Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 oktober 2017, nr. PO/1237137, houdende regels voor de subsidieverstrekking voor tegemoetkoming in de kosten voor de ondersteuning en begeleiding van herintreders in het primair onderwijs (Regeling tegemoetkoming herintreders primair onderwijs)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 70 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 71 van de Wet op de expertisecentra en artikel 67 van de Wet primair onderwijs BES;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra en artikel 1 van de Wet primair onderwijs BES;

herintreder:

leraar die zijn loopbaan in het primair onderwijs heeft onderbroken of niet heeft aangevangen;

leraar:

persoon die voldoet aan de bevoegdheidseisen en de bekwaamheidseisen als bedoeld in de artikelen 3 en 32a van de Wet op het primair onderwijs, 3 en 32a van de Wet op de expertisecentra en 3 en 35 van de Wet primair onderwijs BES, dan wel in het bezit is van een bestaand bewijs van bekwaamheid of bestaand bewijs van bevoegdheden als bedoeld in artikel XI van Wet op de beroepen in het onderwijs;

minister:

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

school:

school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 1 van de Wet op de expertisecentra en artikel 1 van de Wet primair onderwijs BES.

Artikel 2. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Deze regeling geldt in aanvulling op de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten

De minister kan per herintreder eenmalig subsidie verstrekken aan het bevoegd gezag van een school als tegemoetkoming in de kosten voor ondersteuning en begeleiding van een herintreder.

Artikel 4. Subsidiebedrag voor herintreder

De subsidie bedraagt € 2.500 per herintreder.

Artikel 5. Subsidieplafond

Voor verstrekking van subsidies op grond van deze regeling is een bedrag van € 1.250.000 beschikbaar.

Artikel 6. Wijze van verdeling beschikbare middelen

De minister verdeelt het beschikbare subsidiebedrag in de volgorde van binnenkomst van de

aanvragen.

Artikel 7. Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de subsidieverlening geweigerd, indien reeds eerder op grond van deze regeling subsidie is verleend voor de betreffende herintreder.

Artikel 8. Aanvraag subsidie

  • 1. Een aanvraag kan worden ingediend tot en met 31 december 2018. Aanvragen die worden ontvangen na deze datum worden afgewezen.

  • 2. De subsidie wordt aangevraagd met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat bekend is gemaakt op de website www.dus-i.nl.

  • 3. De aanvraag wordt ondertekend door zowel het bevoegd gezag als de herintreder.

Artikel 9. Subsidiecriteria

De subsidie wordt uitsluitend verstrekt, indien:

  • a. de herintreder niet eerder dan met ingang van 1 augustus 2017 is benoemd of aangesteld;

  • b. de duur van de aanstelling of benoeming ten minste 6 maanden is; en

  • c. de herintreder gedurende ten minste 12 aaneengesloten maanden direct voorafgaand aan het moment van benoeming of aanstelling niet werkzaam is geweest als leraar in het primair onderwijs.

Artikel 10. Termijnbeslissing

De minister beslist binnen acht weken na ontvangst van de subsidieaanvraag.

Artikel 11. Vaststelling

  • 1. De subsidie wordt direct vastgesteld.

  • 2. Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

Artikel 12. Betaling

De minister betaalt het subsidiebedrag ineens.

Artikel 13. Verantwoording subsidie

De verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

Artikel 14. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2017.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 15. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tegemoetkoming herintreders primair onderwijs.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

TOELICHTING

Algemene toelichting

1. Aanleiding

Op 26 juni 2017 is in de kamerbrief Lerarentekort in het primair onderwijs de maatregel aangekondigd om € 1,25 miljoen beschikbaar te stellen voor het activeren van de stille reserve in het primair onderwijs (po).1 De voorgestelde regeling is een uitwerking van deze maatregel.

Met stille reserve worden personen bedoeld met een onderwijsbevoegdheid die momenteel niet (meer) in het onderwijs als leraar werken. Hiertoe behoren zowel personen met een onderwijsbevoegdheid die een werkloosheidsuitkering ontvangen, als ook personen die buiten het onderwijs zijn gaan werken, personen die met (vroeg)pensioen zijn gegaan en personen die niet werken én daarbij ook geen uitkering ontvangen. In het po bestaat de huidige totale stille reserve uit minimaal 31.000 personen.

Voor de onderwijskwaliteit in Nederland is het belangrijk dat er voldoende en goed gekwalificeerde leraren zijn. In het po is een lerarentekort geraamd. Deze regeling is één van de instrumenten in een bredere aanpak om het lerarentekort tegen te gaan. Het aanstellen van herintreders (personen die vanuit de stille reserve terugkeren naar het onderwijs) levert een directe bijdrage om acuut dreigende tekorten in het lopende en komende schooljaar te verminderen.

In het verleden is gebleken dat het activeren van de stille reserve een succesvolle bijdrage kan leveren aan het terugdringen van een lerarentekort. In de periode 1998-2002 is in opdracht van het ministerie van OCW het project ‘Terug voor de klas’ gestart dat tot doel had om personen met een onderwijsbevoegdheid die niet (meer) in het onderwijs werkzaam waren, weer voor de klas te krijgen.2 Uit de beleidsevaluatie is gebleken dat een deel van deze stille reserve een baan in het onderwijs heeft gevonden. Uit de evaluatie is tevens het belang gebleken van een goede begeleiding en ondersteuning van de herintreder om succesvol in het onderwijs terug te keren.

2. Doel

Het doel van de regeling is om de terugkeer van herintreders naar het po aantrekkelijk te maken door een tegemoetkoming in de kosten voor begeleiding en ondersteuning van herintreders beschikbaar te stellen aan besturen in het po die hen in dienst nemen.

3. Toepassing Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

Op deze subsidieregeling is de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (hierna: de kaderregeling) van toepassing. Dit betekent dat onder meer de bepalingen over de begrotingsvoorwaarde (artikel 1.4 van de kaderregeling), de uitwerking van de wijze van verdeling van de subsidie (artikel 2.3 van de kaderregeling), de meldingsplicht (artikel 5.7 van de kaderregeling) en de inlichtingenplicht (artikel 5.11 van de kaderregeling) ook gelden voor de ontvanger van een subsidie op grond van deze regeling.

4. Aanvraagprocedure

Een aanvraag kan door een bevoegd gezag met ingang van 1 november 2017 tot en met 31 december 2018 worden ingediend voor een tegemoetkoming in de kosten voor begeleiding en ondersteuning van een herintreder door middel van een aanvraagformulier dat beschikbaar wordt gesteld op de website van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen, DUS-I (www.dus-i.nl).

5. Besluit tot subsidieverstrekking

Uiterlijk 8 weken nadat een subsidie is aangevraagd, wordt de aanvrager in kennis gesteld over het besluit op de aanvraag. Wanneer een aanvraag onvolledig of onvolkomen is, wordt de aanvrager, indien het totaal beschikbare budget nog niet is uitgeput, eenmalig in de gelegenheid gesteld de aanvraag aan te vullen (artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht). Een herstelde aanvraag dient binnen tien werkdagen te worden ingediend. De aanvraag wordt in behandeling genomen vanaf de dag waarop deze volledig is ingediend.

6. Beschikbaar budget

Voor subsidieverstrekking op basis van deze regeling is tot en met 31 december 2018 een bedrag van € 1.250.000 beschikbaar. Hiermee kan voor maximaal 500 herintreders een tegemoetkoming van € 2.500 euro in de kosten voor begeleiding en ondersteuning worden aangevraagd.

7. Verantwoording

De subsidie van € 2.500 per herintreder wordt aan een bestuur in het po verstrekt en bedraagt dus minder dan € 25.000 per beschikking. De verantwoording vindt daarom plaats via de reguliere jaarverslaggeving. Daarnaast geldt de meldplicht op grond van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS en kan DUS-I middels een steekproef controleren.

8. Evaluatie

Mogelijk zal het ministerie van OCW deze regeling evalueren. Desgevraagd zijn subsidieontvangers op grond van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS verplicht om aan deze evaluatie mee te werken.

9. Administratieve lasten aanvragers

Het aanvraagproces is zo ingericht dat het zo min mogelijk administratieve lasten met zich mee brengt. Vanuit DUS-I is een digitaal aanvraagformulier beschikbaar gesteld, waarmee de aanvraag wordt ingediend.

Voor de aanvragers worden de administratieve lasten geschat op gemiddeld circa 1 uur per aanvraag. We gaan uit van maximaal 500 aanvragen, waarmee de totale lasten bij een uurtarief van € 60,– uitkomen op € 30.000.

10. Uitvoering

De regeling wordt namens de minister van OCW uitgevoerd door DUS-I, die de regeling op uitvoerbaarheid heeft beoordeeld. De aanvraag voor subsidie wordt elektronisch ingediend. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van het aanvraagformulier dat beschikbaar wordt gesteld op www.dus-i.nl

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In dit artikel zijn de begripsbepalingen opgenomen.

Zoals blijkt uit de begripsbepaling van ‘bevoegd gezag’, kunnen zowel besturen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs in Nederland en besturen in het po in Caraïbisch Nederland gebruik maken van deze regeling.

Met herintreder bedoelen we in deze regeling zowel personen met een onderwijsbevoegdheid voor het po die na een tijd van afwezigheid in het onderwijs terugkeren als leraar in het po, als ook personen die na het afstuderen als leerkracht basisonderwijs niet meteen zijn begonnen als leraar in het po, maar nu wel voor de klas willen staan.

De bepaling van het begrip ‘leraar’ in deze regeling sluit het gebruik van de subsidie voor zij-instromers uit. Voor deze doelgroep bestaat de regeling subsidie zij-instroom waarmee de kosten voor begeleiding en ondersteuning van zij-instromers kunnen worden gefinancierd.

Artikel 3

De subsidie is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten voor ondersteuning en begeleiding van de herintreder. De activiteiten die hieronder vallen kunnen breed worden opgevat als het ‘opfrissen’ van de kennis en vaardigheden van de herintreder om met voldoende vertrouwen in eigen kunnen (weer) voor de klas te staan. Dit kan bijvoorbeeld door een interne of externe coach te koppelen aan de herintreder of door een herintreder een bij- of nascholingscursus te laten volgen gericht op het wegwerken van eventuele lacunes in kennis of ervaring. De activiteiten waaraan de subsidie wordt besteed, worden in overleg tussen de herintreder en het bevoegd gezag bepaald. De subsidie is niet bedoeld als toelage op het salaris van de herintreder.

Artikel 7

Voor iedere herintreder kan slechts 1 keer subsidie worden aangevraagd. Indien een herintreder met meerdere bevoegd gezagen een dienstverband is aangegaan, dan kan slechts één bevoegd gezag subsidie voor de herintreder aanvragen. Op het aanvraagformulier dat zowel door het bevoegd gezag als de herintreder wordt ondertekend, verklaart de herintreder dat er voor hem of haar niet al door een ander bevoegd gezag aanspraak is gemaakt op de subsidie.

Artikel 8

Middels een aanvraagformulier dat beschikbaar is op de website www.dus-i.nl kan subsidie worden aangevraagd. Dit formulier voorziet in de mogelijkheid voor besturen om voor één of meerdere herintreders tegelijk subsidie aan te vragen. Om in aanmerking te komen voor de subsidie ondertekenen het schoolbestuur en de betrokken herintreder gezamenlijk een verklaring waaruit blijkt dat er voldaan wordt aan de gestelde subsidievoorwaarden uit artikel 9 van de regeling. Hierdoor worden de administratieve lasten voor de aanvrager tot een minimum beperkt. Steekproefsgewijs kan in het kader van de controle van de jaarrekening achteraf de juistheid en volledigheid van de verklaring worden gecheckt.

Artikel 9

Aan het verstrekken van de subsidie zijn de volgende criteria gesteld:

  • De subsidie is bestemd voor herintreders die op zijn vroegst in dienst zijn getreden bij een bevoegd gezag op 1 augustus 2017 en op zijn laatst op 31 december 2018. Voor herintreders die eerder dan 1 augustus 2017 of later dan 31 december 2018 zijn aangesteld of benoemd kan deze subsidie niet worden aangevraagd.

  • De herintreder heeft een dienstverband voor tenminste 6 maanden. Dit kan zowel een tijdelijk als een vast dienstverband zijn, als ook een dienstverband in een invalpool. Het is niet mogelijk om subsidie aan te vragen voor herintreders die een kortlopend dienstverband hebben van minder dan 6 maanden.

  • De herintreder heeft op het moment van benoeming of aanstelling tenminste 12 maanden niet gewerkt als leraar in het primair onderwijs. Van herintreders die een kortere tijd niet als leraar in het primair onderwijs hebben gewerkt, mag verondersteld worden dat zij geen extra ondersteuning of begeleiding nodig hebben om weer voor de klas te staan.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstuk 2016–2017, 27 923 nr. 265.

X Noot
2

Regioplan. Evaluatie project terug voor de klas. Amsterdam, 2003.

Naar boven