Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 25 december 2016, nr. WJZ/16200339, houdende specifieke maatregelen in het beschermings- en toezichtsgebied in verband met de bestrijding hoogpathogene aviaire influenza in Zoeterwoude (Regeling maatregelen beschermings- en toezichtsgebied vogelgriep Zoeterwoude 2016)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 9 van Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandkoming van de interne markt (PbEG 1989, L395); artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG 1990, L 224); Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PbEU 2006, L 10), en de artikelen 17, 18, 30, eerste en derde lid, 31 en 32 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

beschermingsgebied:

gebied als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a;

commercieel gehouden gevogelte:

gevogelte bestemd voor de productie van vlees, eieren of andere producten, voor het uitzetten in het wild, of het fokken van gevogelte voor deze doeleinden, met de bedoeling geld te verdienen;

gevogelte:

pluimvee en andere vogels, in gevangenschap gehouden of gefokt;

hygiëneprotocol:

set praktische hygiëneregels ter bevordering van de bioveiligheid in een specifieke situatie, zoveel mogelijk in overeenstemming met de beginselen en procedures voor reiniging en ontsmetting, bedoeld in bijlage VI bij richtlijn 2005/94/EG;

inrichting:

agrarische of andere inrichting waar commercieel gehouden vogels of andere in gevangenschap levende vogels worden gekweekt of gehouden, met uitzondering van slachthuizen, vervoermiddelen, quarantainevoorzieningen en quarantainestations, grensinspectieposten en laboratoria die met officiële toestemming aviaire influenzavirussen bewaren;

mest:

uitwerpselen en urine van dieren, met uitzondering van gekweekte vissen, met of zonder strooisel;

richtlijn 2005/94/EG:

Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PbEU 2006, L 10);

toezichtsgebied:

gebied als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b;

vervoer:

vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg;

vervoermiddel:

voertuig en materieel met inbegrip van een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;

vogelverblijfplaats:

kooi, volière, terrein of gebouw met uitzondering van menselijke woonruimte, waar gevogelte aanwezig is of gewoonlijk wordt gehouden en aanverwante ruimtes waar materiaal ten behoeve van het gevogelte is opgeslagen of gewoonlijk wordt opgeslagen.

Artikel 2 Aanwijzing beschermings- en toezichtsgebied

  • 1. De minister wijst aan als:

    • a. beschermingsgebied: het gebied, bedoeld in bijlage 1;

    • b. toezichtsgebied: het gebied, bedoeld in bijlage 2.

  • 2. In het beschermingsgebied en het toezichtsgebied zijn de artikelen 3 tot en met 20 van toepassing.

  • 3. De artikelen 3 tot en met 12 zijn mede van toepassing op vervoer van dieren of producten als bedoeld in die artikelen van een locatie binnen het beschermingsgebied of het toezichtsgebied naar een locatie buiten die gebieden.

  • 4. Voor zover in het beschermingsgebied of het toezichtsgebied uit hoofde van andere regelgeving voorschriften ter preventie of bestrijding van aviaire influenza gelden, zijn telkens de meest verstrekkende voorschriften van toepassing.

Artikel 3 Vervoer gevogelte

Het vervoer van gevogelte is verboden.

Artikel 4 Vervoer eieren

  • 1. Het vervoer van eieren, afkomstig van een inrichting, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van consumptie-eieren toegestaan indien:

    • a. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • b. de eieren rechtstreeks worden vervoerd naar een door de minister aangewezen:

      • 1°. pakstation en voldaan wordt aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 26, tweede lid, onderdeel a, van richtlijn 2005/94/EG, of

      • 2°. inrichting voor de bereiding van eiproducten overeenkomstig artikel 26, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 2005/94/EG.

Artikel 5 Vervoer vlees van gevogelte

  • 1. Het vervoer binnen het beschermingsgebied van vlees van gevogelte, afkomstig van een slachthuis, uitsnijderij of koel- en vrieshuis, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van vlees van gevogelte toegestaan, indien:

    • a. het vlees afkomstig is van gevogelte van buiten het beschermingsgebied en bij opslag en vervoer gescheiden is gehouden van vlees van gevogelte van binnen dat gebied, of

    • b. het vlees ten minste 21 dagen voor de datum waarop het beschermingsgebied is aangewezen in dat gebied is geproduceerd en sinds die datum niet is vervoerd en opgeslagen met vlees dat na die datum is geproduceerd.

Artikel 6 Vervoer karkassen van gevogelte

  • 1. Het vervoer van karkassen van gevogelte is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van karkassen van gevogelte toegestaan, indien dit vervoer rechtstreeks plaatsvindt ter verwijdering van de karkassen.

Artikel 7 Vervoer andere dieren

  • 1. Het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren, afkomstig van of naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren, afkomstig van een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien de dieren rechtstreeks worden vervoerd naar een locatie anders dan een inrichting met commercieel gehouden gevogelte.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien de dieren afkomstig zijn van een locatie anders dan een inrichting met commercieel gehouden gevogelte.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is de aanvoer en afvoer van gezelschapsdieren toegestaan, indien de dieren alleen toegang hebben tot voor mensen bestemde leefruimten, waar zij:

    • a. niet in contact komen met gevogelte, en

    • b. geen toegang hebben tot plaatsen waar gevogelte wordt gehouden.

Artikel 8 Vervoer sperma gevogelte

Het vervoer van sperma ten behoeve van de bevruchting van gevogelte is verboden.

Artikel 9 Vervoer sperma andere dieren

  • 1. Het vervoer van sperma ten behoeve van de bevruchting van vee, afkomstig van of naar een inrichting, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van sperma afkomstig van een inrichting toegestaan, indien het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van sperma naar een inrichting toegestaan, indien:

    • a. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • b. voor zover het sperma wordt vervoerd naar een inrichting, de aflevering plaatsvindt aan de openbare weg.

Artikel 10 Vervoer diervoeders

  • 1. Het vervoer van diervoeders voor gevogelte en andere commercieel gehouden dieren afkomstig van of naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van diervoeders naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien:

    • a. per door de vervoerder af te leggen route maximaal één inrichting met commercieel gehouden gevogelte wordt bezocht;

    • b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

Artikel 11 Vervoer melk

  • 1. Het vervoer van rauwe melk en melkproducten, afkomstig van een inrichting met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van rauwe melk en melkproducten toegestaan, indien het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van rauwe melk van de weide naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan indien het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

Artikel 12 Vervoer en aanwenden mest

  • 1. Het vervoer van mest van gevogelte, is verboden.

  • 2. Het vervoer van mest van commercieel gehouden dieren, anders dan gevogelte, afkomstig van een inrichting met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 3. In afwijking van het tweede lid is het vervoer van mest van commercieel gehouden dieren, anders dan gevogelte toegestaan indien het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

  • 4. Het eerste tot en met derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op het aanwenden van mest.

Artikel 13 Doorvoer

  • 1. In afwijking van de artikelen 4, 5 en 7 tot en met 11 is doorgaand vervoer van de in deze artikelen bedoelde dieren en producten door het beschermingsgebied of het toezichtsgebied toegestaan, indien in die gebieden niet wordt gestopt.

  • 2. In afwijking van de artikelen 3, 6 en 12 is doorgaand vervoer van de in deze artikelen bedoelde dieren en producten door het beschermingsgebied of het toezichtsgebied toegestaan, indien het vervoer plaatsvindt via een autosnelweg en in die gebieden niet wordt gestopt.

Artikel 14 Aanvoer en afvoer

Voor zover ingevolge de artikelen 3 tot en met 12 het vervoer van dieren of producten is verboden, is ook het aanvoeren en het afvoeren van deze dieren of producten verboden.

Artikel 15 Verplaatsen vervoermiddelen

  • 1. Het verplaatsen van lege vervoermiddelen, gebruikt of kennelijk bestemd om te worden gebruikt voor het vervoer van de dieren of producten, bedoeld in de artikelen 3 tot en met 12, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, is het verplaatsen van lege vervoermiddelen toegestaan, indien:

    • a. die verplaatsing gebeurt ten behoeve van het vervoer dat is toegestaan op grond van de artikelen 3 tot en met 12;

    • b. het vervoermiddel is gereinigd en ontsmet overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

Artikel 16 Bezoekverbod

  • 1. Het is bezoekers verboden vogelverblijfplaatsen, alsmede niet deugdelijk fysiek van die verblijfplaatsen afgescheiden woonruimte of andere delen van een inrichting te betreden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het betreden van vogelverblijfplaatsen toegestaan, indien:

    • a. het bezoek van de personen noodzakelijk is in het kader van diergezondheid, dierenwelzijn of gezondheid van aanwezige personen in de stal,

    • b. het bezoek aan een houder van commercieel gehouden gevogelte plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • c. de bezoeker het bezoek registreert.

  • 3. In afwijking van het tweede lid zijn de onderdelen b en c van dat lid niet van toepassing op het bezoek van personen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, indien een acute noodsituatie zich tegen toepassing van deze onderdelen verzet.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is het betreden van vogelverblijfplaatsen toegestaan, indien:

    • a. het bezoek betreft van personeel van de inrichting waarvan de vogelverblijfplaats onderdeel uitmaakt,

    • b. het bezoek aan een houder van commercieel gehouden gevogelte plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • c. de bezoeker in de 72 uren voorafgaand aan het bezoek geen andere inrichting met commercieel gehouden gevogelte heeft bezocht.

  • 5. Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op vervoermiddelen van een bezoeker.

Artikel 17 Bezoekersregeling en registratieplicht

  • 1. Het is een houder van gevogelte verboden om bezoekers toe te laten tot zijn vogelverblijfplaatsen alsmede tot een niet deugdelijk fysiek van die verblijfplaatsen afgescheiden woonruimte of andere bedrijfsgedeelten, met uitzondering van de bezoekers, bedoeld in artikel 16, tweede en derde lid, in de daar bedoelde situaties.

  • 2. Een houder van gevogelte houdt een register bij van alle bezoeken aan vogelverblijfplaatsen, niet deugdelijk fysiek van de vogelverblijfplaatsen afgescheiden woonruimte of andere delen van een inrichting, waarin ten minste zijn opgenomen:

    • a. naam, adres en woonplaats van de bezoeker,

    • b. voor zover de bezoeker een vervoermiddel heeft gebruikt: soort en kenteken van het vervoermiddel,

    • c. reden van het bezoek, en

    • d. datum en tijdstip van aankomst en vertrek van de bezoeker.

Artikel 18 Verbod wedstrijden en tentoonstellingen met vogels

  • 1. Alle jaarbeurzen, markten, wedvluchten, culturele evenementen, tentoonstellingen, keuringen en andere tijdelijke verzamelingen zijn verboden, voor zover daar gevogelte op een plaats worden verzameld.

  • 2. Vrijstellingen op grond van artikel 2.5, tweede en derde lid, van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten zijn opgeschort.

Artikel 19 Verbod jagen en doden van wild

  • 1. In afwijking van artikel 31 van de Flora- en faunawet is het verboden te jagen op eenden of te jagen in gebieden waar dit watervogels kan verstoren.

  • 2. Het is verboden in het wild levende dieren te vangen of te doden voor zover dit watervogels betreft of watervogels kan verstoren. Daartoe zijn alle bestaande aanwijzingen, toestemmingen, vrijstellingen en ontheffingen op grond van de artikelen 65, 67, 68, 72 en 75 van de Flora- en faunawet opgeschort.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid is het jagen, vangen en doden van dieren toegestaan indien dit geschiedt:

    • a. ter bescherming van de veiligheid van het luchtverkeer;

    • b. ter bestrijding van muskusratten;

    • c. ter voorkoming van schade door konijnen op industrieterreinen; of

    • d. in het kader van wetenschappelijk onderzoek.

Artikel 20 Afscherm- en ophokplicht gevogelte

  • 1. Iedere houder van commercieel gehouden gevogelte brengt ten minste afscheidingen aan tussen het gevogelte en andere in de inrichting aanwezige dieren dan gevogelte.

  • 2. Iedere houder van gevogelte neemt passende maatregelen om zo veel mogelijk te voorkomen dat het door hem gehouden gevogelte in contact komt met gevogelte van andere houders of met in het wild levende dieren, zoals in het wild levende vogels of hun uitwerpselen.

  • 3. Voor een houder van commercieel gehouden gevogelte, met uitzondering van gevogelte, behorende tot de fazanten (Phasianidae), en de familie van struisvogels (Struthionidae), van emoes (Dromaiidae), en van nandoes (Rheidae) is een passende maatregel als bedoeld in het tweede lid ten minste het binnen een gebouw brengen en daar houden van het gevogelte.

Artikel 21 Hygiëneprotocol

Een hygiëneprotocol wordt ter goedkeuring aan de minister voorgelegd.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl, en treedt onmiddellijk na haar bekendmaking op het internet in werking.

Artikel 23 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling maatregelen beschermings- en toezichtsgebied vogelgriep Zoeterwoude 2016.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 december 2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Namens deze: M. Sonnema de Directeur-Generaal Agro en Natuur

BIJLAGE 1

Beschermingsgebied (3km) Zoeterwoude

  • 1. Vanaf de kruising A4/N11, de A4 volgen in noordelijke richting tot aan kruising A4/N446.

  • 2. De N446 (Doespolderweg, Ofwegen, Kerkweg, Kruisweg) volgen in zuidoostelijke richting tot aan de Woudwetering (Water).

  • 3. De Woudwetering volgen in zuidelijke richting tot aan de Oude Rijn (Water).

  • 4. De Oude Rijn volgen in oostelijke richting tot aan de N209/Gemeneweg.

  • 5. De N209/Gemeneweg volgen in zuidelijke richting tot aan de Hoogeveenseweg.

  • 6. De Hoogeveenseweg volgen in oostelijke richting tot aan de Heereweg.

  • 7. De Heereweg volgen in oostelijke richting overgaand in Dorpsstraat tot aan de Slootweg.

  • 8. De Slootweg volgen in noordoostelijke richting tot aan de Aziëweg.

  • 9. De Aziëweg volgen in zuidelijke richting tot aan de Europaweg.

  • 10. De Europaweg volgen in zuidwestelijke richting tot aan de N206.

  • 11. De N206 volgen in noordwestelijke richting tot aan de A4.

  • 12. De A4 volgen in noordoostelijke richting tot aan kruising A4/N11.

BIJLAGE 2

Toezichtsgebied (10km) Zoeterwoude

  • 1. Vanaf kruising A44/Lisserdijk, de Lissedijk volgen in oostelijke richting overgaand in Huigsloterdijk overgaand in Leimuiderdijk tot aan de N207 Provincialeweg.

  • 2. De N207 Provincialeweg volgen in zuidelijke richting tot aan deN446.

  • 3. De N446 volgen in oostelijke richting tot aan de Aardamseweg.

  • 4. De Aardamseweg volgen in oostelijke richting tot aan de Oostkanaalweg.

  • 5. De Oostkanaalweg volgen in zuidelijke richting tot aan de Nieuwkoopseweg.

  • 6. De Nieuwkoopseweg volgen in oostelijke richting tot aan de Treinweg.

  • 7. De Treinweg volgen in zuidelijke richting tot aan de Oude Rijn (Water).

  • 8. De Oude Rijn volgen in oostelijke richting tot aan de Goudse Rijpad.

  • 9. De Goudse Rijpad volgen in zuidelijke richting tot aan de Rijerskoop.

  • 10. De Rijerskoop volgen in westelijke richting tot aan de Zuidwijk.

  • 11. De Zuidwijk volgen in zuidelijke richting overgaand in Randenburgseweg tot aan de N207.

  • 12. De N207 volgen in zuidelijke richting tot aan de Brugweg.

  • 13. De Brugweg volgen in wesstelijke richting tot aan de Kanaaldijk.

  • 14. De Kanaaldijk volgen in zuidelijke richting tot aan de Dreef.

  • 15. De Dreef volgen in westelijke richting tot aan de Beijerincklaan.

  • 16. De Beijerincklaan volgen in zuidwestelijke richting tot aan de A12.

  • 17. De A12 volgen in westelijke richting tot aan de Rotte (Water).

  • 18. De Rotte volgen in zuidelijke richting tot aan de Lange Vaart.

  • 19. De Lange Vaart volgen in westelijke richting overgaand in Groendelseweg tot aan de Munnikenweg.

  • 20. De Munnikenweg volgen in westelijke richting tot aan de Berkelseweg.

  • 21. De Berkelseweg volgen in noordwestelijke richting tot aan de Katwijkerlaan.

  • 22. De Katwijkerlaan volgen in zuidwestelijke richting tot aan de Nieuwkoopseweg.

  • 23. De Nieuwkoopseweg volgen in noordwestelijke richting tot aan de `s Gravenweg.

  • 24. De `s Gravenweg volgen in westelijke richting tot aan de spoorlijn Rotterdam / Leiderdorp.

  • 25. De spoorlijn Rotterdam Leiderdorp volgen in noordelijke richting tot aan de A12.

  • 26. De A12 volgen in westelijke richting tot aan A4/ knooppunt PrinsClausplein.

  • 27. De A4 volgen in noordelijke richting tot aan de N14.

  • 28. De N14 volgen in westelijke richting overgaand in N14/ Rijksstraatweg volgen noordelijke richting tot aan de Rust en Vreugdelaan.

  • 29. De Rust en Vreugdelaan volgen in westelijke richting overgaand in Lijsterlaan tot aan de Jagerslaan.

  • 30. De Jagerslaan zuide volgen in noordelijke richting overgaand in Jagerslaan noord tot aan de Katwijkerweg.

  • 31. De Katwijkerweg volgen in west- noordelijke richting overgaand in de Wassenaarseweg tot aan de N206/ Provincialeweg.

  • 32. De N206/ Provincialeweg volgen in noordelijke richting tot aan de Sandtlaan.

  • 33. De Sandtlaan volgen in oostelijke richting overgaand in de Oegstgeesterweg tot aan de Brouwerstraat.

  • 34. De Brouwerstraat volgen in noordelijke richting overgaand in Noordwijkerweg tot aan de Voorhoutenweg.

  • 35. De Voorhoutenweg volgen in noordoostelijke richting tot aan de Vinkenweg.

  • 36. De Vinkenweg volgen in oostelijke richting tot aan de Elsgeesterweg.

  • 37. De Elsgeesterweg volgen in noordoostelijke richting overgaand in Eerste Elsgeesterweg tot aan de N444/ Leidsevaart.

  • 38. De N444/ Leidsevaart volgen in zuidelijke richting tot aan de A44.

  • 39. De A44 volgen in oostelijke richting tot aan de kruising A44/Lisserdijk.

TOELICHTING

In het najaar van 2016 hebben meerdere lidstaten melding gedaan van hoogpathogene vogelgriep van het type H5N8 bij wilde watervogels. Daarbij hebben zich ook in Nederland gevallen voorgedaan van besmetting van wilde watervogels en hobbymatig gehouden vogels. In verband hiermee is de Regeling preventie vogelgriep 2016 vastgesteld waarmee landelijk preventieve maatregelen zijn getroffen zoals een afscherm- en ophokplicht voor gevogelte en een bezoekersregeling.

Heden is een negende uitbraak van aviaire influenza ofwel vogelgriep geconstateerd bij een pluimveebedrijf te Zoeterwoude in Zuid-Holland. Het betreft de H5 variant. Gezien de symptomen en de hoge besmettingsdruk vanuit de wilde vogels gaat het om hoog pathogene aviaire influenza (hierna: HPAI).

Uit het oogpunt van de bestrijding van HPAI en het voorkomen van verdere uitbraken van deze ziekte worden met onderhavige regeling een beschermings- en toezichtsgebied aangewezen rond de nieuw besmette locatie in Zoeterwoude. Dat zijn de gebieden met een straal van respectievelijk 3 km en 10 km rond het nieuw besmette bedrijf, waarbij het toezichtsgebied wordt ingesteld rondom het beschermingsgebied. In deze gebieden gelden diverse maatregelen.

Opgemerkt wordt dat deze regeling voornamelijk voorschriften bevat ten aanzien van handelingen met dieren en producten die afkomstig zijn van, worden vervoerd naar of aanwezig zijn in een inrichting. Een inrichting is iedere plaats waar gevogelte wordt gehouden. In de regeling wordt overigens ten aanzien van enkele voorschriften onderscheid gemaakt tussen inrichtingen waar gevogelte wel of niet commercieel wordt gehouden. Slachthuizen, vervoermiddelen, quarantainevoorzieningen, quarantainestations, grensinspectieposten en laboratoria waar met officiële toestemming AI-virussen worden bewaard zijn overigens van het inrichtingsbegrip uitgezonderd.

Op grond van deze regeling gelden er vervoersverboden voor gevogelte, andere dieren, eieren, sperma ten behoeve van de bevruchting van gevogelte en vee, vlees en karkassen van gevogelte, diervoeders, melk en mest. In enkele gevallen is het toegestaan voornoemde dieren en producten toch te vervoeren. De toegestane uitzonderingen en de voorwaarden waaronder van deze uitzonderingsmogelijkheden gebruik kan worden gemaakt, zijn in de betreffende artikelen opgenomen. Overigens geldt er eveneens een vervoersverbod voor (lege) vervoermiddelen die gebruikt zijn of kennelijk bestemd om te worden gebruikt voor het vervoer van de hiervoor bedoelde dieren en producten.

De bezoekersregeling houdt in dat de toegang tot bedrijven waar gevogelte aanwezig is of normaliter wordt gehouden voor bezoekers verboden is, met uitzondering van het woonhuis of een boerderijwinkel of -camping of andere agrarische nevenactiviteit (zogenoemde andere bedrijfsgedeelten), mits fysiek afgescheiden van de vogelverblijfplaatsen. Een deugdelijke fysieke afscheiding betekent de aanwezigheid van een muur of een met platen opgetrokken wand en dergelijke. Afscheiding door middel van een lint of vergelijkbaar materiaal voldoet niet. Bepaalde categorieën bezoekers (zoals politie of medische hulpverleners) hebben onder omstandigheden wel toegang tot de vogelverblijfplaatsen, voor zover dit noodzakelijk is in het kader van diergezondheid, dierenwelzijn of gezondheid van aanwezige personen in de stal. Een dierenarts mag bijvoorbeeld wel de stal in als er sprake is van ziek pluimvee, maar een adviseur van de veevoerindustrie mag niet de stal in om te beoordelen of de kippen goed groeien. Dit laatste is niet noodzakelijk voor diergezondheid of dierenwelzijn.

Ten aanzien van het personeel van de bedrijven geldt ook dat zij het bedrijf slechts mogen betreden als zij aan een aantal voorwaarden voldoen. Daarnaast geldt dat de gevogeltehouder een register bij moet houden van degenen die zijn inrichting hebben bezocht.

Daarnaast geldt dat de gevogeltehouder een register bij moet houden van degenen die zijn inrichting hebben bezocht.

In het beschermings- en toezichtsgebied zijn tentoonstellingen e.d. waarbij vogels bijeengebracht worden, verboden.

Tot slot dienen bedrijven ervoor te zorgen dat hun gevogelte wordt afgeschermd van op het bedrijf aanwezige zoogdieren. Alle houders van gevogelte moeten ervoor zorgen dat de vogels niet in contact komen met andere (wilde) vogels en hun uitwerpselen. Houders van commercieel gehouden gevogelte doen dit door hun dieren op te hokken in een gebouw. Dit geldt ook voor vrije uitloop en biologische pluimveebedrijven.

Ingevolge artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren geldt een algemene zorgplicht voor iedere dierhouder om redelijkerwijs al het noodzakelijke te doen of na te laten om besmetting te voorkomen. Dat betreft dus zaken die in zijn macht liggen, zoals zorg dragen voor adequate hygiënemaatregelen, zoveel mogelijk sleepsporen gescheiden houden en in het algemeen het verkeer over zijn bedrijf zo min mogelijk langs de verblijven van het gevogelte leiden.

Het is mogelijk dat er uit hoofde van andere (crisis)regelgeving ter preventie of bestrijding van vogelgriep ook voorschriften in het beschermings- en toezichtsgebied rond Zoeterwoude gelden. Om te voorkomen dat verwarring ontstaat over de voorschriften die van toepassing zijn, is in onderhavige regeling opgenomen dat wanneer er meerdere voorschriften gelden, telkens het meest verstrekkende voorschrift van toepassing is.

Deze regeling wordt op basis van artikel 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren bekendgemaakt op internet en treedt onmiddellijk in werking. De media zullen worden geïnformeerd over deze bekendmaking. Ook informatie over de aanwijzing van pakstations of goedgekeurde hygiëneprotocollen zal via internet, op de website van de NVWA, kunnen worden geraadpleegd. Overigens wordt de regeling ook aan de Staatscourant aangeboden voor publicatie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Namens deze: M. Sonnema de Directeur-Generaal Agro en Natuur

Naar boven