.
Bij de Regeling vaststelling premiepercentages werknemer en werkgever BES gaat het
om de vaststelling van de premiepercentages voor werknemers en werkgevers voor het
jaar 2018.
Het Zorgkantoor BES heeft desgevraagd conform artikel 7 van het Besluit zorgverzekering
BES geadviseerd over wijzigingen voor 2018. Naar aanleiding daarvan zijn de hierboven
onder 1 en 3 vermelde wijzigingen in de regeling opgenomen.
In de artikelsgewijze toelichting worden de wijzigingen nader toegelicht.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A (vergoeding van in-vitrofertilisatiepoging)
In het verleden is een verschil ontstaan met betrekking tot de in-vitrofertilisatiepogingen
die in Nederland en in Caribisch Nederland onder de verzekering vallen. In Nederland
mogen vrouwen drie pogingen ondergaan, onder de voorwaarde dat bij de eerste twee
pogingen één embryo teruggeplaatst wordt. Op Caribisch Nederland mogen vrouwen één
poging ondergaan, waarbij in de praktijk twee embryo’s teruggeplaatst worden.
Destijds is dit verschil ontstaan, omdat verzekerden op Caribisch Nederland aanvullende
reis- en verblijfkosten hadden, doordat de behandeling in Nederland verricht moest
worden. Inmiddels gaan verzekerden van Caribisch Nederland voor de behandeling naar
Columbia, waardoor de kosten van de behandeling en de reis- en verblijfkosten een
stuk lager zijn. Onder deze omstandigheden adviseert het Zorgkantoor BES de aanspraak
in Caribisch Nederland op dezelfde wijze te regelen als in Nederland. Hoewel de voorwaarden
voor verzekerden om voor in-vitrofertilisatie in aanmerking te komen strenger worden,
zal het aantal pogingen toenemen. Deze kunnen worden gefinancierd uit de toegestane
groei van de zorguitgaven van Caribisch Nederland, opgenomen in de begroting van het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Onderdeel B (fysiotherapie bij artrose van heup- of kniegewricht)
Het Zorginstituut Nederland is gevraagd om te adviseren over substitutiemogelijkheden
en het bevorderen van gepast gebruik bij fysiotherapie, waarbij onder andere specifiek
is verzocht om nader in te gaan op het gebruik van fysiotherapie bij artrose van de
heup en knie.
Op 8 maart 2017 heeft het Zorginstituut dit advies uitgebracht, waarbij is geadviseerd
om de oefentherapie bij artrose aan de heup- en kniegewrichten onder supervisie van
een fysio- of oefentherapeut voor ten hoogste twaalf behandelingen per periode van
twaalf maanden in het basispakket op te nemen per 1 januari 2018, voor zover het gaat
om verzekerden van achttien jaar of ouder. Een vergoeding van deze zorg vanuit het
basispakket moet volgens het Zorginstituut vanaf de eerste behandeling kunnen plaatsvinden
om substitutie te bevorderen. Dit wordt geregeld door middel van een wijziging van
het Besluit zorgverzekering (Bzv).
Indien een patiënt na verloop van tijd, en dus na de hiervoor genoemde periode van
twaalf maanden, wederom is aangewezen op oefentherapie onder supervisie van een fysio-
of oefentherapeut bij artrose van heup of knie, dan is dat mogelijk. Het kan dan gaan
om een artrose van een ander gewricht dan waarvoor de eerder behandeling nodig was,
maar het zou ook om hetzelfde gewricht kunnen gaan in een nieuwe klachtenepisode.
De aanspraken die in Nederland voor fysiotherapie zijn toegekend aan de verzekerden
in Nederland, worden ook beschikbaar gesteld voor de verzekerden in Caribisch Nederland.
De Regeling aanspraken zorgverzekering BES is daartoe dienovereenkomstig aangepast.
Onderdeel D (aanpassen van de aanspraak medische pedicure bij diabetische voet)
Het Zorgverzekeringskantoor BES heeft geadviseerd de aanspraak van medische pedicure
bij diabetische voet te verduidelijken. Op dit moment wordt in Caribisch Nederland
medische pedicure alleen vergoed als een verzekerde een diabetische voet heeft. Het
is echter ook wenselijk te voorkomen dat een verzekerde met diabetes (grotere) voetcomplicaties
krijgt. Net als in Nederland, kan de huisarts in het kader van preventie verzekerden
met diabetes jaarlijks onderzoeken om vast te stellen of sprake is van een verhoogd
risico. Het doel van dit onderzoek is om diabetische voetulcera te voorkomen en risicofactoren
te verminderen. Van een verhoogd risico is sprake als verlies van de protectieve sensibiliteit
(PS) wordt gedetecteerd of dat tekenen van perifeer arterieel vaatlijden (PAV) zonder
verhoogd risico op huiddefecten/infectie of drukplekken wordt geconstateerd. In dat
geval heeft de verzekerde aanspraak op medische pedicure. In de praktijk betekent
dit dat de verzekerde jaarlijks gecontroleerd zal worden door een specialist, waarna
indien nodig aanvullende behandelingen kunnen volgen. Het onderzoek naar het verhoogd
risico valt onder de aanspraak huisartsenzorg.
Onderdelen C, E, F en G
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele wetgevingstechnische verbeteringen
aan te brengen. Het betreft een correctie van een verwijzing. Verder is verduidelijkt
dat bepaalde eigen betalingen afhankelijk zijn van de kosten per kalenderjaar.
Onderdeel H (ziekenvervoer bij immuuntherapie bij oncologische behandelingen)
In artikel 2.14 van het Bzv is geregeld dat een persoon recht heeft op ziekenvervoer
voor zover hij onder een van de limitatief genoemde groepen valt. Hetzelfde geldt
voor artikel 1.10.2 van de Regeling aanspraken zorgverzekering BES. Eén van de groepen
is de groep verzekerden die voor een oncologische behandeling met chemotherapie of
radiotherapie ondergaan. Zittend ziekenvervoer bij chemo- en radiotherapie maakte
reeds deel uit van het basispakket met de gedachte dat cliënten niet zelfstandig voor
vervoer kunnen zorgen naar het ziekenhuis door de bijwerkingen van de chemotherapie
en de kosten van vervoer niet zelf kunnen dragen door de gefragmenteerde behandeling.
Op dit moment vindt er een verschuiving plaats in de behandelmethode, waardoor chemotherapie
steeds vaker wordt vervangen door immuuntherapie. De oncologische behandeling met
immuuntherapie is gelijkaardig aan chemotherapie waar het gaat om de bijwerkingen
en de gefragmenteerde behandeling.
Het Ministerie van VWS heeft meerdere meldingen ontvangen van gevallen waarin het
onduidelijk is of een patiënt recht heeft op zittend ziekenvervoer bij de behandeling
met immuuntherapie. Zowel het Zorginstituut Nederland als Zorgverzekeraars Nederland
(ZN) heeft aangegeven dat er geen reden is om zittend ziekenvervoer te beperken tot
chemo- en radiotherapie, terwijl de oncologische behandelingen zich verder ontwikkelen.
Doordat immuuntherapie (grotendeels) ter vervanging dient van chemotherapie vindt
er een substitutie-effect plaats waardoor er geen bijkomende financiële gevolgen zijn.
De formulering van artikel 2.14 van het Bzv wordt daarom zo aangepast dat zittend
ziekenvervoer ook onder het basispakket valt indien sprake is van oncologische behandelingen
met immuuntherapie.
De aanspraken die in Nederland voor het ziekenvervoer zijn toegekend betreffende immuuntherapie
bij oncologische behandelingen, worden ook beschikbaar gesteld voor de verzekerden
in Caribisch Nederland. De Regeling aanspraken zorgverzekering BES is daartoe dienovereenkomstig
aangepast.
Artikel II
De Regeling vaststelling premiepercentages werknemer en werkgever BES is gewijzigd
om de premiepercentages voor 2018 vast te stellen. Ingevolge artikel 11, vierde lid,
van het Besluit zorgverzekering BES dient het percentage van de inkomensafhankelijke
premie die de verzekerde verschuldigd is, met ingang van elk kalenderjaar voor de
periode van één jaar te worden vastgesteld.
Ingevolge artikel 12, derde lid, van het Besluit zorgverzekering BES wordt het premiepercentage
van de door de werkgever verschuldigde premie met ingang van elk kalenderjaar voor
de periode van één jaar vastgesteld in overeenstemming met de Minister van Financiën.
Deze percentages zijn in 2018 gelijk aan die in 2017 en voorgaande jaren. Daarom kan
worden volstaan met een wijziging van het jaartal waarvoor de desbetreffende premiepercentages
gelden.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis