Besluit van 31 oktober 2017 van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, nr. ANVS-2017/12712, houdende verlening van mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging aan leden, afdelingshoofden en inspecteurs van de ANVS (Besluit mandaat en ondermandaat, volmacht en machtiging Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming 2017)

De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming,

Gelet op de artikelen 10:3, eerste tot en met derde lid, 10:9, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 6 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging ANVS en artikel 3 van het Bestuursreglement ANVS;

BESLUIT:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

afdelingshoofd:

afdelingshoofd van de ANVS als bedoeld in paragraaf 2.2.2 en Bijlage B van het Organisatiebesluit ANVS 2017;

ANVS:

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Kernenergiewet;

lid van de ANVS:

lid van de ANVS als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Kernenergiewet;

inspecteur:

ambtenaar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Besluit aanwijzing ANVS-toezichthouders Kernenergiewet.

Artikel 2. Mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging leden ANVS

  • 1. Aan elk van de leden van de ANVS wordt:

    • a. mandaat en ondermandaat verleend voor het nemen van de beschikkingen waartoe de ANVS bevoegd is te besluiten,

    • b. volmacht verleend tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en

    • c. machtiging verleend voor het verrichten van handelingen die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn,

      voor zover dat tot de taak van het desbetreffende lid van de ANVS behoort.

  • 2. Bij afwezigheid of verhindering van een lid van de ANVS is het andere lid van de ANVS bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 3. Aan elk van de leden van de ANVS wordt ondertekeningsmandaat verleend voor de besluiten van de ANVS die geen verordening als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Kernenergiewet zijn.

Artikel 3. Mandaat, ondermandaat, volmacht en machtiging afdelingshoofden

  • 1. Aan elk van de afdelingshoofden van de ANVS wordt:

    • a. mandaat en ondermandaat verleend voor het nemen van de beschikkingen waartoe de ANVS bevoegd is te besluiten,

    • b. volmacht verleend tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en

    • c. machtiging verleend voor het verrichten van handelingen die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn,

      voor zover dat tot de taak van het desbetreffende afdelingshoofd behoort.

  • 2. Bij afwezigheid of verhindering van een afdelingshoofd is elk van de overige afdelingshoofden bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 3. Bij afwezigheid of verhindering van alle afdelingshoofden is elk van de leden van de ANVS bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

Artikel 4. Ondermandaat en machtiging inspecteurs

  • 1. Aan de inspecteurs wordt voor spoedeisende gevallen ondermandaat verleend voor het opleggen van een last onder bestuursdwang ter handhaving van hetgeen bij of krachtens de Kernenergiewet is bepaald. Artikel 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Het ondermandaat, bedoeld in het eerste lid, omvat niet het opleggen van een last onder dwangsom.

  • 3. Aan de inspecteurs wordt voor de gevallen, bedoeld in het eerste lid, machtiging verleend voor het verrichten van handelingen die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn en die met die gevallen samenhangen.

Artikel 5. Bezwaar

  • 1. De verlening van mandaat, bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, en 3, eerste lid, omvat mede de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaar.

  • 2. In afwijking van het eerste lid mag de beslissing op bezwaar niet in mandaat worden genomen door degene die:

    • a. het besluit waartegen het bezwaar is gericht, heeft genomen, of

    • b. in de hiërarchische verhoudingen ressorteert onder degene die het besluit, waartegen het bezwaar zich richt, heeft genomen.

Artikel 6. Informatieplicht

De leden van de ANVS, de afdelingshoofden en de inspecteurs zijn verplicht de ANVS te informeren over de gebruikmaking van de ondergemandateerde bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 2, eerste lid, 3, eerste lid, en 4, eerste lid.

Artikel 7. Wijze van ondertekening

  • 1. In geval van mandaat of machtiging, geschiedt het in een document vastleggen van een besluit of een andere handeling dan een besluit of een privaatrechtelijke handeling op briefpapier van de ANVS met het hoofd: AUTORITEIT NUCLEAIRE VEILIGHEID EN STRALINGSBESCHERMING.

  • 2. In geval van mandaat of machtiging luidt de ondertekening als volgt:

    DE AUTORITEIT NUCLEAIRE VEILIGHEID EN STRALINGSBESCHERMING,

    namens deze,

    gevolgd door de aanduiding van de gemandateerde of gemachtigde functionaris.

  • 3. In geval van plaatsvervanging bij mandaat of machtiging bevat de ondertekening zowel een aanduiding van de plaatsvervanger als degene die bij afwezigheid of verhindering wordt vervangen.

Artikel 8. Intrekking

Het Besluit mandaat en ondermandaat, volmacht en machtiging Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming wordt ingetrokken.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en het werkt terug tot en met 1 augustus 2017.

Artikel 10. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en ondermandaat, volmacht en machtiging Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming 2017.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, J.H. van den Heuvel, bestuursvoorzitter

M. Brugmans, plv. bestuursvoorzitter

Bezwaarclausule

Belanghebbenden kunnen binnen 6 weken na de dag van de bekendmaking van dit besluit in de Staatscourant een bezwaarschrift indienen bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, Postbus 16001, 2500 BA Den Haag.

Dit besluit is verzonden op de in de aanhef van dit besluit genoemde datum.

Het bezwaarschrift moet van een handtekening, datum, naam en adres van de indiener zijn voorzien. De indiener dient duidelijk aan te geven waarom hij tegen dit besluit bezwaar aantekent.

Voorlopige voorziening

Indien een bezwaarschrift is ingediend, kunnen belanghebbenden aan de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen, indien – gelet op de betrokken belangen – onverwijlde spoed dit vereist. Bij het verzoek dient een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Als burger kunt u uw verzoek tot voorlopige voorziening ook via het digitale loket van de Raad van State indienen (https://digitaalloket.raadvanstate.nl/). Hiervoor dient u te beschikken over DigiD. Voor de behandeling van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Inlichtingen over de procedure en de hoogte van het griffierecht kunnen worden verkregen bij de Raad van State, telefoon 070-426 4426.

TOELICHTING

Algemeen deel

1. Inleiding

De ANVS is in artikel 3, derde lid, van de Kernenergiewet een aantal wettelijke taken bevoegdheden toegekend. Daarnaast heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat de ANVS in aanvulling hierop nog enkele bevoegdheden gemandateerd (Besluit mandaat, volmacht en machtiging ANVS). Dit besluit geeft de leden en de afdelingshoofden van de ANVS en, in een bijzonder geval, de inspecteurs van de ANVS mandaat, respectievelijk ondermandaat, voor de meeste van deze bevoegdheden.

Dit besluit vervangt met terugwerkende kracht tot en met 1 augustus 2017 het Besluit mandaat en ondermandaat, volmacht en machtiging Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. In dat besluit ontbrak voor de leden van de ANVS een ondertekeningsmandaat voor de ondertekening van besluiten, niet zijnde ANVS-verordeningen, die door de ANVS zijn genomen. Tevens worden met dit besluit twee onvolkomenheden rechtgezet. Dit besluit is door beide leden van de ANVS ondertekend.

2. Uitoefening (onder)mandaat, volmacht en machtiging

De ANVS kan per geval of in het algemeen instructies geven over de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden (art. 10:6, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht). De leden van de ANVS, de afdelingshoofden en de inspecteurs verschaffen de ANVS op haar verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid (art. 10:6, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht).

De uitoefening van de in ondermandaat gegeven bevoegdheden van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat geschiedt met inachtneming van:

  • a. de door de minister en secretaris-generaal gegeven algemene of bijzondere instructies;

  • b. de gestelde kaders ten aanzien van inkoop en aanbesteding;

  • c. de van toepassing zijnde begrotingswet en de daarbij gegeven financiële ruimte;

  • d. de toegekende budgetten op basis van het geldende jaarplan;

  • e. het bepaalde bij of krachtens de Comptabiliteitswet 2001 en de aanwijzingen van de hoofddirecteur Financiën, Management en Control op grond van die wet en de daarop berustende regelgeving, waaronder het Besluit taak FEZ;

  • f. het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996, en

  • g. de overige ter zake geldende wet- en regelgeving en beleidsregels (art. 9 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging ANVS).

Artikelsgewijs

Artikel 1

Artikel 3, eerste lid, van de Kernenergiewet bepaalt dat er een (impliciet: zelfstandig bestuursorgaan) Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (verder: ANVS) is.

Artikel 5, eerste lid, van de Kernenergiewet bepaalt dat de ANVS uit minimaal twee en maximaal drie leden bestaat, onder wie de voorzitter.

In artikel 1, eerste lid, van het Besluit aanwijzing ANVS-toezichthouders Kernenergiewet worden de inspecteurs van de ANVS belast met het toezicht op de naleving van de kernenergiewetgeving.

Artikelen 2 en 3

Het mandaat in het eerste lid van de artikelen 2 en 3 heeft betrekking op de beschikkingen (zoals vergunningen, ontheffingen en goedkeuringen) waartoe de ANVS op grond van de kernenergiewetgeving bevoegd is te besluiten.

Het ondermandaat heeft betrekking op de beschikkingen waartoe de ANVS op grond van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging ANVS bevoegd is te besluiten.

De (onder)mandatering is beperkt tot beschikkingen. Het vaststellen van verordeningen van de ANVS valt er niet onder (de artikelen 10:2, onder a, van de Algemene wet bestuursrecht en 3, tweede lid, van het Bestuursreglement ANVS). De ANVS besluit daarover als college.

De ANVS heeft een verdeling gemaakt voor de te verrichten werkzaamheden voor de verschillende leden van de ANVS (art. 2, eerste lid, van het Bestuursreglement ANVS). Het eerste lid van artikel 2 zorgt ervoor dat elk van de leden van de ANVS, naast dat zij daartoe als ANVS gezamenlijk bevoegd zijn, ook afzonderlijk binnen hun taakpakket beschikkingen kunnen nemen, privaatrechtelijke en andere handelingen namens de ANVS kunnen verrichten.

De taken van de afdelingshoofden blijken uit paragraaf 2.2.2 en Bijlage B, in samenhang met de paragrafen 3.3 tot en met 3.5, van het Organisatiebesluit ANVS 2017. De afbakeningen van verantwoordelijkheden tussen de leden van de ANVS en de afdelingshoofden blijkt uit paragraaf 2.2.2 en Bijlage B van het Organisatiebesluit ANVS 2017.

Het ondertekeningsmandaat voor de leden van de ANVS in het derde lid van artikel 2 heeft betrekking op de besluiten van de ANVS die geen verordening zijn als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Kernenergiewet. Het betreft met name besluiten van algemene strekking zoals een mandaatbesluit, of een bestuursreglement.

Het vaststellen van ANVS-verordeningen is in artikel 3, tweede lid, van het Bestuursreglement ANVS van mandatering uitgezonderd. Dat betekent, dat ANVS-verordeningen door de ANVS worden vastgesteld en door beide leden van de ANVS worden ondertekend.

Artikel 4

Op grond van artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan het bestuursorgaan, dat bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen, in plaats daarvan een last onder dwangsom opleggen. De bevoegdheid om een last onder dwangsom op te leggen wordt echter niet ondergemandateerd aan de inspecteurs.

Artikel 5

Artikel 5, eerste lid, breidt het mandaat van de leden van de ANVS en de afdelingshoofden uit met een mandaat om te beslissen op bezwaar tegen beschikkingen van de ANVS. Het tweede lid brengt daar echter belangrijke beperkingen op aan. Zo mag de beslissing op bezwaar niet worden genomen door degene die het besluit, waartegen het bezwaar zich richt, heeft genomen. Evenmin mag een beslissing op bezwaar worden genomen door een ondergeschikte van degene, die het oorspronkelijke besluit heeft genomen.

Artikel 5 ziet niet op de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaar in geval van ondermandaat, omdat dit al wordt geregeld in de artikelen 6 en 8 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging ANVS.

Artikel 6

De ANVS is op grond van artikel 10, eerste lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging ANVS verplicht de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de secretaris-generaal van Infrastructuur en Waterstaat te informeren over de gebruikmaking van de aan de ANVS gemandateerde bevoegdheden. Ten einde te waarborgen dat de ANVS aan deze verplichting kan voldoen, legt artikel 7 een vergelijkbare verplichting op aan degenen die deze bevoegdheden in ondermandaat mogen uitoefenen.

Artikel 7

Voor de uitoefening van ondergemandateerde bevoegdheden is de wijze van ondertekening bepaald in artikel 12 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging ANVS.

De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, J.H. van den Heuvel, bestuursvoorzitter

M. Brugmans, plv. bestuursvoorzitter

Naar boven