Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 november 2017, kenmerk 1259619-167214-PG, houdende wijziging van de Subsidieregeling publieke gezondheid in verband met aanpassing van de subsidiesystematiek bij het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 46 van de Subsidieregeling publieke gezondheid komt te luiden:

Artikel 46

  • 1. In afwijking van artikel 4 bestaat de subsidie, bedoeld in artikel 42, voor het jaar 2018 uit het bedrag dat wordt berekend overeenkomstig de volgende formule:

    (Qpu x Ppu) + (Qcpu x Pcpu) + (Qzas x Pzas) + (Qcuzm x Pcuzm) + (Quzas x Puzas) + (Qoo x Poo)

    waarbij wordt verstaan onder:

    Qpu. het aantal beoordeelde hrHPV-testen dat, naar aanleiding van primaire uitstrijkjes, in het jaar 2018 is verricht in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker van de desbetreffende screeningsorganisatie, waarbij sprake is van een uitslag naar de desbetreffende vrouw of aansluitende cytologische beoordeling;

    Ppu. een bedrag van € 37,88 per beoordeelde hrHPV-test naar aanleiding van een primair uitstrijkje, waarvan € 15,49 voor laboratoriumonderzoek;

    Qcpu. het aantal cytologische beoordelingen dat, naar aanleiding van primaire uitstrijkjes, in het jaar 2018 heeft plaatsgevonden in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker van de desbetreffende screeningsorganisatie waarbij sprake is van een uitslag naar de desbetreffende vrouw;

    Pcpu. een bedrag van € 25,49 voor laboratoriumonderzoek per cytologische beoordeling naar aanleiding van een positieve hrHPV-test bij een primair uitstrijkje;

    Qzas. het aantal zelfafnamesets dat in het jaar 2018 is beoordeeld op hrHPV in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker van de desbetreffende screeningsorganisatie waarbij sprake is van een uitslag naar de desbetreffende vrouw;

    Pzas. een bedrag van € 23,02 per beoordeelde ZAS op hrHPV, waarvan € 13,23 voor laboratoriumonderzoek;

    Qcuzm. het aantal controle-uitstrijkjes dat in het jaar 2018 is beoordeeld in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker van de desbetreffende screeningsorganisatie waarbij sprake is van een uitslag naar de desbetreffende vrouw;

    Pcuzm. een bedrag van € 51,41 per beoordeeld controle-uitstrijkje, waarvan € 31,74 voor laboratoriumonderzoek;

    Quzas. het aantal uitstrijkjes naar aanleiding van een hrHPV-positieve test van vaginaal materiaal verkregen door de vrouw met een zelfafnameset, dat in het jaar 2018 is beoordeeld in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker van de desbetreffende screeningsorganisatie waarbij sprake is van een uitslag naar de desbetreffende vrouw;

    Puzas. een bedrag van € 50,26 per beoordeeld uitstrijkje na een hrHPV-positieve test van vaginaal materiaal uit een ZAS, waarvan € 31,74 voor laboratoriumonderzoek;

    Qoo. overige organisatiekosten, berekend op basis van het aantal beoordeelde hrHPV-testen dat, naar aanleiding van primaire uitstrijkjes, in het jaar 2018 is verricht in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker van de desbetreffende screeningsorganisatie, waarbij sprake is van een uitslag naar de desbetreffende vrouw of aansluitende cytologische beoordeling;

    Poo. een bedrag van € 18,40 per beoordeelde hrHPV-test naar aanleiding van een primair uitstrijkje.

  • 2. Het subsidiebedrag, bedoeld in het eerste lid, wordt in het besluit tot verlening gecorrigeerd voor wat betreft de tarieven voor laboratoriumonderzoek, in verband met de in de praktijk door de screeningslaboratoria aan de screeningsorganisaties in rekening gebrachte tarieven voor laboratoriumonderzoek.

  • 3. De subsidie wordt vastgesteld op een bedrag per verricht onderzoek waarvan de hoogte door de Minister bij de verlening is genoemd, met dien verstande dat wat betreft het laboratoriumonderzoek wordt vastgesteld op het bedrag dat bestaat uit de gerealiseerde kosten, bestaand uit het product van de gerealiseerde aantallen en de in rekening gebrachte tarieven.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Subsidieregeling publieke gezondheid (hierna: de Subsidieregeling). De wijziging ziet op de systematiek van de subsidiëring van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker.

De aanleiding voor deze wijziging is als volgt. De uitvoering van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker is belegd bij de vijf regionale screeningsorganisaties, genoemd in artikel 42, eerste lid, van de Subsidieregeling.

In het kader van dit bevolkingsonderzoek worden vijf verschillende typen onderzoeken voor de screeningsorganisaties uitgevoerd. Een laboratoriumonderzoek kan deel uitmaken van deze onderzoeken. De gecontracteerde screeningslaboratoria voeren deze laboratoriumonderzoeken uit voor de screeningsorganisaties. De regionale screeningsorganisaties zijn genoodzaakt om hierbij tarieven voor laboratoriumonderzoek te hanteren die afwijken van de normtarieven voor laboratoriumonderzoek, die deel uitmaken van de in artikel 46 van de Subsidieregeling bepaalde tarieven. Als gevolg van een aanbestedingsprocedure zijn de tarieven van de verschillende screeningslaboratoria namelijk niet gelijk. Bovendien worden de verschillende laboratoriumonderzoeken van een screeningsorganisatie in de praktijk door meerdere screeningslaboratoria gedaan.

Om de financiële effecten hiervan te corrigeren is de subsidiesystematiek in artikel 46 van de Subsidieregeling aangepast. Bij de subsidieverlening blijft de huidige berekeningswijze het uitgangspunt, zij het dat dit bedrag wordt gecorrigeerd op het punt van de kosten voor laboratoriumonderzoek. De subsidie wordt vastgesteld op een bedrag per verricht onderzoek waarvan de hoogte bij de verlening is bepaald, zij het dat wat betreft het laboratoriumonderzoek voortaan wordt vastgesteld op het bedrag dat bestaat uit de werkelijke kosten, bestaand uit het product van de gerealiseerde aantallen onderzoeken en de in rekening gebrachte tarieven.

Artikelsgewijs

Artikel I

De tekst van het voormalige artikel 46 is voortaan het eerste lid van artikel 46, waaruit volgt dat de subsidie bestond en bestaat uit een bedrag voor de vijf verschillende typen onderzoeken op basis van de PxQ-systematiek (tarief x het aantal verrichte onderzoeken) en een bedrag voor overige organisatiekosten (berekend op basis van het aantal in het desbetreffende jaar beoordeelde hrHPV-testen).

In het nieuwe eerste lid van artikel 46 is bij de verschillende onderdelen met de bedragen voor de onderzoeken vermeld welk tarief voor laboratoriumonderzoek is verdisconteerd. Het bedrag bij onderdeel Pcpu, voor cytologische beoordelingen naar aanleiding van primaire uitstrijkjes, betreft alleen kosten voor laboratoriumonderzoek. Daarnaast is onderdeel Qoo geherformuleerd. Materieel is hiermee evenwel geen wijziging beoogd.

In artikel 46 zijn verder een nieuw tweede en derde lid toegevoegd. Het nieuwe tweede lid bepaalt dat het subsidiebedrag, berekend conform het eerste lid, bij de subsidieverlening wordt gecorrigeerd voor wat betreft de tarieven voor laboratoriumonderzoek. Naar aanleiding van de aanvraagronde voor 2018 zijn de screeningsorganisaties gevraagd om aanvullende informatie over de in de praktijk verschuldigde tarieven voor laboratoriumonderzoek, ten behoeve van de subsidieverlening voor 2018.

Het nieuwe derde lid van artikel 46 bepaalt dat de subsidie wordt vastgesteld op een bedrag per verricht onderzoek waarvan de hoogte bij de verlening is bepaald, met dien verstande dat uitsluitend wat betreft het laboratoriumonderzoek voortaan wordt vastgesteld op het bedrag dat bestaat uit de werkelijke kosten, bestaand uit het product van de gerealiseerde aantallen onderzoeken en de in rekening gebrachte tarieven. Deze wijziging betekent dat het formulier voor de aanvraag tot vaststelling hierop is aangepast.

Artikel II

De regeling treedt in werking per 1 januari 2018.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven