Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 november 2017, 2017-0000180620, houdende wijziging van bedragen en vaststelling van percentages en bedragen voor Caribisch Nederland ten gevolge van de consumentenprijsindexcijfers voor 2018

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op de artikelen 7b, derde lid, 8a, eerste, tweede en vierde lid, en 27 van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, 12a, eerste, tweede en vierde lid, en 30 van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, 13, eerste, tweede en derde lid, van de Wet minimumlonen BES, 7, vierde lid, van de Cessantiawet BES, 5, negentiende lid, 5a, eerste en derde lid, en 8, derde lid, van de Wet ongevallenverzekering BES, 5, tweede lid, en 8, vierde lid, van de Wet ziekteverzekering BES, 10, eerste lid, van de Wet kinderbijslagvoorziening BES, 7b, derde lid, van de Pensioenwet BES, 7, vierde lid, van de Arbeidsvrederegeling BES en 21, eerste, derde en vierde lid, van het Besluit onderstand BES;

Besluit:

ARTIKEL I WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING BES

De Wet algemene ouderdomsverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Het bedrag van het ouderdomspensioen, genoemd in artikel 7, komt te luiden:

USD 593, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 759, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 707, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 593, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

B

Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag van de toeslag, genoemd in artikel 7a, eerste lid, komt te luiden:

USD 406, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 520, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 485, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 406, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

2. Het bedrag van het gezamenlijk inkomen per jaar, genoemd in artikel 7a, eerste lid en derde lid, onderdeel e, komt te luiden:

USD 12.999, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 16.619, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 15.503, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 12.999, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

ARTIKEL II VASTSTELLING BEDRAGEN EN PERCENTAGE PREMIE WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING BES

1. De hoogte van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 7b, eerste lid, van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES wordt vastgesteld op: USD 0 voor het openbaar lichaam Bonaire, USD 42 voor het openbaar lichaam Sint Eustatius en USD 59 voor het openbaar lichaam Saba.

2. Het percentage van de premie, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES wordt vastgesteld op 25%.

ARTIKEL III WET ALGEMENE WEDUWEN- EN WEZENVERZEKERING BES

De Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe jonger dan 40 jaar, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

USD 274, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 351, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 327, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 274, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

2. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe van 40 tot en met 48 jaar, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

USD 360, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 460, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 429, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 360, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

3. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe van 49 tot en met 57 jaar, genoemd in het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

USD 450, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 576, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 537, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 450, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

4. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe van 58 tot de leeftijd waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat, genoemd in het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

USD 593, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 759, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 707, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 593, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

5. Het bedrag van het weduwenpensioen voor een weduwe die invalide is of die een of meer kinderen heeft die geheel te harer laste komen en recht hebben op wezenpensioen, genoemd in het derde lid, komt te luiden:

USD 593, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 759, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 707, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 593, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

B

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag van het wezenpensioen voor een ouderloos kind jonger dan 10 jaar, genoemd in het eerste lid, komt te luiden:

USD 217, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 277, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 258, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 217, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

2. Het bedrag van het wezenpensioen voor een ouderloos kind van 10 jaar of ouder maar jonger dan 15 jaar, genoemd in het eerste lid, komt te luiden:

USD 237, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 303, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 283, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 237, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

3. Het bedrag van het wezenpensioen voor een vaderloos onderscheidenlijk moederloos kind jonger dan 10 jaar, genoemd in het tweede lid, komt te luiden:

USD 199, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 254, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 237, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 199, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

4. Het bedrag van het wezenpensioen voor een vaderloos onderscheidenlijk moederloos kind van 10 jaar of ouder maar jonger dan 15 jaar, genoemd in het tweede lid, komt te luiden:

USD 217, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 277, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 258, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 217, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

5. Het bedrag van het wezenpensioen, genoemd in het derde lid, voor een kind als bedoeld in artikel 9, vijfde lid, voor zover het voldoet aan artikel 9, eerste lid, onderdelen a of b, komt te luiden:

USD 237, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 303, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 283, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 237, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

6. Het bedrag van het wezenpensioen, genoemd in het derde lid, voor een kind als bedoeld in artikel 9, vijfde lid, voor zover het voldoet aan artikel 9, eerste lid, onderdelen c of d, komt te luiden:

USD 274, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 350, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 326, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 274, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

ARTIKEL IV VASTSTELLING PERCENTAGE PREMIE WET ALGEMENE WEDUWEN- EN WEZENVERZEKERING BES

Het percentage van de premie, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, wordt vastgesteld op 1,3%.

ARTIKEL V WET MINIMUMLONEN BES

Artikel 9, eerste lid, van de Wet minimumlonen BES komt te luiden:

Het bruto minimumuurloon bedraagt voor werknemers van 21 jaar en ouder in het openbaar lichaam:

  • a. Bonaire: USD 4,76;

  • b. Sint Eustatius: USD 6,09; en

  • c. Saba: USD 5,68.

ARTIKEL VI VASTSTELLING PREMIEPERCENTAGE CESSANTIAWET BES

Het premiepercentage, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de Cessantiawet BES, wordt vastgesteld op 0,2%.

ARTIKEL VII WET ONGEVALLENVERZEKERING BES

Het bedrag, genoemd in artikel 5, negende lid, van de Wet ongevallenverzekering BES komt te luiden: USD 602.

ARTIKEL VIII VASTSTELLING BEDRAGEN EN PREMIEPERCENTAGE WET ONGEVALLENVERZEKERING BES

1. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, negentiende lid, van de Wet ongevallenverzekering BES, wordt voor een werknemer met een zesdaagse werkweek vastgesteld op:

  • a. USD 105,91, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

  • b. USD 135,45, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en

  • c. USD 126,28, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

2. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, negentiende lid, van de Wet ongevallenverzekering BES, wordt voor een werknemer met een vijfdaagse werkweek of een werkweek van minder dan vijf dagen vastgesteld op:

  • a. USD 127,09, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

  • b. USD 162,54, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en

  • c. USD 151,54, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

3. Het premiepercentage, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet ongevallenverzekering BES, wordt vastgesteld op 0,5%.

ARTIKEL IX VASTSTELLING BEDRAGEN EN PREMIEPERCENTAGE WET ZIEKTEVERZEKERING BES

1. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Wet ziekteverzekering BES, voor een werknemer met een zesdaagse werkweek, bedraagt:

  • a. USD 105,91, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

  • b. USD 135,45, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en

  • c. USD 126,28, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

2. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Wet ziekteverzekering BES, voor een werknemer met een vijfdaagse werkweek of een werkweek van minder dan vijf dagen, bedraagt:

  • a. USD 127,09, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

  • b. USD 162,54, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius; en

  • c. USD 151,54, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.

3. Het premiepercentage, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Wet ziekteverzekering BES, wordt vastgesteld op 1,6%.

ARTIKEL X WET KINDERBIJSLAGVOORZIENING BES

Artikel 9 van de Wet kinderbijslagvoorziening BES wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag in onderdeel a komt te luiden: USD 40.

2. Het bedrag in de onderdelen b en c komt te luiden: USD 42.

ARTIKEL XI ARBEIDSVREDEREGELING BES

Het bedrag per uur, genoemd in artikel 7, eerste lid, van de Arbeidsvrederegeling BES, komt te luiden: USD 104.

ARTIKEL XII BESLUIT ONDERSTAND BES

Het Besluit onderstand BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag, genoemd in onderdeel a, komt te luiden: USD 152.

2. Het bedrag, genoemd in onderdeel b, komt te luiden: USD 194.

3. Het bedrag, genoemd in onderdeel c, komt te luiden: USD 181.

B

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag, genoemd in onderdeel a, komt te luiden: USD 22.

2. Het bedrag, genoemd in onderdeel b, komt te luiden: USD 28.

3. Het bedrag, genoemd in onderdeel c, komt te luiden: USD 26.

C

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag, genoemd in onderdeel a, komt te luiden: USD 54.

2. Het bedrag, genoemd in onderdeel b, komt te luiden: USD 69.

3. Het bedrag, genoemd in onderdeel c, komt te luiden: USD 65.

D

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: USD 27.

2. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden: USD 34.

3. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden: USD 32.

4. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, onderdeel a, komt te luiden: USD 14.

5. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden: USD 18.

6. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, onderdeel c, komt te luiden: USD 17.

E

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: USD 101.

2. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden: USD 128.

3. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden: USD 120.

4. Het bedrag, genoemd in het derde lid, komt te luiden: USD 41.

ARTIKEL XIII REGELING PENSIOENWET BES

Artikel 7 van de Regeling Pensioenwet BES komt te luiden:

Artikel 7. Hoogte bedragen

De bedragen, genoemd in artikel 7b, eerste lid, van de wet, worden vastgesteld op:

  • 1. USD 1534, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;

  • 2. USD 1565, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;

  • 3. USD 1509, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en

  • 4. USD 1509, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

ARTIKEL XIV INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 november 2017

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

TOELICHTING

Jaarlijks vindt de vaststelling van consumentenprijsindexcijfers voor Caribisch Nederland plaats, alsmede in aansluiting daarop aanpassing van bedragen van tegemoetkomingen en uitkeringen, van het wettelijk minimumuurloon, van premiepercentages van werknemersverzekeringen en volksverzekeringen, van het maximumdagloon voor de werknemersverzekeringen, van de bedragen genoemd in de Regeling Pensioenwet BES en van de schadeloosstelling voor de bemiddelaar (Arbeidsvrederegeling BES). Uit praktisch oogpunt is gekozen voor één regeling.

De indexatie van de tegemoetkoming begrafeniskosten Wet ongevallenverzekering BES is voor het eerst. De mogelijkheid van indexatie van deze tegemoetkoming is met de Verzamelwet SZW 2017 nieuw opgenomen.

Net als voorgaande jaren is gekozen voor verschillende indexcijfers per openbaar lichaam, met uitzondering van de indexatie van bedragen voor buiten de openbare lichamen woonachtige uitkeringsgerechtigden. Voor deze bedragen is telkens aangesloten bij het openbaar lichaam dat het laagste bedrag heeft. Voor de tegemoetkoming begrafeniskosten Wet ongevallenverzekering BES en de schadeloosstelling van de bemiddelaar is het gemiddelde van de consumentenprijsindexcijfers van de drie eilanden gekozen (dit is 0,47%).

Deze indexatie geschiedt per 1 januari 2018, met daarbij als basis het consumentenprijsindexcijfer voor het derde kwartaal van 2017 zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De door het CBS gemeten ontwikkeling is respectievelijk 0,6% voor Bonaire, 2,1% voor Sint Eustatius en –1,3% voor Saba. Voor Saba zijn de bedragen ondanks de deflatie vastgesteld op het niveau van 2017.

Gelijktijdig met de indexatie is sprake van een bijzondere aanpassing van het wettelijk minimumuurloon en de uitkeringen AOV, AWW en onderstand op grond van het beeld van de door het CBS gepubliceerde inkomensstatistiek. De inkomensstatistiek biedt alleen voor Sint Eustatius ruimte voor additionele verhoging. De bijzondere aanpassing is voor Sint Eustatius 2,9% (samen met de 2,1% in verband met de inflatie is de totale verhoging dan 5%).

De aanpassing (inclusief indexatie) vindt telkens plaats vanuit onafgeronde bedragen (niveau 2017), waarbij de uitkomst wordt afgerond op twee decimalen (minimumuurloon en maximum dagloon) dan wel op hele bedragen (uitkeringsbedragen en pensioenbedragen).

Het bruto minimumuurloon wordt op grond van deze regeling geïndexeerd voor werknemers van 21 jaar en ouder. Volgens het Besluit op basis van artikel 8, tweede lid, van de Wet minimumlonen BES wordt het minimumuurloon van lagere leeftijdsklassen berekend als een percentage daarvan (voor 20-jarigen: 90%; voor 19-jarigen: 85%; voor 18-jarigen: 75%; en voor 16- en 17-jarigen: 65%).

De telkens voor één jaar vast te stellen premiepercentages zijn ten opzichte van 2017 ongewijzigd gebleven.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Naar boven