TOELICHTING
Algemene toelichting
1. Aanleiding
Op 26 juni 2017 is in de kamerbrief Lerarentekort in het primair onderwijs de maatregel
aangekondigd om € 1,25 miljoen beschikbaar te stellen voor het activeren van de stille
reserve in het primair onderwijs (po).1 De voorgestelde regeling is een uitwerking van deze maatregel.
Met stille reserve worden personen bedoeld met een onderwijsbevoegdheid die momenteel
niet (meer) in het onderwijs als leraar werken. Hiertoe behoren zowel personen met
een onderwijsbevoegdheid die een werkloosheidsuitkering ontvangen, als ook personen
die buiten het onderwijs zijn gaan werken, personen die met (vroeg)pensioen zijn gegaan
en personen die niet werken én daarbij ook geen uitkering ontvangen. In het po bestaat
de huidige totale stille reserve uit minimaal 31.000 personen.
Voor de onderwijskwaliteit in Nederland is het belangrijk dat er voldoende en goed
gekwalificeerde leraren zijn. In het po is een lerarentekort geraamd. Deze regeling
is één van de instrumenten in een bredere aanpak om het lerarentekort tegen te gaan.
Het aanstellen van herintreders (personen die vanuit de stille reserve terugkeren
naar het onderwijs) levert een directe bijdrage om acuut dreigende tekorten in het
lopende en komende schooljaar te verminderen.
In het verleden is gebleken dat het activeren van de stille reserve een succesvolle
bijdrage kan leveren aan het terugdringen van een lerarentekort. In de periode 1998-2002
is in opdracht van het ministerie van OCW het project ‘Terug voor de klas’ gestart
dat tot doel had om personen met een onderwijsbevoegdheid die niet (meer) in het onderwijs
werkzaam waren, weer voor de klas te krijgen.2 Uit de beleidsevaluatie is gebleken dat een deel van deze stille reserve een baan
in het onderwijs heeft gevonden. Uit de evaluatie is tevens het belang gebleken van
een goede begeleiding en ondersteuning van de herintreder om succesvol in het onderwijs
terug te keren.
2. Doel
Het doel van de regeling is om de terugkeer van herintreders naar het po aantrekkelijk
te maken door een tegemoetkoming in de kosten voor begeleiding en ondersteuning van
herintreders beschikbaar te stellen aan besturen in het po die hen in dienst nemen.
3. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS
Op deze subsidieregeling is de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (hierna: de
kaderregeling) van toepassing. Dit betekent dat onder meer de bepalingen over de begrotingsvoorwaarde
(artikel 1.4 van de kaderregeling), de uitwerking van de wijze van verdeling van de
subsidie (artikel 2.3 van de kaderregeling), de meldingsplicht (artikel 5.7 van de
kaderregeling) en de inlichtingenplicht (artikel 5.11 van de kaderregeling) ook gelden
voor de ontvanger van een subsidie op grond van deze regeling.
4. Aanvraagprocedure
Een aanvraag kan door een bevoegd gezag met ingang van 1 november 2017 tot en met
31 december 2018 worden ingediend voor een tegemoetkoming in de kosten voor begeleiding
en ondersteuning van een herintreder door middel van een aanvraagformulier dat beschikbaar
wordt gesteld op de website van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen, DUS-I
(www.dus-i.nl).
5. Besluit tot subsidieverstrekking
Uiterlijk 8 weken nadat een subsidie is aangevraagd, wordt de aanvrager in kennis
gesteld over het besluit op de aanvraag. Wanneer een aanvraag onvolledig of onvolkomen
is, wordt de aanvrager, indien het totaal beschikbare budget nog niet is uitgeput,
eenmalig in de gelegenheid gesteld de aanvraag aan te vullen (artikel 4:5 van de Algemene
wet bestuursrecht). Een herstelde aanvraag dient binnen tien werkdagen te worden ingediend.
De aanvraag wordt in behandeling genomen vanaf de dag waarop deze volledig is ingediend.
6. Beschikbaar budget
Voor subsidieverstrekking op basis van deze regeling is tot en met 31 december 2018
een bedrag van € 1.250.000 beschikbaar. Hiermee kan voor maximaal 500 herintreders
een tegemoetkoming van € 2.500 euro in de kosten voor begeleiding en ondersteuning
worden aangevraagd.
7. Verantwoording
De subsidie van € 2.500 per herintreder wordt aan een bestuur in het po verstrekt
en bedraagt dus minder dan € 25.000 per beschikking. De verantwoording vindt daarom
plaats via de reguliere jaarverslaggeving. Daarnaast geldt de meldplicht op grond
van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS en kan DUS-I middels een steekproef
controleren.
8. Evaluatie
Mogelijk zal het ministerie van OCW deze regeling evalueren. Desgevraagd zijn subsidieontvangers
op grond van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS verplicht om aan deze evaluatie
mee te werken.
9. Administratieve lasten aanvragers
Het aanvraagproces is zo ingericht dat het zo min mogelijk administratieve lasten
met zich mee brengt. Vanuit DUS-I is een digitaal aanvraagformulier beschikbaar gesteld,
waarmee de aanvraag wordt ingediend.
Voor de aanvragers worden de administratieve lasten geschat op gemiddeld circa 1 uur
per aanvraag. We gaan uit van maximaal 500 aanvragen, waarmee de totale lasten bij
een uurtarief van € 60,– uitkomen op € 30.000.
10. Uitvoering
De regeling wordt namens de minister van OCW uitgevoerd door DUS-I, die de regeling
op uitvoerbaarheid heeft beoordeeld. De aanvraag voor subsidie wordt elektronisch
ingediend. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van het aanvraagformulier dat beschikbaar
wordt gesteld op www.dus-i.nl
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1
In dit artikel zijn de begripsbepalingen opgenomen.
Zoals blijkt uit de begripsbepaling van ‘bevoegd gezag’, kunnen zowel besturen in
het basisonderwijs en speciaal onderwijs in Nederland en besturen in het po in Caraïbisch
Nederland gebruik maken van deze regeling.
Met herintreder bedoelen we in deze regeling zowel personen met een onderwijsbevoegdheid
voor het po die na een tijd van afwezigheid in het onderwijs terugkeren als leraar
in het po, als ook personen die na het afstuderen als leerkracht basisonderwijs niet
meteen zijn begonnen als leraar in het po, maar nu wel voor de klas willen staan.
De bepaling van het begrip ‘leraar’ in deze regeling sluit het gebruik van de subsidie
voor zij-instromers uit. Voor deze doelgroep bestaat de regeling subsidie zij-instroom
waarmee de kosten voor begeleiding en ondersteuning van zij-instromers kunnen worden
gefinancierd.
Artikel 3
De subsidie is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten voor ondersteuning en begeleiding
van de herintreder. De activiteiten die hieronder vallen kunnen breed worden opgevat
als het ‘opfrissen’ van de kennis en vaardigheden van de herintreder om met voldoende
vertrouwen in eigen kunnen (weer) voor de klas te staan. Dit kan bijvoorbeeld door
een interne of externe coach te koppelen aan de herintreder of door een herintreder
een bij- of nascholingscursus te laten volgen gericht op het wegwerken van eventuele
lacunes in kennis of ervaring. De activiteiten waaraan de subsidie wordt besteed,
worden in overleg tussen de herintreder en het bevoegd gezag bepaald. De subsidie
is niet bedoeld als toelage op het salaris van de herintreder.
Artikel 7
Voor iedere herintreder kan slechts 1 keer subsidie worden aangevraagd. Indien een
herintreder met meerdere bevoegd gezagen een dienstverband is aangegaan, dan kan slechts
één bevoegd gezag subsidie voor de herintreder aanvragen. Op het aanvraagformulier
dat zowel door het bevoegd gezag als de herintreder wordt ondertekend, verklaart de
herintreder dat er voor hem of haar niet al door een ander bevoegd gezag aanspraak
is gemaakt op de subsidie.
Artikel 8
Middels een aanvraagformulier dat beschikbaar is op de website www.dus-i.nl kan subsidie worden aangevraagd. Dit formulier voorziet in de mogelijkheid voor besturen
om voor één of meerdere herintreders tegelijk subsidie aan te vragen. Om in aanmerking
te komen voor de subsidie ondertekenen het schoolbestuur en de betrokken herintreder
gezamenlijk een verklaring waaruit blijkt dat er voldaan wordt aan de gestelde subsidievoorwaarden
uit artikel 9 van de regeling. Hierdoor worden de administratieve lasten voor de aanvrager
tot een minimum beperkt. Steekproefsgewijs kan in het kader van de controle van de
jaarrekening achteraf de juistheid en volledigheid van de verklaring worden gecheckt.
Artikel 9
Aan het verstrekken van de subsidie zijn de volgende criteria gesteld:
-
– De subsidie is bestemd voor herintreders die op zijn vroegst in dienst zijn getreden
bij een bevoegd gezag op 1 augustus 2017 en op zijn laatst op 31 december 2018. Voor
herintreders die eerder dan 1 augustus 2017 of later dan 31 december 2018 zijn aangesteld
of benoemd kan deze subsidie niet worden aangevraagd.
-
– De herintreder heeft een dienstverband voor tenminste 6 maanden. Dit kan zowel een
tijdelijk als een vast dienstverband zijn, als ook een dienstverband in een invalpool.
Het is niet mogelijk om subsidie aan te vragen voor herintreders die een kortlopend
dienstverband hebben van minder dan 6 maanden.
-
– De herintreder heeft op het moment van benoeming of aanstelling tenminste 12 maanden
niet gewerkt als leraar in het primair onderwijs. Van herintreders die een kortere
tijd niet als leraar in het primair onderwijs hebben gewerkt, mag verondersteld worden
dat zij geen extra ondersteuning of begeleiding nodig hebben om weer voor de klas
te staan.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker