De Minister van Economische Zaken, handelende in overeenstemming met de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op artikel 8 van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad
van Europese Unie van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek
betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PbEU L 311) en artikel 10.1
van de Wet dieren;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling diergeneesmiddelen wordt als volgt gewijzigd:
In bijlage 4, onderdeel D, tweede lid, wordt ‘1 januari 2018’ vervangen door: 1 januari
2022.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
's-Gravenhage, 19 oktober 2017
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling strekt tot wijziging van de Regeling diergeneesmiddelen. Een bestaande
vrijstelling van het verbod in artikel 2.19, eerste lid, van de Wet dieren tot het
toepassen en met het oog daarop voorhanden hebben of in voorraad hebben en het afleveren
van een diergeneesmiddel waarvoor geen vergunning is afgegeven wordt verlengd. Het
gebruik van niet-geregistreerde diergeneesmiddelen is op grond van de Europese regelgeving
in specifieke situaties toegestaan. Op grond van artikel 8 van Richtlijn nr. 2001/82/EG
mogen lidstaten toestaan dat, ingeval van ernstige epizoötische ziekten, immunologische
diergeneesmiddelen worden toegepast die niet zijn geregistreerd in een EU-lidstaat.
Conform voornoemd artikel is de Europese Commissie in kennis gesteld van de gedetailleerde
gebruiksvoorwaarden van het diergeneesmiddel.
Door de vrijstelling te verlengen, blijft het mogelijk om olifanten, neushoorns en
tapirs te vaccineren met het diergeneesmiddel Modified Vaccinia Virus Ankara van het
Institut für Medizinische Mikrobiologie, Infektions- und Seuchenmedizin van de Ludwig-Maximilians-Universität
München. Dit vaccin is bestemd voor het voorkomen van koepokken. Koepokken wordt veroorzaakt
door een virus. De ziekte wordt gekenmerkt door zweren en pokken op de huid. Onder
andere olifanten, neushoorns en tapirs zijn gevoelig voor deze besmettelijke dierziekte.
In Europa zijn op dit moment geen diergeneesmiddelen geregistreerd waarmee koepokken
worden bestreden. Het wordt evenwel noodzakelijk geacht dat olifanten, neushoorns
en tapirs in Nederlandse dierentuinen tegen deze ziekte worden gevaccineerd. Een dier
dat besmet is met koepokken kan dit virus via direct contact overdragen op andere
dieren of mensen. Omdat olifanten, neushoorns en tapirs in dierentuinen in groepen
worden gehuisvest, is het risico op verspreiding van de ziekte ingeval van een uitbraak
groot. De ziekte kenmerkt zich bij deze dieren bovendien vaak door een fatale afloop.
Daar het bedreigde diersoorten betreft is het van groot belang dat een uitbraak van
koepokken bij olifanten, neushoorns en tapirs voorkomen wordt. Om de gezondheid van
de in Nederlandse dierentuinen levende olifanten, neushoorns en tapirs en van mensen
die direct contact met deze dieren hebben te beschermen, is het noodzakelijk dat deze
dieren tegen koepokken worden gevaccineerd.
Het vaccin mag alleen worden toegediend bij olifanten, neushoorns en tapirs die conform
artikel 4.9 van het Besluit houders van dieren geregistreerd zijn en worden gehouden
in dierentuinen die zijn aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen.
De dierenarts past het vaccin toe overeenkomstig de gebruiksvoorschriften en de instructies
van de fabrikant van het middel. De vrijstelling is van kracht tot 1 januari 2022.
Administratieve lasten
De onderhavige wijzigingsregeling bevat geen verplichtingen tot informatieverstrekking
aan de overheid en leidt aldus niet tot aanvullende administratieve lasten.
Vaste Verandermomenten
In verband met de systematiek van de Vaste Verandermomenten gelden voor ministeriële
regelingen vier vaste inwerkingtredingsdata per jaar en geldt een minimale invoeringstermijn
van twee maanden. De onderhavige regeling is hiermee in overeenstemming.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp