TOELICHTING
I. Algemeen
De Wet normering topinkomens (WNT) stelt regels over de bezoldigingsmaxima van topfunctionarissen
bij instellingen met een publieke of semipublieke taak. Op grond van de WNT bestaan
de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp (hierna: Regeling
zorg en jeugdhulp) en de Regeling sectorale bezoldigingsnorm topfunctionarissen zorgverzekeraars
(hierna: Regeling zorgverzekeraars). Voornoemde regelingen bepalen dat topfunctionarissen
in de zorg en jeugdhulp respectievelijk bij zorgverzekeraars per kalenderjaar niet
meer bezoldiging ontvangen dan het voor dat kalenderjaar vastgestelde bedrag. Deze
bedragen worden in de maand november van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar
waarop het bedrag betrekking heeft, vastgesteld (artikelen 2.7, tweede lid, 3.3 en
3.4, tweede lid, van de WNT). Voorliggende regeling stelt de bezoldigingsmaxima voor
topfunctionarissen in de zorg en jeugdhulp (Artikel I) respectievelijk bij zorgverzekeraars
(Artikel II) voor het kalenderjaar 2018 vast.
Administratieve lasten
De wijziging van de normen heeft beperkte impact op de administratieve lasten en nalevingskosten.
Instellingen die onder de reikwijdte van de Regeling zorg en jeugdhulp en de Regeling
zorgverzekeraars vallen, moeten kennisnemen van de nieuwe bezoldigingsmaxima. Gezien
de verwaarloosbare impact worden de administratieve lasten niet verder gekwantificeerd.
II. Artikelsgewijs
Artikel I
De Regeling zorg en jeugdhulp bepaalt dat topfunctionarissen van instellingen in de
zorg en jeugdhulp per kalenderjaar niet meer bezoldiging ontvangen dan het voor dat
kalenderjaar vastgestelde bedrag. Daarbij worden de instellingen ingedeeld in klassen;
elke klasse kent een eigen bezoldigingsmaximum.
Het bezoldigingsmaximum van de hoogste klasse (V) is gelijk aan het wettelijke bezoldigingsmaximum
genoemd in artikel 2.3, eerste lid, van de WNT. Laatstbedoeld bedrag wordt per 1 januari
2018 verhoogd tot € 187.000. Daarmee is gevolg gegeven aan het bepaalde in artikel
2.3, tweede en vierde lid, van de WNT. Op grond van deze bepalingen wordt het bezoldigingsmaximum
per 1 januari van elk jaar aangepast aan de ontwikkeling van de contractuele loonkosten
voor de overheid, zoals deze voor het voorafgaande jaar door het Centraal Bureau voor
de Statistiek (CBS) is bepaald. Voor het kalenderjaar 2016 is deze ontwikkeling van
de contractuele loonkosten op 3,1% bepaald. In navolging van artikel 2.3, tweede lid,
van de WNT en de toelichting hierbij wordt het bedrag naar boven op een duizendvoud
in euro’s afgerond. De overige klassen voor de zorg en jeugdhulp zijn op eenzelfde
wijze aangepast.
In verband met de mogelijkheid tot het tussentijds verhogen van de maximum bezoldiging
genoemd in artikel 2.3, eerste lid, van de WNT, die met ingang van het in werking
treden van de Evaluatiewet WNT is opgenomen in artikel 7.4 van de WNT, is thans als
grens voor de hoogste klasse niet langer een vast bedrag opgenomen, maar wordt verwezen
naar het bedrag in artikel 2.3 van de WNT.1
Artikel II
De Regeling zorgverzekeraars bepaalt dat topfunctionarissen bij zorgverzekeraars per
kalenderjaar niet meer bezoldiging ontvangen dan het voor dat kalenderjaar vastgestelde
bedrag. Daarbij worden de zorgverzekeraars ingedeeld in klassen op grond van het aantal
verzekerden; elke klasse kent een eigen bezoldigingsmaximum.
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een voorstel
te doen over de bezoldigingsmaxima van topfunctionarissen bij zorgverzekeraars (artikel
3.6, eerste lid, van de WNT). ZN heeft vastgesteld dat de loonontwikkeling binnen
de branche van zorgverzekeraars voor het kalenderjaar 2016 1,4% bedraagt en voorgesteld
om de bezoldigingsmaxima van topfunctionarissen bij zorgverzekeraars mede in het licht
van deze loonontwikkeling aan te passen.
Bij de vaststelling van de bezoldigingsmaxima is – net als in voorgaande jaren – rekening
gehouden met de bezoldiging voor vergelijkbare functies bij openbare lichamen, de
bezoldiging in relevante andere sectoren van de arbeidsmarkt, de verhouding met de
bezoldiging van het overige personeel binnen de zorgverzekeraars en maatschappelijke
opvattingen over de hoogte (artikel 3.6, tweede lid, van de WNT). Daarbij is er nadrukkelijk
rekening mee gehouden dat zorgverzekeraars zowel op de publieke als private markt
opereren. Om die reden is hetzelfde uitgangspunt als bij de verlaging van de bezoldigingsmaxima
voor topfunctionarissen bij zorgverzekeraars naar aanleiding van de Wet verlaging
bezoldigingsmaximum WNT gehanteerd, te weten dat zorgverzekeraars voor 50% op de private
markt opereren en voor 50% op de publieke markt.
Voor topfunctionarissen bij zorgverzekeraars bedroeg het bezoldigingsmaximum voor
het kalenderjaar 2017 € 270.000. Voor de aanpassing in deze regeling wordt allereerst
het door het CBS voor het kalenderjaar 2016 vastgestelde indexcijfer (3,1%) voor de
contractuele loonkosten voor de sector overheid per maand gebruikt. Daarnaast wordt
de loonontwikkeling binnen de branche van zorgverzekeraars voor het kalenderjaar 2016
gebruikt. Zoals gezegd bedraagt deze 1,4%. Het gemiddelde van deze percentages is
2,25. Een verhoging van € 270.000 met laatstgenoemd percentage leidt tot een bedrag
van € 276.075. In navolging van artikel 2.3, tweede lid, van de WNT en de toelichting
hierbij wordt het bedrag naar boven op een duizendvoud in euro’s afgerond. Hiermee
is het bezoldigingsmaximum voor het jaar 2017 bepaald op een bedrag van € 277.000.
De overige twee klassen voor zorgverzekeraars zijn op eenzelfde wijze aangepast.
Artikel III
Op grond van de artikelen 2.7, tweede lid, 3.3 en 3.4, tweede lid, van de WNT wordt
deze regeling vastgesteld in november 2017. De regeling treedt in werking met ingang
van 1 januari 2018. Daarmee wordt aangesloten bij het beleid van het kabinet inzake
vaste verandermomenten van regelgeving.
Voor de duidelijkheid zij opgemerkt dat deze regeling van toepassing is op bezoldigingen
die verschuldigd zijn voor werkzaamheden vanaf 1 januari 2018.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins