Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2017, 69443 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2017, 69443 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 12, derde lid, van de Meststoffenwet en de artikelen 28, tweede lid, onderdeel b, en 70, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;
Besluit:
De Uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In tabel I, van bijlage D, komt voor de diersoort Capra hircus (geit), diernummer 600, de tabel te luiden:
Melkgeiten (alle vrouwelijke geiten die ten minste eenmaal hebben gelammerd, inclusief pasgeboren lammeren en geslachtsrijpe bokken) |
600 |
Alle |
0,76 |
10,2 |
4,3b |
– |
Voetnoot b komt te luiden:
b Ingeval van melkgeiten gehouden op door SKAL als biologisch gecertificeerde bedrijven is het getal 4,1 in plaats van 4,3.
B
Tabel I, van bijlage I, komt te luiden als volgt:
Diersoort/omschrijving |
Mestcode |
kg stikstof per ton |
kg fosfaat per ton |
|
---|---|---|---|---|
Rundvee |
vaste mest |
10 |
6,4 |
3,2 |
drijfmest behalve van vleeskalveren |
14 |
4,0 |
1,5 |
|
gier en filtraat na mestscheiding |
11 |
3,9 |
1,4 |
|
koek na mestscheiding |
13 |
16,9 |
9,8 |
|
bewerkte kalvergier |
17 |
4,2 |
5,0 |
|
vleeskalveren, wit vlees |
18 |
3,2 |
1,2 |
|
vleeskalveren, rosévlees |
19 |
5,5 |
2,2 |
|
Kalkoenen |
mest, alle systemen |
23 |
30,1 |
22,9 |
Kippen |
drijfmest |
30 |
9,9 |
6,2 |
deeppitstal, kanalenstal |
31 |
24,3 |
22,1 |
|
mestband |
32 |
26,0 |
20,9 |
|
mestband + nadroog |
33 |
32,6 |
26,3 |
|
geheel of gedeeltelijk strooiselstal (incl. volièrestal/scharrelstal) |
35 |
26,8 |
24,9 |
|
Vleeskuikens en parelhoenders |
mest, alle systemen |
39 |
31,3 |
15,4 |
Varkens |
vaste mest |
40 |
8,1 |
8,0 |
drijfmest fokzeugen, incl. biggen, opfokzeugen/-beren, dekberen |
46 |
3,8 |
2,4 |
|
gier en filtraat na mestscheiding |
41 |
1,5 |
0,6 |
|
koek na mestscheiding |
43 |
25,7 |
21,4 |
|
drijfmest vleesvarkens |
50 |
6,4 |
3,8 |
|
Schapen |
mest, alle systemen |
56 |
8,5 |
4,7 |
Geiten |
drijfmest |
60 |
4,8 |
2,5 |
vaste mest |
61 |
9,1 |
4,8 |
|
Nertsen |
vaste mest |
75 |
27,7 |
45,7 |
drijfmest |
76 |
7,9 |
3,1 |
|
Eenden |
vaste mest |
80 |
9,7 |
9,4 |
drijfmest |
81 |
5,8 |
3,8 |
|
Konijnen |
vaste mest |
90 |
11,3 |
11,7 |
drijfmest met ds< 2,5% |
91 |
4,3 |
3,6 |
|
drijfmest |
92 |
4,4 |
3,0 |
|
Paarden |
vaste mest |
25 |
4,8 |
2,5 |
Ezels |
vaste mest |
26 |
5,0 |
3,0 |
Pony’s |
vaste mest |
27 |
4,7 |
3,2 |
Herten |
vaste mest |
95 |
7,1 |
5,3 |
Waterbuffels |
mest, alle systemen |
96 |
4,1 |
2,1 |
Knobbelgans |
vaste mest |
97 |
8,9 |
8,1 |
Grauwe gans |
vaste mest |
98 |
8,9 |
8,1 |
Fazanten en patrijzen |
vaste mest |
99 |
32,6 |
17,7 |
Struisvogels, emoes en nandoes |
vaste mest |
100 |
23,1 |
18,7 |
Vleesduif |
vaste mest |
101 |
23,1 |
18,7 |
Bruine rat |
vaste mest |
102 |
11,9 |
11,7 |
Tamme muis |
vaste mest |
103 |
11,9 |
11,7 |
Cavia |
vaste mest |
104 |
11,9 |
11,7 |
Goudhamster |
vaste mest |
105 |
11,9 |
11,7 |
Gerbil |
vaste mest |
106 |
11,9 |
11,7 |
C
In tabel II, van bijlage I, komt voor de categorie Champost de tabel te luiden:
Champost |
110 |
7,0 |
3,9 |
D
Bijlage J komt te luiden als volgt:
gewas |
Opbrengst (ton ds/ha) |
Opbrengst (ton product/ha) |
Stikstof-gehalte (kg stikstof/ton ds) |
Fosfaat-gehalte (kg fosfaat/ ton ds) |
Stikstof-gehalte (kg stikstof/ton vers product) |
Fosfaat-gehalte (kg fosfaat/ton vers product) |
---|---|---|---|---|---|---|
Snijmaïs |
16,1 |
44,6 |
11,3 |
4,5 |
4,0 |
1,6 |
Maïskolvenschroot |
7,8 |
14,0 |
14,4 |
5,7 |
7,6 |
3,0 |
Corncob mix (100% spil) |
7,9 |
15,0 |
15,5 |
6,9 |
8,1 |
3,6 |
Corncob mix (25% spil) |
7,9 |
12,4 |
15,0 |
6,9 |
9,5 |
4,3 |
Korrelmaïs |
7,9 |
9,1 |
12,2 |
5,5 |
10,5 |
4,8 |
Gehele plant silage |
8,8 |
10,5 |
17,6 |
6,9 |
5,7 |
2,2 |
Tarwe |
7,6 |
8,8 |
17,9 |
6,4 |
15,4 |
5,5 |
Erwten |
5,5 |
6,5 |
32,5 |
8,5 |
28,1 |
7,3 |
Gerst |
5,9 |
6,8 |
16,0 |
7,1 |
13,9 |
6,2 |
Aardappelen (vers) |
9,9 |
49,1 |
16,8 |
4,6 |
3,4 |
0,9 |
Aardappelen (kuil) |
* |
* |
10,4 |
4,6 |
3,3 |
1,5 |
Appelen |
* |
* |
4,2 |
1,6 |
0,7 |
0,3 |
Graanstro (rogge) |
3,6 |
4,3 |
4,6 |
2,3 |
3,9 |
1,9 |
Graanstro (tarwe) |
3,5 |
4,1 |
6,6 |
2,1 |
5,8 |
1,8 |
Grashooi |
* |
* |
21,1 |
6,2 |
17,8 |
5,2 |
Graskuil |
* |
* |
27,9 |
9,4 |
12,4 |
4,2 |
Graszaad stro |
* |
* |
9,9 |
4,4 |
8,5 |
3,7 |
Rogge |
3,3 |
3,8 |
15,5 |
7,1 |
13,5 |
6,2 |
Uien |
6,0 |
51,0 |
21,6 |
6,9 |
2,5 |
0,8 |
Voederbieten |
15,5 |
100,0 |
12,5 |
4,6 |
1,7 |
0,6 |
Witlof wortelen |
** |
** |
8,2 |
5,7 |
1,2 |
0,9 |
kaaswei |
37,0 |
24,4 |
1,3 |
0,9 |
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 21 december 2017
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Deze regeling wijzigt de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet (hierna: Urm) in verband met de actualisatie van forfaits in bijlage D, I en J. In bijlage D wordt het forfait voor melkgeiten geactualiseerd. Bijlage I en J worden in zijn geheel geactualiseerd.
De in Bijlage D weergegeven excretieforfaits geven weer hoeveel nutriënten dieren produceren. De in bijlage I weergegeven forfaits geven weer wat het gemiddelde mineralengehalte in afgevoerde mest is per mestsoort. De in bijlage J weergegeven forfaits geven weer wat het gemiddelde nutriëntengehalte is van verschillende soorten diervoeder. Op basis van forfaits wordt gecontroleerd of veehouders genoeg dierlijke meststoffen van het bedrijf hebben afgevoerd om binnen de gebruiksnormen te blijven voor de landbouwgronden die bij het bedrijf in gebruik zijn en of bedrijven voldoende mestopslagcapaciteit hebben.
Naar aanleiding van signalen van vertegenwoordigers van de geitenhouderijsector en Nevedi zijn de berekeningen van het melkgeitenfosfaatforfait in bijlage D tegen het licht gehouden. Het is gebleken dat er actuelere cijfers beschikbaar zijn over het fosfaatgehalte in het voer dat deze dieren krijgen. Het fosfaatgehalte blijkt significant lager te zijn. Daarom zijn lagere excretieforfaits gerechtvaardigd. Omdat deze gegevens te laat beschikbaar kwamen om hierover een gedegen advies aan de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) te vragen wordt dit forfait dit jaar ambtshalve verlaagd, waarbij een veilige marge wordt aangehouden. Bij een volgende actualisering van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet zal dit forfait definitief worden vastgesteld op basis van advies hierover door de CDM.
De CDM heeft een advies opgesteld over de wenselijkheid om Bijlage I van de Urm te actualiseren. De vorige actualisatie door de CDM dateert van mei 2014.
Het voorstel voor actualisatie van de forfaitaire mineralengehalten in dierlijke mest is opgesteld op basis van de meest recente gegevens van mesttransporten, zoals geregistreerd bij RVO.nl.
De CDM stelt voor om de mediane waarden te gebruiken voor het afleiden van de forfaits in bijlage I van de Uitvoeringsregeling van de Meststoffenwet. Mediane waarden zijn te prefereren boven gemiddelde waarden, omdat mediane waarden minder worden beïnvloed door uitschieters in analyseresultaten.
Het advies van CDM is overgenomen. De mestsoorten waarvoor de CDM geen advies heeft gegeven blijven hetzelfde forfait houden.
De CDM heeft een advies opgesteld over wenselijkheid om Bijlage J van de Urm te actualiseren. De vorige actualisatie door de CDM dateert van mei 2014.
Het voorstel voor actualisatie van Bijlage J is opgesteld op basis van de meest recente statistische gegevens. Voor een aantal voeders zijn kleine wijzingen voorgesteld.
Het advies van CDM is overgenomen.
De uitvoerende instantie is voor de onderhavige regels de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (verder: RVO.nl). In het kader hiervan verricht RVO.nl administratieve controles voor de toepassing van de gebruiksnormen en wordt hierop via inspecties toegezien door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (verder: NVWA) en door de politie. De politie beperkt zich daarbij tot ‘heterdaad’-feiten wat betreft het uitrijden van dierlijke mest in de maand augustus. Uitbreiding van de capaciteit of de rol van de NVWA, RVO.nl of de politie is zeker niet aan de orde.
Uit de wijzigingen in de forfaits vloeien geen veranderingen door in regeldruk voor de houders van de dieren.
De betere aansluiting van de forfaitaire waarden op de praktijk kan leiden tot een andere hoeveelheid mest die verwerkt of buiten het eigen bedrijf geplaatst moet worden, hetgeen leidt tot een afname of toename van de bedrijfskosten afhankelijk van of het forfait naar boven of beneden wordt bijgesteld.
In het geval van de wijziging van het fosfaatforfait voor melkgeiten is er door de sector zelf gevraagd om een spoedige aanpassing van de forfaits, omdat de nieuwe forfaits beter aansluiten op de praktijk.
De kennisgeving van het ontwerp van deze regeling is gepubliceerd in de Staatscourant. Het ontwerp is ter inzage gelegd en op www.internetconsultatie.nl geplaatst waarbij eenieder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze over het ontwerp naar voren te brengen. Op het ontwerp van deze regeling zijn reacties ontvangen van: Cumela en SMG (Stichting Mestverwerking Gelderland).
Cumela geeft aan dat de voorgestelde waarden in bijlage I voor dikke fracties van gescheiden runder- en varkensmest op of zeer nabij de maximale waarde die met mestscheiding bereikt kan worden liggen. In de praktijk worden ook veel scheidingstechnieken gebruikt die de technisch maximaal haalbare gehaltes bij lange na niet kunnen halen. Daarmee is de conclusie gerechtvaardigd dat in deze gevallen er geen sprake is van enkele (of wel 20%) van de monsters die extreem hoog zijn, maar dat bij waarschijnlijk veel meer analyses er geen vertrouwen is dat die overeenkomen met de feitelijke mineraleninhoud van de dikke fractie. In dat geval is gebruikmaken van de mediaan dus geen goede maatstaf voor het vaststellen van een forfaitaire waarde.
Aangezien recent wordt gewerkt met onafhankelijke monsternemers stelt Cumela voor om eerst een jaar lang te meten en de forfaits op basis van deze onafhankelijke metingen vast te stellen.
SMG geeft over gescheiden rundermest aan dat de voorgestelde waarden mogelijk wel kloppen, omdat de afgevoerde mest van SMG deze waarden ook bereikt en individuele boeren hier mogelijk ook toe in staat zijn.
Nu onduidelijkheid bestaat over of de voorgestelde waarden wel of niet juist zijn, wordt het voorstel van Cumela overgenomen. De forfaits voor deze twee mestsoorten met mestcodes 13 en 43 blijven daarom ongewijzigd tot er voldoende onafhankelijke monsters beschikbaar zijn om deze cijfers goed te kunnen vaststellen.
SMG heeft daarnaast gereageerd op de voorgestelde forfaits voor bewerkte kalvergier. Hiervan wordt aangegeven dat de gemeten gehaltes in dit product een trend laten zien die niet tot zijn recht komt in de voorgestelde forfaits. SMG stelt daarom voor om de gemeten gehaltes per jaar te gebruiken voor het vaststellen van nieuwe forfaits.
Bij het vaststellen van nieuwe forfaits wordt gebruik gemaakt van gemeten gegevens over drie jaar. Dit wordt gedaan om de forfaits zo stabiel mogelijk te houden en schommelingen te voorkomen. Hierover wordt een onafhankelijk advies uitgebracht door de CDM. Aan deze werkwijze wordt vastgehouden. Als de door SMG geschetste trend doorzet zal dit bij de volgende actualisering van de forfaits tot uiting komen. Voor deze actualisering wordt vastgehouden aan het advies van CDM. In praktijk zal dit voor SMG geen grote gevolgen hebben, omdat partijen bewerkte kalvergier altijd bemonsterd en geanalyseerd worden. De forfaits worden alleen dan gebruikt indien in dat proces onvolkomenheden zijn opgetreden.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2017-69443.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.