Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 29 november 2017, nr. IENM/BSK-2017/285018, houdende regels voor het subsidiëren van het onderwerken van graanresten na de oogst (Tijdelijke subsidieregeling onderwerken graanresten 2018–2022)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van de Kaderwet subsidies I en M;

BESLUIT:

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

minister:

Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

onderwerken:

bij de oogst van graan hakselen van stro en onderwerken van graanresten na de oogst zodanig, dat een perceel niet meer aantrekkelijk is voor op graanresten foeragerende ganzen;

uitvoeringsovereenkomst:

tussen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de Minister, enerzijds, en een eigenaar of pachter van één of meer percelen, anderzijds, gesloten overeenkomst ‘Uitvoeringsovereenkomst versneld onderwerken graanresten 2018–2022’.

Artikel 2. Doel

Deze regeling heeft tot doel om graanresten versneld onder te laten werken zodat de percelen niet meer aantrekkelijk zijn voor op graanresten foeragerende ganzen, waarmee het risico van aanvaringen tussen vliegtuigen en ganzen in het gebied op en rond de luchthaven Schiphol wordt beperkt.

Artikel 3. Subsidieverlening

De minister kan op aanvraag jaarlijks een subsidie verstrekken voor het onderwerken van percelen in het kader van de aanpak van vogelaanvaringen op en rondom de luchthaven Schiphol.

Artikel 4. Subsidieontvangers en reikwijdte

  • 1. In aanmerking voor een subsidie als bedoeld in artikel 3 komen eigenaren of pachters:

    • a. van percelen die zich bevinden in het gebied dat op de in de bijlage 1 opgenomen kaart gearceerd is weergegeven, en

    • b. die een uitvoeringsovereenkomst met de minister hebben gesloten voor het versneld onderwerken van graanresten.

  • 2. De minister verstrekt alleen subsidie voor percelen of delen van percelen waarop het graangewas een aaneengesloten oppervlak heeft van ten minste 0,5 hectare.

Artikel 5. Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt € 787,– per hectare graanakker, indien het onderwerken binnen 48 uur na afronding van de oogst correct heeft plaatsgevonden.

  • 2. De subsidie bedraagt € 656,– per hectare graanakker, indien het onderwerken later dan 48 uur na afronding van de oogst correct heeft plaatsgevonden.

Artikel 6. Verplichtingen

Een eigenaar of pachter van één of meer percelen die in aanmerking wil komen voor een subsidie, voldoet aan de verplichtingen die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 7. Aanvraag

  • 1. Een eigenaar of pachter die zijn percelen heeft ondergewerkt, zendt uiterlijk drie weken na de afronding van het onderwerken een volledig ingevuld en ondertekend registratieformulier aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Directie Luchtvaart, Meldpunt graan, Postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

  • 2. Het registratieformulier, bedoeld in het eerste lid, wordt aangemerkt als een aanvraag voor subsidievaststelling.

  • 3. Het te gebruiken model van het registratieformulier is opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling.

Artikel 8. Subsidievaststelling

De minister stelt binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag de subsidie vast zonder voorafgaande beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 9. Betaling

In de beschikking tot subsidievaststelling, bedoeld in artikel 8, wordt opgenomen op welk moment de betaling in één keer plaatsvindt.

Artikel 10. Weigeringsgronden

De minister kan de gehele bijdrage of een gedeelte daarvan in ieder geval weigeren te verstrekken, indien:

  • a. bij controle van de percelen blijkt dat het onderwerken niet of niet correct heeft plaatsgevonden;

  • b. niet voldaan wordt aan artikel 6.

Artikel 11. Begrotingsvoorbehoud

De subsidie wordt verstrekt onder de voorwaarde dat er op de begroting van de uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in het desbetreffende jaar voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 12. Inwerkingtreding en looptijd

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018 en vervalt met ingang van 1 januari 2023, met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op:

  • a. de afwikkeling van subsidies die vóór de vervaldatum op basis van deze regeling zijn verstrekt;

  • b. op bezwaar- en beroepsprocedures ten aanzien van de verstrekte subsidies;

  • c. aanvragen om subsidies waarop voor de vervaldatum nog niet is beslist.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling onderwerken graanresten 2018–2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 4, EERSTE LID, ONDER A

BIJLAGE 2 MODEL REGISTRATIEFORMULIER, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 7

FORMULIER REGISTRATIE VAN DE OVEREENGEKOMEN MAATREGELEN

BEDRIJF

 

ADRES

 

TELEFOONNR.

 

E-MAILADRES

 

Kamer van Koophandel nr.

     

In de volgende tabel worden per rij de gegevens van een perceel ingevuld. Het perceelnummer moet overeenkomen met de ingediende opgave

Perceel

Nr.

Perceel oppervlak in ha

gewastype

Oogst van het graan

onderwerken

Toegepaste of geplande groenbemester

datum

Tijdstip einde oogst

datum

Tijdstip einde onderwerken

Gebruikte methode van onderwerken

                 
                 
                 
                 
                 
                 
                 
                 
                 
                 

DATUM

 

NAAM

 

HANDTEKENING

 

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van deze subsidieregeling kan subsidie worden verstrekt aan agrarische ondernemers die graanresten kort na de oogst onderwerken op percelen rondom Schiphol. De percelen worden hierdoor minder aantrekkelijk voor foeragerende ganzen en daarmee wordt het risico op aanvaringen tussen ganzen en vliegtuigen beperkt.

Achtergrond

Deze subsidieregeling is in wezen een voortzetting van de Tijdelijke regeling bijdragen onderwerken graanresten, die geldt van 1 juli 2014 tot 1 januari 2018.

Die regeling heeft tot doel om uitvoering te geven aan het Convenant Reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol.

In het convenant wordt een viertal concrete sporen uitgewerkt om het risico op een aanvaring te beperken. Het betreft:

  • inzet van technische middelen om vogels te detecteren en te verjagen (technisch spoor);

  • beperken van vogelaantrekkende bestemmingen, activiteiten en vormen van grondgebruik (ruimtelijk spoor);

  • beperken van het voedselaanbod voor vogels met specifieke aandacht voor overzomerende ganzen (foerageerspoor);

  • beperken van het aantal overzomerende ganzen (reductiespoor).

Deze subsidieregeling vormt een verdere uitwerking van het foerageerspoor. Uit de evaluatie van de voorgaande regeling (die met ingang van 1 januari 2018 afloopt) is gebleken dat het overgrote deel van de agrarische ondernemers met graanpercelen in het gebied deelneemt aan de regeling. Ook is gebleken dat na het onderwerken nauwelijks meer graankorrels beschikbaar zijn voor op graan foeragerende ganzen. Er is hierdoor op tarwepercelen een afname te zien van foeragerende ganzen. Dit geldt in mindere mate voor de ondergewerkte gerstpercelen. Om die reden zijn voor het onderwerken van gerst in de uitvoeringsovereenkomst specifieke voorwaarden opgenomen.

Vanwege het bovenstaande is het wederom wenselijk om te voorzien in een bijdrage voor het onderwerken van graan.

De subsidie

De hoogte van de subsidie bedraagt € 787,– per hectare. Dat het bedrag lager is uitgevallen, heeft te maken met ontwikkelingen in de kosten die gemoeid zijn met het onderwerken. Uitgangspunt voor de subsidie is dat deze gebaseerd is op de werkelijke kosten. De subsidie van € 787,– per hectare is gebaseerd op de kostenposten zoals uiteengezet in de bijlage bij deze toelichting.

Consultatie

De regeling is opgesteld in overleg met de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO). Er is afgezien van internetconsultatie omdat de inschatting is dat deze niet in betekenende mate kon leiden tot aanpassing van de regeling.

Verzending aan Tweede Kamer

Op grond van de Comptabiliteitswet 2001 moet een subsidieregeling die strekt tot voortzetting van een eerdere subsidieregeling worden voorgelegd aan de Tweede Kamer. Conform deze verplichting is deze regeling aan de Tweede Kamer overgelegd.

Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018. Dat is het moment dat de huidige subsidieregeling zal aflopen.

Artikelsgewijs

Artikelen 4 en 6

Alleen eigenaren of pachters van een perceel dat is gearceerd op de in bijlage 1 opgenomen kaart, komen in aanmerking voor een subsidie. Dit zijn de percelen die voor de luchtvaartveiligheid een risico vormen.

Voorts geldt, net als onder de vorige regeling, als voorwaarde voor subsidie dat er een uitvoeringsovereenkomst is gesloten. In de uitvoeringsovereenkomst staan de verplichtingen omschreven waaraan de subsidie-ontvanger moet voldoen ter uitvoering van de subsidiebeschikking. Het betreft onder meer:

  • de verplichting om het graan onder te werken;

  • informatie te verschaffen ten aanzien van de percelen en het moment van oogsten;

  • het verschaffen van toegang tot de percelen ten behoeve van controle.

Artikel 5

De hoogte van de subsidie is toegelicht in het algemene deel van de toelichting. Er bestaat een recht op het gehele subsidiebedrag als het onderwerken correct heeft plaatsgevonden binnen 48 uur na afronding van de oogst op een perceel of een deel van een perceel. Er is sprake van correct onderwerken op het moment dat de graanresten zodanig zijn ondergewerkt, dat ze niet meer aan de oppervlakte liggen. Pas als nagenoeg alle graanresten niet langer aan de oppervlakte liggen, kan gesteld worden dat de percelen niet langer aantrekkelijk zijn voor ganzen.

Op grond van de uitvoeringsovereenkomst is het verplicht om het onderwerken te verrichten binnen 48 uur. Dit is een voorwaarde voor toekenning van subsidie. Indien weersomstandigheden hieraan in de weg staan, is het toegestaan om dit na 48 uur, doch op zo kort mogelijke termijn, alsnog te doen. Dan bedraagt de subsidie echter niet het gehele bedrag, maar € 656,–. De transactiekosten van 20% worden in dat geval niet meer vergoed.

Artikelen 7 en 8

De subsidievaststelling geschiedt zonder voorafgaande beschikking tot subsidieverlening. De subsidie wordt in één keer vastgesteld, nadat daartoe conform artikel 7 een aanvraag is gedaan.

Artikel 11

Een voorwaarde voor het kunnen verstrekken van de subsidie is dat de begroting dit toelaat. Indien er onverhoopt geen ruimte is op de begroting om subsidies te verstrekken, kan er geen aanspraak op subsidieverstrekking worden gemaakt.

Artikel 12

De subsidieregeling treedt in werking met ingang van de datum dat de Tijdelijke regeling bijdragen onderwerken graanresten vervalt. De regeling geldt daarmee met ingang van 1 januari 2018. In de regeling is een datum opgenomen waarop de regeling wordt ingetrokken. Dat gebeurt met ingang van 1 januari 2023. De regeling heeft een looptijd van vijf jaar. Dat is conform de Comptabiliteitswet 2016 die op 1 januari 2018 in werking treedt.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

BIJLAGE UITEENZETTING KOSTENPOSTEN

Kosten- of opbrengstpost

Bedrag

Achtergrond

Derving stro-opbrengst

€ 360

Het stro kan niet langer verkocht worden, aangezien dit wordt ondergewerkt.

Extra kosten hakselen

€ 70

Om het stro goed onder te kunnen werken moet het fijn worden gehakseld. Dit is een extra bewerking.

Niet ontvangen opbrengst drijfmest

€ 138

Voor het uitrijden van drijfmest krijgt de agrarische ondernemer normaal gesproken een vergoeding. Doordat er wordt ondergewerkt, is het voor de agrarische ondernemer in mindere mate mogelijk om drijfmest uit te rijden.

Grondbewerking

€ 80

Na het hakselen wordt het stro met een cultivator ingewerkt. In het geval van gerst moet de bewerking met een ploeg gebeuren.

Extra kunstmest toedienen

€ 35

Het gehakselde stro zal al in het najaar, voor het volgende gewas, moeten verteren en daarvoor is het nodig om extra kunstmest toe te dienen.

Extra onkruidbestrijding

€ 50

Het onderwerken zorgt ervoor dat onkruid beter kan groeien op het land. Extra onkruidbestrijding is nodig om dit te voorkomen.

Effect stro verwerking in bodem

– € 77

Het verwerken van stro in de bodem heeft ook een gunstig effect op de bodemvruchtbaarheid.

Subtotaal

€ 656

 

Transactiekosten

€ 131

Er wordt uitgegaan van transactiekosten van 20%. De transactiekosten betreffen onder meer de kosten voor de financiering van de machines waarmee moet worden ondergewerkt, de afschrijfperiode op machines van meer dan vijf jaar, voor eventuele verzekeringen, inflatie, het verrichten van administratieve handelingen en eventuele structuurschade aan de grond.

Totaal

€ 787

 
Naar boven