Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 22 november 2017, nr. IENM/BSK-2017/283429, tot wijziging van de Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in transport, in verband met een tekstuele verbetering en de reparatie van een wetstechnische misslag

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 3, eerste lid, onder f, artikel 4, eerste lid, en artikel 5, onder a, van de Kaderwet subsidies I en M en artikel 8, tweede lid, en artikel 9 van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in transport wordt als volgt gewijzigd:

A

In de begripsomschrijving van ‘emissiearm vervoermiddel voor vervoer over de weg’, eerste gedachtestreepje, wordt ‘als bedoeld in’ vervangen door: waarbij het gaat om tank-to-wheel-emissie en de emissienormen als bedoeld in.

B

Bijlage 2 bij de Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in transport wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 17 oktober 2017

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

BIJLAGE BIJ REGELING VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, VAN 22 NOVEMBER 2017, NR. IENM/BSK-2017/283429, TOT WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING DEMONSTRATIE KLIMAATTECHNOLOGIEËN EN -INNOVATIES IN TRANSPORT, IN VERBAND MET EEN TEKSTUELE VERBETERING EN DE REPARATIE VAN EEN WETSTECHNISCHE MISSLAG

BIJLAGE 2: BEOORDELINGSCRITERIA PROJECTEN EXPERIMENTELE ONTWIKKELING, HAALBAARHEIDSSTUDIE EN PROEFTUIN

Criterium

Omschrijving

Project proeftuin

Project experimentele ontwikkeling

Project haalbaarheidsstudie

Excellentie

TOTAAL:

30

40

40

 

De kwaliteit en duidelijkheid van de doelstellingen van het project in relatie tot het bepaalde in artikelen 3, 6, 7 en 8 van de regeling

8

10

20

De kwaliteit van de voorgestelde aanpak van het project en de mate waarin de samenhang tussen technologie en andere aspecten zoals gedrag en regelgeving in het project worden geadresseerd, zowel ten aanzien van de inhoudelijke projectaanpak als de samenwerking tussen relevante partijen

12

10

20

De mate waarin technologische vernieuwing wordt gerealiseerd of wezenlijke nieuwe toepassingen worden gerealiseerd van een bestaande technologie

10

20

n.v.t.

Impact

TOTAAL:

50

40

40

 

Vervolgpotentieel: De manier waarop het project gaat bijdragen aan het bepaalde in artikelen 3, 6, 7 en 8 van de regeling, en hoe het projectresultaat zelf een vervolg krijgt, op basis van o.a. een exploitatie- of businessplan, bijdragen aan de ontwikkeling van wet- en regelgeving, normen en standaarden

20

10

20

Verdienpotentieel: de mate waarin het project kansen creëert voor de Nederlandse economie, o.a. groei van omzet en werkgelegenheid en exportkansen

10

20

20

Kennisoverdracht en communicatie: de mate waarin het project bijdraagt aan publieke kennis en publieke inzichten, de wijze waarop resultaten worden gecommuniceerd en de mate waarin het project een positieve bijdrage levert aan de acceptatiegraad van de voorgestelde innovatie

15

5

n.v.t.

Neveneffecten: de effecten van het project op niet klimaat-gerelateerde uitlaatgasemissies en geluid

5

5

n.v.t

Uitvoering

TOTAAL:

20

20

20

 

Projectmanagement: de kwaliteit en efficiëntie van de uitvoering van het project, opvolging en rapportage, risicobeheer, financieel management en stakeholder-management

8

8

10

Begroting: is de begroting voldoende duidelijk uitgewerkt, staan de opgevoerde kosten in redelijke verhouding tot de omschreven activiteiten en is voldoende onderbouwd dat de deelnemers hun eigen aandeel in het project kunnen financieren

6

6

10

Samenwerking: kwaliteit van de samenwerking tussen de verschillende (keten-)partners

6

6

n.v.t.

 

TOTAAL

100

100

100

TOELICHTING

Deze regeling wijzigt een definitiebepaling en de bijlage 2 van de Subsidieregeling Demonstratie klimaattechnologieën en -innovaties in transport (hierna: de Subsidieregeling). Directe aanleiding voor de aanpassing is een misslag in bijlage 2, waardoor de tabel in die bijlage verschoven is. Die bijlage bij de subsidieregeling geeft een uitwerking van de puntentoekenning in de boordeling van de aanvragen voor projecten betreffende experimentele ontwikkeling, haalbaarheidsstudie en proeftuin. Door middel van die puntentelling wordt een rangschikking vastgesteld, aan de hand waarvan bepaald wordt welke projecten voor subsidie in aanmerking komen. Voor meer toelichting op de wijze waarop de subsidie wordt verdeeld wordt verwezen naar de toelichting bij de Subsidieregeling, met name de artikelsgewijze toelichting van artikel 17.

Door de fout in bijlage 2 sluit het maximale aantal punten voor bepaalde criteria niet logisch aan op de projectsoort waaronder een specifieke aanvraag wordt geschaard. Het maken van een rangschikking op basis van bijlage 2 met fouten zou daarom niet stroken met de opzet van de Subsidieregeling, waarmee wordt beoogd om projecten te subsidiëren die zo goed mogelijk aansluiten bij de innovatieopgaven voor duurzaam transport. Reparatie van de puntentelling is daarom, ook na openstelling van de eerste aanvraagperiode, van belang

Een tweede aanpassing is die van de definitie van ‘emissiearm vervoermiddel voor vervoer over de weg’. Omdat voor berekeningen voor tank-to-wheel emissies verschillende methoden worden gehanteerd is het niet voor ieder duidelijk gebleken welke methode hier bedoeld wordt. Het gaat om de methode als bedoeld in Verordening (EG) nr. 715/2007 en Verordening (EG) nr. 692/2008, gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 2016/646, die ook al genoemd worden in de definitiebepaling. De toevoeging in die begripsbepaling verduidelijkt dat die verwijzing ook geldt voor de bepaling van de tank-to-wheel-emissie. Dit betekent dat voor biobrandstoffen de hoeveelheid CO2 die bij een verbranding in de motor vrijkomt volgens deze verordening meetelt voor de CO2 emissie-eis.

Deze regeling werkt terug tot de datum waarop de Subsidieregeling in werking is getreden. Dit betekent dat er (potentiële) aanvragers zijn die te maken krijgen met een nieuwe puntentoekenning en verduidelijkte definitiebepaling. Indien voor de inwerkingtreding van deze regeling reeds aanvragen zijn ingediend, zullen die aanvragers de kans krijgen om hun aanvraag te herzien. Op die manier wordt voorkomen dat aanvragers worden benadeeld door het herstel van de fouten. Er wordt nadrukkelijk niet beoogd om beleidsmatige wijzigingen aan te brengen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven