Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 16 december 2016, nr. WJZ/16196333, houdende specifieke maatregelen in het beschermings- en toezichtsgebied in verband met de bestrijding van hoogpathogene aviaire influenza in Kamperveen (Regeling maatregelen beschermings- en toezichtsgebied vogelgriep Kamperveen 2016)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 9 van Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandkoming van de interne markt (PbEG 1989, L395); artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG 1990, L 224); Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PbEU 2006, L 10), en de artikelen 17, 18, 30, eerste en derde lid, 31 en 32 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

beschermingsgebied:

gebied als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a;

commercieel gehouden gevogelte:

gevogelte bestemd voor de productie van vlees, eieren of andere producten, voor het uitzetten in het wild, of het fokken van gevogelte voor deze doeleinden, met de bedoeling geld te verdienen;

gevogelte:

pluimvee en andere vogels, in gevangenschap gehouden of gefokt;

hygiëneprotocol:

set praktische hygiëneregels ter bevordering van de bioveiligheid in een specifieke situatie, zoveel mogelijk in overeenstemming met de beginselen en procedures voor reiniging en ontsmetting, bedoeld in bijlage VI bij richtlijn 2005/94/EG;

inrichting:

agrarische of andere inrichting waar commercieel gehouden vogels of andere in gevangenschap levende vogels worden gekweekt of gehouden, met uitzondering van slachthuizen, vervoermiddelen, quarantainevoorzieningen en quarantainestations, grensinspectieposten en laboratoria die met officiële toestemming aviaire influenzavirussen bewaren;

mest:

uitwerpselen en urine van dieren, met uitzondering van gekweekte vissen, met of zonder strooisel;

richtlijn 2005/94/EG:

Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PbEU 2006, L 10);

toezichtsgebied:

gebied als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b;

vervoer:

vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg;

vervoermiddel:

voertuig en materieel met inbegrip van een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;

vogelverblijfplaats:

kooi, volière, terrein of gebouw met uitzondering van menselijke woonruimte, waar gevogelte aanwezig is of gewoonlijk wordt gehouden en aanverwante ruimtes waar materiaal ten behoeve van het gevogelte is opgeslagen of gewoonlijk wordt opgeslagen.

Artikel 2 Aanwijzing beschermings- en toezichtsgebied

  • 1. De minister wijst aan als:

    • a. beschermingsgebied: het gebied, bedoeld in bijlage 1;

    • b. toezichtsgebied: het gebied, bedoeld in bijlage 2.

  • 2. In het beschermingsgebied en het toezichtsgebied zijn de artikelen 3 tot en met 20 van toepassing.

  • 3. De artikelen 3 tot en met 12 zijn mede van toepassing op vervoer van dieren of producten als bedoeld in die artikelen van een locatie binnen het beschermingsgebied of het toezichtsgebied naar een locatie buiten die gebieden.

  • 4. Voor zover in het beschermingsgebied of het toezichtsgebied uit hoofde van andere regelgeving voorschriften ter preventie of bestrijding van aviaire influenza gelden, zijn telkens de meest verstrekkende voorschriften van toepassing.

Artikel 3 Vervoer gevogelte

Het vervoer van gevogelte is verboden.

Artikel 4 Vervoer eieren

  • 1. Het vervoer van eieren, afkomstig van een inrichting, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van consumptie-eieren toegestaan indien:

    • a. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • b. de eieren rechtstreeks worden vervoerd naar een door de minister aangewezen:

      • 1°. pakstation en voldaan wordt aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 26, tweede lid, onderdeel a, van richtlijn 2005/94/EG, of

      • 2°. inrichting voor de bereiding van eiproducten overeenkomstig artikel 26, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 2005/94/EG.

Artikel 5 Vervoer vlees van gevogelte

  • 1. Het vervoer binnen het beschermingsgebied van vlees van gevogelte, afkomstig van een slachthuis, uitsnijderij of koel- en vrieshuis, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van vlees van gevogelte toegestaan, indien:

    • a. het vlees afkomstig is van gevogelte van buiten het beschermingsgebied en bij opslag en vervoer gescheiden is gehouden van vlees van gevogelte van binnen dat gebied, of

    • b. het vlees ten minste 21 dagen voor de datum waarop het beschermingsgebied is aangewezen in dat gebied is geproduceerd en sinds die datum niet is vervoerd en opgeslagen met vlees dat na die datum is geproduceerd.

Artikel 6 Vervoer karkassen van gevogelte

  • 1. Het vervoer van karkassen van gevogelte is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van karkassen van gevogelte toegestaan, indien dit vervoer rechtstreeks plaatsvindt ter verwijdering van de karkassen.

Artikel 7 Vervoer andere dieren

  • 1. Het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren, afkomstig van of naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren, afkomstig van een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien de dieren rechtstreeks worden vervoerd naar een locatie anders dan een inrichting met commercieel gehouden gevogelte.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien de dieren afkomstig zijn van een locatie anders dan een inrichting met commercieel gehouden gevogelte.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is de aanvoer en afvoer van gezelschapsdieren toegestaan, indien de dieren alleen toegang hebben tot voor mensen bestemde leefruimten, waar zij:

    • a. niet in contact komen met gevogelte, en

    • b. geen toegang hebben tot plaatsen waar gevogelte wordt gehouden.

Artikel 8 Vervoer sperma gevogelte

Het vervoer van sperma ten behoeve van de bevruchting van gevogelte is verboden.

Artikel 9 Vervoer sperma andere dieren

  • 1. Het vervoer van sperma ten behoeve van de bevruchting van vee, afkomstig van of naar een inrichting, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van sperma afkomstig van een inrichting toegestaan, indien het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van sperma naar een inrichting toegestaan, indien:

    • a. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • b. voor zover het sperma wordt vervoerd naar een inrichting, de aflevering plaatsvindt aan de openbare weg.

Artikel 10 Vervoer diervoeders

  • 1. Het vervoer van diervoeders voor gevogelte en andere commercieel gehouden dieren afkomstig van of naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van diervoeders naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien:

    • a. per door de vervoerder af te leggen route maximaal één inrichting met commercieel gehouden gevogelte wordt bezocht;

    • b. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

Artikel 11 Vervoer melk

  • 1. Het vervoer van rauwe melk en melkproducten, afkomstig van een inrichting met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van rauwe melk en melkproducten toegestaan, indien het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van rauwe melk van de weide naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan indien het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

Artikel 12 Vervoer en aanwenden mest

  • 1. Het vervoer van mest van gevogelte, is verboden.

  • 2. Het vervoer van mest van commercieel gehouden dieren, anders dan gevogelte, afkomstig van een inrichting met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 3. In afwijking van het tweede lid is het vervoer van mest van commercieel gehouden dieren, anders dan gevogelte toegestaan indien het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

  • 4. Het eerste tot en met derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op het aanwenden van mest.

Artikel 13 Doorvoer

  • 1. In afwijking van de artikelen 4, 5 en 7 tot en met 11 is doorgaand vervoer van de in deze artikelen bedoelde dieren en producten door het beschermingsgebied of het toezichtsgebied toegestaan, indien in die gebieden niet wordt gestopt.

  • 2. In afwijking van de artikelen 3, 6 en 12 is doorgaand vervoer van de in deze artikelen bedoelde dieren en producten door het beschermingsgebied of het toezichtsgebied toegestaan, indien het vervoer plaatsvindt via een autosnelweg en in die gebieden niet wordt gestopt.

Artikel 14 Aanvoer en afvoer

Voor zover ingevolge de artikelen 3 tot en met 12 het vervoer van dieren of producten is verboden, is ook het aanvoeren en het afvoeren van deze dieren of producten verboden.

Artikel 15 Verplaatsen vervoermiddelen

  • 1. Het verplaatsen van lege vervoermiddelen, gebruikt of kennelijk bestemd om te worden gebruikt voor het vervoer van de dieren of producten, bedoeld in de artikelen 3 tot en met 12, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, is het verplaatsen van lege vervoermiddelen toegestaan, indien:

    • a. die verplaatsing gebeurt ten behoeve van het vervoer dat is toegestaan op grond van de artikelen 3 tot en met 12;

    • b. het vervoermiddel is gereinigd en ontsmet overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol.

Artikel 16 Bezoekverbod

  • 1. Het is bezoekers verboden vogelverblijfplaatsen, alsmede niet deugdelijk fysiek van die verblijfplaatsen afgescheiden woonruimte of andere delen van een inrichting te betreden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het betreden van vogelverblijfplaatsen toegestaan, indien:

    • a. het bezoek van de personen noodzakelijk is in het kader van diergezondheid, dierenwelzijn of gezondheid van aanwezige personen in de stal,

    • b. het bezoek aan een houder van commercieel gehouden gevogelte plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • c. de bezoeker het bezoek registreert.

  • 3. In afwijking van het tweede lid zijn de onderdelen b en c van dat lid niet van toepassing op het bezoek van personen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, onder 1°, indien een acute noodsituatie zich tegen toepassing van deze onderdelen verzet.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is het betreden van vogelverblijfplaatsen toegestaan, indien:

    • a. het bezoek betreft van personeel van de inrichting waarvan de vogelverblijfplaats onderdeel uitmaakt,

    • b. het bezoek aan een houder van commercieel gehouden gevogelte plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • c. de bezoeker in de 72 uren voorafgaand aan het bezoek geen andere inrichting met commercieel gehouden gevogelte heeft bezocht.

  • 5. Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op vervoermiddelen van een bezoeker.

Artikel 17 Bezoekersregeling en registratieplicht

  • 1. Het is een houder van gevogelte verboden om bezoekers toe te laten tot zijn vogelverblijfplaatsen alsmede tot een niet deugdelijk fysiek van die verblijfplaatsen afgescheiden woonruimte of andere bedrijfsgedeelten, met uitzondering van de bezoekers, bedoeld in artikel 16, tweede en derde lid, in de daar bedoelde situaties.

  • 2. Een houder van gevogelte houdt een register bij van alle bezoeken aan vogelverblijfplaatsen, niet deugdelijk fysiek van de vogelverblijfplaatsen afgescheiden woonruimte of andere delen van een inrichting, waarin ten minste zijn opgenomen:

    • a. naam, adres en woonplaats van de bezoeker,

    • b. voor zover de bezoeker een vervoermiddel heeft gebruikt: soort en kenteken van het vervoermiddel,

    • c. reden van het bezoek, en

    • d. datum en tijdstip van aankomst en vertrek van de bezoeker.

Artikel 18 Verbod wedstrijden en tentoonstellingen met vogels

  • 1. Alle jaarbeurzen, markten, wedvluchten, culturele evenementen, tentoonstellingen, keuringen en andere tijdelijke verzamelingen zijn verboden, voor zover daar gevogelte op een plaats worden verzameld.

  • 2. Vrijstellingen op grond van artikel 2.5, tweede en derde lid, van de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten zijn opgeschort.

Artikel 19 Verbod jagen en doden van wild

  • 1. In afwijking van artikel 31 van de Flora- en faunawet is het verboden te jagen op eenden of te jagen in gebieden waar dit watervogels kan verstoren.

  • 2. Het is verboden in het wild levende dieren te vangen of te doden voor zover dit watervogels betreft of watervogels kan verstoren. Daartoe zijn alle bestaande aanwijzingen, toestemmingen, vrijstellingen en ontheffingen op grond van de artikelen 65, 67, 68, 72 en 75 van de Flora- en faunawet opgeschort.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid is het jagen, vangen en doden van dieren toegestaan indien dit geschiedt:

    • a. ter bescherming van de veiligheid van het luchtverkeer;

    • b. ter bestrijding van muskusratten;

    • c. ter voorkoming van schade door konijnen op industrieterreinen; of

    • d. in het kader van wetenschappelijk onderzoek.

Artikel 20 Afscherm- en ophokplicht gevogelte

  • 1. Iedere houder van commercieel gehouden gevogelte brengt ten minste afscheidingen aan tussen het gevogelte en andere in de inrichting aanwezige dieren dan gevogelte.

  • 2. Iedere houder van gevogelte neemt passende maatregelen om zo veel mogelijk te voorkomen dat het door hem gehouden gevogelte in contact komt met gevogelte van andere houders of met in het wild levende dieren, zoals in het wild levende vogels of hun uitwerpselen.

  • 3. Voor een houder van commercieel gehouden gevogelte, met uitzondering van gevogelte, behorende tot de fazanten (Phasianidae), en de familie van struisvogels (Struthionidae), van emoes (Dromaiidae), en van nandoes (Rheidae) is een passende maatregel als bedoeld in het tweede lid ten minste het binnen een gebouw brengen en daar houden van het gevogelte.

Artikel 21 Hygiëneprotocol

Een hygiëneprotocol wordt ter goedkeuring aan de minister voorgelegd.

Artikel 22 Wijziging Regeling maatregelen beschermings- en toezichtsgebied vogelgriep Biddinghuizen 2016

De Regeling maatregelen beschermings- en toezichtsgebied vogelgriep Biddinghuizen 2016 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4 Vervoer eieren

  • 1. Het vervoer van eieren, afkomstig van een inrichting, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van consumptie-eieren toegestaan indien:

    • a. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • b. de eieren rechtstreeks worden vervoerd naar een door de minister aangewezen:

      • 1°. pakstation en voldaan wordt aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 26, tweede lid, onderdeel a, van richtlijn 2005/94/EG, of

      • 2°. inrichting voor de bereiding van eiproducten overeenkomstig artikel 26, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 2005/94/EG.

B

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7 Vervoer andere dieren

  • 1. Het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren, afkomstig van of naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren, afkomstig van een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien de dieren rechtstreeks worden vervoerd naar een locatie anders dan een inrichting met commercieel gehouden gevogelte.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien de dieren afkomstig zijn van een locatie anders dan een inrichting met commercieel gehouden gevogelte.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is de aanvoer en afvoer van gezelschapsdieren toegestaan, indien de dieren alleen toegang hebben tot voor mensen bestemde leefruimten, waar zij:

    • a. niet in contact komen met gevogelte, en

    • b. geen toegang hebben tot plaatsen waar gevogelte wordt gehouden.

C

In de artikelen 10, eerste lid, en 12, eerste en tweede lid, wordt ‘Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg,’ telkens vervangen door: Het vervoer.

Artikel 23 Wijziging Regeling maatregelen beschermings- en toezichtsgebied vogelgriep Biddinghuizen 2016 II

De Regeling maatregelen beschermings- en toezichtsgebied vogelgriep Biddinghuizen 2016 II wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4 Vervoer eieren

  • 1. Het vervoer van eieren, afkomstig van een inrichting, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van consumptie-eieren toegestaan indien:

    • a. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • b. de eieren rechtstreeks worden vervoerd naar een door de minister aangewezen:

      • 1°. pakstation en voldaan wordt aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 26, tweede lid, onderdeel a, van richtlijn 2005/94/EG, of

      • 2°. inrichting voor de bereiding van eiproducten overeenkomstig artikel 26, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 2005/94/EG.

B

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7 Vervoer andere dieren

  • 1. Het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren, afkomstig van of naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren, afkomstig van een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien de dieren rechtstreeks worden vervoerd naar een locatie anders dan een inrichting met commercieel gehouden gevogelte.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien de dieren afkomstig zijn van een locatie anders dan een inrichting met commercieel gehouden gevogelte.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is de aanvoer en afvoer van gezelschapsdieren toegestaan, indien de dieren alleen toegang hebben tot voor mensen bestemde leefruimten, waar zij:

    • a. niet in contact komen met gevogelte, en

    • b. geen toegang hebben tot plaatsen waar gevogelte wordt gehouden.

C

In de artikelen 10, eerste lid, en 12, eerste en tweede lid, wordt ‘Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg,’ telkens vervangen door: Het vervoer.

Artikel 24 Wijziging Regeling maatregelen beschermings- en toezichtsgebied vogelgriep Biddinghuizen 2016 III

De Regeling maatregelen beschermings- en toezichtsgebied vogelgriep Biddinghuizen 2016 III wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4 Vervoer eieren

  • 1. Het vervoer van eieren, afkomstig van een inrichting, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van consumptie-eieren toegestaan indien:

    • a. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • b. de eieren rechtstreeks worden vervoerd naar een door de minister aangewezen:

      • 1°. pakstation en voldaan wordt aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 26, tweede lid, onderdeel a, van richtlijn 2005/94/EG, of

      • 2°. inrichting voor de bereiding van eiproducten overeenkomstig artikel 26, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 2005/94/EG.

B

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7 Vervoer andere dieren

  • 1. Het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren, afkomstig van of naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren, afkomstig van een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien de dieren rechtstreeks worden vervoerd naar een locatie anders dan een inrichting met commercieel gehouden gevogelte.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien de dieren afkomstig zijn van een locatie anders dan een inrichting met commercieel gehouden gevogelte.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is de aanvoer en afvoer van gezelschapsdieren toegestaan, indien de dieren alleen toegang hebben tot voor mensen bestemde leefruimten, waar zij:

    • a. niet in contact komen met gevogelte, en

    • b. geen toegang hebben tot plaatsen waar gevogelte wordt gehouden.

C

In de artikelen 10, eerste lid, en 12, eerste en tweede lid, wordt ‘Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg,’ telkens vervangen door: Het vervoer.

Artikel 25 Wijziging Regeling maatregelen beschermings- en toezichtsgebied vogelgriep Abbega 2016

De Regeling maatregelen beschermings- en toezichtsgebied vogelgriep Abbega 2016 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, tweede lid, wordt ‘3 tot en met 19’ vervangen door: 3 tot en met 20.

B

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4 Vervoer eieren

  • 1. Het vervoer van eieren, afkomstig van een inrichting, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van consumptie-eieren toegestaan indien:

    • a. het vervoer plaatsvindt overeenkomstig een goedgekeurd hygiëneprotocol, en

    • b. de eieren rechtstreeks worden vervoerd naar een door de minister aangewezen:

      • 1°. pakstation en voldaan wordt aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 26, tweede lid, onderdeel a, van richtlijn 2005/94/EG, of

      • 2°. inrichting voor de bereiding van eiproducten overeenkomstig artikel 26, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 2005/94/EG.

C

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7 Vervoer andere dieren

  • 1. Het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren, afkomstig van of naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte, is verboden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren, afkomstig van een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien de dieren rechtstreeks worden vervoerd naar een locatie anders dan een inrichting met commercieel gehouden gevogelte.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren naar een inrichting met commercieel gehouden gevogelte toegestaan, indien de dieren afkomstig zijn van een locatie anders dan een inrichting met commercieel gehouden gevogelte.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is de aanvoer en afvoer van gezelschapsdieren toegestaan, indien de dieren alleen toegang hebben tot voor mensen bestemde leefruimten, waar zij:

    • a. niet in contact komen met gevogelte, en

    • b. geen toegang hebben tot plaatsen waar gevogelte wordt gehouden.

D

In de artikelen 10, eerste lid, en 12, eerste en tweede lid, wordt ‘Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing zonder vervoermiddel, over de openbare weg,’ telkens vervangen door: Het vervoer.

Artikel 26 Inwerkingtreding

Deze regeling wordt bekendgemaakt op www.rijksoverheid.nl, en treedt onmiddellijk na haar bekendmaking op het internet in werking.

Artikel 27 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling maatregelen beschermings- en toezichtsgebied vogelgriep Kamperveen 2016.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 december 2016

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

BIJLAGE 1 BESCHERMINGSGEBIED

Beschrijving 3 km Kamperveen

  • 1. Vanaf de kruising van de N307 en de Buitendijksweg, de Buitendijksweg volgend in zuidelijke richting tot aan de Cellesbroeksweg.

  • 2. De Cellesbroeksweg volgend in oostelijke richting tot aan de Zwartendijk.

  • 3. De Zwartendijk volgend in zuidelijke richting tot aan de Slaper.

  • 4. De Slaper volgend in noordoostelijke richting tot aan de Meester J.L.M. Niersallee.

  • 5. De Meester J.L.M. Niersallee volgend in noordoostelijke richting tot aan de N763.

  • 6. De N763 volgend in zuidelijke richting tot aan de N308.

  • 7. De N308 volgend in westelijke richting tot aan de Polweg.

  • 8. De Polweg volgend in noordelijke richting tot aan de Oosterbroekweg.

  • 9. De Oosterbroekweg volgend in westelijke richting tot aan de Oosterseweg.

  • 10. De Oosterseweg volgend in noordelijke richting tot aan de Zwarteweg.

  • 11. De Zwarteweg volgend in westelijke richting overgaan in de Oostendorperstraatweg tot aan de Weeren.

  • 12. De Weeren volgend in westelijke richting tot aan de Oostelijke Rondweg.

  • 13. De Oostelijke Rondweg volgend in noordelijke richting tot aan de Wijkerwoldweg.

  • 14. De Wijkerwoldweg volgend in noordelijke richting overgaand in westelijke richting tot aan het Drontermeer.

  • 15. Het Drontermeer volgend in noordelijke richting tot aan de N307.

  • 16. De N307 volgend in oostelijke richting tot aan de Buitendijkseweg.

BIJLAGE 2 TOEZICHTSGEBIED

Beschrijving 10 km Kamperveen

  • 1. Vanaf de kruising N50 / Noorddiepweg, Noorddiepweg volgen in zuidoostelijke richting tot aan Kattewaardweg.

  • 2. Kattewaardweg volgen in oostelijke richting tot aan Frieseweg.

  • 3. Frieseweg volgen in noordelijke richting tot aan Middendijk.

  • 4. Middendijk volgen in oostelijke richting tot aan Heultjesweg.

  • 5. Heultjesweg volgen in oos- zuidoostelijke richting tot aan Nijlandsweg.

  • 6. Nijlandsweg volgen in oostelijke richting tot aan Stikkenpolderweg.

  • 7. Stikkenpolderweg volgen in zuidelijke richting tot aan Nesweg.

  • 8. Nesweg volgen in noordoostelijke richting tot aan Brinkweg.

  • 9. Brinkweg volgen in zuidelijke richting tot aan waterloop.

  • 10. Waterloop volgen in oostelijke richting tot aan Mandjeswaardweg.

  • 11. Mandjeswaardweg. Volgen in zuidelijke richting tot aan Provincialeweg N760.

  • 12. Provincialeweg N760 volgen in oostelijke richting overgaand in Kamperzeedijk West tot aan Schaapsteeg.

  • 13. Schaapsteeg volgen in zuidelijke richting overgaand in Oude Wetering tot aan Stadshagenallee.

  • 14. Stadshagenallee volgen in oostelijke richting tot aan Milligerlaan.

  • 15. Milligerlaan volgen in zuidelijke richting tot aan Mastenbroekerallee.

  • 16. Mastenbroekerallee volgen in oostelijke richting tot aan Hasselterdijk.

  • 17. Hasselterdijk volgen in zuidelijke richting tot aan Frankhuisweg.

  • 18. Frankhuisweg volgen in zuidelijke richting tot aan Hasselterweg.

  • 19. Hasselterweg volgen in zuidwestelijke richting tot aan Blaloweg.

  • 20. Blaloweg volgen in zuidelijke richting tot aan Westenholterallee.

  • 21. Westerholterallee volgen in zuidoostelijke richting overgaand in IJselallee tot aan Spoorlijn Zwolle – Amersfoort.

  • 22. Spoorlijn Zwolle – Amersfoort volgen in zuidelijke richting tot aan IJssel.

  • 23. IJssel volgen in zuidelijke richting tot aan. Jaagpad.

  • 24. Jaagpad volgen in zuidelijke richting tot aan Nieuweg.

  • 25. Nieuweweg volgen in zuidelijke richting overgaand in Apeldoornseweg overgaand in Groteweg tot aan Molenweg.

  • 26. Molenweg volgen in noordwestelijke richting tot aan Leemculenweg.

  • 27. Leemculenweg volgen in westelijke richtingtot aan A50.

  • 28. A50 volgen in zuidelijke richting tot aan afslag Nunspeet / Kamperweg.

  • 29. Kamperweg. Volgen in noordelijke richting tot aan Nieuwe Zuidweg.

  • 30. Nieuwe Zuidweg volgen in zuidwestelijke richting overgaand in Zuidweg tot aan Elburgerweg.

  • 31. Elburgerweg volgen in noordelijke richting to aan A28

  • 32. A28 volgen in zuidwestelijke richting tot aan Beukenlaan verlengde Haerderweg.

  • 33. Beukenlaan verlengde Haerderweg volgen in noordwetelijke richting tot aan Bovenweg.

  • 34. Bovenweg volgen in zuidwestelijke richting tot aan Burgermeester Frieswijkweg.

  • 35. Burgermeester Frieswijkweg volgen in noordelijke richting tot aan Grevensweg

  • 36. Grevensweg volgen in noordelijke richting tot aan Zuiderzeestraatweg West.

  • 37. Zuiderzeestraatweg West. Volgen in zuidelijke richting tot aan Mazenbergerweg.

  • 38. Mazenbergerweg volgen in zuidwestelijke richting tot aan Molenweg.

  • 39. Molenweg volgen in zuidelijke richting tot aan Kolmansweg.

  • 40. Kolmansweg volgen in westelijke richting tot aan Hoge Bijssselse-Pad.

  • 41. Hoge Bijssselse-Pad volgen in noordwestelijke richting tot aan Veluwemeer.

  • 42. Veluwemeer overstekend naar Bremerbergweg.

  • 43. Bremerbergweg volgen in noordelijke richting overgaand in Oldebroekerweg tot aan Baan/N710.

  • 44. Baan/N710 volgen in noordwestelijke richting overgaand in Swifterweg tot aan Biddingringweg/ N305.

  • 45. Biddingringweg./ N305 volgen in noordoostelijke richting tot aan Hanzeweg./N307.

  • 46. Hanzeweg./N307 volgen in oostelijke richting tot aan Ketelweg.

  • 47. Ketelweg volgen in noordelijke richting tot aan Vossemeerdijk,

  • 48. Vanaf Vossemeerdijk via Vossemeer naar de monding van de IJssel.

  • 49. Monding van de IJssel volgen tot aan N50.

  • 50. N50 volgen in noordelijke richting tot aan kruising N50 / Noorddiepweg

TOELICHTING

In het najaar van 2016 hebben meerdere lidstaten melding gedaan van hoogpathogene vogelgriep van het type H5N8 bij wilde watervogels. Daarbij hebben zich ook in Nederland gevallen voorgedaan van besmetting van wilde watervogels en hobbymatig gehouden vogels. In verband hiermee is de Regeling preventie vogelgriep 2016 vastgesteld waarmee landelijk preventieve maatregelen zijn getroffen zoals een afscherm- en ophokplicht voor gevogelte en een bezoekersregeling.

Heden is een vijfde uitbraak van aviaire influenza ofwel vogelgriep geconstateerd bij een pluimveebedrijf in Kamperveen in Overijssel. Het betreft de H5 variant. Gezien de symptomen en de hoge besmettingsdruk vanuit de wilde vogels gaat het om hoog pathogene aviare influenza (hierna: HPAI).

Uit het oogpunt van de bestrijding van HPAI en het voorkomen van verdere uitbraken van deze ziekte worden met onderhavige regeling een beschermings- en toezichtsgebied aangewezen rond de nieuw besmette locatie in Kamperveen. Dat zijn de gebieden met een straal van respectievelijk 3 km en 10 km rond het nieuw besmette bedrijf, waarbij het toezichtsgebied wordt ingesteld rondom het beschermingsgebied. In deze gebieden gelden diverse maatregelen.

Opgemerkt wordt dat deze regeling voornamelijk voorschriften bevat ten aanzien van handelingen met dieren en producten die afkomstig zijn van, worden vervoerd naar of aanwezig zijn in een inrichting. Een inrichting is iedere plaats waar gevogelte wordt gehouden. In de regeling wordt overigens ten aanzien van enkele voorschriften onderscheid gemaakt tussen inrichtingen waar gevogelte wel of niet commercieel wordt gehouden. Slachthuizen, vervoermiddelen, quarantainevoorzieningen, quarantainestations, grensinspectieposten en laboratoria waar met officiële toestemming AI-virussen worden bewaard zijn overigens van het inrichtingsbegrip uitgezonderd.

Op grond van deze regeling gelden er vervoersverboden voor gevogelte, andere dieren, eieren, sperma ten behoeve van de bevruchting van gevogelte en vee, vlees en karkassen van gevogelte, diervoeders, melk en mest. In enkele gevallen is het toegestaan voornoemde dieren en producten toch te vervoeren. De toegestane uitzonderingen en de voorwaarden waaronder van deze uitzonderingsmogelijkheden gebruik kan worden gemaakt, zijn in de betreffende artikelen opgenomen. Overigens geldt er eveneens een vervoersverbod voor (lege) vervoermiddelen die gebruikt zijn of kennelijk bestemd om te worden gebruikt voor het vervoer van de hiervoor bedoelde dieren en producten.

De bezoekersregeling houdt in dat de toegang tot bedrijven waar gevogelte aanwezig is of normaliter wordt gehouden voor bezoekers verboden is, met uitzondering van het woonhuis of een boerderijwinkel of -camping of andere agrarische nevenactiviteit (zogenoemde andere bedrijfsgedeelten), mits fysiek afgescheiden van de vogelverblijfplaatsen. Een deugdelijke fysieke afscheiding betekent de aanwezigheid van een muur of een met platen opgetrokken wand en dergelijke. Afscheiding door middel van een lint of vergelijkbaar materiaal voldoet niet. Bepaalde categorieën bezoekers (zoals politie of medische hulpverleners) hebben onder omstandigheden wel toegang tot de vogelverblijfplaatsen, voor zover dit noodzakelijk is in het kader van diergezondheid, dierenwelzijn of gezondheid van aanwezige personen in de stal. Een dierenarts mag bijvoorbeeld wel de stal in als er sprake is van ziek pluimvee, maar een adviseur van de veevoerindustrie mag niet de stal in om te beoordelen of de kippen goed groeien. Dit laatste is niet noodzakelijk voor diergezondheid of dierenwelzijn.

Ten aanzien van het personeel van de bedrijven geldt ook dat zij het bedrijf slechts mogen betreden als zij aan een aantal voorwaarden voldoen. Daarnaast geldt dat de gevogeltehouder een register bij moet houden van degenen die zijn inrichting hebben bezocht.

Daarnaast geldt dat de gevogeltehouder een register bij moet houden van degenen die zijn inrichting hebben bezocht.

In het beschermings- en toezichtsgebied zijn tentoonstellingen e.d. waarbij vogels bijeengebracht worden, verboden.

Tot slot dienen bedrijven ervoor te zorgen dat hun gevogelte wordt afgeschermd van op het bedrijf aanwezige zoogdieren. Alle houders van gevogelte moeten ervoor zorgen dat de vogels niet in contact komen met andere (wilde) vogels en hun uitwerpselen. Houders van commercieel gehouden gevogelte doen dit door hun dieren op te hokken in een gebouw. Dit geldt ook voor vrije uitloop en biologische pluimveebedrijven.

Ingevolge artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren geldt een algemene zorgplicht voor iedere dierhouder om redelijkerwijs al het noodzakelijke te doen of na te laten om besmetting te voorkomen. Dat betreft dus zaken die in zijn macht liggen, zoals zorg dragen voor adequate hygiënemaatregelen, zoveel mogelijk sleepsporen gescheiden houden en in het algemeen het verkeer over zijn bedrijf zo min mogelijk langs de verblijven van het gevogelte leiden.

Het is mogelijk dat er uit hoofde van andere (crisis)regelgeving ter preventie of bestrijding van vogelgriep ook voorschriften in het beschermings- en toezichtsgebied rond Kamperveen gelden. Om te voorkomen dat verwarring ontstaat over de voorschriften die van toepassing zijn, is in onderhavige regeling opgenomen dat wanneer er meerdere voorschriften gelden, telkens het meest verstrekkende voorschrift van toepassing is.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de voorwaarden waaronder het vervoer van consumptie-eieren in de tot dusverre aangewezen beschermings- en toezichtsgebieden (Biddinghuizen, Biddinghuizen II, Biddinghuizen III en Abbega) is toegestaan, aan te passen (artikelen 4 van de betreffende regelingen) met het oog op een praktische uitvoerbaarheid van de regels. Niet alleen is vervoer van eieren onder voorwaarden toegestaan naar door mij aangewezen pakstations, maar ook naar door mij aangewezen eiverwerkingsbedrijven. De aanwijzing in de praktijk geschiedt namens mij door de inspecteur-generaal van de NVWA.

Ook is in de genoemde regelingen verduidelijkt dat het vervoer van paarden vanaf een inrichting met commercieel gehouden vogels is toegestaan (artikel 7) zolang de paarden niet worden vervoerd naar een ander bedrijf met commercieel gehouden vogels.

De wijzigingen van de artikelen 10, eerste lid, en 12, eerste en tweede lid, zijn van technische aard: aangezien uit de definitie van ‘vervoer’ volgt dat hieronder mede wordt verstaan verplaatsing zonder vervoermiddel over de openbare weg, is het niet nodig dit te herhalen in de deze verbodsbepalingen.

Deze regeling wordt op basis van artikel 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren bekendgemaakt op internet en treedt onmiddellijk in werking. De media zullen worden geïnformeerd over deze bekendmaking. Overigens wordt de regeling ook aan de Staatscourant aangeboden voor publicatie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven