Wijzigingsbesluit kavelbesluit V windenergiegebied Borssele

I Besluit

II Toelichting op de wijziging van kavelbesluit V windenergiegebied Borssele

III Wijziging

I Besluit

Overwegende dat uit consultatie van de sector is gebleken dat voor het besluit van de Minister van Economische Zaken van 24 maart 2016 tot vaststelling van kavel V windenergiegebied Borssele (Staatscourant van 8 april 2016, nr. 14551) (hierna: Kavelbesluit V) behoefte is aan meer flexibiliteit ten aanzien van het aantal te plaatsen turbines en het vermogen ervan en de maximale totale rotoroppervlakte niet juist is opgenomen;

Gelet op artikel 11 van de Wet windenergie op zee besluit de Minister van Economische Zaken in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Milieu als volgt:

  • Kavelbesluit V windenergiegebied Borssele wordt gewijzigd;

  • De aan kavelbesluit V windenergiegebied Borssele verbonden voorschriften worden gewijzigd;

  • Het totaal opgestelde vermogen is weergegeven in onderdeel A, eerste lid van dit besluit;

  • De maximale totale rotoroppervlakte is weergegeven in onderdeel B, eerste lid van dit besluit;

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 augustus 2017

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Rechtsbescherming

Op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen gedurende zes weken, vanaf de dag waarop het ontwerp van het wijzigingsbesluit kavelbesluit V windenergiegebied Borssele ter inzage is gelegd, door een ieder schriftelijk zienswijzen worden ingediend.

II Toelichting op de wijziging van de kavelbesluiten III, IV en V windenergiegebied Borssele

1. Aanleiding

Van 18 december 2015 tot en met 28 januari 2016 heeft het ontwerpkavelbesluit V windenergiegebied Borssele ter inzage gelegen. Het definitieve kavelbesluit lag van 8 april 2016 tot en met 20 mei 2016 ter inzage. Tegen het kavelbesluit is geen beroep ingesteld. Het besluit is sinds 21 mei 2016 onherroepelijk.

Van 1 juli tot en met 11 augustus 2016 heeft een ontwerpwijzigingsbesluit voor kavel V windenergiegebied Borssele ter inzage gelegen, om de niet correct opgenomen coördinaten die de kavel begrenzen te corrigeren. Het wijzigingsbesluit is op 21 augustus 2016 genomen. Dit wijzigingsbesluit geeft de correcte coördinaten van de begrenzing van kavel V en van de tracés voor de aansluitverbinding tussen de windparken op kavel V en het TenneT Platform Borssele Bèta. Van 2 september 2016 tot en met 14 oktober 2016 heeft het wijzigingsbesluit ter inzage gelegen. Tegen het wijzigingsbesluit is geen beroep ingesteld. Het wijzigingsbesluit is sinds 15 oktober 2016 onherroepelijk.

In de voorbereiding op de subsidietender bleek echter dat in de voorschriften de maximale totale rotoroppervlakte verkeerd was opgenomen. In dit wijzigingsbesluit is de juiste maximale totale rotoroppervlakte opgenomen. Ook is het om beleidsmatige redenen wenselijk het minimaal te plaatsen vermogen te verlagen en af te zien van het maximum vermogen per windturbine. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan een aantal reacties in de internetconsultatie die begin 2017 heeft plaatsgevonden met betrekking tot de ontwerp-Regeling innovatie windenergie op zee.

2. Procedure

Op grond van artikel 11, lid 1 van de Wet windenergie op zee komt een wijziging van een kavelbesluit tot stand via de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Op 16 juni 2017 is het ontwerp van het kavelbesluit ter inzage gelegd. Gedurende zes weken konden zienswijzen worden ingediend.

3. Zienswijzen

Naar aanleiding van de publicatie van de kennisgeving en de terinzagelegging van het wijzigingsbesluit voor het kavelbesluit V windenergiegebied Borssele zijn geen zienswijzen en reacties over het ontwerpwijzigingsbesluit naar voren gebracht.

4. Overwegingen

Het ontwerp van dit besluit is ruim voor de opening van de subsidietender voor het kavel V gepubliceerd. Het definitieve besluit zal voor de opening van de subsidietender worden vastgesteld. De toekomstige vergunninghouder kan hierdoor in zijn ontwerp van het windpark rekening houden met dit wijzigingsbesluit.

Maximale totale rotoroppervlakte

Met deze wijziging op grond van artikel 11, lid 1, sub b, van de Wet windenergie op zee wordt vastgelegd dat de maximale totale rotoroppervlakte voor het innovatiekavel V in windenergiegebied Borssele 76.924 m2 bedraagt. De maximale totale rotoroppervlakte betreft de toegestane rotoroppervlakte van de turbines in het gebied bij elkaar opgeteld. In het milieueffectrapport (MER) is de meest ongunstige variant onderzocht, te weten 2 turbines met elk een rotordiameter van 221 m en een totaal rotoroppervlakte van 76.924 m2.

Het niet of verkeerd opnemen in de voorschriften van de maximale totale rotoroppervlakte is een feit of omstandigheid waardoor het bouwen of exploiteren van een windpark niet langer zinvol zou zijn, op basis van de in artikel 3 van de Wet windenergie op zee bedoelde doelstellingen en belangen. Met de wijziging van de voorschriften die aan het kavelbesluit zijn verbonden kan alsnog een windpark worden gebouwd.

Minimaal toegestane vermogen

Het maximale toegestane vermogen in het windpark blijft 20 MW, maar met dit wijzigingsbesluit wordt het minimaal te plaatsen vermogen vastgesteld op 6 MW.

Het verlagen van het minimaal te plaatsen vermogen op het innovatiekavel stelt bedrijven in de gelegenheid slechts één turbine te realiseren in plaats van twee. Uit de marktconsultatie die begin 2017 is uitgevoerd is gebleken dat vooral (coalities van) MKB-bedrijven problemen hebben met de eis van het bezetten van twee posities. Het hogere benodigde investeringsbedrag vormt hier een belemmering. Het risico bestaat dat daardoor mogelijk zeer kansrijke innovatieve concepten niet ingediend worden, omdat de financiering voor twee turbines voor kleinere partijen mogelijk niet rond te krijgen is. Ook zijn twee turbines niet per definitie innovatiever dan één. In principe kan een partij met de originele minimumeis van 12 MW met twee turbines twee dezelfde innovaties plaatsen. Dit zorgt echter niet voor meer innovatie, maar kost wel meer investerings- en subsidiegeld. Aangezien de voorstellen onder andere beoordeeld zullen worden op de mate van innovativiteit zal een voorstel met 2 turbines met verschillende goede innovaties hoger kunnen scoren op dit criterium dan een voorstel met 1 turbine.

Vervallen maximum vermogenseis per turbine

Tot slot wordt in dit wijzigingsbesluit voor de turbines in het innovatiekavel V niet langer een maximaal vermogen per turbine vastgelegd, met dien verstande dat het maximaal toegestane vermogen van 20 MW niet wordt overschreden. Door het vervallen van de maximum vermogenseis van 10 MW per turbine wordt de ontwikkelaar maximale vrijheid geboden om grotere turbines te testen, binnen het maximaal toegestane vermogen van 20 MW voor het gehele kavel.

5. Belangenafweging gebruiksfuncties en ecologie

De in dit wijzigingsbesluit opgenomen maximale totale rotoroppervlakte is altijd de beoogde totale oppervlakte geweest en is als zodanig ook gehanteerd bij de bepaling van de milieueffecten in de milieueffectrapportage die ten grondslag ligt aan het kavelbesluit. In het MER is gerekend met een bandbreedte voor de milieueffecten. Deze bandbreedte is vastgesteld op basis van de minimale en maximale afmetingen van de turbines. Hieruit vloeit een minimaal en maximaal aantal turbines voort, afhankelijk van het vermogen per turbine. Deze afmetingen veranderen met dit wijzigingsbesluit niet en de wijzigingen vallen binnen de gehanteerde bandbreedte, ondanks dat nu meer variaties in de opstelling mogelijk zijn. De aanpassing van het minimaal te plaatsen vermogen en het vervallen van het maximale vermogen per turbine veranderen niets aan het maximaal toegestane vermogen van 20 MW voor het kavel. De belangenafweging voor de gebruiksfuncties en ecologie veranderen niet met de wijzigingen. De natuurlijke kenmerken van de gebieden zoals bedoeld in artikel 19g, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 worden niet door de wijziging van dit kavelbesluit aangetast. De vrijstelling van de artikelen 9 en 11 van de Flora- en faunawet (thans Wet natuurbescherming) blijft ongewijzigd.

III Wijziging

Het besluit van de Minister van Economische Zaken van 24 maart 2016 tot aanwijzing van kavel V windenergiegebied Borssele (Stcrt 8 april 2016 Nr. 14551) wordt als volgt gewijzigd:

A

  • 1. Het eerste gedachtestreepje onder I Besluit komt te luiden:

    • Kavel V wordt aangewezen als locatie voor een windpark met een totaal opgesteld vermogen van minimaal 6 MW en maximaal 20 MW. De coördinaten van de begrenzing van kavel V zijn weergegeven in voorschrift 2, eerste lid bij dit besluit;

B

  • 1. Voorschrift 2 Windpark en bandbreedten, zesde lid komt te luiden:

    Het maximale totale rotoroppervlak is 76.924 m2.

  • 2. Voorschrift 2 Windpark en bandbreedten, zevende lid komt te luiden:

    In het windpark worden uitsluitend turbines met, per turbine, een minimaal nominaal vermogen van 6 MW geplaatst.

Naar boven