Ontheffing minimum vlieghoogte oefengebied Leusderheide en Vlasakkers (tijdelijk laagvlieggebied) ten behoeve van de oefening Joint Falcon, Ministerie van Defensie

20 november 2017

Nr. MLA/177/2017

De Minister van Defensie,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelezen het verzoek van de commandant van het Defensie Helikopter Commando van 19 oktober 2017;

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 19, derde lid, van het Besluit luchtverkeer 2014;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Ten behoeve van de gezamenlijke oefening Joint Falconvan het Defensie Helikopter Commando en 11 Luchtmobiele Brigade wordt ontheffing verleend van de minimum VFR-vlieghoogte, bedoeld in paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012, binnen het oefengebied (tijdelijk laagvlieggebied) Leusderheide en Vlasakkers, begrensd door de volgende coördinaten:

    van 52°09'19.34"N 005°16'19.44"E naar 52°10'17.89"N 005°20'56.29"E, naar 52°05'31.67"N 005°23'35.98"E, naar 52°04'33.12"N 005°19'00.11"E, en terug naar 52°09'19.34"N 005°16'19.44"E (zie figuur).

  • 2. De ontheffing, bedoeld in het eerste lid, is van kracht op dinsdag 28 november 2017 van 14:00 uur tot 17:00 uur lokale tijd.Oefengebied Leusderheide en Vlasakkers (tijdelijk laagvlieggebied)

    Oefengebied Leusderheide en Vlasakkers (tijdelijk laagvlieggebied)

Artikel 2

  • 1. Binnen het oefengebied Leusderheide en Vlasakkers (tijdelijk laagvlieggebied) bedraagt de toegestane minimum VFR-vlieghoogte 100 voet AMSL of incidenteel zoveel lager als in verband met de opdracht noodzakelijk is.

  • 2. Binnen het oefengebied Leusderheide en Vlasakkers (tijdelijk laagvlieggebied) gelden voorts de volgende regels:

    • a. laagvliegen is alleen toegestaan voor luchtvaartuigen die deelnemen aan de oefening;

    • b. met betrekking tot het vliegzicht en de wolkenbasis gelden de eisen voor VFR-vluchten;

    • c. aaneengesloten bebouwing, ziekenhuizen, sanatoria en dergelijke worden vermeden;

    • d. de ontheffing van de minimum VFR-vlieghoogte geldt alleen voor die delen van de vlucht die voor het doel van de vlucht noodzakelijk zijn.

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 28 november 2017 en vervalt met ingang van 29 november 2017.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en zal tevens bekend worden gemaakt door middel van een NOTAM.

De Minister van Defensie, voor deze: De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, J.P. Apon, Kolonel

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, Dienstencentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

In week 48 wordt tijdens de oefening Joint Falcon van het Commando Landstrijdkrachten door het Defensie Helikopter Commando (DHC) ondersteuning verleend aan 11 Luchtmobiele Brigade. In het kader van het oefenscenario worden op 28 november 2017 gevechts- en transporthelikopters van het DHC ingezet.

In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat militaire helikopters boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen dan wel boven mensenverzamelingen een hoogte van ten minste 210 meter (700 voet) boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 600 meter van het luchtvaartuig dienen aan te houden en elders ten minste 50 meter (150 voet) boven grond of water.

Teneinde de oefening mogelijk te maken wordt voor de aan de oefening deelnemende gezagvoerders van het DHC binnen het nader aangewezen oefengebied (tijdelijk laagvlieggebied) ontheffing verleend van de vigerende minimum VFR-vlieghoogte. Gelijk de vrijstelling, vervat in artikel 7 van de Regeling minimum VFR-vlieghoogten en VFR-vluchten buiten de daglichtperiode voor militaire vliegtuigen en helikopters (hierna: de regeling), mag, indien door militaire helikopters, behorende tot of in gebruik bij de Nederlandse en bondgenootschappelijke strijdkrachten, wordt geoefend in het kader van operaties met niet-vliegende eenheden, zo laag worden gevlogen als voor het doel van de vlucht noodzakelijk is. Dit betekent dat niet continu laag wordt gevlogen.

Tot slot zij opgemerkt dat voor zover van toepassing binnen het oefengebied (tijdelijk laagvlieggebied), genoemd in artikel 1, overeenkomstig de artikelen 10a, eerste lid, aanhef en onderdeel b, juncto 15aa, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen voor op afstand bestuurde luchtvaartuigen geldt, dat de vlucht wordt uitgevoerd tot een hoogte van maximaal 40 meter (131 voet) boven de grond of het water. Voor vluchten met modelvliegtuigen binnen het voornoemde gebied geldt overeenkomstig artikel 2, aanhef en onderdeel h, onder 2, van de Regeling modelvliegen dat vluchten zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 120 meter boven de grond of het water in luchtruim met klasse G, mits iemand met de bestuurder van het modelluchtvaartuig meekijkt om deze te kunnen waarschuwen voor luchtvaartuigen.

Naar boven