Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Rechtsbescherming van 24 november 2017, kenmerk 1255405-170090-WJZ, houdende wijzigingen van de Regeling verslaggeving WTZi en de Regeling Jeugdwet in verband met het verlichten van de verplichtingen voor kleine zorginstellingen alsmede de inwerkingtreding van de Evaluatiewet WNT

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Rechtsbescherming,

Gelet op artikel 15 van de Wet toelating zorginstellingen, de artikelen 7.2, eerste lid, en 7.4 van het Uitvoeringsbesluit WTZi en de artikelen 8.3.1 en 8.3.2 van de Jeugdwet;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Regeling verslaggeving WTZi wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen e en f komen te luiden:

  • e. worden de balans en de resultatenrekening opgesteld overeenkomstig de modellen in bijlage 1 bij hoofdstuk 655 van de richtlijnen, met dien verstande dat een zorginstelling die op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, heeft voldaan aan twee of drie van de eisen, genoemd in artikel 395a, eerste lid, onderdelen a tot en met c, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, kan volstaan met een vereenvoudigde balans en resultatenrekening met ten minste de posten die zijn opgenomen in het model-jaardocument vereenvoudigde verantwoording voor kleine zorginstellingen;

  • f. is een zorginstelling die op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, heeft voldaan aan twee of drie van de eisen, genoemd in artikel 395a, eerste lid, onderdelen a tot en met c, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, niet gehouden een verklaring als bedoeld in artikel 393, vijfde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek over te leggen;

2. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel h door een punt, wordt in onderdeel h de zinsnede ‘bedoeld in de artikelen 1.7, 4.1 en 4.2 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector’ vervangen door: bedoeld bij of krachtens de artikelen 1.7 en 4.1, eerste en tweede lid, van de Wet normering topinkomens.

3. Onderdeel i vervalt.

B

In artikel 7, tweede lid, wordt de zinsnede ‘Wanneer een groepshoofd ontbreekt’ vervangen door: Indien een groepshoofd ontbreekt.

C

In artikel 8a, eerste lid, wordt de zinsnede ‘www.jaarverslagenzorg.nl’ vervangen door: www.jaarverantwoordingzorg.nl.

ARTIKEL II

De Regeling Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.2, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel g door een punt, wordt in onderdeel g de zinsnede ‘bedoeld in de artikelen 1.7, 4.1 en 4.2 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector’ vervangen door: bedoeld bij of krachtens de artikelen 1.7 en 4.1, eerste en tweede lid, van de Wet normering topinkomens.

2. Onderdeel h vervalt.

B

In artikel 4.3, derde lid, wordt de zinsnede ‘www.jaarverslagenzorg.nl’ vervangen door: www.jaarverantwoordingzorg.nl.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

TOELICHTING

I. Algemeen

Met voorliggende regeling wordt de Regeling verslaggeving WTZi voor zogenaamde ‘kleine zorginstellingen’ in overeenstemming gebracht met de vereenvoudigingen die zijn doorgevoerd in de jaarverantwoording over 2017 en volgende jaren voor de ‘kleine jeugdhulpaanbieders’. Daarnaast mogen ‘kleine zorginstellingen’ voortaan volstaan met een vereenvoudigde balans en de resultatenrekening. Verder worden de Regeling verslaggeving WTZi en de Regeling Jeugdwet gewijzigd naar aanleiding van de Evaluatiewet WNT. Tot slot worden enige wijzigingen van redactionele aard doorgevoerd.

Vereenvoudigde jaarverantwoording voor micro-entiteiten

In navolging van de vereenvoudigde verantwoording van kleine jeugdhulpaanbieders die in 2016 is geïntroduceerd, is besloten om een dergelijke vereenvoudigde verantwoording ook voor de WTZi-instellingen over het verslagjaar 2017 en volgende door te voeren met ingang van 1 januari 2018.

In artikel 2 van de Regeling verslaggeving WTZi is geregeld dat voor de jaarverslaggeving van zorginstellingen Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing is, met uitzondering van de afdelingen 1, 11 en 12. In artikel 3 van de Regeling verslaggeving WTZi zijn vervolgens enkele uitzonderingen opgenomen voor kleine ondernemingen (onderdeel f) en middelgrote ondernemingen (onderdeel g). Zij hoeven geen ‘controleverklaring’ (ook wel ‘accountantsverklaring’) van een accountant te laten opstellen, maar kunnen volstaan met een ‘samenstellingsverklaring’ (in geval van kleine ondernemingen) of een ‘beoordelingsverklaring’ (in geval van middelgrote ondernemingen).

Met de onderhavige wijziging van de Regeling verslaggeving WTZi wordt geregeld dat de ‘kleine zorginstellingen’ bij het indienen van het jaardocument niet meer verplicht zijn een samenstellingsverklaring over te leggen. Voor deze kleine zorginstellingen worden de kosten hiervoor niet proportioneel geacht.

Daarnaast wordt ingevolge de Regeling verslaggeving WTZi, artikel 3 onderdeel e, bepaald dat zorginstellingen in afwijking van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek de balans en resultatenrekening moeten opstellen overeenkomstig de modellen in bijlage 1 van RJ 655 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving zoals vastgesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Tot op heden is in bijlage 1 van RJ 655 echter niets opgenomen over een vereenvoudigde financiële verantwoording voor kleinere zorginstellingen. Door de wijziging van onderdeel e wordt het voor deze ‘kleine zorginstellingen’ mogelijk een vereenvoudigde balans en de resultatenrekening, met ten minste de posten die zijn opgenomen in het model-jaardocument vereenvoudigde verantwoording voor kleine zorginstellingen, op te stellen die afwijkt van de modellen in bijlage 1 bij hoofdstuk 655. Het verantwoordingsformat bedoeld in artikel 8a van de Regeling verslaggeving WTZi zal hierop worden aangepast.

Wijzigingen naar aanleiding van de Evaluatiewet WNT

Op dit moment wordt in artikel 3, onderdeel h, van de Regeling verslaggeving WTZi en artikel 4.2, derde lid, onderdeel g, van de Regeling Jeugdwet bepaald dat informatie over de bezoldiging, bedoeld in de artikelen 1.7, 4.1 en 4.2 van de Wet normering topinkomens (WNT), wordt opgenomen in de jaarrekening van zorginstellingen respectievelijk jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen, waarbij gebruik wordt gemaakt van een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgesteld model.

Verder wordt voor zorginstellingen in artikel 3, onderdeel i, van de Regeling verslaggeving WTZi en voor jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen in artikel 4.2, derde lid, onderdeel h, van de Regeling Jeugdwet geregeld dat aan het bepaalde in de artikelen 383, eerste lid, en 383c van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek kan worden voldaan door middel van het verstrekken van de betreffende bezoldigingsinformatie zoals vereist op grond van de WNT. Daarmee wordt voorkomen dat twee toelichtingen over bezoldiging hoeven te worden opgenomen in de jaarrekening.

Met ingang van 1 januari 2018 wordt § 4 van de WNT gewijzigd. Vanaf dat moment wordt bij of krachtens artikel 4.1, eerste en tweede lid, van de WNT bepaald welke bezoldigingsinformatie wordt opgenomen in het financieel verslaggevingsdocument (op grond van artikel 1.1, onderdeel j, van de WNT wordt daar onder meer een jaarrekening mee bedoeld) en wordt in artikel 4.2 van de WNT de problematiek van de dubbele verantwoording geadresseerd.

De wijziging van de WNT heeft tot gevolg dat de Regeling verslaggeving WTZi en de Regeling Jeugdwet moeten worden aangepast. Het gaat daarbij om technische wijzigingen, er is geen sprake van inhoudelijke aanpassingen.

Overige wijzigingen

De jaarverslaggeving en het jaardocument van zorginstellingen, jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen worden opgesteld met gebruikmaking van het model-jaardocument. Dit document is met ingang van het kalenderjaar 2017 te verkrijgen via de nieuwe website www.jaarverantwoordingzorg.nl. De Regeling verslaggeving WTZi en de Regeling Jeugdwet worden hierop aangepast; tevens wordt een taalkundige verbetering doorgevoerd.

Gevolgen voor de regeldruk

Micro-entiteiten moeten kennisnemen van de gewijzigde normen. De omvang van deze eenmalige regeldruk is ongeveer € 45.000 (15.000 micro-entiteiten hebben circa 5 minuten nodig om kennis te nemen van de gewijzigde normen, waarbij een uurtarief van € 37 wordt gehanteerd).

Afgezien van deze eenmalige regeldruk is de verwachting dat de vereenvoudigde jaarverantwoording voor micro-entiteiten zal leiden tot een lastenverlichting voor de betrokken instellingen. De omvang ervan zal per instelling verschillen en is niet op voorhand exact vast te stellen.

De technische wijzigingen die deze regeling verder kent, hebben niet tot nauwelijks impact op de administratieve lasten. Deze zijn daarom niet verder gekwantificeerd.

II. Artikelsgewijs

Artikelen I en II

Artikel I, onderdeel A, onder 1 (Vereenvoudigde jaarverantwoording voor micro-entiteiten)

In het kader van de vereenvoudigde jaarverantwoording voor micro-entiteiten wordt artikel 3 van Regeling verslaggeving WTZi op een tweetal punten aangepast.

onderdeel e

Aan onderdeel e wordt toegevoegd dat de zogenaamde ‘kleine zorginstellingen’ bij het indienen van het jaardocument mogen volstaan met het aanleveren van een vereenvoudigde balans en resultatenrekening met tenminste de posten die zijn opgenomen in het model-jaardocument vereenvoudigde verantwoording voor kleine zorginstellingen.

Voor de afbakening van ‘kleine zorginstelling’ is aangesloten bij artikel 395a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Het betreft zorginstellingen die op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, voldoen aan twee of drie van de volgende vereisten:

  • de waarde van de activa volgens de balans met toelichting bedraagt, op de grondslag van verkrijgings- en vervaardigingsprijs, niet meer dan € 350.000;

  • de netto-omzet over het boekjaar bedraagt niet meer dan € 700.000;

  • het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar bedraagt minder dan 10.

onderdeel f

Door de wijziging van onderdeel f zijn ‘kleine zorginstellingen’ bij het indienen van het jaardocument bij het CIBG niet meer verplicht een samenstellingsverklaring of een controleverklaring van een accountant over te leggen.

Artikel I, onderdeel A, onder 2 en 3, en Artikel II, onderdeel A (Wijzigingen naar aanleiding van de Evaluatiewet WNT)

Met ingang van 1 januari 2018 wordt in artikel 4.1, eerste en tweede lid, van de WNT – kort gezegd – bepaald dat in het financieel verslaggevingsdocument de bij regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vast te stellen informatie over de bezoldiging wordt vermeld.

Nu bij een op de WNT gebaseerde ministeriële regeling wordt bepaald welke informatie over de bezoldiging in het financieel verslaggevingsdocument wordt vermeld, is het noodzakelijk de redactie van artikel 3, onderdeel h, van de Regeling verslaggeving WTZi en artikel 4.2, derde lid, onderdeel g, van de Regeling Jeugdwet hierop aan te passen. Artikel I, onderdeel A, onder 2, en Artikel II, onderdeel A, onder 1, van voorliggende regeling voeren deze aanpassingen door. Bovendien is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de nieuwe citeertitel van de WNT in te voegen.

Zoals in het algemene deel van deze toelichting is opgemerkt, adresseert artikel 4.2 van de WNT met ingang van 1 januari 2018 de problematiek van de dubbele verantwoording over de bezoldiging. Het is dan ook niet meer nodig om hiervoor een aparte bepaling voor zorginstellingen respectievelijk jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen in stand te houden. Artikel I, onderdeel A, onder 3 en Artikel II, onderdeel A, onder 2, van voorliggende regeling schrappen daarom artikel 3, onderdeel i, van de Regeling verslaggeving WTZi en artikel 4.2, derde lid, onderdeel h, van de Regeling Jeugdwet.

Artikel I, onderdelen B en C, en Artikel II, onderdeel B (Overige wijzigingen)

Thans wordt in artikel 7, tweede lid, van de Regeling verslaggeving WTZi gesteld dat wanneer een groepshoofd ontbreekt, de centrale leiding een bestuur aanwijst dat de geconsolideerde jaarrekening opstelt. In dit geval is het vanuit taalkundig perspectief beter om indien in plaats van wanneer te gebruiken: het is immers niet zeker of een dergelijke situatie zich zal voordoen, terwijl wanneer suggereert dat een dergelijke situatie zich ooit zal voordoen. Artikel I, onderdeel B, past artikel 7, tweede lid, van de Regeling verslaggeving WTZi hierop aan.

Zoals gezegd worden de jaarverslaggeving en het jaardocument van zorginstellingen, jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen opgesteld met gebruikmaking van het model-jaardocument. Dit document is met ingang van het kalenderjaar 2017 te verkrijgen via de nieuwe website www.jaarverantwoordingzorg.nl. In artikel 8a, eerste lid, van de Regeling verslaggeving WTZi en artikel 4.3, derde lid, van de Regeling Jeugdwet wordt nog verwezen naar de oude website www.jaarverslagenzorg.nl. Artikel I, onderdeel C, en Artikel II, onderdeel B zorgen ervoor dat dit wordt aangepast. Overigens wordt men via de oude website www.jaarverslagenzorg.nl automatisch doorgestuurd naar de nieuwe website.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018. Daarmee wordt aangesloten bij het beleid van het kabinet inzake vaste verandermomenten van regelgeving.

Voor de duidelijkheid zij opgemerkt dat de regels voor het eerst van toepassing zijn op de verslaggeving over het verslagjaar 2017.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven