De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
In overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;
Gelet op de artikelen 7b, derde lid, 8a, eerste, tweede en vierde lid, en 27 van de
Wet algemene ouderdomsverzekering BES, 12a, eerste, tweede en vierde lid, en 30 van
de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES, 13, eerste, tweede en derde lid,
van de Wet minimumlonen BES, 7, vierde lid, van de Cessantiawet BES, 5, negentiende
lid, 5a, eerste en derde lid, en 8, derde lid, van de Wet ongevallenverzekering BES,
5, tweede lid, en 8, vierde lid, van de Wet ziekteverzekering BES, 10, eerste lid,
van de Wet kinderbijslagvoorziening BES, 7b, derde lid, van de Pensioenwet BES, 7,
vierde lid, van de Arbeidsvrederegeling BES en 21, eerste, derde en vierde lid, van
het Besluit onderstand BES;
Besluit:
ARTIKEL I WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING BES
De Wet algemene ouderdomsverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Het bedrag van het ouderdomspensioen, genoemd in artikel 7, komt te luiden:
USD 593, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
759, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
707, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 593,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
B
Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag van de toeslag, genoemd in artikel 7a, eerste lid, komt te luiden:
USD 406, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
520, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
485, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 406,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
2. Het bedrag van het gezamenlijk inkomen per jaar, genoemd in artikel 7a, eerste lid
en derde lid, onderdeel e, komt te luiden:
USD 12.999, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
16.619, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius,
USD 15.503, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD
12.999, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius en Saba.
ARTIKEL II VASTSTELLING BEDRAGEN EN PERCENTAGE PREMIE WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING
BES
1. De hoogte van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 7b, eerste lid, van de Wet algemene
ouderdomsverzekering BES wordt vastgesteld op: USD 0 voor het openbaar lichaam Bonaire,
USD 42 voor het openbaar lichaam Sint Eustatius en USD 59 voor het openbaar lichaam
Saba.
2. Het percentage van de premie, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Wet algemene
ouderdomsverzekering BES wordt vastgesteld op 25%.
ARTIKEL III WET ALGEMENE WEDUWEN- EN WEZENVERZEKERING BES
De Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe jonger dan 40 jaar, genoemd in
het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
USD 274, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
351, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
327, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 274,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
2. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe van 40 tot en met 48 jaar, genoemd
in het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
USD 360, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
460, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
429, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 360,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
3. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe van 49 tot en met 57 jaar, genoemd
in het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:
USD 450, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
576, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
537, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 450,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
4. Het bedrag van het weduwenpensioen voor de weduwe van 58 tot de leeftijd waarop recht
op ouderdomspensioen ontstaat, genoemd in het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:
USD 593, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
759, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
707, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 593,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
5. Het bedrag van het weduwenpensioen voor een weduwe die invalide is of die een of
meer kinderen heeft die geheel te harer laste komen en recht hebben op wezenpensioen,
genoemd in het derde lid, komt te luiden:
USD 593, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
759, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
707, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 593,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
B
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag van het wezenpensioen voor een ouderloos kind jonger dan 10 jaar, genoemd
in het eerste lid, komt te luiden:
USD 217, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
277, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
258, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 217,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
2. Het bedrag van het wezenpensioen voor een ouderloos kind van 10 jaar of ouder maar
jonger dan 15 jaar, genoemd in het eerste lid, komt te luiden:
USD 237, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
303, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
283, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 237,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
3. Het bedrag van het wezenpensioen voor een vaderloos onderscheidenlijk moederloos
kind jonger dan 10 jaar, genoemd in het tweede lid, komt te luiden:
USD 199, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
254, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
237, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 199,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
4. Het bedrag van het wezenpensioen voor een vaderloos onderscheidenlijk moederloos
kind van 10 jaar of ouder maar jonger dan 15 jaar, genoemd in het tweede lid, komt
te luiden:
USD 217, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
277, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
258, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 217,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
5. Het bedrag van het wezenpensioen, genoemd in het derde lid, voor een kind als bedoeld
in artikel 9, vijfde lid, voor zover het voldoet aan artikel 9, eerste lid, onderdelen
a of b, komt te luiden:
USD 237, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
303, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
283, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 237,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
6. Het bedrag van het wezenpensioen, genoemd in het derde lid, voor een kind als bedoeld
in artikel 9, vijfde lid, voor zover het voldoet aan artikel 9, eerste lid, onderdelen
c of d, komt te luiden:
USD 274, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD
350, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD
326, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 274,
indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius
en Saba.
ARTIKEL IV VASTSTELLING PERCENTAGE PREMIE WET ALGEMENE WEDUWEN- EN WEZENVERZEKERING
BES
Het percentage van de premie, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Wet algemene
weduwen- en wezenverzekering BES, wordt vastgesteld op 1,3%.
ARTIKEL V WET MINIMUMLONEN BES
Artikel 9, eerste lid, van de Wet minimumlonen BES komt te luiden:
Het bruto minimumuurloon bedraagt voor werknemers van 21 jaar en ouder in het openbaar
lichaam:
ARTIKEL VI VASTSTELLING PREMIEPERCENTAGE CESSANTIAWET BES
Het premiepercentage, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de Cessantiawet BES, wordt
vastgesteld op 0,2%.
ARTIKEL VII WET ONGEVALLENVERZEKERING BES
Het bedrag, genoemd in artikel 5, negende lid, van de Wet ongevallenverzekering BES
komt te luiden: USD 602.
ARTIKEL VIII VASTSTELLING BEDRAGEN EN PREMIEPERCENTAGE WET ONGEVALLENVERZEKERING BES
1. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, negentiende lid, van de Wet ongevallenverzekering
BES, wordt voor een werknemer met een zesdaagse werkweek vastgesteld op:
-
a. USD 105,91, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;
-
b. USD 135,45, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;
en
-
c. USD 126,28, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.
2. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, negentiende lid, van de Wet ongevallenverzekering
BES, wordt voor een werknemer met een vijfdaagse werkweek of een werkweek van minder
dan vijf dagen vastgesteld op:
-
a. USD 127,09, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;
-
b. USD 162,54, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;
en
-
c. USD 151,54, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.
3. Het premiepercentage, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Wet ongevallenverzekering
BES, wordt vastgesteld op 0,5%.
ARTIKEL IX VASTSTELLING BEDRAGEN EN PREMIEPERCENTAGE WET ZIEKTEVERZEKERING BES
1. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Wet ziekteverzekering BES, voor
een werknemer met een zesdaagse werkweek, bedraagt:
-
a. USD 105,91, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;
-
b. USD 135,45, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;
en
-
c. USD 126,28, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.
2. Het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Wet ziekteverzekering BES, voor
een werknemer met een vijfdaagse werkweek of een werkweek van minder dan vijf dagen,
bedraagt:
-
a. USD 127,09, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;
-
b. USD 162,54, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;
en
-
c. USD 151,54, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba.
3. Het premiepercentage, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Wet ziekteverzekering
BES, wordt vastgesteld op 1,6%.
ARTIKEL X WET KINDERBIJSLAGVOORZIENING BES
Artikel 9 van de Wet kinderbijslagvoorziening BES wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag in onderdeel a komt te luiden: USD 40.
2. Het bedrag in de onderdelen b en c komt te luiden: USD 42.
ARTIKEL XI ARBEIDSVREDEREGELING BES
Het bedrag per uur, genoemd in artikel 7, eerste lid, van de Arbeidsvrederegeling
BES, komt te luiden: USD 104.
ARTIKEL XII BESLUIT ONDERSTAND BES
Het Besluit onderstand BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag, genoemd in onderdeel a, komt te luiden: USD 152.
2. Het bedrag, genoemd in onderdeel b, komt te luiden: USD 194.
3. Het bedrag, genoemd in onderdeel c, komt te luiden: USD 181.
B
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag, genoemd in onderdeel a, komt te luiden: USD 22.
2. Het bedrag, genoemd in onderdeel b, komt te luiden: USD 28.
3. Het bedrag, genoemd in onderdeel c, komt te luiden: USD 26.
C
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag, genoemd in onderdeel a, komt te luiden: USD 54.
2. Het bedrag, genoemd in onderdeel b, komt te luiden: USD 69.
3. Het bedrag, genoemd in onderdeel c, komt te luiden: USD 65.
D
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: USD 27.
2. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden: USD 34.
3. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden: USD 32.
4. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, onderdeel a, komt te luiden: USD 14.
5. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden: USD 18.
6. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, onderdeel c, komt te luiden: USD 17.
E
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: USD 101.
2. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden: USD 128.
3. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden: USD 120.
4. Het bedrag, genoemd in het derde lid, komt te luiden: USD 41.
ARTIKEL XIII REGELING PENSIOENWET BES
Artikel 7 van de Regeling Pensioenwet BES komt te luiden:
Artikel 7. Hoogte bedragen
De bedragen, genoemd in artikel 7b, eerste lid, van de wet, worden vastgesteld op:
-
1. USD 1534, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire;
-
2. USD 1565, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius;
-
3. USD 1509, indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba; en
-
4. USD 1509, indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire,
Sint Eustatius en Saba.
ARTIKEL XIV INWERKINGTREDING
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
TOELICHTING
Jaarlijks vindt de vaststelling van consumentenprijsindexcijfers voor Caribisch Nederland
plaats, alsmede in aansluiting daarop aanpassing van bedragen van tegemoetkomingen
en uitkeringen, van het wettelijk minimumuurloon, van premiepercentages van werknemersverzekeringen
en volksverzekeringen, van het maximumdagloon voor de werknemersverzekeringen, van
de bedragen genoemd in de Regeling Pensioenwet BES en van de schadeloosstelling voor
de bemiddelaar (Arbeidsvrederegeling BES). Uit praktisch oogpunt is gekozen voor één
regeling.
De indexatie van de tegemoetkoming begrafeniskosten Wet ongevallenverzekering BES
is voor het eerst. De mogelijkheid van indexatie van deze tegemoetkoming is met de
Verzamelwet SZW 2017 nieuw opgenomen.
Net als voorgaande jaren is gekozen voor verschillende indexcijfers per openbaar lichaam,
met uitzondering van de indexatie van bedragen voor buiten de openbare lichamen woonachtige
uitkeringsgerechtigden. Voor deze bedragen is telkens aangesloten bij het openbaar
lichaam dat het laagste bedrag heeft. Voor de tegemoetkoming begrafeniskosten Wet
ongevallenverzekering BES en de schadeloosstelling van de bemiddelaar is het gemiddelde
van de consumentenprijsindexcijfers van de drie eilanden gekozen (dit is 0,47%).
Deze indexatie geschiedt per 1 januari 2018, met daarbij als basis het consumentenprijsindexcijfer
voor het derde kwartaal van 2017 zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de
Statistiek (CBS). De door het CBS gemeten ontwikkeling is respectievelijk 0,6% voor
Bonaire, 2,1% voor Sint Eustatius en –1,3% voor Saba. Voor Saba zijn de bedragen ondanks
de deflatie vastgesteld op het niveau van 2017.
Gelijktijdig met de indexatie is sprake van een bijzondere aanpassing van het wettelijk
minimumuurloon en de uitkeringen AOV, AWW en onderstand op grond van het beeld van
de door het CBS gepubliceerde inkomensstatistiek. De inkomensstatistiek biedt alleen
voor Sint Eustatius ruimte voor additionele verhoging. De bijzondere aanpassing is
voor Sint Eustatius 2,9% (samen met de 2,1% in verband met de inflatie is de totale
verhoging dan 5%).
De aanpassing (inclusief indexatie) vindt telkens plaats vanuit onafgeronde bedragen
(niveau 2017), waarbij de uitkomst wordt afgerond op twee decimalen (minimumuurloon
en maximum dagloon) dan wel op hele bedragen (uitkeringsbedragen en pensioenbedragen).
Het bruto minimumuurloon wordt op grond van deze regeling geïndexeerd voor werknemers
van 21 jaar en ouder. Volgens het Besluit op basis van artikel 8, tweede lid, van
de Wet minimumlonen BES wordt het minimumuurloon van lagere leeftijdsklassen berekend
als een percentage daarvan (voor 20-jarigen: 90%; voor 19-jarigen: 85%; voor 18-jarigen:
75%; en voor 16- en 17-jarigen: 65%).
De telkens voor één jaar vast te stellen premiepercentages zijn ten opzichte van 2017
ongewijzigd gebleven.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark