Referendabiliteitsbesluit over het Voornemen tot opzegging van het op 25 september 1950 te Bern tot stand gekomen Protocol inzake de Internationale Commissie voor de Burgerlijke stand en van het Aanvullend Protocol van 25 september 1952

Mededeling

De Minister van Buitenlandse Zaken deelt mee dat het volgende voornemen tot opzegging stilzwijgend is goedgekeurd en dat daarover het onderstaande besluit is genomen:

Nummer: MINBUZA-2017.1097238

Voornemen tot opzegging van het op 25 september 1950 te Bern tot stand gekomen Protocol inzake de Internationale Commissie voor de Burgerlijke stand en van het Aanvullend Protocol van 25 september 1952

Vindplaats: Stb. 1950, 566 en Trb. 1952, 43 / Kamerstukken II 2016-2017, 34 774, nr. 1

Referendum mogelijk: ja

Binnen vier weken na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze mededeling is geplaatst, kan iedere kiesgerechtigde met betrekking tot een verdrag waarvan is vastgesteld dat daarover een referendum kan worden gehouden, een verzoek tot het houden van een referendum indienen. Een verzoek wordt ingediend door het tekenen van de lijst die voor dit verdrag beschikbaar wordt gesteld door de Kiesraad. De lijst wordt ingediend bij de Kiesraad.

Besluit

Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 9 oktober 2017, nr. MINBUZA-2017.1097238, houdende het besluit of over het voornemen tot opzegging van het op 25 september 1950 te Bern tot stand gekomen Protocol inzake de Internationale Commissie voor de Burgerlijke stand en van het Aanvullend Protocol van 25 september 1952 een referendum kan worden gehouden.

De Minister van Buitenlandse Zaken, in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 14, eerste lid, van de Wet raadgevend referendum;

Besluit:

Over het voornemen tot opzegging van het op 25 september 1950 te Bern tot stand gekomen Protocol inzake de Internationale Commissie voor de Burgerlijke stand en van het Aanvullend Protocol van 25 september 1952 kan een referendum worden gehouden op grond van artikel 4 van de Wet raadgevend referendum.

De Minister van Buitenlandse Zaken, Voor deze, Het Hoofd van de Afdeling Verdragen,

Gedurende zes dagen na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin dit besluit is geplaatst, kan een belanghebbende tegen het besluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Naar boven