BIJLAGE 1
Bijlage 3A. behorende bij artikel 17, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling garanties
van oorsprong voor energie uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit
Controleprotocol en voorbeeld assurancerapport productie duurzame elektriciteit of
hernieuwbare warmte uit biomassa
Toelichting
Op grond van artikel 17, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling garanties van oorsprong
voor energie uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit overlegt de producent
die is beschreven in artikel 17, eerste lid, een assurancerapport van een externe
accountant over aan de minister.
Het assurancerapport dient ter controle van de rapportage van de producent over de
aard en de verhouding van de in de productie-installatie verwerkte brandstoffen.
Het assurancerapport dient te worden opgesteld conform de in deze bijlage opgenomen
model, met inachtneming van het in deze bijlage opgenomen controleprotocol Assurancerapport productie duurzame elektriciteit of hernieuwbare warmte uit biomassa.
Het assurancerapport moet samen met de door een producent opgegeven rapportage over
de verhoudingen van de in de installatie verwerkte brandstoffen uiterlijk vier maanden
na afloop van het kalenderjaar worden opgestuurd naar de minister. Voor iedere afzonderlijke
productie-installatie dient een assurancerapport te worden opgesteld.
Assurancerapport productie duurzame elektriciteit of hernieuwbare warmte uit biomassa
In artikel 17, tweede lid, van de Regeling garanties van oorsprong voor energie uit
hernieuwbare bronnen en HR-WKK elektriciteit is bepaald dat de producent uiterlijk
binnen vier maanden na afloop van ieder kalenderjaar aan de minister een assurancerapport
(conform NV COS richtlijn 3000)1 overlegt inzake, onder meer, de aard en de verhouding van de in de installatie verwerkte
brandstoffen.
Dit controleprotocol beoogt in aanvulling op (het stramien voor Assurance-opdrachten
en) de NV COS richtlijn 3000 (zie website NBA.nl) een handreiking aan de controlerend
accountant te geven met specifieke aandachtspunten bij de inrichting van zijn onderzoek.
De accountant onderzoekt de definitieve opgave van de producent met toelichtingen
op conformiteit met artikel 15 en 16 van de regeling (zie NV COS richtlijn 3000 nr.
33). Dit ter onderbouwing van zijn conclusies/oordeel. Hiertoe onderzoekt de accountant
de door de producent verantwoorde definitieve uitkomsten van de verhouding voor wat
betreft de gebruikte biomassagrondstoffen, de aard en verhouding van de in de productie-installatie
verwerkte brandstoffen.
Het doel van het assurancerapport is om – met redelijke mate van zekerheid – een oordeel
te verstrekken over de juistheid van de door de producent (of zijn gemachtigde) opgegeven
verhouding van de in de installatie verwerkte brandstoffen. In het geval de opgewekte
energie wordt aangemerkt als duurzame energie, waarvoor een subsidie-beschikking is
afgegeven, zal voor de subsidiabele hoeveelheid duurzaam opgewekte energie subsidie
worden verstrekt. De accountant dient derhalve rekening te houden met een tendentie
in de opgegeven verhouding.
In het assurancerapport moet verwezen worden naar het stramien voor Assurance-opdrachten
en de nadere voorschriften zoals opgenomen in de controle- en overige standaard (NV
COS richtlijn 3000), zoals vermeld op de website van het NBA, en naar de aanvullende
specifieke punten van aandacht zoals vermeld in het betreffende protocol.
Assurance-werkzaamheden accountant
Ten behoeve van de controle van de opgegeven verhouding van de in de installatie verwerkte
brandstoffen onderzoekt de accountant wat de aard en de calorische verhouding is van
de gebruikte biomassa en welke biomassagrondstoffen zijn ingezet en in welke hoeveelheid.
Reviewbeleid Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
De Auditdienst Rijk kan een review uitvoeren op de uitgevoerde accountantscontrole
inzake deze subsidie. De accountant, die de controle heeft uitgevoerd, verstrekt de
Auditdienst Rijk desgevraagd alle inlichtingen en bescheiden2. De eventuele extra kosten van de accountant in verband met de review zijn niet voor
rekening van het ministerie.
Onderzoekstolerantie en gewenste zekerheid
De aan de individuele regels van de rapportage toegerekende onderzoekstolerantie bedraagt
maximaal éénhonderdste deel van het verantwoorde percentage. Het onderzoek van de
accountant dient er op gericht te zijn om redelijke mate van zekerheid te verkrijgen
dat deze tolerantie niet wordt overschreden.
Minimaal uit te voeren onderzoekswerkzaamheden
-
1. Het beoordelen van de inrichting van de administratie teneinde vast te stellen dat
deze als basis kan dienen voor de opstelling van de jaaropgave. Daarbij stelt de accountant
vast dat er bij de producent een stelsel van al dan niet geautomatiseerde interne
controlemaatregelen aanwezig is, in opzet, bestaan en in werking, waaraan een redelijke
mate van zekerheid is te ontlenen dat de opgegeven verhouding geen fouten van materieel
belang bevat.
-
2. Het beoordelen van de opzet van de methode van bemonsteren door de producent (door
middel van het inwinnen van inlichtingen van de producent c.q. beoordelen van de relevante
AO-beschrijving van de producent) en het vaststellen van bestaan en werking daarvan
(door middel van deelwaarnemingen).
-
3. Het vaststellen (door middel van deelwaarnemingen) van correcte verwerking in de administratie,
van de resultaten van de bemonsteringen, waaruit de aard en calorische verhouding
van de gebruikte biomassa en de soort en hoeveelheid biomassagrondstoffen die zijn
ingezet voor de productie van hernieuwbare warmte of hernieuwbaar gas blijkt.
-
4. Aansluiten van de verantwoorde brandstoffen met de administratie, uitgesplitst naar
maand en soort biomassa. Vaststellen van juist gebruik van de NTA-codes. In het verlengde
hiervan stelt de accountant vast in welke verhouding deze brandstoffen zijn verwerkt
en of deze verhouding inderdaad heeft geleid tot de percentages en hoeveelheid opgewekte
hernieuwbare warmte of duurzame elektriciteit zoals deze door de producent of zijn
gemachtigde zijn opgegeven. De accountant maakt hierbij gebruik van de sluitende energie
balans van de betreffende installatie, gebaseerd op voldoende onderbouwde normen (omzettingsfactoren:
van grondstoffen in biogas en van biogas in elektriciteit) en juist en volledig vastgestelde
meet- en installatiegegevens en heeft hierbij specifieke aandacht voor de aanwezigheid
van een aardgasaansluiting. Indien een geëigende methode dient te worden toegepast,
stelt de accountant vast of een juiste toepassing is gegeven aan de geëigende methode.
-
5. Vaststellen dat de definitieve opgave van de producent en de daarin opgenomen verhouding
van de verwerkte brandstoffen in honderdste van procenten nauwkeurig is.
Toelichting op de opgave van de ingezette brandstoffen
In de praktijk blijkt de regeling met betrekking tot biomassa complexe materie. Dit
document bevat een toelichting bij het format van de jaarlijks op te stellen opgave
en de daarbij te hanteren biomassa indeling, type installaties en de vereisten waaraan
het assurancerapport moet voldoen.
Biomassa: Zuiver, naar haar/zijn aard zuiver of niet zuiver
Op basis van de regeling is biomassa ingedeeld in zuiver en niet zuiver. Zuivere biomassa
bevat niet meer dan drie massaprocent onvermijdbare kunststoffen.
Zuivere biomassa: Een nadere indeling
Zuivere biomassa kan worden verdeeld in twee groepen: 1) Naar haar aard zuiver en
2) niet naar haar aard zuiver. Voor biogassen wordt gesproken over resp. naar zijn
aard zuiver en niet naar zijn aard zuiver. De definitie van naar haar aard zuivere
biomassa is opgenomen in artikel 1, eerste lid, van de Regeling garanties van oorsprong
voor energie uit hernieuwbare bronnen en HR-WKK elektriciteit.
Niet zuivere biomassa
Niet zuivere biomassa wordt in de regeling ook wel aangeduid als mengstromen. Het
dient bemonsterd te worden (volgens BRL-K10016). Bepaald dient te worden in welke
mate het biogene gedeelte bijdraagt in de energieopwekking. Dat betekent dat het calorische
aandeel van het biogene deel dient te worden bepaald in verhouding tot de totale calorische
waarde.
Biogassen
De volgende soorten biogassen worden beschouwd als naar zijn aard zuiver: Stortgas,
rioolwaterzuiveringsgas, afvalwaterzuiveringsgas en biogas dat ontstaat door middel
van vergisting. Voor overige soorten biogas dient te worden aangetoond of het gaat
om zuiver biogas. Hiertoe dient het basismateriaal waaruit het biogas ontstaat te
worden bemonsterd.
Gebruikte biomassa
In het geval van hernieuwbare warmte dienen producenten naast de gebruikte soort tevens
te rapporteren over de hoeveelheid biomassagrondstoffen, gespecificeerd in NTA-codes.
In het geval dat biogas is gebruikt, dient te worden gerapporteerd over de soort biomassagrondstof
waaruit het biogas is geproduceerd.
Voorbeeld assurancerapport productie duurzame elektriciteit of hernieuwbare warmte
uit biomassa
Naam accountantskantoor:
Aan*:
*. Opdrachtgever/producent
Assurancerapport
Opdracht
Ingevolge uw opdracht hebben wij de bijgevoegde, door ons gewaarmerkte rapportage
betreffende de aard en calorische verhouding van de gebruikte biomassa en de soort
en hoeveelheid biomassagrondstoffen die zijn ingezet voor de productie van hernieuwbare
energie in de installatie, bekend onder EAN-code <123456789012345678>, met betrekking
tot de periode van <datum> t/m <datum> onderzocht op juistheid en overeenstemming
met de wettelijke bepalingen zoals opgenomen in artikel 17 van de Regeling garanties
van oorsprong voor energie uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit
(hierna aangeduid als de regeling),
De opgave is opgesteld onder verantwoordelijkheid van <het bestuur van de vennootschap/de
leiding van de huishouding>. Het is onze verantwoordelijkheid om een assurancerapport
inzake deze rapportage te verstrekken.
Werkzaamheden
Wij hebben ons onderzoek verricht in overeenstemming met het Nederlands recht, waaronder
Standaard 3000 assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle en beoordeling
van historische financiële informatie- en het controleprotocol dat als bijlage bij
de regeling is gepubliceerd.
Dienovereenkomstig dient het onderzoek zodanig te worden gepland en uitgevoerd dat
een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de opgave geen afwijkingen van
materieel belang bevat.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt
is voor onze conclusie.
Conclusie
Op grond van onze werkzaamheden concluderen wij dat de bovengenoemde rapportage juist
weergeeft en in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals opgenomen in de
artikelen 15 en 16 van de regeling de opgave van:
-
– de aard en de calorische verhouding van de gebruikte biomassa per maand,
-
– de soort en hoeveelheid ingezette biomassagrondstoffen per maand.
Tevens concluderen wij dat de door de <producent/gemachtigde van de producent> op
grond van artikel 11, vierde lid, van de regeling meegedeelde percentages <niet> overeenstemmen
met de in bovengenoemde rapportage weergegeven verhouding van de brandstoffen.
Ingeval van zuivere en niet naar haar aard zuiver biomassa
<en dat de geëigende methode voor de vaststelling of het in de installatie verwerkte
materiaal als zuivere biomassa kan worden aangemerkt ten behoeve van de berekening
van de verhouding, op een juiste wijze is toegepast>.
Ingeval van niet zuivere biomassa
<en dat de geëigende methode voor de vaststelling van het gedeelte van de in de installatie
verwerkte niet-zuivere biomassa dat biologisch afbreekbaar is, ten behoeve van de
berekening van de verhouding, op een juiste wijze is toegepast>.
Overige informatie
De accountant kan hier overige informatie en uiteenzettingen opnemen die niet als
doel hebben afbreuk te doen aan zijn conclusie.
Beperking in gebruik (en verspreidingskring)
Dit assurancerapport is uitsluitend bedoeld ter onderbouwing van het jaarlijks door
de directie van de onderneming te verstrekken rapportage aan de minister (artikel
17 van de regeling) en kan derhalve niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
Plaats en datum:
Ondertekening:
BIJLAGE 2
Bijlage 3B. behorende bij artikel 17, tweede lid, onderdeel b, van de Regeling garanties
van oorsprong voor energie uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit
Controleprotocol en voorbeeld assurancerapport productie gas uit biomassa
Controleprotocol Assurancerapport Biomassa
Inhoud
|
1
|
Inleiding
|
|
2
|
Biomassa: ‘Zuiver’, ‘naar haar/zijn aard zuiver’, ‘niet zuiver’
|
|
3
|
Reviewbeleid Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
|
|
4
|
Controleprotocol Assurancerapport Biomassa
|
|
5
|
Voorbeeld Assurancerapport
|
1. Inleiding
Dit document is bedoeld als handleiding bij de jaarlijkse assuranceopdracht. Dit document
bevat een inleiding met een overzicht van de biomassa indeling, type installaties,
vereisten waaraan het assurancerapport moet voldoen en enkele instructies voor de
productie van hernieuwbaar gas met biogas uit co-vergisting van dierlijke mest of
biogas uit vergisting van groente-, fruit- en tuinafval en de productie van hernieuwbaar
gas met stortgas of biogas uit afvalwater of rioolwaterzuiveringsinstallaties.
Naast de inleiding is een protocol opgenomen waarin de instructies voor de accountant
(formeel) zijn weergegeven. Het is de bedoeling dat de accountant het protocol toepast
en dat in het assurancerapport wordt verwezen naar het betreffende protocol. Het is
de bedoeling dat jaarlijks een assurancerapport wordt ingediend.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft de bevoegdheid tot de uitgifte
van garanties van oorsprong voor gas uit hernieuwbare energiebronnen gemandateerd
aan Vertogas. Overal waar in dit protocol Onze Minister wordt genoemd, moeten gegevens
aan Vertogas worden overgelegd.
2. Biomassa: ‘Zuiver’, ‘naar haar/zijn aard zuiver’, ‘niet zuiver’
Als uitgangspunt kan hierbij dienen de criteria voor biomassa zoals die zijn vastgelegd
in de NTA 8003.
Achtergrond assurancerapport
Voor iedere producent van hernieuwbaar gas worden maandelijks meetgegevens door het
meetbedrijf of de regionale netbeheerder naar de minister gestuurd.
De definitieve controle van de groenpercentages vindt jaarlijks plaats door middel
van een assuranceopdracht. Eventuele verschillen die uit de controle voortvloeien
worden vervolgens gecorrigeerd door de minister.
Termijn voor het indienen
Na afloop van een kalenderjaar hebben producenten van hernieuwbaar gas 4 maanden de
tijd om een assurancerapport te overleggen. Voor productie over kalenderjaar t dient
dus uiterlijk 1 mei t +1 een assurancerapport bij de minister te worden ingediend.
Controle accountant
Tenslotte dient de accountant na te gaan of de producent van hernieuwbaar gas heeft
gehandeld volgens de biomassaverklaring en biomassa registraties die destijds zijn
ingediend voor het betreffende kalenderjaar. In de biomassaverklaring heeft de producent
destijds aangegeven welke stoffen mogelijk ingezet worden. De accountant dient te
controleren of de ingezette biomassa ook is vermeld op de biomassaverklaring.
Verklaring + tabel
Een gewaarmerkte tabel. Deze tabel bevat de groenpercentages op maandniveau zoals
die zijn opgesteld door de producent en gecontroleerd door de accountant. Om de minister
een goede consistentiecheck te kunnen laten uitvoeren, zijn onderliggende gegevens
gewenst. Daarbij moet worden gedacht aan hoeveelheden ingezette biomassa (tonnen)
en bijbehorende calorische waarden.
3. Reviewbeleid Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
De Auditdienst Rijk kan een review uitvoeren op de uitgevoerde accountantscontrole
inzake deze subsidie. De accountant, die de controle heeft uitgevoerd, verstrekt de
Auditdienst Rijk desgevraagd alle inlichtingen en bescheiden. De eventuele extra kosten
van de accountant in verband met de review zijn niet voor rekening van het ministerie.
4. Controleprotocol Assurancerapport Biomassa
Inleiding
In artikel 17, tweede lid, van de Regeling garanties van oorsprong voor energie uit
hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit, is bepaald dat de producent binnen
4 maanden na afloop van ieder kalenderjaar aan de minister een assurancerapport overlegt
inzake dat uitsluitend biomassa is gebruikt zoals is genoemd in artikel 15 van de
Regeling garanties van oorsprong voor energie uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit.
Dit controleprotocol beoogt een handreiking door middel van aandachtspunten te geven
aan de accountant bij de inrichting van zijn controle volgens de uitgangspunten zoals
benoemd in artikel 17, derde lid, van Regeling garanties van oorsprong voor energie
uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit. Deze aandachtspunten, die
niet limitatief zijn, moeten in samenhang worden beschouwd met de richtlijnen voor
de assuranceopdracht zoals uitgevaardigd door het NBA.
Het doel van het assurancerapport is te komen tot een redelijke mate van zekerheid
over de juistheid van de door de producent (of zijn gemachtigde) opgegeven verhouding
van de in de installatie verwerkte biomassa. Op basis van de bevindingen zoals weergegeven
in het assurancerapport wordt (een deel van) het geproduceerde al dan niet aangemerkt
als afkomstig uit hernieuwbare energiebronnen. In geval geproduceerd gas wordt aangemerkt
als gas uit hernieuwbare energiebronnen zullen er door de minister garanties van oorsprong
worden aangemaakt overeenkomstig het aantal MWh geproduceerde gas uit hernieuwbare
energiebronnen. Deze vertegenwoordigen een waarde en zijn verhandelbaar in het geval
het gas betreft dat is opgewerkt tot aardgas kwaliteit. In geval het biogas betreft
zullen deze garanties van oorsprong een vaste bestemming krijgen waarvoor ze afgeboekt
kunnen worden en derhalve dus niet vrij verhandelbaar zullen zijn.
Procedure
Na afloop van een maand wordt door de netbeheerder een meetbericht (ball bericht)
verzonden aan de minister waarin gerapporteerd wordt over de totale productie gas
uit hernieuwbare energiebronnen van die maand. Dit meetbericht bevat in ieder geval
de hoeveelheid aan het net geleverd gas, maar indien de producent hierom verzoekt,
bevat het ook het totale opgewekte gas. De minister voert deze gegevens in het systeem
via een externe web-based applicatie. Na afloop van het kalenderjaar voert de producent
een controleberekening uit en bepaalt hij definitief de verhouding van de in de installatie
verwerkte brandstoffen. De assuranceopdracht vormt het sluitstuk in dit proces.
Rol van de accountant
De accountant
-
• controleert de juistheid van de door de producent definitief bepaalde uitkomsten van
de verhouding,
-
• stelt vast of deze verhouding gelijk is of afwijkt van de verhouding zoals die destijds
door de producent in het systeem is geplaatst,
-
• stelt vast of in overeenstemming is gehandeld met de artikelen 15, vierde lid, en
16 van de Regeling garanties van oorsprong voor energie uit hernieuwbare energiebronnen
en HR-WKK-elektriciteit (de ‘biomassaverklaring’),
-
• stelt vast, voor zover betrekking hebbend op de berekening van de verhouding op een
juiste wijze is toegepast. De geëigende methode (‘bemonsteren’) dient te worden toegepast
indien er sprake is van biomassa of biogas die/dat niet ‘naar zijn/haar aard zuiver’
is. Volgens artikel 16 van de Regeling garanties van oorsprong voor energie uit hernieuwbare
energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit is een methode geëigend indien voldaan wordt
aan de BRL-K10016 of aan vergelijkbare procesnormen.
De accountant rapporteert over de uitkomsten van bovengenoemde controles en over eventuele
overige uitkomsten van de controlewerkzaamheden van de accountant (verslag van bevindingen).
Wanneer blijkt dat de producent niet in overeenstemming heeft gehandeld met zijn conform
de overgelegde verklaringen, wordt de desbetreffende hoeveelheid gas alsnog als niet
afkomstig uit hernieuwbare energiebronnen aangemerkt.
Controletolerantie/betrouwbaarheid
De rapportage over de verhouding van de verwerkte biomassa dient maximaal op honderdsten
van procenten nauwkeurig te zijn. De aan de individuele regels van de rapportage toegerekende
controletolerantie bedraagt maximaal éénhonderdste deel van het verantwoorde percentage.
De assuranceopdracht dient gericht te zijn op het verkrijgen van een redelijke mate
van zekerheid dat deze tolerantie niet wordt overschreden.
Aandachtspunten
De accountant dient in ieder geval vast te stellen:
-
1. welke biomassa in de installatie is verwerkt, in welke verhouding deze zijn verwerkt
en of deze verhouding inderdaad kan leiden tot de percentages opgewekt hernieuwbaar
gas zoals deze door de producent of zijn gemachtigde zijn opgegeven. De accountant
maakt hierbij gebruik van de sluitende energiebalans van de desbetreffende installatie,
gebaseerd op voldoende onderbouwde normen en juist en volledig vastgestelde meet-
en installatiegegevens. Indien een geëigende methode dient te worden toegepast, controleert
de accountant of een juiste toepassing is gegeven aan de geëigende methode.
-
2. dat de aard van de in de installatie verwerkte biomassa in overeenstemming is met
de biomassa zoals deze in de biomassaverklaring zijn opgenomen.
-
3. dat er bij de producent een stelsel van al dan niet geautomatiseerde interne controlemaatregelen
aanwezig is, in opzet, bestaan en in werking, waaraan een hoge mate van zekerheid
is te ontlenen dat de opgegeven verhouding geen fouten van materieel belang bevat.
In dit stelsel is minimaal een sluitende goederenbeweging van de biomassa aanwezig.
Indien een geëigende methode is toegepast voor de vaststelling of de in de installatie
verwerkte materiaal als zuivere biomassa kan worden aangemerkt, dient de accountant
vast te stellen dat deze methode op een juiste wijze is toegepast. Wanneer de producent
gedurende de periode waarop de rapportage ziet, tussentijds een nieuwe biomassaverklaring
heeft overgelegd, dient de accountant vast te stellen dat zowel ten aanzien van de
eerdere als de latere verklaring(en) in overeenstemming hiermee is gehandeld. Een
accountantscontrole kan derhalve meerdere biomassaverklaringen omvatten, maar omvat
altijd hetzelfde tijdvak van een kalenderjaar.
-
4. dat er nadrukkelijk door de accountant aandacht wordt besteed aan de aanwezigheid
van een aardgasaansluiting.
-
5. dat er nadrukkelijk door de accountant aandacht wordt besteed aan het, op basis van
de door de producent gerapporteerde (duurzame) biomassa, door Vertogas geregistreerde
jaarvolume uitgedrukt in MWh, in relatie tot de door de producent volgens de geëigende
methode vastgestelde energie-productiewaarden per toegepaste soort biomassa.
In dit stelsel is minimaal een sluitende goederenbeweging van de biomassa aanwezig.
Indien een geëigende methode is toegepast voor de vaststelling of de in de installatie
verwerkte materiaal als zuivere biomassa kan worden aangemerkt, dient de accountant
vast te stellen dat deze methode op een juiste wijze is toegepast. Wanneer de producent
gedurende de periode waarop de rapportage ziet, tussentijds een nieuwe biomassaverklaring
heeft overgelegd, dient de accountant vast te stellen dat zowel ten aanzien van de
eerdere als de latere verklaring(en) in overeenstemming hiermee is gehandeld.
Een assarancecontrole kan derhalve meerdere biomassaverklaringen omvatten, maar omvat
altijd hetzelfde tijdvak van een kalenderjaar.
Rapportage van de verhouding
In geval het aantal brandstofsoorten (volgens de NTA-codes) meer bedraagt dan zes,
kunnen regels worden toegevoegd. In de rapportage zijn de letters A t/m D toegevoegd.
De indeling is van belang voor de verkrijging van juiste type garanties van oorsprong.
-
A) is als uitgangspunt de officiële definities in de Gaswet en de Regeling garanties
van oorsprong voor energie uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit.
-
B) is de (nadere) indeling in zuiver en niet zuiver.
-
C) is de indeling die van belang is voor de controlemethode die dient te worden toegepast
om de mate van zuiverheid dan wel het biogene aandeel vast te stellen.
-
D) is een nadere verbijzondering ten behoeve van de hoogte van de subsidie (SDE).
5. Voorbeeld Assurancerapport
Naam accountantskantoor:
Aan*:
*. Opdrachtgever/producent
Assurancerapport
Dit assurancerapport wordt verstrekt ten behoeve van de rapportage aan de minister
en mag uitsluitend worden gebruikt door de minister.
Opdracht
Ingevolge uw opdracht hebben wij de bijgevoegde, door ons gewaarmerkte rapportage
betreffende de aard en de verhouding van de in de installatie, bekend onder EAN-code
<123456789012345678>, verwerkte biomassa met betrekking tot de periode van <datum>
t/m <datum> gecontroleerd. Deze rapportage is opgesteld onder verantwoordelijkheid
van <het bestuur van de vennootschap/de leiding van de huishouding>. Het is onze verantwoordelijkheid
een assurancerapport inzake deze rapportage te verstrekken.
Werkzaamheden
Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen
met betrekking tot controleopdrachten en in overeenstemming met het controleprotocol
(bijlage 3B bij de Regeling garanties van oorsprong voor energie uit hernieuwbare
energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit). Volgens deze richtlijnen dient onze controle
zodanig te worden gepland en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt
verkregen dat de rapportage geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Een controle
omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter
onderbouwing van de aard en de verhouding van de verwerkte brandstoffen. Wij zijn
van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Oordeel
Wij zijn van oordeel dat bovengenoemde rapportage de aard en de verhouding van de
in de installatie verwerkte brandstoffen juist weergeeft en in overeenstemming is
met de bepalingen van het controleprotocol.
Tevens zijn wij van oordeel dat de door de <producent/gemachtigde van de producent>
op grond van artikel 11, eerste lid, van de Regeling garanties van oorsprong voor
energie uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit meegedeelde percentages
<niet> overeenstemmen met de in bovengenoemde rapportage weergegeven verhouding van
de brandstoffen.
Ingeval van zuivere en ‘niet naar haar aard zuivere’ biomassa
<en dat de geëigende methode voor de vaststelling of het in de installatie verwerkte
materiaal als zuivere biomassa kan worden aangemerkt ten behoeve van de berekening
van de verhouding, op een juiste wijze is toegepast>.
Ingeval van niet zuivere biomassa
<en dat de geëigende methode voor de vaststelling van het gedeelte van de in de installatie
verwerkte niet-zuivere biomassa dat biologisch afbreekbaar is, ten behoeve van de
berekening van de verhouding, op een juiste wijze is toegepast>.
<Uit de administratie van de producent/Uit andere ter beschikking staande gegevens>
is gebleken dat er gedurende bovengenoemde periode in overeenstemming is gehandeld
met de op grond van artikel 4.1 van de procesvoorwaarden overgelegde verklaringen.
Plaats………, datum……….
Ondertekening
………
TOELICHTING
I. Algemeen
1. Inleiding
Met deze regeling worden de tarieven voor transacties van garanties van oorsprong
(hierna: gvo’s) alsmede voor het lidmaatschap voor 2018 vastgesteld. Daarnaast worden
de bijlages 3A en 3B van de regeling consistent gemaakt in het gebruik van begrippen.
Inhoudelijk worden in bijlage 3A en 3B toevoegingen gedaan ter versterking van de
controle van de accountant ten behoeve van het assurancerapport.
2. Tarieven GVO’s
CertiQ en Vertogas, die namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna:
de minister) gvo’s voor elektriciteit, warmte en gas uit hernieuwbare bronnen, aanmaken,
afboeken en overboeken, hebben voorstellen gedaan voor de tarieven voor 2018. Deze
voorstellen zijn overgenomen. De tarieven voor garanties van oorsprong voor elektriciteit,
warmte en gas uit hernieuwbare bronnen blijven gelijk aan de tarieven voor 2017. Zowel
CertiQ (elektriciteit en warmte) als Vertogas (gas) geven aan een groei in het aantal
transacties te verwachten, maar beide verlagen de tarieven niet omdat er in de komende
jaren grote IT-investeringen nodig zijn om de registers functioneel te houden en klaar
voor de toekomst te maken.
3. Regeldruk
De regeling heeft een licht negatief effect op regeldruk. Deze wordt veroorzaakt door
de extra werkzaamheden van de accountant ten behoeve van het opstellen van een assurancerapport.
Dit kost de accountant naar schatting 2 uur per assurancerapport per jaar. Er zijn
40 groen gas installaties die elk jaar een assurancerapport moeten opleveren. Tegen
een uurtarief van 140–190 euro, zijn de totale jaarlijkse kosten hiervan 11.200–15.200
euro.
4. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op het vaste verandermoment 1 januari 2018. Wel wordt
er afgeweken van de termijn van publicatie van twee maanden voorafgaand aan deze datum.
Aangezien het gaat om de publicatie van tarieven die gaan gelden voor 2018 en de overige
bepalingen voornamelijk tekstuele verbeteringen van de regeling betreffen, kan worden
afgeweken van het kabinetsbeleid op het gebied van de vaste verandermomenten.
II. Artikelen
Artikel I, onderdeel F
In bijlage 3B is onder de kop ‘3. Controleprotocol Assurancerapport Biomassa’, een
vijfde aandachtspunt toegevoegd. Dit punt is toegevoegd omdat er naast de controle
op de hoeveelheden, de verdeling van biomassa soorten en het toepassen van de geëigende
methode van bemonstering, wordt gecontroleerd of de hoeveelheid gvo’s die door Vertogas
zijn uitgegeven op basis van meetgegevens van de netbeheerder overeenstemt met de
hoeveelheid groen gasproductie volgens het jaarvolume dat op basis van de vastgestelde
biomassastromen met hun (na bemonstering vastgestelde) energetische outputwaarde is
vast te stellen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes