Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 17 oktober 2017, nr. IENM/BSK-2017/216860, houdende wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu 2015 in verband met toevoeging van twee regelingen op het gebied van milieu aan de bijlage

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:9, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemmingen van de algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken van 10 augustus 2017, kenmerk MD201721INSTHH, en van 11 september 2017, kenmerk MD201724INSTHH;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Onderdeel C – milieu van de bijlage bij het Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu 2015 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

  • Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007, voor zover het betreft artikel 67, derde en vierde lid, van die regeling.

B

In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

  • Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in Transport.

ARTIKEL II

  • 1. Artikel I, onderdeel A, van dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Regeling tot wijziging van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 in verband met het gebruiken van afwijkende emissiefactoren per dier per jaar van zwevende deeltjes in werking treedt.

  • 2. Artikel I, aanhef en onderdeel B, van dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in Transport in werking treedt. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na dat tijdstip, treedt artikel I, onderdeel B, van dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met dat tijdstip.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag, waarop dit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van de Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, Postbus 20906, 2500 EX Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt; en

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich niet met het besluit kan verenigen.

TOELICHTING

Inleiding

Onderdeel C van de bijlage bij het Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu 2015 (hierna: het algemene mandaatbesluit) is gewijzigd in verband met een wijziging van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (specifiek de toevoeging van een nieuwe derde en vierde lid aan artikel 67 van die regeling) en de totstandkoming van de Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in Transport. De uitvoering wordt gemandateerd aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO.nl). De redenen daarvoor worden hieronder uiteengezet.

Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007

Er zal bij de Regeling tot wijziging van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 in verband met het gebruiken van afwijkende emissiefactoren per dier per jaar van zwevende deeltjes een aanpassing plaatsvinden van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. Artikel 67, eerste lid, van die regeling bepaalt dat bestuursorganen bij het bepalen van de kwaliteit van de buitenlucht gebruik moeten maken van door de Minister van Infrastructuur en Milieu gepubliceerde gegevens. Dit betreft onder meer de gepubliceerde emissiefactoren van zwevende deeltjes, fijn stof (PM10), rondom veehouderijen.

Aan artikel 67 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 wordt een derde lid toegevoegd, waarbij de minister de bevoegdheid krijgt om goedkeuring te verlenen. Hierdoor wordt de mogelijkheid gecreëerd om met goedkeuring van de minister ten behoeve van innovatie gebruik te maken van andere gegevens dan de gepubliceerde emissiefactoren voor zwevende deeltjes. Het nieuwe vierde lid bepaalt dat het bestuursorgaan, het bevoegde gezag, dat gebruikmaakt van andere gegevens als bedoeld in het derde lid die zijn goedgekeurd door de minister de rapportage over de resultaten van de metingen uiterlijk twee jaar na ingebruikname van het huisvestingssysteem of de additionele techniek aan de minister verstrekt. Die regeling sluit aan bij de zogenaamde ‘proefstalregeling’ uit artikel 3 van de Regeling ammoniak en veehouderij.

Op grond van de Regeling ammoniak en veehouderij kan de minister op aanvraag een bijzondere emissiefactor voor ammoniak vaststellen voor een innovatief huisvestingssysteem. De uitvoering van de Regeling ammoniak en veehouderij is reeds bij RVO.nl belegd op grond van het algemene mandaatbesluit. Om optimaal gebruik te kunnen maken van de opgebouwde kennis binnen RVO.nl is de uitvoering van artikel 67, derde en vierde lid, van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 ook aan RVO.nl gemandateerd. Hiermee wordt de integrale beoordeling van huisvestingssystemen en additionele technieken voor zowel ammoniak als zwevende deeltjes gewaarborgd.

Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in Transport

De Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in Transport geeft een kader voor het verstrekken van subsidies ter bevordering van de totstandkoming van klimaattechnologieën en -innovaties in de transportsector. Het verstrekken van die subsidies ondersteunt de strategie van de Duurzame Brandstofvisie, opgesteld ter uitvoering van het Energieakkoord voor duurzame energie (bijlage bij Kamerstukken II 2014/15, 30 196, nr. 353). Daarnaast is de subsidieregeling ondersteunend aan het Besluit infrastructuur alternatieve brandstoffen. Beoogd wordt om de komende vijf jaar op een aantal terreinen in de sector transport en mobiliteit de productontwikkeling van duurzame alternatieven te versnellen.

Om de gewenste transitie naar low en zero emissie transport en mobiliteit te versnellen, zijn meerdere nationale en Europese regelingen beschikbaar. De omvang van overheidsbijdragen is mede afhankelijk van de fasen waarin productontwikkeling zich bevindt (Technology Readiness Levels). Dit vraagt om specifieke kennis van zowel het bedrijfsleven, het productportfolio, de beschikbare financiële arrangementen en het uitvoeren van regelingen. Deze kennis heeft RVO.nl. Voor het bedrijfsleven vormt RVO.nl één loket. Hierdoor kan RVO.nl professionele en gerichte adviezen geven. Dit is efficiënt en doelgericht.

Administratieve lasten en andere gevolgen

Dit wijzigingsbesluit brengt geen administratieve lasten of bedrijfseffecten met

zich mee. De kosten bij RVO.nl voor de uitvoering van artikel 67 van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 bedragen circa € 25.000. Deze zijn voorzien in de budgetten en zijn vanaf 2017 meegenomen in de opdracht voor de uitvoering van de Regeling ammoniak en veehouderij aan RVO.nl. De kosten voor de uitvoering van de Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in Transport bedragen ongeveer 3% van de omvang van het totale subsidiebedrag.

Inwerkingtreding

Er is voor gekozen om de inwerkingtreding van dit besluit te koppelen aan de inwerkingtreding van de regeling waarop het mandaat betrekking heeft. Hiermee wordt het mogelijk gemaakt dat zodra de regeling in werking treedt, RVO.nl met de uitvoering ervan kan starten. Er wordt dus een onderscheid gemaakt tussen de inwerkingtreding van de onderdelen A en B van artikel I van het besluit. Aangezien bekend is dat de Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in Transport eerder in werking treedt, treedt de aanhef van artikel I van dit besluit tegelijkertijd in werking. Hiermee wordt mogelijk afgeweken van de voor regelgeving geldende vaste verandermomenten en van de invoeringstermijn. Voor de desbetreffende belanghebbenden is het van belang dat de goedkeuring van de minister (in het kader van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007) hetzij de subsidie (op grond van de Subsidieregeling Demonstratie Klimaattechnologieën en -innovaties in Transport) op korte termijn kan worden aangevraagd en verleend. Daarom wordt gebruikgemaakt van de uitzondering op de systematiek van de vaste verandermomenten, genoemd in aanwijzing 174, vierde lid, aanhef en onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Naar boven