Regeling van de minister voor Medische Zorg van 1 december 2017, kenmerk 1238574-168212-VGP, houdende wijziging van de Regeling heroïnebehandeling in verband met aanpassing van de specifieke uitkeringen heroïnebehandeling voor 2018 en van artikel 10, onder b

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling heroïnebehandeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, eerste lid, komt te luiden:

• 1. De Minister kan ten behoeve van het jaar 2018 aan de volgende gemeenten een specifieke uitkering van ten hoogste het bij de desbetreffende gemeente genoemde bedrag verstrekken voor de werkelijke kosten van het exploiteren van het bij de desbetreffende gemeente genoemde aantal behandeleenheden met in totaal ten hoogste het bij de desbetreffende gemeente genoemde aantal behandelplaatsen:

  naam gemeente	aantal behandel-eenheden	maximum aantal behandelplaatsen	maximale uitkering 2018
  Amsterdam	2	123	€ 2.238.549
  Apeldoorn	1	21	€ 552.320
  Arnhem	1	24	€ 610.037
  Den Haag	1	70	€ 1.214.016
  Deventer	1	20	€ 536.873
  Eindhoven	1	20	€ 536.873
  Enschede	1	27	€ 663.501
  Groningen	1	47	€ 959.500
  Heerlen	1	35	€ 792.429
  ’s-Hertogenbosch	1	20	€ 536.873
  Leeuwarden	1	30	€ 715.144
  Maastricht	1	20	€ 536.873
  Nijmegen	1	20	€ 536.873
  Rotterdam	1	100	€ 1.403.483
  Tilburg	1	20	€ 536.873
  Utrecht	1	45	€ 932.573

B

Artikel 10, onder b, komt te luiden:

• b. de feitelijke bezetting van de behandelplaatsen in de behandeleenheid.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2018

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

TOELICHTING

Algemeen

In de Regeling heroïnebehandeling zijn de uitkeringen aan gemeenten met een of meer heroïnebehandeleenheden opgenomen. De bedragen voor 2018 zijn aangepast in verband met de ontwikkeling van het prijspeil en de arbeidsvoorwaarden (OVA 2017). Bovendien is op grond van een meerjarig bezettingsoverzicht voor sommige gemeenten het maximum aantal behandelplaatsen waarvoor een specifieke uitkering wordt verleend gewijzigd ten opzichte van het aantal behandelplaatsen in 2017. De daarop gebaseerde specifieke uitkering voor 2018 is aangepast.

Volgens het huidige beleid worden uitkeringen verleend ter hoogte van de maximumbedragen die in de regeling staan. Zoals aangegeven in mijn besluit van 29 november 2012 (Stcrt. 2012, 24497) is uit bezettingsoverzichten van voorgaande jaren gebleken dat in enkele gemeenten sprake is van onderbezetting. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat de populatie heroïneverslaafden kleiner geworden is en bestaat bovendien de verwachting dat het aantal heroïneverslaafden zal blijven afnemen.

Gelet op deze ontwikkelingen wordt vanaf 2015 bij de verlening van de uitkering rekening gehouden met de afnemende populatie. De betrokken colleges van burgemeester en wethouders leveren jaarlijks een overzicht van de bezetting van de behandelplaatsen, de screening en de wachtlijst over voorgaande jaren aan. Deze overzichten vormen de basis voor vaststelling van het maximale aantal behandelplaatsen waarvoor een gemeente een specifieke uitkering ontvangt. Daarbij wordt een ondergrens van 20 behandelplaatsen aangehouden.

Artikel 10, onder b, van de Regeling heroïnebehandeling is aangepast, omdat de hoogte van de specifieke uitkering is gerelateerd aan de feitelijke bezetting van de behandelplaatsen in de behandeleenheid. Ten behoeve van de verantwoordings-informatie zullen in de bijlage van de jaarrekening vier indicatoren worden opgenomen die inzicht geven in de feitelijke bezetting en het verloop daarvan. Bij de oordeelsvorming over de feitelijke bezetting voor de vaststelling van de specifieke uitkering zal naast deze informatie tevens de informatie uit de overzichten die gemeenten op grond van artikel 8 van de Regeling heroïnebehandeling aanleveren worden geraadpleegd.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins