Besluit Vergunningen grondonderzoek Afsluitdijk buiten coördinatie, Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

20 november 2017

Nr. DGETM-E&O / 17184033

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Overwegende,

Dat Windpark Fryslân BV, het voornemen heeft om in het IJsselmeer nabij de Afsluitdijk in de gemeente Súdwest Fryslân een windpark te realiseren, welk voornemen hierna wordt aangeduid als het project Windpark Fryslân;

Dat Windpark Fryslân wordt aangemerkt als een installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit met behulp van windenergie, met inbegrip van de aansluiting van die installatie op een net, als bedoeld in artikel 9b, eerste lid, aanhef en onder a, van de Elektriciteitswet 1998, zodat op de aanleg van dit project artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) van toepassing is;

Dat dit onder meer betekent dat de voorbereiding en bekendmaking van diverse voor het project benodigde besluiten worden gecoördineerd, overeenkomstig artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wro, waarbij de Minister van Economische Zaken en Klimaat met deze coördinatie is belast;

Dat voor dit project op 18 september 2016 een Rijksinpassingsplan in werking is getreden dat is vastgesteld door de Minister van Economische Zaken en de Minister van Infrastructuur en Milieu;

Dat Windpark Fryslân BV voornemens is de volgende vergunningen aan te vragen,

  • 1. een vergunning op grond van art. 2, eerste lid onder a, Wet beheer rijkswaterstaatswerken voor het uitvoeren van grondonderzoeken in de Afsluitdijk,

  • 2. een vergunning op grond van artikel 6.5, onder c, van de Waterwet, artikel 6.14, eerste lid, van het Waterbesluit eveneens voor het uitvoeren van grondonderzoeken in de Afsluitdijk,

omdat deze benodigd zijn voor de realisatie van het project;

Dat, op grond van artikel 9d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, gelezen in samenhang met artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit rijkscoördinatieregeling energie-infrastructuurprojecten (hierna: het Uitvoeringsbesluit), zoals dat artikel onderdeel per 1 januari 2017 is komen te luiden, een besluit als bedoeld in art. 2, eerste lid onder a, Wet beheer rijkswaterstaatswerken alsmede een besluit als bedoeld in artikel 6.5, onder c, van de Waterwet, artikel 6.14, eerste lid, van het Waterbesluit in ieder geval een besluiten zijn als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onder b van de Wro en zodoende wordt meegenomen in de hiervoor bedoelde gecoördineerde voorbereiding;

Dat op grond van artikel 9d, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 de Minister van Economische Zaken en Klimaat kan bepalen dat het desbetreffende, hiervoor bedoelde besluiten, in afwijking van het voorgaande niet als besluit als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wro wordt aangemerkt, en daarmee niet in de gecoördineerde voorbereiding wordt betrokken, wanneer die besluiten de gecoördineerde voorbereiding van de benodigde besluiten zou belemmeren of ernstig zou bemoeilijken;

Dat het meecoördineren van bovengenoemde besluiten de procedure bedoeld in artikel 9b, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 zou belemmeren of ernstig bemoeilijken en onnodig tot vertraging zou leiden omdat de gegevens uit het grondonderzoek nodig zijn ten behoeve van de aanleg van de aansluitkabel voor Windpark Fryslân in de Afsluitdijk in afstemming met het project van Rijkswaterstaat ter versterking van de Afsluitdijk en ten behoeve van de afstemming met de realisatie van de Vismigratierivier in de Afsluitdijk;

Dat het, gelet op het voorgaande, wenselijk is de hiervoor bedoelde besluiten apart voor te bereiden van de overige benodigde besluiten;

Gelet op: artikel 9d, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

Artikel 1

Inzake het project Windpark Fryslân wordt het besluit als bedoeld in art. 2, eerste lid onder a, Wet beheer rijkswaterstaatswerken voor het uitvoeren van grondonderzoek in de Afsluitdijk niet aangemerkt als besluit als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 2

Inzake het project Windpark Fryslân wordt het besluit als bedoeld in artikel 6.5, onder c, van de Waterwet en artikel 6.14, eerste lid, van het Waterbesluit voor het uitvoeren van grondonderzoek in de Afsluitdijk niet aangemerkt als besluit als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking de dag na die waarop het bekend is gemaakt en werkt terug tot en met 22 augustus 2017. Dit besluit wordt bekendgemaakt door.plaatsing in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 20 november 2017

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: J.M.C. Smallenbroek Directeur Energie en Omgeving

Tegen dit besluit staat geen bezwaar of beroep open (artikel 7.1 in samenhang met artikel 8.5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1 van bijlage 2 bij deze zelfde wet).

Naar boven