Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 25 oktober 2017, nr. MinBuza-2017.1143609, betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea (Sanctieregeling Noord-Korea 2017)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de Minister van Financiën, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op Verordening (EU) nr. 2017/1509 van de Raad van de Europese Unie van 30 augustus 2017 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 329/2017 (PbEU 2017, L 224);

Gelet op Verordening (EU) 2017/1548 van de Raad van 14 september 2017 tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1509 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea (PbEU 2017, L 237);

Gelet op Verordening (EU) 2017/1836 van de Raad van de Europese Unie van 10 oktober 2017 tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1509 van de Raad betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea (PbEU 2017, L 261);

Gelet op Besluit (GBVB) 2016/849 van de Raad van 27 mei 2016 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Besluit 2013/183/GBVB (PbEU 2016, L 141);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977,

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 3, eerste lid, artikel 5, artikel 7, eerste lid, artikel 10, eerste lid, artikel 11 tot en met artikel 13, artikel 15, artikel 16 bis, artikel 16 ter, artikel 16 quater, artikel 16 quinquies, artikel 16 septies, artikel 16 nonies, artikel 17, artikel 18, eerste lid, artikel 20, eerste lid, artikel 21, eerste en tweede lid, artikel 23, artikel 24, artikel 26, artikel 28, artikel 30 tot en met 32, artikel 34, eerste tot en met derde lid, artikel 38, vierde lid, artikel 39, eerste lid, artikel 41, eerste lid, artikel 43, artikel 44 bis, artikel 50, eerste lid, en artikel 52 van Verordening (EU) nr. 2017/1509 van de Raad van Europa van 30 augustus 2017 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 329/2007 (Pb EU L 224).

  • 2. Het verbod als bedoeld in het eerste lid, geldt niet in de gevallen waarin artikel 3, derde lid, artikel 4, eerste en tweede lid, artikel 6, eerste lid, artikel 7, tweede lid, artikel 8, eerste en tweede lid, artikel 10, tweede tot en met vierde lid, artikel 14, artikel 16, artikel 16 sexies, eerste lid, artikel 16 octies, eerste en tweede lid, artikel 16 decies, eerste en tweede lid, artikel 17 bis, eerste lid, artikel 17 ter, artikel 18, tweede en derde lid, artikel 19, artikel 20, eerste lid, onderdeel c, onder i) en onder ii), artikel 21, derde en vierde lid, artikel 22, eerste en vierde lid, artikel 25, eerste lid, artikel 27, eerste lid, artikel 29, eerste en tweede lid, artikel 33, eerste lid, artikel 34, tiende tot en met twaalfde lid, artikel 35, eerste en tweede lid, artikel 36, eerste en tweede lid, artikel 37, artikel 38, derde lid, artikel 39, tweede lid, artikel 40, artikel 41, tweede lid, artikel 42, artikel 44, eerste tot en met derde lid, of artikel 45 van Verordening (EU) nr. 2017/1509 van toepassing is.

Artikel 2

Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen, daaronder begrepen over te brengen, of uit te voeren naar entiteiten of personen in de Democratische Volksrepubliek Korea, of voor gebruik in de Democratische Volksrepubliek Korea, ongeacht of de goederen afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie.

Artikel 3

  • 1. Het is verboden om gespecialiseerde kennis die rechtstreeks of middellijk bijdraagt of kan bijdragen aan proliferatiegevoelige activiteiten van Noord-Korea of aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens in Noord-Korea aan te bieden aan personen die niet beschikken over een ontheffing van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, strekt zich niet uit tot de verstrekking van kennis in het kader van bacheloropleidingen als bedoeld in artikel 7.3a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

  • 3. In de bij deze regeling behorende bijlage wordt vermeld op welke gebieden van onderwijs en onderzoek het verbod, bedoeld in het eerste lid, in elk geval betrekking heeft.

  • 4. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verleent de gevraagde ontheffing tenzij hij het risico onaanvaardbaar groot acht dat het aanbieden van de bedoelde kennis aan de persoon voor wie de ontheffing is gevraagd, zal bijdragen aan proliferatiegevoelige activiteiten van Noord-Korea of aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens in Noord-Korea.

Artikel 4

Een instelling als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel g, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, verstrekt de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen over wijzigingen in het door de instelling verzorgde onderwijs en onderzoek die van belang kunnen zijn voor de toepassing van artikel 3.

Artikel 5

  • 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, artikel 6, eerste lid, artikel 10, vierde lid, artikel 16 sexies, eerste lid, artikel 16 octies, eerste en tweede lid, artikel 16 decies, eerste en tweede lid, artikel 19, tweede lid, en artikel 45 van Verordening (EU) nr. 2017/1509 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

  • 2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 8, eerste en tweede lid, artikel 14, artikel 16, artikel 19, eerste lid, artikel 35, eerste en tweede lid, en artikel 36, eerste en tweede lid, van Verordening (EU) nr. 2017/1509 is de Minister van Financiën dan wel de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking elk voor het gebied waartoe hun competentie zich uitstrekt. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder a en b, van Verordening (EU) nr. 2017/1509 is, afhankelijk van de aard van de informatie, de Minister van Financiën dan wel de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

  • 3. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onder e en g, en tweede lid, van Verordening (EU) nr. 2017/1509 is de Financial Intelligence Unit – Nederland.

  • 4. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 17 bis, eerste lid, artikel 17 ter, artikel 22, eerste en vierde lid, artikel 25, eerste lid, artikel 27, eerste lid, artikel 29, eerste en tweede lid, artikel 33, eerste lid, en artikel 34, elfde lid, van Verordening (EU) nr. 2017/1509 is de Minister van Financiën.

  • 5. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 40, artikel 42 en artikel 44, eerste tot en met derde lid, van Verordening (EG) nr. 2017/1509 is de Inspecteur Leefomgeving en Transport.

  • 6. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 29, vierde lid, van Verordening (EU) nr. 2017/1509 is de Minister van Buitenlandse Zaken.

Artikel 6

De Sanctieregeling Noord-Korea 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling Noord-Korea 2017.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

BIJLAGE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3, DERDE LID

  • Physics of Nuclear reactors (TU Delft);

  • Gespecialiseerde kennis over de inrichting en de werking van de reactorhal (Hoger Onderwijs Reactor, TU Delft);

  • Hypersonic aerodynamics experimenteel en theoretisch onderzoek (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, TU Delft);

  • Guidance Navigation & Control systemen, software en simulaties (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, TU Delft);

  • Re-entry technology (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, TU Delft);

  • Studentenproject DARE – Stratos (Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, TU Delft).

Toelichting

Deze bijlage bevat de gebieden van onderwijs en onderzoek waarvoor in het hoger onderwijs ontheffing vereist is, zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Sanctieregeling Noord-Korea 2017. De lijst is een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de reikwijdte van het verbod om in het hoger onderwijs zonder ontheffing van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap proliferatiegevoelige kennis te verstrekken, zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, van de regeling. De lijst heeft geen limitatief karakter.

Deze bijlage is met name van belang voor het hoger onderwijs en doet niet af aan het algemene verbod om kennis over te dragen die zou kunnen bijdragen aan proliferatiegevoelige activiteiten van Noord-Korea of aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens in Noord-Korea. Dat algemene verbod geldt ook buiten het hoger onderwijs en buiten de hier vermelde kennisgebieden.

TOELICHTING

De onderhavige regeling strekt tot implementatie van internationale sancties jegens Noord-Korea, alsmede tot intrekking van de Sanctieregeling Noord-Korea 2007.

Op 14 oktober 2006 stelde de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 1718 (2006) vast. In deze resolutie wordt de door Noord-Korea op 9 oktober 2006 uitgevoerde kernproef veroordeeld. Tevens wordt gesteld dat er sprake is van een duidelijke bedreiging van de internationale vrede en veiligheid en er werd aan alle leden van de VN de verplichting opgelegd een reeks beperkende maatregelen op Noord-Korea toe te passen. Deze beperkende maatregelen zijn verder uitgebreid bij de daarop volgende Resoluties 1874 (2009), 2087 (2013), 2094 (2013), 2270 (2016), 2321 (2016) en 2371 (2017) van de VN-Veiligheidsraad.

Overeenkomstig deze resoluties voorziet Besluit (GBVB) 2016/849 met name in beperkingen op de in- en uitvoer van bepaalde goederen, diensten en technologieën die zouden kunnen bijdragen aan programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens (weapons of mass destruction, WMD), een embargo op luxegoederen en bevriezing van tegoeden van personen, entiteiten en lichamen die in verband worden gebracht met de WMD-programma’s. Daarnaast zijn maatregelen ingesteld met betrekking tot de transportsector, waaronder vrachtinspecties en verbodsbepalingen inzake Noord-Koreaanse vaar- en vliegtuigen, de financiële sector, zoals de verlening van bepaalde financiële diensten, en in de diplomatieke sfeer, om misbruik van voorrechten en immuniteiten te voorkomen.

Voorts heeft de Raad van de Europese Unie verschillende extra beperkende maatregelen van de EU vastgesteld die de VN-sancties aanvullen en versterken. Zo heeft de Raad het wapenembargo en de in- en uitvoerbeperkingen uitgebreid, evenals de lijst van personen en entiteiten waarop de bevriezing van tegoeden van toepassing is, alsook een verbod ingesteld op de overdracht van middelen en investeringen.

In Verordening (EU) nr. 2017/15091 en in Besluit (GBVB) 2016/8492 wordt uitvoering gegeven aan vorenbedoelde beperkende maatregelen. Verordening (EU) nr. 2017/1509 trekt Verordening (EG) nr. 329/20073 in en vervangt deze teneinde de beperkende maatregelen, na diverse wijzigingen, overzichtelijker te groeperen. Vanwege vorenbedoelde intrekking wordt de Sanctieregeling Noord-Korea 2007 eveneens ingetrokken en vervangen door de onderhavige regeling.

Artikelsgewijs

In artikel 1, eerste lid, van onderhavige regeling zijn de verbodsbepalingen naar aanleiding van Verordening (EU) nr. 2017/1509 opgenomen. Artikel 1, tweede lid, regelt de uitzonderingen, veelal ontheffingsmogelijkheden, op deze verbodsbepalingen.

De artikelen 3 tot en met 16 van Verordening (EU) nr. 2017/1509 hebben betrekking op beperkende maatregelen op de uitvoer en de invoer van goederen, diensten en technologieën die kunnen bijdragen aan programma's van Noord-Korea in verband met kernwapens, ballistische raketten of andere massavernietigingswapens.

De artikelen 17 tot en met 20 van Verordening (EU) nr. 2017/1509 hebben betrekking op het beperken van bepaalde commerciële activiteiten in Noord-Korea. De artikelen 21 tot en met 33 van vorenbedoelde verordening regelen de beperkende maatregelen ten aanzien van geldovermaking en financiële diensten. De bevriezing van tegoeden en economische middelen is geregeld in de artikelen 34 tot en met 37 en de vervoersbeperkingen in de artikelen 38 tot en met 44.

In artikel 2 van de regeling is het wapenembargo neergelegd ter uitvoering van artikel 1 van Besluit (GBVB) 2016/849.

Artikel 3, artikel 4 en de bijlage bij deze regeling zijn ter uitvoering van artikel 30 van Besluit (GBVB) 2016/849 opgenomen en hebben betrekking op het verbod om kennis over te dragen die zou kunnen bijdragen aan proliferatiegevoelige activiteiten van Noord-Korea of aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens in Noord-Korea. Artikel 3 regelt dat het verboden is om dergelijke kennis in de vorm van onderwijs en onderzoek aan te bieden aan personen die niet beschikken over een ontheffing van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De vorenbedoelde bijlage vermeldt op welke gebieden van onderwijs en onderzoek het verbod in elk geval betrekking heeft.

In artikel 5 van de voorgestelde regeling worden de bevoegde autoriteiten aangewezen.

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen zij verwezen naar de website www.rijksoverheid.nl/sancties

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige regeling strekt tot naleving van een internationale verplichting en dat uit dien hoofde inwerkingtreding niet plaatsvindt conform de Vaste Verander Momenten-systematiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders


X Noot
1

Verordening (EU) nr. 2017/1509 van de Raad van de Europese Unie van 30 augustus 2017 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 329/2017 (Pb EU L 224), laatstelijk gewijzigd door Verordening (EU) nr. 2017/1836

X Noot
2

Besluit (GBVB) 2016/849 van de Raad van 27 mei 2016 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea en tot intrekking van Besluit 2013/183/GBVB (Pb EU L 141)

X Noot
3

Verordening (EG) nr. 329/2007 van de Raad van de Europese Unie van 27 maart 2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea (Pb EG L 88)

Naar boven