Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 16 november 2017, nr. IENM/BSK-2017/270388, houdende benoeming van de leden en plaatsvervangende leden van het tuchtcollege voor de scheepvaart

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 55b, eerste lid, en 55f, tweede lid, van de Wet zeevarenden;

BESLUIT:

Artikel 1

In het tuchtcollege voor de scheepvaart worden benoemd voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2021:

  • 1. tot plaatsvervangend voorzitter: J.M. van der Klooster, senior raadsheer gerechtshof Den Haag, wonende te Dordrecht.

  • 2. tot lid:

    • a. E.R. Ballieux, kapitein, wonende te Utrecht;

    • b. E.R. IJssel de Schepper, kapitein, wonende te Maarn;

    • c. H. van der Laan, kapitein, wonende te Havelterberg;

    • d. R.A. Oppelaar, kapitein, wonende te Kudelstaart;

    • e. R.E. Roozendaal, kapitein, wonende te Amsterdam;

    • f. C.R. Tromp, kapitein, wonende te Meliskerke;

    • g. D. Willet, hoofdwerktuigkundige, wonende te Dieren;

    • h. P.J. Lensen, hoofdwerktuigkundige, wonende te Grootebroek;

    • i. S. Kramer, oud-schipper ter zeevisserij, wonende te Urk;

    • j. J.L. Schot, schipper ter zeevisserij, wonende te Tholen;

    • k. P.L. van Slooten, schipper ter zeevisserij, wonende te Urk;

    • l. J.W.T.C. de Vreugd, hoofdwerktuigkundige ter zeevisserij, wonende te Katwijk aan Zee.

  • 3. tot plaatsvervangende leden:

    • a. A. Aalewijnse, hoofdwerktuigkundige, wonende te Serooskerke;

    • b. J. Berghuis, kapitein, wonende te West-Terschelling;

    • c. G. Jansen, hoofdwerktuigkundige, wonende te Brummen;

    • d. T.W. Kanders, scheepsofficier, wonende te Oostvoorne;

    • e. O.F.C. Magel, kapitein, wonende te Alkmaar;

    • f. D. Roest, kapitein, wonende te Almere;

    • g. P.H.G. Schonenberg, scheepsofficier, wonende te Eindhoven;

    • h. J. van Vuuren, kapitein, wonende te Amsterdam;

    • i. J.K.J. Bout, schipper ter zeevisserij, wonende te Tholen;

    • j. H. Hakvoort, schipper ter zeevisserij, wonende te Urk;

    • k. H.J. IJpma, schipper ter zeevisserij, wonende te Den Oever;

    • l. H. Schaap, oud-schipper ter zeevisserij, wonende te Katwijk aan Zee;

    • m. A.J. de Heer, oud-reder, wonende te Rotterdam;

    • n. C.J.M. Schot, reder, wonende te Krimpen aan de IJssel;

    • o. E.E. Zijlstra, waterbouwkundige, wonende te Rotterdam;

    • p. J. Preesman, oud-waterbouwkundige, wonende te Ridderkerk;

    • q. T.S. de Groot, registerloods, wonende te Hellevoetsluis;

    • r. R.J.N. de Haan, registerloods, wonende te Oterleek;

    • s. T. Hamburger, hydrograaf, wonende te Biddinghuizen;

    • t. N.P. Kortenoeven-Klasen, hydrograaf, wonende te Haarlem.

  • 4. tot secretaris: E.H.G. Kleingeld, ambtenaar bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, wonende te Den Haag.

  • 5. tot plaatsvervangend secretaris: D.P.M. Bos, advocaat, wonende te Overveen.

Artikel 2

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 2. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2017, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 2018.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen-Wijbenga

TOELICHTING

Op basis van artikel 55b van de Wet zeevarenden worden de (plaatsvervangende) voorzitter en leden van het tuchtcollege voor de scheepvaart voor een periode van vier jaar benoemd. Met dit besluit wordt uitvoering gegeven aan deze bepaling door de (plaatsvervangende) voorzitter en leden te benoemen voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2021.

Voor de volledigheid zij vermeld dat reeds met het Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 4 mei 2015, nr. IENM/BSK-2015/83441, tot wijziging van de samenstelling van het tuchtcollege voor de scheepvaart (Stcrt. 2015, 11360), de heer A.N. van Zelm van Eldik als voorzitter, en de heer Santema als plaatsvervangend voorzitter zijn benoemd tot en met 31 juli 2019.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen-Wijbenga

Naar boven