Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 januari 2017, 2016-0000274500, tot benoeming van de leden van de Taskforce Samenwerking Onderwijs en Kinderopvang

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op artikel 6, derde lid, van de Kaderwet adviescolleges, artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en artikel 4 van het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies ;

Besluit:

Artikel 1. Samenstelling taskforce

Tot lid van de Taskforce Samenwerking Onderwijs en Kinderopvang, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Instellingsbesluit taskforce samenwerking onderwijs en kinderopvang, worden benoemd:

• a. mevrouw Diana Monissen (tevens voorzitter);

• b. de heer Ewald van Vliet;

• c. de heer Niko Persoon;

• d. mevrouw Esther Zijl;

• e. mevrouw Pauline Schellart;

• f. de heer Ernst Radius;

• g. de heer Mark Pol;

• h. de heer Peter Hulsen;

• i. de heer Gjalt Jellesma;

• j. mevrouw Angèle van der Star;

• k. mevrouw Jessica van Ruitenburg.

Artikel 2. Vergoeding

Aan de voorzitter wordt een vaste vergoeding toegekend, waarbij de toepasselijke salarisschaal wordt bepaald op het maximum van salarisschaal 18 van Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 bij een arbeidsduurfactor van 4/36.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop het Instellingsbesluit taskforce samenwerking onderwijs en kinderopvang in werking treedt. Indien de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst is gelegen na het in de eerste volzin genoemde tijdstip, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Dit besluit werkt terug tot en met 1 oktober 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 januari 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Om de taak van de Taskforce Samenwerking Onderwijs en Kinderopvang (hierna: taskforce) adequaat te kunnen uitvoeren is er bij de samenstelling van de taskforce op toegezien dat de leden vanuit verschillende expertisegebieden inbreng kunnen leveren (onderwijs, kinderopvang, gemeente, ouders en werknemers). De deelnemers van de taskforce zijn gelijkelijk verdeeld over het onderwijs- en kinderopvangveld. Daarnaast is zoveel mogelijk een gelijke man-vrouwverhouding gezocht.

De samenstelling van de taskforce is als volgt:

Mevrouw Diana Monissen is voorzitter van de raad van bestuur van het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie.

De heer Ewald van Vliet is voorzitter van de CvB Stichting Lucas Onderwijs.

De heer Niko Persoon is voorzitter van de CvB Zaan Primair.

Mevrouw Esther Zijl is directeur van de Stichting Forte Kinderopvang.

Mevrouw Pauline Schellart is directeur van de Kober Groep.

De heer Ernst Radius is senior adviseur van Sociaal Werk Nederland.

De heer Peter Hulsen is directeur van Ouders & Onderwijs.

De heer Gjalt Jellesma is voorzitter van de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang & Peuterspeelzalen.

De heer Mark Pol is wethouder Economische Ontwikkeling en Financiën in gemeente Almere.

Mevrouw Angèle van der Star is voorzitter directiegroep Primair Onderwijs bij de Algemene Onderwijsbond.

Mevrouw Jessica van Ruitenburg is beleidsadviseur Arbeid en Zorg FNV.

Op grond van artikel 19, tweede lid, van de Kaderwet adviescolleges kan de taskforce zich laten bijstaan door personen of instanties waarvan de deskundige inbreng nodig is voor zijn werkzaamheden. Het betreft in ieder geval wetenschappers met expertise op het gebied van migrantenkinderen.

Om continuïteit en urgentie te borgen mogen de leden geen plaatsvervangers afvaardigen.

Aan de voorzitter van de taskforce wordt een vergoeding toegekend. De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op de inschatting dat de werkzaamheden ten behoeve van de taskforce een halve dag per week kosten.

Aan de andere leden van de taskforce wordt geen vergoeding toegekend. Zij vallen onder de uitzonderingen die zijn genoemd in artikel 2, derde lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies. Zij zijn namelijk ofwel werkzaam bij een publieke of semi-publieke instelling en hebben vanuit die hoedanigheid zitting in de taskforce, ofwel zij vertegenwoordigen organisaties die opkomen voor belangen die bij de opdracht van de taskforce zijn betrokken.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher