TOELICHTING
I. Algemeen
Met voorliggende regeling wordt de Regeling verslaggeving WTZi voor zogenaamde ‘kleine
zorginstellingen’ in overeenstemming gebracht met de vereenvoudigingen die zijn doorgevoerd
in de jaarverantwoording over 2017 en volgende jaren voor de ‘kleine jeugdhulpaanbieders’.
Daarnaast mogen ‘kleine zorginstellingen’ voortaan volstaan met een vereenvoudigde
balans en de resultatenrekening. Verder worden de Regeling verslaggeving WTZi en de Regeling Jeugdwet gewijzigd
naar aanleiding van de Evaluatiewet WNT. Tot slot worden enige wijzigingen van redactionele
aard doorgevoerd.
Vereenvoudigde jaarverantwoording voor micro-entiteiten
In navolging van de vereenvoudigde verantwoording van kleine jeugdhulpaanbieders die
in 2016 is geïntroduceerd, is besloten om een dergelijke vereenvoudigde verantwoording
ook voor de WTZi-instellingen over het verslagjaar 2017 en volgende door te voeren
met ingang van 1 januari 2018.
In artikel 2 van de Regeling verslaggeving WTZi is geregeld dat voor de jaarverslaggeving
van zorginstellingen Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige
toepassing is, met uitzondering van de afdelingen 1, 11 en 12. In artikel 3 van de
Regeling verslaggeving WTZi zijn vervolgens enkele uitzonderingen opgenomen voor kleine
ondernemingen (onderdeel f) en middelgrote ondernemingen (onderdeel g). Zij hoeven
geen ‘controleverklaring’ (ook wel ‘accountantsverklaring’) van een accountant te
laten opstellen, maar kunnen volstaan met een ‘samenstellingsverklaring’ (in geval
van kleine ondernemingen) of een ‘beoordelingsverklaring’ (in geval van middelgrote
ondernemingen).
Met de onderhavige wijziging van de Regeling verslaggeving WTZi wordt geregeld dat
de ‘kleine zorginstellingen’ bij het indienen van het jaardocument niet meer verplicht
zijn een samenstellingsverklaring over te leggen. Voor deze kleine zorginstellingen
worden de kosten hiervoor niet proportioneel geacht.
Daarnaast wordt ingevolge de Regeling verslaggeving WTZi, artikel 3 onderdeel e, bepaald
dat zorginstellingen in afwijking van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek de balans
en resultatenrekening moeten opstellen overeenkomstig de modellen in bijlage 1 van
RJ 655 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving zoals vastgesteld door de Raad
voor de Jaarverslaggeving. Tot op heden is in bijlage 1 van RJ 655 echter niets opgenomen
over een vereenvoudigde financiële verantwoording voor kleinere zorginstellingen.
Door de wijziging van onderdeel e wordt het voor deze ‘kleine zorginstellingen’ mogelijk
een vereenvoudigde balans en de resultatenrekening, met ten minste de posten die zijn
opgenomen in het model-jaardocument vereenvoudigde verantwoording voor kleine zorginstellingen,
op te stellen die afwijkt van de modellen in bijlage 1 bij hoofdstuk 655. Het verantwoordingsformat
bedoeld in artikel 8a van de Regeling verslaggeving WTZi zal hierop worden aangepast.
Wijzigingen naar aanleiding van de Evaluatiewet WNT
Op dit moment wordt in artikel 3, onderdeel h, van de Regeling verslaggeving WTZi
en artikel 4.2, derde lid, onderdeel g, van de Regeling Jeugdwet bepaald dat informatie
over de bezoldiging, bedoeld in de artikelen 1.7, 4.1 en 4.2 van de Wet normering
topinkomens (WNT), wordt opgenomen in de jaarrekening van zorginstellingen respectievelijk
jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen, waarbij gebruik wordt gemaakt
van een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgesteld
model.
Verder wordt voor zorginstellingen in artikel 3, onderdeel i, van de Regeling verslaggeving
WTZi en voor jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen in artikel 4.2, derde
lid, onderdeel h, van de Regeling Jeugdwet geregeld dat aan het bepaalde in de artikelen
383, eerste lid, en 383c van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek kan worden voldaan
door middel van het verstrekken van de betreffende bezoldigingsinformatie zoals vereist
op grond van de WNT. Daarmee wordt voorkomen dat twee toelichtingen over bezoldiging
hoeven te worden opgenomen in de jaarrekening.
Met ingang van 1 januari 2018 wordt § 4 van de WNT gewijzigd. Vanaf dat moment wordt
bij of krachtens artikel 4.1, eerste en tweede lid, van de WNT bepaald welke bezoldigingsinformatie
wordt opgenomen in het financieel verslaggevingsdocument (op grond van artikel 1.1,
onderdeel j, van de WNT wordt daar onder meer een jaarrekening mee bedoeld) en wordt
in artikel 4.2 van de WNT de problematiek van de dubbele verantwoording geadresseerd.
De wijziging van de WNT heeft tot gevolg dat de Regeling verslaggeving WTZi en de
Regeling Jeugdwet moeten worden aangepast. Het gaat daarbij om technische wijzigingen,
er is geen sprake van inhoudelijke aanpassingen.
Overige wijzigingen
De jaarverslaggeving en het jaardocument van zorginstellingen, jeugdhulpaanbieders
en gecertificeerde instellingen worden opgesteld met gebruikmaking van het model-jaardocument.
Dit document is met ingang van het kalenderjaar 2017 te verkrijgen via de nieuwe website
www.jaarverantwoordingzorg.nl. De Regeling verslaggeving WTZi en de Regeling Jeugdwet worden hierop aangepast;
tevens wordt een taalkundige verbetering doorgevoerd.
Gevolgen voor de regeldruk
Micro-entiteiten moeten kennisnemen van de gewijzigde normen. De omvang van deze eenmalige
regeldruk is ongeveer € 45.000 (15.000 micro-entiteiten hebben circa 5 minuten nodig
om kennis te nemen van de gewijzigde normen, waarbij een uurtarief van € 37 wordt
gehanteerd).
Afgezien van deze eenmalige regeldruk is de verwachting dat de vereenvoudigde jaarverantwoording
voor micro-entiteiten zal leiden tot een lastenverlichting voor de betrokken instellingen.
De omvang ervan zal per instelling verschillen en is niet op voorhand exact vast te
stellen.
De technische wijzigingen die deze regeling verder kent, hebben niet tot nauwelijks
impact op de administratieve lasten. Deze zijn daarom niet verder gekwantificeerd.
II. Artikelsgewijs
Artikelen I en II
Artikel I, onderdeel A, onder 1 (Vereenvoudigde jaarverantwoording voor micro-entiteiten)
In het kader van de vereenvoudigde jaarverantwoording voor micro-entiteiten wordt
artikel 3 van Regeling verslaggeving WTZi op een tweetal punten aangepast.
onderdeel e
Aan onderdeel e wordt toegevoegd dat de zogenaamde ‘kleine zorginstellingen’ bij het
indienen van het jaardocument mogen volstaan met het aanleveren van een vereenvoudigde
balans en resultatenrekening met tenminste de posten die zijn opgenomen in het model-jaardocument
vereenvoudigde verantwoording voor kleine zorginstellingen.
Voor de afbakening van ‘kleine zorginstelling’ is aangesloten bij artikel 395a van
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het betreft zorginstellingen die op twee opeenvolgende
balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, voldoen aan
twee of drie van de volgende vereisten:
-
– de waarde van de activa volgens de balans met toelichting bedraagt, op de grondslag
van verkrijgings- en vervaardigingsprijs, niet meer dan € 350.000;
-
– de netto-omzet over het boekjaar bedraagt niet meer dan € 700.000;
-
– het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar bedraagt minder dan 10.
onderdeel f
Door de wijziging van onderdeel f zijn ‘kleine zorginstellingen’ bij het indienen
van het jaardocument bij het CIBG niet meer verplicht een samenstellingsverklaring
of een controleverklaring van een accountant over te leggen.
Artikel I, onderdeel A, onder 2 en 3, en Artikel II, onderdeel A (Wijzigingen naar
aanleiding van de Evaluatiewet WNT)
Met ingang van 1 januari 2018 wordt in artikel 4.1, eerste en tweede lid, van de WNT
– kort gezegd – bepaald dat in het financieel verslaggevingsdocument de bij regeling
van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vast te stellen informatie
over de bezoldiging wordt vermeld.
Nu bij een op de WNT gebaseerde ministeriële regeling wordt bepaald welke informatie
over de bezoldiging in het financieel verslaggevingsdocument wordt vermeld, is het
noodzakelijk de redactie van artikel 3, onderdeel h, van de Regeling verslaggeving
WTZi en artikel 4.2, derde lid, onderdeel g, van de Regeling Jeugdwet hierop aan te
passen. Artikel I, onderdeel A, onder 2, en Artikel II, onderdeel A, onder 1, van
voorliggende regeling voeren deze aanpassingen door. Bovendien is van de gelegenheid
gebruik gemaakt om de nieuwe citeertitel van de WNT in te voegen.
Zoals in het algemene deel van deze toelichting is opgemerkt, adresseert artikel 4.2
van de WNT met ingang van 1 januari 2018 de problematiek van de dubbele verantwoording
over de bezoldiging. Het is dan ook niet meer nodig om hiervoor een aparte bepaling
voor zorginstellingen respectievelijk jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen
in stand te houden. Artikel I, onderdeel A, onder 3 en Artikel II, onderdeel A, onder
2, van voorliggende regeling schrappen daarom artikel 3, onderdeel i, van de Regeling
verslaggeving WTZi en artikel 4.2, derde lid, onderdeel h, van de Regeling Jeugdwet.
Artikel I, onderdelen B en C, en Artikel II, onderdeel B (Overige wijzigingen)
Thans wordt in artikel 7, tweede lid, van de Regeling verslaggeving WTZi gesteld dat
wanneer een groepshoofd ontbreekt, de centrale leiding een bestuur aanwijst dat de geconsolideerde
jaarrekening opstelt. In dit geval is het vanuit taalkundig perspectief beter om indien
in plaats van wanneer te gebruiken: het is immers niet zeker of een dergelijke situatie
zich zal voordoen, terwijl wanneer suggereert dat een dergelijke situatie zich ooit
zal voordoen. Artikel I, onderdeel B, past artikel 7, tweede lid, van de Regeling
verslaggeving WTZi hierop aan.
Zoals gezegd worden de jaarverslaggeving en het jaardocument van zorginstellingen,
jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen opgesteld met gebruikmaking van
het model-jaardocument. Dit document is met ingang van het kalenderjaar 2017 te verkrijgen
via de nieuwe website www.jaarverantwoordingzorg.nl. In artikel 8a, eerste lid, van de Regeling verslaggeving WTZi en artikel 4.3, derde
lid, van de Regeling Jeugdwet wordt nog verwezen naar de oude website www.jaarverslagenzorg.nl. Artikel I, onderdeel C, en Artikel II, onderdeel B zorgen ervoor dat dit wordt aangepast.
Overigens wordt men via de oude website www.jaarverslagenzorg.nl automatisch doorgestuurd naar de nieuwe website.
Artikel III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018. Daarmee wordt aangesloten
bij het beleid van het kabinet inzake vaste verandermomenten van regelgeving.
Voor de duidelijkheid zij opgemerkt dat de regels voor het eerst van toepassing zijn
op de verslaggeving over het verslagjaar 2017.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker