Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Milieu | Staatscourant 2017, 68165 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Infrastructuur en Milieu | Staatscourant 2017, 68165 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van de Kaderwet subsidies I en M;
BESLUIT:
In deze regeling wordt verstaan onder:
Minister van Infrastructuur en Waterstaat;
bij de oogst van graan hakselen van stro en onderwerken van graanresten na de oogst zodanig, dat een perceel niet meer aantrekkelijk is voor op graanresten foeragerende ganzen;
tussen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de Minister, enerzijds, en een eigenaar of pachter van één of meer percelen, anderzijds, gesloten overeenkomst ‘Uitvoeringsovereenkomst versneld onderwerken graanresten 2018–2022’.
Deze regeling heeft tot doel om graanresten versneld onder te laten werken zodat de percelen niet meer aantrekkelijk zijn voor op graanresten foeragerende ganzen, waarmee het risico van aanvaringen tussen vliegtuigen en ganzen in het gebied op en rond de luchthaven Schiphol wordt beperkt.
De minister kan op aanvraag jaarlijks een subsidie verstrekken voor het onderwerken van percelen in het kader van de aanpak van vogelaanvaringen op en rondom de luchthaven Schiphol.
1. In aanmerking voor een subsidie als bedoeld in artikel 3 komen eigenaren of pachters:
a. van percelen die zich bevinden in het gebied dat op de in de bijlage 1 opgenomen kaart gearceerd is weergegeven, en
b. die een uitvoeringsovereenkomst met de minister hebben gesloten voor het versneld onderwerken van graanresten.
2. De minister verstrekt alleen subsidie voor percelen of delen van percelen waarop het graangewas een aaneengesloten oppervlak heeft van ten minste 0,5 hectare.
1. De subsidie bedraagt € 787,– per hectare graanakker, indien het onderwerken binnen 48 uur na afronding van de oogst correct heeft plaatsgevonden.
2. De subsidie bedraagt € 656,– per hectare graanakker, indien het onderwerken later dan 48 uur na afronding van de oogst correct heeft plaatsgevonden.
Een eigenaar of pachter van één of meer percelen die in aanmerking wil komen voor een subsidie, voldoet aan de verplichtingen die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.
1. Een eigenaar of pachter die zijn percelen heeft ondergewerkt, zendt uiterlijk drie weken na de afronding van het onderwerken een volledig ingevuld en ondertekend registratieformulier aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Directie Luchtvaart, Meldpunt graan, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag.
2. Het registratieformulier, bedoeld in het eerste lid, wordt aangemerkt als een aanvraag voor subsidievaststelling.
3. Het te gebruiken model van het registratieformulier is opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling.
De minister stelt binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag de subsidie vast zonder voorafgaande beschikking tot subsidieverlening.
In de beschikking tot subsidievaststelling, bedoeld in artikel 8, wordt opgenomen op welk moment de betaling in één keer plaatsvindt.
De minister kan de gehele bijdrage of een gedeelte daarvan in ieder geval weigeren te verstrekken, indien:
a. bij controle van de percelen blijkt dat het onderwerken niet of niet correct heeft plaatsgevonden;
b. niet voldaan wordt aan artikel 6.
De subsidie wordt verstrekt onder de voorwaarde dat er op de begroting van de uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in het desbetreffende jaar voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018 en vervalt met ingang van 1 januari 2023, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op:
a. de afwikkeling van subsidies die vóór de vervaldatum op basis van deze regeling zijn verstrekt;
b. op bezwaar- en beroepsprocedures ten aanzien van de verstrekte subsidies;
c. aanvragen om subsidies waarop voor de vervaldatum nog niet is beslist.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
BEDRIJF |
ADRES |
||
TELEFOONNR. |
E-MAILADRES |
||
Kamer van Koophandel nr. |
In de volgende tabel worden per rij de gegevens van een perceel ingevuld. Het perceelnummer moet overeenkomen met de ingediende opgave
Perceel Nr. |
Perceel oppervlak in ha |
gewastype |
Oogst van het graan |
onderwerken |
Toegepaste of geplande groenbemester |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
datum |
Tijdstip einde oogst |
datum |
Tijdstip einde onderwerken |
Gebruikte methode van onderwerken |
||||
DATUM |
NAAM |
HANDTEKENING |
Op grond van deze subsidieregeling kan subsidie worden verstrekt aan agrarische ondernemers die graanresten kort na de oogst onderwerken op percelen rondom Schiphol. De percelen worden hierdoor minder aantrekkelijk voor foeragerende ganzen en daarmee wordt het risico op aanvaringen tussen ganzen en vliegtuigen beperkt.
Deze subsidieregeling is in wezen een voortzetting van de Tijdelijke regeling bijdragen onderwerken graanresten, die geldt van 1 juli 2014 tot 1 januari 2018.
Die regeling heeft tot doel om uitvoering te geven aan het Convenant Reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol.
In het convenant wordt een viertal concrete sporen uitgewerkt om het risico op een aanvaring te beperken. Het betreft:
– inzet van technische middelen om vogels te detecteren en te verjagen (technisch spoor);
– beperken van vogelaantrekkende bestemmingen, activiteiten en vormen van grondgebruik (ruimtelijk spoor);
– beperken van het voedselaanbod voor vogels met specifieke aandacht voor overzomerende ganzen (foerageerspoor);
– beperken van het aantal overzomerende ganzen (reductiespoor).
Deze subsidieregeling vormt een verdere uitwerking van het foerageerspoor. Uit de evaluatie van de voorgaande regeling (die met ingang van 1 januari 2018 afloopt) is gebleken dat het overgrote deel van de agrarische ondernemers met graanpercelen in het gebied deelneemt aan de regeling. Ook is gebleken dat na het onderwerken nauwelijks meer graankorrels beschikbaar zijn voor op graan foeragerende ganzen. Er is hierdoor op tarwepercelen een afname te zien van foeragerende ganzen. Dit geldt in mindere mate voor de ondergewerkte gerstpercelen. Om die reden zijn voor het onderwerken van gerst in de uitvoeringsovereenkomst specifieke voorwaarden opgenomen.
Vanwege het bovenstaande is het wederom wenselijk om te voorzien in een bijdrage voor het onderwerken van graan.
De hoogte van de subsidie bedraagt € 787,– per hectare. Dat het bedrag lager is uitgevallen, heeft te maken met ontwikkelingen in de kosten die gemoeid zijn met het onderwerken. Uitgangspunt voor de subsidie is dat deze gebaseerd is op de werkelijke kosten. De subsidie van € 787,– per hectare is gebaseerd op de kostenposten zoals uiteengezet in de bijlage bij deze toelichting.
De regeling is opgesteld in overleg met de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO). Er is afgezien van internetconsultatie omdat de inschatting is dat deze niet in betekenende mate kon leiden tot aanpassing van de regeling.
Op grond van de Comptabiliteitswet 2001 moet een subsidieregeling die strekt tot voortzetting van een eerdere subsidieregeling worden voorgelegd aan de Tweede Kamer. Conform deze verplichting is deze regeling aan de Tweede Kamer overgelegd.
De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018. Dat is het moment dat de huidige subsidieregeling zal aflopen.
Alleen eigenaren of pachters van een perceel dat is gearceerd op de in bijlage 1 opgenomen kaart, komen in aanmerking voor een subsidie. Dit zijn de percelen die voor de luchtvaartveiligheid een risico vormen.
Voorts geldt, net als onder de vorige regeling, als voorwaarde voor subsidie dat er een uitvoeringsovereenkomst is gesloten. In de uitvoeringsovereenkomst staan de verplichtingen omschreven waaraan de subsidie-ontvanger moet voldoen ter uitvoering van de subsidiebeschikking. Het betreft onder meer:
– de verplichting om het graan onder te werken;
– informatie te verschaffen ten aanzien van de percelen en het moment van oogsten;
– het verschaffen van toegang tot de percelen ten behoeve van controle.
De hoogte van de subsidie is toegelicht in het algemene deel van de toelichting. Er bestaat een recht op het gehele subsidiebedrag als het onderwerken correct heeft plaatsgevonden binnen 48 uur na afronding van de oogst op een perceel of een deel van een perceel. Er is sprake van correct onderwerken op het moment dat de graanresten zodanig zijn ondergewerkt, dat ze niet meer aan de oppervlakte liggen. Pas als nagenoeg alle graanresten niet langer aan de oppervlakte liggen, kan gesteld worden dat de percelen niet langer aantrekkelijk zijn voor ganzen.
Op grond van de uitvoeringsovereenkomst is het verplicht om het onderwerken te verrichten binnen 48 uur. Dit is een voorwaarde voor toekenning van subsidie. Indien weersomstandigheden hieraan in de weg staan, is het toegestaan om dit na 48 uur, doch op zo kort mogelijke termijn, alsnog te doen. Dan bedraagt de subsidie echter niet het gehele bedrag, maar € 656,–. De transactiekosten van 20% worden in dat geval niet meer vergoed.
De subsidievaststelling geschiedt zonder voorafgaande beschikking tot subsidieverlening. De subsidie wordt in één keer vastgesteld, nadat daartoe conform artikel 7 een aanvraag is gedaan.
Een voorwaarde voor het kunnen verstrekken van de subsidie is dat de begroting dit toelaat. Indien er onverhoopt geen ruimte is op de begroting om subsidies te verstrekken, kan er geen aanspraak op subsidieverstrekking worden gemaakt.
De subsidieregeling treedt in werking met ingang van de datum dat de Tijdelijke regeling bijdragen onderwerken graanresten vervalt. De regeling geldt daarmee met ingang van 1 januari 2018. In de regeling is een datum opgenomen waarop de regeling wordt ingetrokken. Dat gebeurt met ingang van 1 januari 2023. De regeling heeft een looptijd van vijf jaar. Dat is conform de Comptabiliteitswet 2016 die op 1 januari 2018 in werking treedt.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Kosten- of opbrengstpost |
Bedrag |
Achtergrond |
---|---|---|
Derving stro-opbrengst |
€ 360 |
Het stro kan niet langer verkocht worden, aangezien dit wordt ondergewerkt. |
Extra kosten hakselen |
€ 70 |
Om het stro goed onder te kunnen werken moet het fijn worden gehakseld. Dit is een extra bewerking. |
Niet ontvangen opbrengst drijfmest |
€ 138 |
Voor het uitrijden van drijfmest krijgt de agrarische ondernemer normaal gesproken een vergoeding. Doordat er wordt ondergewerkt, is het voor de agrarische ondernemer in mindere mate mogelijk om drijfmest uit te rijden. |
Grondbewerking |
€ 80 |
Na het hakselen wordt het stro met een cultivator ingewerkt. In het geval van gerst moet de bewerking met een ploeg gebeuren. |
Extra kunstmest toedienen |
€ 35 |
Het gehakselde stro zal al in het najaar, voor het volgende gewas, moeten verteren en daarvoor is het nodig om extra kunstmest toe te dienen. |
Extra onkruidbestrijding |
€ 50 |
Het onderwerken zorgt ervoor dat onkruid beter kan groeien op het land. Extra onkruidbestrijding is nodig om dit te voorkomen. |
Effect stro verwerking in bodem |
– € 77 |
Het verwerken van stro in de bodem heeft ook een gunstig effect op de bodemvruchtbaarheid. |
Subtotaal |
€ 656 |
|
Transactiekosten |
€ 131 |
Er wordt uitgegaan van transactiekosten van 20%. De transactiekosten betreffen onder meer de kosten voor de financiering van de machines waarmee moet worden ondergewerkt, de afschrijfperiode op machines van meer dan vijf jaar, voor eventuele verzekeringen, inflatie, het verrichten van administratieve handelingen en eventuele structuurschade aan de grond. |
Totaal |
€ 787 |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2017-68165.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.