Besluit van de Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie van 25 oktober 2017 nummer WBV 2017/10, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf C7/22 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

22. Het asielbeleid ten aanzien van de Russische Federatie

22.1. Besluitmoratorium

Geen bijzonderheden.

22.2. Artikel 1F Vluchtelingenverdrag

Geen bijzonderheden.

22.3. Vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag
22.3.1. Groepsvervolging in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND beschouwt de volgende groepen als groepen die systematisch worden blootgesteld aan vervolging in de zin van artikel 1A Vluchtelingenverdrag:

  • LHBT’s die afkomstig zijn uit Tsjetsjenië.

22.3.2. Risicogroepen in de zin van paragraaf C2/3.2 Vc

De IND merkt de volgende groepen aan als risicogroep:

  • LHBT’s afkomstig uit alle delen van de Russische Federatie, met uitzondering van Tsjetsjenië;

  • politieke activisten en andere personen die significant kritiek leveren op het regeringsbeleid.

22.4. Ernstige schade in de zin van artikel 29, eerste lid, onder b, Vw
22.4.1. Uitzonderlijke situatie in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

22.4.2. Systematische blootstelling in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

22.4.3. Kwetsbare minderheidsgroepen in de zin van paragraaf C2/3.3 Vc

Geen bijzonderheden.

22.5. Bescherming
22.5.1. Bescherming door autoriteiten en/of internationale organisaties in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND neemt aan dat het voor LHBT’s niet mogelijk is de bescherming van de autoriteiten of internationale organisaties te verkrijgen.

22.5.2. Vlucht- en vestigingsalternatief in de zin van paragraaf C2/3.4 Vc

De IND werpt ten aanzien van LHBT’s terughoudend een vlucht- of vestigingsalternatief tegen. De IND neemt aan dat er voor LHBT’s uitsluitend een vlucht- vestigingsalternatief is indien wordt voldaan aan alle voorwaarden zoals neergelegd in C2/3.4 Vc en uit de verklaringen van de vreemdeling blijkt dat hij langere tijd zonder problemen elders in de Russische Federatie heeft verbleven en daar ook thans een goed sociaal netwerk heeft. Aan LHBT’s die afkomstig zijn uit Tsjetsjenië zal in beginsel geen beschermingsalternatief worden tegengeworpen.

22.6. Adequate opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

De IND beoordeelt aan de hand van paragraaf B8/6 Vc of adequate opvang voor amv’s aanwezig is.

Voor de Russische Federatie geldt in ieder geval dat:

  • algemene opvangvoorzieningen niet beschikbaar en/of toereikend zijn; en

  • de autoriteiten geen zorg dragen voor de opvang.

22.7. Vertrekmoratorium

Geen bijzonderheden.

22.8. Bijzonderheden

Geen bijzonderheden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 oktober 2017

De Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, J.C. Goet Directeur-generaal Vreemdelingenzaken

TOELICHTING

ALGEMEEN

Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft op 14 juli 2017 een algemeen ambtsbericht over de Russische Federatie gepubliceerd. Bij brief d.d. 30 augustus 2017 heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn beslissing het landgebonden asielbeleid voor vreemdelingen uit de Russische Federatie op basis van het ambtsbericht aan te passen.

In bovengenoemde brief heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie de Kamer erover geïnformeerd dat hij besloten heeft het beleid voort te zetten voor de risicogroep LHBT’s, voor zover deze niet afkomstig zijn uit Tsjetsjenië. Tevens heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie besloten om politieke activisten en andere personen die significant kritiek leveren op het regeringsbeleid aan te wijzen als een risicogroep.

Ten aanzien van LHBT’s afkomstig uit Tsjetsjenië heeft de Staatssecretaris besloten dat aan deze groep een verblijfsvergunning zal worden verleend omdat uit de informatie in het ambtsbericht valt af te leiden dat er in Tsjetsjenië sprake is van systematische vervolging van LHBT’s. In beginsel zal aan hen geen beschermingsalternatief elders in de Russische Federatie tegen worden geworpen.

De Staatsecretaris van Veiligheid en Justitie, voor deze, Directeur-generaal Vreemdelingenzaken J.C. Goet

Naar boven