Bekendmaking van 27 november 2017, nr. 2146626 van de gewijzigde inkomensgrenzen, bedoeld in de Wet op de rechtsbijstand, het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en het Besluit toevoeging mediation over 2018, en vaststelling van het normbedrag en het bedrag van het voorschot voor advocaten als bedoeld in het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000

De Minister voor Rechtsbescherming;

Gelet op artikel 34, vierde lid, van de Wet op de rechtsbijstand, artikel 3, tweede lid, van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand, artikel 4, vijfde lid van het Besluit toevoeging mediation, en artikel 35, tweede en vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000;

Maakt bekend:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2018 luiden de bedragen, zoals vermeld in artikel 34, eerste lid, van de Wet op de rechtsbijstand: € 26.900 respectievelijk € 38.000.

Artikel 2

Met ingang van 1 januari 2018 luiden de inkomensgrenzen, zoals vermeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand:

  • a. in artikel 2, eerste lid

    • in onderdeel a: € 19.100;

    • in onderdeel b: € 19.100 respectievelijk € 19.800;

    • in onderdeel c: € 19.800 respectievelijk € 20.800;

    • in onderdeel d: € 20.800 respectievelijk € 22.700; en

    • in onderdeel e: € 22.700 respectievelijk € 26.900;

  • b. in artikel 2, tweede lid:

    • in onderdeel a: € 26.500;

    • in onderdeel b: € 26.500 respectievelijk € 27.500;

    • in onderdeel c: € 27.500 respectievelijk € 28.800;

    • in onderdeel d: € 28.800 respectievelijk € 32.100; en

    • in onderdeel e: € 32.100 respectievelijk € 38.000;

  • c. in artikel 2, derde lid:

    • in onderdeel a: € 19.800 respectievelijk € 27.500;

    • in onderdeel b: € 19.800 respectievelijk € 26.900 respectievelijk € 27.500 respectievelijk € 38.000;

  • d. in artikel 2a, tweede lid:

    • in onderdeel a: € 19.100;

    • in onderdeel b: € 19.100 respectievelijk € 19.800;

    • in onderdeel c: € 19.800 respectievelijk € 20.800;

    • in onderdeel d: € 20.800 respectievelijk € 22.700; en

    • in onderdeel e: € 22.700 respectievelijk € 26.900;

  • e. in artikel 2a, derde lid:

    • in onderdeel a: € 26.500;

    • in onderdeel b: € 26.500 respectievelijk € 27.500;

    • in onderdeel c: € 27.500 respectievelijk € 28.800;

    • in onderdeel d: € 28.800 respectievelijk € 32.100; en

    • in onderdeel e: € 32.100 respectievelijk € 38.000;

  • f. in artikel 2a, vierde lid:

    • in onderdeel a: € 19.800 respectievelijk € 27.500;

    • in onderdeel b: € 19.800 respectievelijk € 26.900 respectievelijk € 27.500 respectievelijk € 38.000;

Artikel 3

Met ingang van 1 januari 2018 luiden de inkomensgrenzen, zoals vermeld in artikel 4, derde lid, van het Besluit toevoeging mediation:

  • in onderdeel a: € 19.100;

  • in onderdeel b: € 26.500;

Artikel 4

  • 1. Met ingang van 1 januari 2018 wordt het normbedrag als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 vastgesteld op € 830.

  • 2. Met ingang van 1 januari 2018 wordt het voorschot als bedoeld in artikel 35, vierde lid, van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 vastgesteld op: ten hoogste 10% van € 51.000.

Deze bekendmaking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 november 2017

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven