Hardinxveld-Giessendam: Verkeersbesluit tot het gedeeltelijk intrekken van de geslotenverklaring van de rijbaan Schapedrift voor fietsers, het gedeeltelijk intrekken van het vrijliggende fietspad langs Schapedrift (gedeelte Bellefleur-Ekster) als verplicht fietspad en het aanwijzen van ditzelfde gedeelte fietspad als onverplicht fietspad

Logo Hardinxveld-Giessendam

Zaaknummer 1974154

Burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam;

gelet op artikel 18, eerste lid, onder d. van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994);

gelet op artikel 2 van de WVW 1994;

mede gelet op de bepalingen van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), de bepalingen van het Besluit Administratieve Bepalingen voor het Wegverkeer (BABW) en overige bepalingen van de WVW 1994;

overwegende:

dat de raad op 25 september 2014 de lokale aanpak veilig fietsen en de notitie Van knelpunt naar maatregel heeft vastgesteld;

dat de raad ook heeft besloten om beide documenten als bijlage toe te voegen aan het Gemeentelijk Verkeers en Vervoersplan (GVVP);

dat de kruising Schapedrift-Ekster in dit plan is opgenomen als een gevaarlijke situatie voor fietsers;

dat de aansluiting Ekster op Schapedrift in een flauwe bocht ligt;

dat ten westen van Ekster langs Schapedrift een tweezijdig vrijliggend verplicht fietspad is gelegen;

dat als ondersteunende maatregel de rijbaan Schapedrift gesloten is verklaard voor fietsers, waardoor fietsers in westelijke verplicht zijn over te steken;

dat dit fietspad ter hoogte van Ekster iets in zuidelijke richting uitbuigt;

dat dit is te verklaren doordat de route via Ekster voorheen de hoofdroute voor fietsers was;

dat de uitbuiging van het fietspad, met name voor de fietsers op Schapedrift die in westelijke richting fietsen, onlogisch oogt;

dat deze fietsers een ‘slinger’ moeten maken om hun weg via het verplichte fietspad te vervolgen;

dat in de oversteekbeweging het gevaar voor de verkeersveiligheid schuilt;

dat is beoordeeld of het fietspad op een andere manier kan worden ontsloten, maar dat fietsers dan alsnog een onnatuurlijke oversteekbeweging moeten maken;

dat is beoordeeld of het vrijliggende fietspad langs Schapedrift (tussen Ekster en Bellefleur) kan worden verwijderd, maar dat dit uit het oogpunt van verkeersveiligheid niet wenselijk is;

dat het fietspad langs Schapedrift (tussen Ekster en Bellefleur druk bereden is)

dat de naderingssnelheid van het kruispunt Schapedrift-Bellefleur hoger is dan van het kruispunt Schapedrift-Ekster;

dat na het verwijderen van het fietspad, alle fietsers verplicht worden om op de kruising Schapedrift-Bellefleur (waar de snelheid van het autoverkeer hoger is) over te steken;

dat het fysiek aanpassen van het plateau op de kruising Schapedrift-Bellefleur noodzakelijk is om de snelheid op dit kruispunt te verlagen;

dat het probleem met het oversteken zich uitsluitend voordoet bij fietsers die vanuit de wijk Giessendam-west in westelijke richting fietsen;

dat het verwijderen van het fietspad kostbaar is;

 

dat het wenselijk is om de fietsers de vrijheid te geven om óf via het bestaande fietspad te fietsen (dus over te steken bij Ekster) óf om over te steken bij Bellefleur;

dat de vrijheid van het (fiets)verkeer hiermee wordt vergroot;

dat dit kan worden bereikt door het fietspad langs Schapedrift (gedeelte Bellefleur-Ekster) aan te wijzen als onverplicht fietspad en de geslotenverklaring van de rijbaan voor fietsers te verplaatsen naar de kruising Schapedrift-Bellefleur;

dat de Verkeerscommissie in haar vergadering van 29 september jl. unaniem positief heeft geadviseerd over dit voorstel;

dat dit voorstel ook is voorbesproken met de Districtelijk vakadviseur Verkeer van de landelijke Politie, eenheid Rotterdam;

dat het betreffende weggedeelte in beheer en onderhoud is bij de gemeente Hardinxveld-Giessendam en gelegen is binnen de bebouwde kom “Hardinxveld-Giessendam”;

dat op grond van artikel 24 van het BABW overleg heeft plaatsgehad met de Districtelijk vakadviseur verkeer van de Politie, Eenheid Rotterdam, District Zuid-Holland-Zuid;

dat voornoemde chef d.d. 21 november 2017 schriftelijk heeft bericht dat tegen het voorgenomen verkeersbesluit geen bezwaar bestaat;

dat bij de totstandkoming van dit verkeersadvies van politiezijde is meegewogen dat het (fiets)gebruik en de daaraan in het verleden genomen verkeersmaatregelen niet meer op elkaar zijn afgestemd met betrekking tot het huidige/ daadwerkelijke gebruik op het betrokken weggedeelte;

dat door het toepassen van de beoogde (verkeers)maatregelen een positieve bijdrage wordt geleverd aan de verkeersveiligheid en de vrijheid van het (fiets) verkeer wordt bevorderd;

dat door de genomen maatregelen wordt de vrijheid van het verkeer, op deze, binnen de bebouwde kom gelegen weg, zoveel mogelijk wordt gewaarborgd, voldoende wordt bevorderd en wordt de veiligheid op de weg wordt gegarandeerd;

BESLUITEN:

door verplaatsing van het bord C14 gedeeltelijk in te trekken het besluit van 4 november 2003 (2003-005) door middel waarvan de rijbaan van de Schapedrift (gedeelte tussen Bellefleur en Ekster) gesloten werd verklaard voor fietsers;

door het verwijderen van de borden G11 gedeeltelijk in te trekken het besluit van 4 november 2003 (2003-005) door middel waarvan het vrijliggende fietspad ten zuiden van de rijbaan Schapedrift (gedeelte tussen Bellefleur en Ekster) werd aangewezen als verplicht fietspad;

door het plaatsen van de borden G13 het fietspad ten zuiden van de rijbaan Schapedrift (gedeelte tussen Bellefleur en Ekster) aan te wijzen als onverplicht fietspad;

het verkeersbesluit uit te voeren conform de bij dit besluit behorende situatietekening(en);

het verkeersbesluit op de gebruikelijke wijze te publiceren.

 

 

 

 

 

Hardinxveld-Giessendam, 29 november 2017

Burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam.

Namens dezen,

De beleidsmedewerkster verkeer en vervoer,

Mevrouw drs. G.S.L.C. Roomer.

Bezwaar- of beroepsclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na dag van bekendmaking bezwaar worden gemaakt. Het bezwaarschrift moet gericht worden aan: Burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam, Postbus 175, 3370 AD HARDINXVELD-GIESSENDAM.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

naam en adres van de indiener;

de dagtekening;

een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

de gronden van het bezwaar.

Daarnaast kan een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de Voorzieningenrechter van de Arrondissementsrechtbank binnen het rechtsgebied waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Naar boven