Verkeersbesluit, gemeente Delft, project Spoorzone – definitieve inrichting Wateringsevest: (brom)fietspaden en fietsstroken

Logo Delft

Nummer: 2913955

Burgemeester en wethouders van Delft,

Gelet op:

  • -

    artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge waarvan verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de Provincie of een waterschap;

  • -

    artikel 15, lid 1 van de WVW 1994 ingevolge waarvan de plaatsing van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

  • -

    artikel 15, lid 2 van de WVW 1994 ingevolge waarvan maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer geschieden krachtens een verkeersbesluit, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

  • -

    artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge waarvan de plaatsing of verwijdering van de in dit artikel genoemde verkeerstekens moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

  • -

    artikel 14 van het BABW ingevolge de plaatsing van onderborden, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en lid 3 van het BABW, in het betrokken verkeersbesluit tot uitdrukking wordt gebracht;

  • -

    artikel 24 BABW ingevolge waarvan verkeersbesluiten worden genomen na overleg met (een gemachtigde van) de korpschef van de politie;

Overwegende dat:

  • -

    het project Spoorzone Delft in 2009 is gestart, met een geplande uitvoeringsperiode van ruim 10 jaar;

  • -

    dit project onder meer het slopen van het spoorviaduct langs de Phoenixstraat, het bouwen van een 2.300 meter lange spoortunnel voor vier spoorlijnen welke vanaf het DSM/Gist terrein tot aan de Abtswoudseweg bij de Engelsestraat loopt, het bouwen van 1.500 woningen en 23.000 m2 kantoorruimte, het bouwen van een nieuwe station en stadskantoor, het aanleggen van een nieuwe parkeergarage onder de Spoorsingel en het aanleggen van een 600 meter lang stadspark boven de spoortunnel omhelst;

  • -

    het plangebied van dit project in het noorden begint op het terrein van DSM/Gist, ongeveer ten noordoosten van de Frederik Matthesstraat, en richting het zuiden loopt tot voorbij de Abtswoudseweg, tot ongeveer ter hoogte van de Minervaweg;

  • -

    in de planning van dit project rekening is gehouden met het gereed komen van zowel de spoortunnel als de definitieve inrichting van de openbare ruimte van de Phoenixstraat / Spoorsingel en directe omgeving daarvan medio 2017;

  • -

    vervolgens in de periode na 2017 de laatste stedelijke ontwikkelingen gerealiseerd zullen worden, afhankelijk van de marktontwikkelingen;

  • -

    de werkzaamheden aan de spoortunnel, Phoenixstraat, Spoorsingel en omgeving inmiddels conform de planning in de afrondende fase zitten, hetgeen betekent dat de definitieve inrichting van de openbare ruimte op korte termijn wordt opgeleverd en in gebruik wordt genomen;

  • -

    de definitieve inrichting naast nieuw groen, water, bestrating en straatmeubilair ook bestaat uit een combinatie van nieuw aangelegde wegen en paden, oude wegen en paden die gedurende de werkzaamheden aan de Spoorzone niet toegankelijk waren en nu wederom in gebruik genomen worden en bestaande wegen en paden die in het kader van het project (deels) zijn aangepast;

  • -

    elk van de wegen en paden binnen het plangebied van de Spoorzone zijn eigen functie en daaraan gekoppeld gewenste gebruik door verkeersdeelnemers kent;

  • -

    dit gewenste gebruik zoveel mogelijk richting verkeersdeelnemers kenbaar wordt gemaakt door de wijze waarop de openbare ruimte is ingericht;

  • -

    het desalniettemin vanuit het oogpunt van het waarborgen van de lokale verkeersveiligheid, doorstroming van het verkeer en bereikbaarheid wenselijk wordt geacht om dit op specifieke locaties te ondersteunen met verkeersmaatregelen in de vorm van bebording en markering teneinde gevaarlijke en derhalve onwenselijke verkeerssituaties te voorkomen;

  • -

    hiertoe voor elk van de (nieuwe) straten en paden binnen het plangebied van het project Spoorzone verkeersbesluiten worden opgesteld waarin, voor zover van toepassing, wordt ingegaan op:

    • oude verkeersmaatregelen die in het verleden reeds zijn ingesteld en in de nieuwe situatie worden teruggebracht/gehandhaafd, waarvoor derhalve geen nieuwe besluitvorming nodig is;

    • oude verkeersmaatregelen die in het kader van de nieuwe inrichting komen te vervallen en daartoe in het verkeersbesluit formeel worden opgeheven;

    • nieuw in te stellen verkeersmaatregelen ter (be)geleiding van het verkeer in de nieuwe situatie, waartoe formeel besloten wordt in het betreffende verkeersbesluit;

  • -

    dit verkeersbesluit betrekking heeft op de hoofdrijbaan van de Wateringsevest dat binnen het plangebied van de Spoorzone ligt, te weten het gedeelte tussen het Noordeinde en de Dirklangendwarsstraat ;

  • -

    dit verkeersbesluit verder specifiek betrekking heeft op de fietsstroken en (brom) fietspaden die op en langs dit gedeelte van de hoofdrijbaan van de Wateringsevest in gebruik woden genomen in de nieuwe situatie, wanneer het project Spoorzone gereed is;

Bestaande verkeersmaatregelen Wateringsevest die gehandhaafd worden

Overwegende dat:

-op dit weggedeelte van de Wateringsevest in het verleden geen verkeersbesluiten zijn genomen over (brom)fietspaden en/of fietsstroken die in de nieuwe situatie gehandhaafd worden dan wel teruggeplaatst worden:

Bestaande verkeersmaatregelen Wateringsevest die worden opgeheven

Overwegende dat:

  • -

    op dit weggedeelte van de Wateringsevest in het verleden de volgende (brom)fietspaden en fietsstroken zijn ingesteld die als gevolg van de nieuwe inrichting van de openbare ruimte komen te vervallen, dan wel reeds zijn vervallen:

    • 1)

      de aanduiding van fietsstroken aan weerszijden van de Wateringsevest, voor zover gelegen tussen Noordeinde en de Dirklangendwarsstraat, waartoe besloten is in het verkeersbesluit met kenmerk 02/011598 van 18 april 2002.

    • 2)

      de aanduiding van het aan de oostzijde van de Wateringsevest, nabij en op de kruising met de Kampveldweg gelegen vrijliggende pad als verplicht fietspad, conform verkeersbesluit met kenmerk 17229 van 2 maart 1984.

  • -

    bovengenoemde fietspaden en fietsstroken middels dit verkeersbesluit dan ook formeel worden opgeheven;

Nieuwe fietspaden en fietsstroken die op de Wateringsevest worden ingesteld

Overwegende dat:

  • -

    de definitieve inrichting van het plangebied van het project Spoorzone ook voorziet in het realiseren van (brom)fietsvoorzieningen op en langs de Wateringsevest om zodoende (brom)fietsers veilige infrastructuur en routes te kunnen bieden, via welke zij hun bestemmingen vlot kunnen bereiken;

  • -

    het op het gedeelte van de Wateringsevest tussen Noordeinde en de Dirklangendwarsstraat gaat om het realiseren van de volgende (brom)fietsvoorzieningen:

    • een fietsstrook op de oostelijke rijbaan van de Wateringsevest, vanaf het punt ter hoogte van huisnummer 20 naar het noorden richting het Noordeinde. Deze strook wordt middels dit verkeersbesluit formeel aangewezen als fietsstrook;

    • een vrijliggend, in twee rijrichtingen te gebruiken, pad dat aan de westzijde van de Wateringsevest ligt. Dit pad sluit ter hoogte van het Noordeinde aan op het reeds bestaande tweerichtingenfietspad dat tussen Noordeinde en Nieuwe Plantage ligt. Ter hoogte van het kruispunt met de Kampveldweg sluit dit pad aan op het fietspad dat aan de noordzijde van de Kampveldweg ligt/wordt aangelegd. Gelet op het voorgaande wordt het betreffende pad langs de Wateringsevest dan ook middels dit verkeerbesluit aangewezen als verplicht fietspad;

    • een (brom)fietsoversteeklocatie over de hoofdrijbaan van de Wateringsevest, gelegen ter hoogte van de De Vriesstraat. Deze oversteeklocatie wordt aangewezen als verplicht brom-/fietspad.

  • -

    het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven;

  • -

    de bovenvermelde maatregelen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 strekken tot het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • -

    de onder ‘besluiten’ genoemde wegen binnen de bebouwde kom liggen en in eigendom, beheer en onderhoud zijn bij de gemeente Delft;

  • -

    het college van burgemeester en wethouders, overeenkomstig artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994, het bevoegd gezag is voor het nemen van dit verkeersbesluit en dat deze bevoegdheid op grond van het gewijzigde mandaatbesluit van 27 september 2011 is gemandateerd aan de gemeentedirecteur, waarbij ondermandaat is verleend aan het afdelingshoofd Ruimte Advies;

  • -

    overeenkomstig artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de (gemachtigde van de) Chef van politie van de Eenheid Den Haag en dat er positief is geadviseerd;

nemen, gelet op het voorgaande, de volgende

B E S L U I T E N :

  • 1.

    de fietsstroken aan weerzijden van de Wateringsevest, voor zover gelegen tussen Noordeinde en de Dirklangendwarsstraat, op te heffen door het verwijderen van de fietssymbolen van het wegdek en het bijbehorende (onderdeel) van het verkeersbesluit met kenmerk 02/011598 van 18 april 2002, betrekking hebbende op het instellen van deze fietsstroken, hierbij in te trekken;

  • 2.

    de aanduiding van het aan de oostzijde van de Wateringsevest, nabij en op de kruising met de Kampveldweg gelegen vrijliggende pad, als verplicht fietspad op te heffen door het verwijderen van de borden model G11 van Bijlage 1 van het RVV 1990 en onderdeel I van het verkeersbesluit met kenmerk 17229 van 2 maart 1984, betrekking hebbende op het instellen van dit fietspad, hierbij in te trekken;

  • 3.

    door het aanbrengen van onderbroken strepen en het fietssymbolen op het wegdek, een fietsstrook aan te brengen op de oostelijk gelegen rijbaan van de Wateringsevest, vanaf het punt ter hoogte van huisnummer 20 in noordelijke richting tot aan het Noordeinde;

  • 4.

    het vrijliggende, in twee rijrichtingen te gebruiken, pad aan de westzijde van de Wateringsevest, gelegen tussen Noordeinde en de Kampveldweg, aan te wijzen als verplicht fietspad door het plaatsen van borden model G11 van Bijlage 1 van het RVV 1990;

  • 5.

    de (brom)fietsoversteeklocatie op de hoofdrijbaan van de Wateringsevest, gelegen ter hoogte van de De Vriesstraat, aan te wijzen als verplicht brom-/fietspad door het plaatsen van borden model G12a van Bijlage 1 van het RVV 1990;

  • 6.

    de in dit verkeersbesluit genoemde bebording aan te brengen zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende situatietekening:

Het college van burgemeester en wethouders van Delft,

Namens het college,

Mevrouw L.E. van Reenen

Afdelingshoofd Advies Ruimte & Economie

Delft, 16 oktober 2017

Bijlagen: situatietekening

Als u het met dit besluit niet eens bent, kunt u binnen 6 weken na dagtekening een bezwaarschrift indienen bij het bestuursorgaan dat dit besluit genomen heeft. Hoe u dat doet, kunt u lezen op www.delft.nl/bezwaarschrift.

Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van dit besluit niet. Degenen die een bezwaarschrift hebben ingediend kunnen, als er sprake is van spoedeisend belang, ook op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, bij de president van de Arrondissementsrechtbank ‘s-Gravenhage, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH ’s-Gravenhage vragen een voorlopige voorziening te treffen. Voor het behandelen van een dergelijk verzoek wordt griffierecht geheven.

N.B.: op dit besluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn v an zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Vermeld in het beroepschrift dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.

De belanghebbende die schade lijdt, of zal lijden, als gevolge van het onderhavige besluit of uitvoeringshandelingen die hieruit voortvloeien, kunnen, voor zover de schade redelijkerwijs niet of niet geheel te zijner laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet, of niet voldoende anderszins is verzekerd, een verzoek om schadevergoeding doen. Ter zake is de “Regeling Nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999” van toepassing. Meer informatie over het Schadeloket Spoorzone Delft is te vinden op www.spoorzonedelft.nl .

Naar boven