Besluit behoudende de beperking op de openbaarheid van archief Ministerie van Justitie: Oorlogsmisdadigers 1950–1980, nummer toegang 2.09.106

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 15, derde lid Archiefwet 1995,

Gelet op het besluit van de Minister van Justitie van 12 januari 2009 houdende de beperking op de openbaarheid van het archief betreffende Oorlogsmisdadigers 1950–1980 (Staatscourant 2009, 17859),

Gehoord hebbende de Minister van Justitie,

Besluit:

Artikel 1

De beperking aan de openbaarheid van de archiefbescheiden geborgen in de inventarisnummers 6, 7, 9–14, 16–20, 22, 23, 25–121, 123–145, 151–154, 156, 159, 166–204, 205–208, 211–215, 218–223, 225–230, 249, 253, 257–260, 262, 264–266, 269, 270, 273. 275, 277 en 280 wordt opgeheven.

Artikel 2

De beperking aan de openbaarheid van de archiefbescheiden geborgen in de inventarisnummers 24, 157, 158, 160–165, 209, 210, 217, 224, 231–248, 250, 254–256, 263, 268, 272 en 279 vervalt wanneer, ten genoege van de beheerder van het Nationaal Archief, de algemene rijksarchivaris, is aangetoond dat de persoon op wie deze archiefbescheiden betrekking hebben is overleden en uiterlijk op 1 januari 2025.

Artikel 3

De beperking aan de openbaarheid van de archiefbescheiden geborgen in de inventarisnummers 1–5, 8, 15, 21, 122, 146-150, 155, 216, 251, 252, 261, 267, 271, 274, 276, 278 en 281 vervalt op 1 januari 2025.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Den Haag, 27 oktober 2017

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Namens deze, De algemene rijksarchivaris M.L. Engelhard

Een belanghebbende kan tegen dit besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. De belanghebbende dient daartoe een bezwaarschrift in bij Minister van OCW, onder vermelding van ‘Bezwaar’, ter attentie van DUO, Postbus 606, 2700 ML in Zoetermeer. Meer informatie over het maken van bezwaar vindt u op www.bezwaarschriftenocw.nl

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit is geplaatst.

TOELICHTING

Bij besluit van de Minister van Justitie van 12 januari 2009 (Staatscourant 2009, 17859) zijn alle inventarisnummers in het archief betreffende Oorlogsmisdadigers 1950–1980 75 jaar beperkt openbaar met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Uitgangspunt is daarbij het jaar waarin het dossier is afgesloten.

Na de overbrenging van het archief Ministerie van Justitie: Oorlogsmisdadigers naar het Nationaal Archief is gebleken dat de meeste inventarisnummers in het archief betrekking hebben op één persoon. Na het overlijden van deze persoon vervalt de motivering voor een beperking met het oog op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.

Van de personen die voorkomen in de inventarisnummers genoemd in artikel 1, staat vast dat zij zijn overleden. Daarom kunnen deze inventarisnummers met onmiddellijke ingang openbaar worden. Van de personen die voorkomen in de inventarisnummers genoemd in artikel 2 is dat niet vastgesteld. De beperkingen die door de Minister van Justitie aan de openbaarheid van deze inventarisnummers zijn gesteld, moeten daarom in stand blijven. Wel wordt de termijn van de gestelde beperking aanzienlijk verkort met het oog op de leeftijd van de betrokkenen. Wanneer het overlijden van een betrokkene kan worden aangetoond, wordt de openbaarheidsbeperking alsnog opgeheven.

De inventarisnummers genoemd in artikel 3 bevatten steeds informatie over meerdere personen. Uit de omschrijving is niet op te maken om hoeveel of welke personen het precies gaat. Dat maakt het onmogelijk het overlijden van alle betrokkenen aan te tonen. De beperkingen die door de Minister van Justitie aan de openbaarheid van deze inventarisnummers zijn gesteld, moeten daarom in stand blijven. Wel wordt ook bij deze inventarisnummers de termijn van de gestelde beperking aanzienlijk verkort met het oog op de leeftijd van de betrokkenen.

Voor de termijn van 1 januari 2025 is gekozen omdat op die datum ook het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging openbaar wordt. Beide archieven hebben betrekking op de opsporing en berechting van oorlogsmisdadigers uit de periode 1940–1945 en bevatten deels informatie over dezelfde personen. De verwachting is dat in 2025 alle betrokkenen overleden zullen zijn.

De Minister van OCW heeft gebruikt gemaakt van de bevoegdheid op grond van artikel 15, derde lid van de Archiefwet de beperking deels op te heffen.

Voor de dossiers van personen, waarvan niet is aangetoond dat deze zijn overleden, blijft de beperking gelden tot 75 jaar na afsluiting van het dossier.

Naar boven