M.e.r. – beoordelingsbesluit Ontgrondingskuilen Oosterscheldekering, stortlocatie 28, Rijkswaterstaat

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft besloten dat voor de activiteit het bestorten van de ontgrondingskuilen met hard substraat in de stroomgeul Schaar nabij het werkeiland Neeltje Jans, stortlocatie 28, geen milieueffectrapport behoeft te worden opgesteld, aangezien er geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu te verwachten zijn.

Inhoud m.e.r. – beoordelingsbesluit

Geconstateerd is dat beschadiging is opgetreden aan de fundering van de bij Rijkswaterstaat in beheer zijnde primaire waterkering de Oosterscheldekering. De schade is ontstaan door erosie, als gevolg van de sterke stroming in de stroomgeulen van de Oosterscheldekering. Hierdoor ontstaan in de nabijheid van bodembeschermingsmatten ontgrondingskuilen. Eén van de ontgrondingslocaties betreft de locatie in de stroomgeul Schaar nabij het werkeiland Neeltje Jans. Deze locatie is bekend onder de naam stortlocatie 28.

Voor de aanleg, wijziging of uitbreiding van werken inzake kanalisering of ter beperking van overstromingen, met inbegrip van primaire waterkeringen en rivierdijken (categorie D3.2) geldt conform het Besluit milieueffectrapportage een m.e.r. – beoordelingsplicht. Het bestorten van de ontgrondingskuil stortlocatie 28 is dan ook m.e.r.-beoordeling plichtig, aangezien de werkzaamheden in de Oosterschelde het doel hebben om de primaire waterkering te versterken om zo overstromingen te voorkomen. Op grond van de bijlage bij het Besluit m.e.r. is vaststelling van het projectplan Waterwet het m.e.r. – beoordeling plichtige besluit.

Terinzagelegging

Het besluit met bijbehorende stukken ligt van 17 november 2017 voor een periode van zes weken ter inzage bij:

  • Rijkswaterstaat Zee en Delta, Poelendaelesingel 18 te Middelburg;

  • Gemeente Veere, Traverse 1 te Domburg;

Bezwaar

Het m.e.r. – beoordelingsbesluit is een voorbereidingsbeslissing in de zin van artikel 6.3 van deAlgemene wet bestuursrecht, waartegen geen zelfstandig bezwaar of beroep mogelijk is. Belanghebbenden kunnen hun bezwaren tegen dit beoordelingsbesluit kenbaar maken in de procedure van het uiteindelijke besluit, te weten de vaststelling van het projectplan tot het bestorten van de ontgrondingskuil ter plaatse van stortlocatie 28 nabij de binnenhaven van Neeltje Jans. Dit laatste besluit wordt binnenkort bekend gemaakt.

Middelburg, 8 november 2017

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, Waarnemend directeur Netwerkontwikkeling Rijkswaterstaat Zee en Delta, S.J.M. Bosman

Naar boven