Regeling Age Friendly Cultural Cities

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie,

gelet op artikel 10, vierde lid van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

gelet op artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

met goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 4 oktober 2017;

besluit:

vast te stellen de Regeling Age Friendly Cultural Cities

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Definities

a. Adviescommissie:

een externe adviescommissie als bedoeld in artikel 8 van het Huishoudelijk Reglement van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

b. Algemeen Subsidiereglement:

Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

c. Bestuur:

bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

d. Fonds:

stichting Fonds voor Cultuurparticipatie;

e. Actieve cultuurparticipatie door ouderen:

kunstzinnige of erfgoedactiviteiten die door ouderen in de vrije tijd worden beoefend;

f. Minister:

de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

g. Nederland:

Nederland, inclusief de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

h. Wmo:

Wet maatschappelijke ondersteuning.

Artikel 2. Doel

Met deze regeling wordt beoogd projecten te stimuleren en ondersteunen die tot doel hebben om samen met gemeenten en andere domeinen te werken aan het verduurzamen van actieve cultuurparticipatie door ouderen, binnen het (gemeentelijke) cultuur- en Wmo-beleid.

Artikel 3. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan in Nederland gevestigde culturele instellingen die zich inzetten voor actieve cultuurparticipatie.

Artikel 4. Aanvraagrondes

Er zijn aanvraagrondes voor:

  • a. de periode 2018–2019; en

  • b. de periode 2019–2020.

Artikel 5. Subsidieplafonds

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt € 520.000 en wordt als volgt verdeeld:

    • a. € 240.000 voor de periode 2018–2019;

    • b. € 280.000 voor de periode 2019–2020.

  • 2. Het bestuur kan de hoogte van de subsidieplafonds voor de verschillende periodes wijzigen.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie en bijdrage gemeente

  • 1. De subsidie bedraagt € 40.000 per project. Per gemeente wordt aan ten hoogste één aanvrager subsidie toegekend.

  • 2. De deelnemende gemeente matcht € 40.000 voor de ontwikkeling van activiteiten op het gebied van actieve ouderenparticipatie die onderdeel uitmaken van het gemeentelijke projectplan Age Friendly Cultural Cities. Daarnaast matcht de gemeente € 10.000 voor de flankerende activiteiten van het landelijke programma Age Friendly Cultural Cities.

Artikel 7. Weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:5 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt subsidie in ieder geval geweigerd als:

    • a. de deelnemende gemeente reeds heeft deelgenomen aan het programma Lang Leve Kunst. Op weg naar Age Friendly Cities.

    • b. de deelnemende gemeente niet met cofinanciering als bedoeld in artikel 6, tweede lid bijdraagt aan het programma Age Friendly Cultural Cities.

    • c. door de betreffende gemeente geen ondertekende intentieverklaring voor het ingediende plan van de aanvrager is afgegeven.

    • d. voor dezelfde activiteiten reeds subsidie is of zal worden verleend op grond van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid, door het Fonds of door één van de andere publieke cultuurfondsen.

    • e. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd ten tijde van de aanvraag reeds worden uitgevoerd.

  • 2. Subsidie kan worden geweigerd als een aanvrager in voorgaande jaren subsidie van het Fonds heeft ontvangen en niet of niet geheel heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3. Subsidie kan tevens worden geweigerd als het plan niet, of niet voldoende aansluit bij het doel van de regeling.

Artikel 8. Voorwaarden en beperkingen

  • 1. Subsidie wordt slechts verstrekt voor zover:

    • a. er sprake is van een begrotingstekort en de behoefte aan ondersteuning door het Fonds wordt aangetoond; en

    • b. de aanvrager aannemelijk maakt dat de beschikbare financiële middelen, met inbegrip van de subsidie van het Fonds, voldoende zijn om het project uit te voeren.

  • 2. De subsidie bedraagt niet meer dan 50% van de totale voor subsidie in aanmerking komende projectkosten.

  • 3. Slechts variabele projectkosten komen voor subsidie in aanmerking.

  • 4. De post onvoorzien op de begroting mag niet meer bedragen dan 7% van de totale kosten van het project.

  • 5. Maximaal 10% van de totale kosten van het project mag bestaan uit materiaalkosten.

Artikel 9. Bijzondere verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger werkt overeenkomstig de principes van de Governance Code Cultuur.

  • 2. De subsidieontvanger is verplicht:

    • a. deel te nemen aan een monitoring- en evaluatietraject;

    • b. tot kennisdeling van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt;

    • c. deel te nemen aan de intervisiebijeenkomsten.

HOOFDSTUK 2. AANVRAAG

Artikel 10. Aanvraag

Een aanvraag wordt ingediend door een in Nederland gevestigde culturele instelling die zich conform haar doelstelling inzet voor actieve cultuurparticipatie.

Artikel 11. Indieningstermijnen

Een aanvraag kan worden ingediend:

  • a. van woensdag 1 november 2017 tot en met woensdag 29 november 2017;

  • b. van maandag 1 oktober 2018 tot en met woensdag 31 oktober 2018.

Artikel 12. Indieningsvereisten

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend via de website van het Fonds middels een digitaal aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag gaat ten minste vergezeld van een projectplan voor de gehele looptijd van het project, een ondertekende intentieovereenkomst met de betreffende gemeente en een sluitende begroting.

  • 3. Een onvolledige aanvraag wordt niet in behandeling genomen.

Artikel 13. Looptijd project

  • 1. Projecten voor de periode 2018–2019 starten uiterlijk op 1 april 2018 en duren tot 31 december 2019.

  • 2. Projecten voor de periode 2019–2020 starten uiterlijk op 1 maart 2019 en duren tot 31 december 2020.

Artikel 14. Beoordelingscriteria

  • 1. Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. Inhoudelijke kwaliteit van de aanvraag in relatie tot het doel van de regeling;

    • b. Samenwerking met de lokale gemeente en andere domeinen;

    • c. Duurzame verankering van van actieve cultuurparticipatie door ouderen binnen het gemeentelijk beleid

  • 2. Een aanvraag dient op alle criteria positief te zijn beoordeeld.

Artikel 15. Adviescommissie

Het bestuur legt aanvragen die voldoen aan de indieningsvereisten ter advisering voor aan een externe adviescommissie.

Artikel 16. Beoordelingswijze

Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

Artikel 17. Beslistermijn

Het bestuur beslist binnen 13 weken nadat een aanvraag is ontvangen.

HOOFDSTUK 3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 18. Hardheidsclausule

Het bestuur kan in uitzonderlijke gevallen ten gunste van een aanvrager van bepalingen in deze regeling afwijken indien toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 19. Algemeen subsidiereglement

Voor zover deze regeling daar niet in voorziet zijn de bepalingen uit het Algemeen Subsidiereglement van toepassing.

Artikel 20. Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 21. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag nadat deze in de Staatscourant is gepubliceerd.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2021. Op bezwaar- en beroepsprocedures die op dat moment nog niet zijn afgerond blijft het bepaalde in deze regeling van toepassing.

Artikel 22. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Age Friendly Cultural Cities

Het bestuur van stichting Fonds voor Cultuurparticipatie, namens deze, J.J.K. Knol directeur-bestuurder

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Aanleiding

Met de regeling Age Friendly Cultural Cities beoogt het Fonds voor Cultuurparticipatie (hierna: Fonds) bij te dragen aan een inbedding van actieve cultuurparticipatie door ouderen binnen het (gemeentelijke) cultuur- en Wmo-beleid en reeds bestaande, succesvolle initiatieven te verduurzamen.

Volgens de World Health Organisation (WHO) wonen in 2030 wereldwijd 3 op de 5 mensen in de stad. Tegen die tijd is ook het aantal 60-plussers verdubbeld. De WHO heeft daarom het programma Age Friendly Cities in het leven geroepen en stimuleert lokale overheden een omgeving te creëren waarin mensen zelfstandig en gezond oud kunnen worden. De officiële start was in 2006 met 33 steden uit 22 landen. Inmiddels zijn 258 Age Friendly Cities steden en gemeenschappen aangesloten, verspreid over 28 landen. Binnen het kader van Age Friendly Cities wordt aandacht besteed aan de volgende 8 domeinen: buitenruimte en bebouwing, vervoer, huisvesting, sociale participatie, respect en sociale inclusie, maatschappelijke participatie en werk, communicatie en informatie en naar maatschappelijke ondersteuning en zorg. Het Fonds wil graag dat ook aandacht aan het domein van actieve cultuurparticipatie besteed wordt.

De regeling Age Friendly Cultural Cities maakt deel uit van het programma Innovatie in Cultuur, Maak het mee van het Fonds, waarvan de hoofdlijnen zijn neergelegd in het beleidsplan 2017-2020.

2. Vraagstuk

In de beleidsperiode 2013–2016 heeft het Fonds door middel van de programmalijn Ouderenparticipatie meer dan 120 projecten gesubsidieerd die een impuls gaven aan de ontwikkeling van de culturele en creatieve vaardigheden van ouderen en meer ouderen stimuleerde actief kunst te beoefenen. Ook werd in het kader van het Convenant Ouderen en Cultuur, ondertekend door publieke en private partijen, hard gewerkt om ouderen en cultuurparticipatie in Nederland onder de aandacht te brengen.

Uit gesprekken met de initiatiefnemers van gehonoreerde ouderenprojecten en gesprekken met bestuurders en wethouders bleek, en dit werd mede door de opzet van de dekkingsplannen en hoeveelheid herhalingsaanvragen onderbouwd, dat het voor hen moeilijk was de initiatieven los van landelijke subsidie voort te zetten. Dit komt onder meer doordat het draagvlak vanuit andere domeinen dan de cultuursector vrij laag was, doordat veel projecten zich vooral lokaal afspeelden en er geen sprake was van een gespreide financiële dekking.

3. Programma Age Friendly Cultural Cities

Om de inzet van gemeenten op dit onderwerp aan te moedigen is het Fonds in 2016 van start gegaan met de pilotregeling ‘Lang Leve Kunst. Op weg naar Age Friendly Cities’, die inmiddels is omgezet naar het programma Age Friendly Cultural Cities.

Voor deze subsidieregeling worden gemeenten benaderd om deel te nemen. Het programma Age Friendly Cultural Cities omvat een plan van aanpak van de deelnemende gemeente gericht op de inbedding van actieve cultuurparticipatie door ouderen. Ingebed in het plan van aanpak zijn de door de aanvrager aangevraagde activiteit(en). De culturele instelling vraagt voor deze activiteit(en) subsidie aan bij het Fonds. De gemeente matcht derhalve de subsidie van het Fonds met een bijdrage van € 40.000 voor de ontwikkeling van lokale activiteiten op het gebied van actieve ouderenparticipatie. Daarnaast matcht de gemeente met een bijdrage van € 10.000 voor het organiseren van een lokale manifestatie in het voorjaar van het tweede jaar en het bouwen van een duurzaam netwerk waarbinnen organisaties op het gebied van zorg, kunst en welzijn samenwerken. De afspraken hierover worden in een convenant vastgelegd.

Het Fonds draagt aanvullend € 10.000 bij aan de kosten van de landelijke flankerende activiteiten van het programma Age Friendly Cultural Cities, bestaande uit de organisatie van intervisiebijeenkomsten, een traject gericht op ondernemerschap en een landelijke manifestatie.

Het Fonds sluit het tweede jaar per ronde af met een landelijke manifestatie. Tijdens de landelijke manifestatie reikt het BNG Cultuurfonds, de BNG Bank Lang Leve Kunst Prijs uit. Deze prijs gaat naar de gemeente die volgens een onafhankelijke jury het beste en meeste duurzame initiatief heeft getoond op het gebied van ouderen en cultuurparticipatie in het kader van het programma.

II. ARTIKELSGEWIJS

Artikel 2.

Met deze regeling worden projecten ondersteund die tot doel hebben om samen met gemeenten en andere domeinen, zoals welzijn en zorg, te werken aan het verduurzamen van actieve cultuurparticipatie door ouderen, binnen het (gemeentelijke) cultuur- en Wmo-beleid.

Artikel 5.

Er zijn twee aanvraagrondes. Voor de aanvragen uit de eerste ronde voor de periode 2018–2019 is een budget van € 240.000 beschikbaar. Voor de aanvragen uit de tweede ronde voor de periode 2019–2020 is een budget van € 280.000 beschikbaar. Als er onvoldoende aanvragen van kwaliteit worden ontvangen in de eerste ronde, dan wordt het resterende budget toegevoegd aan het budget van de tweede ronde. Als er veel aanvragen van goede kwaliteit in de eerste ronde ontvangen worden houdt het bestuur zich het recht voor het subsidieplafond voor die aanvraagronde te verhogen ten koste van het budget van de tweede ronde.

Artikel 6.

De deelnemende gemeente zorgt voor cofinanciering van het totale programma (€ 50.000). De gemeente matcht derhalve met een financiële bijdrage van € 40.000 voor de uitvoering van nieuwe activiteiten op het terrein van actieve ouderenparticipatie. Daarnaast matcht de gemeente met een bijdrage van € 10.000 voor het organiseren van een lokale manifestatie, het vergroten van zichtbaarheid en het bouwen aan een duurzaam netwerk. Hierdoor krijgt het project een duurzame inbedding.

Daarnaast draagt het Fonds aanvullend € 10.000 bij aan de kosten van de landelijke flankerende activiteiten van het programma Age Friendly Cultural Cities, bestaande uit de organisatie van intervisiebijeenkomsten, een traject gericht op ondernemerschap, activiteiten gericht op het vergroten van de zichtbaarheid van actieve ouderenparticipatie en het organiseren van een landelijke manifestatie.

De afspraken rond deze matching worden vastgelegd in een convenant tussen het Fonds en de gemeente. Dit convenant wordt na de subsidieverlening aan de culturele instelling ondertekend.

Voorafgaand aan de ondertekening van het convenant ondertekent de gemeente een intentieverklaring waarin is vastgelegd dat de gemeente middelen beschikbaar stelt voor het programma Age Friendly Cultural Cities en dat de aanvraag deel uitmaakt van het gemeentelijke plan van aanpak gericht op de inbedding van actieve cultuurparticipatie door ouderen binnen het (gemeentelijke) cultuur- en Wmo-beleid.

Artikel 7.

Als een gemeente reeds heeft deelgenomen aan het programma Lang Leve Kunst, Op weg naar Age Friendly Cities wordt subsidie geweigerd. Het doel van de regeling is een impuls te geven om tot een duurzame inbedding van cultuurparticipatie voor ouderen te komen. Gemeenten kunnen daarom maar een keer deelnemen aan Age Friendly Cultural Cities.

Ook wordt subsidie geweigerd als een gemeente geen financiële bijdrage via cofinanciering levert, of als de gemeente geen ondertekende intentieverklaring voor het ingediende plan van de aanvrager heeft afgegeven.

Artikel 8.

Voor subsidie komen alleen variabele projectkosten in aanmerking die relevant zijn in het licht van de het doel van deze regeling. Lasten die op enigerlei wijze tot de normale exploitatiekosten kunnen worden gerekend, zoals vaste huur, aanschaf van inventaris en investeringen die niet direct op de realisatie van de activiteiten zijn gericht komen niet voor ondersteuning in aanmerking.

Artikel 9.

De subsidieaanvrager is verplicht de opgedane kennis te delen, bijvoorbeeld door tijdens de lokale manifestatie aandacht te besteden aan de gekozen methodiek en binnen het lokale netwerk informatie te verstrekken over de activiteiten. Het Fonds organiseert twee keer per jaar en intervisiebijeenkomst voor alle deelnemers aan de desbetreffende ronde. Tijdens de intervisiebijeenkomsten worden bijvoorbeeld praktijkvoorbeelden gedeeld of onderwerpen besproken die voor alle deelnemers relevant zijn, zoals ondernemerschap en verankering. De subsidieontvanger is verplicht aan de intervisiebijeenkomsten deel te nemen.

Artikel 11.

De aanvraagrondes lopen van woensdag 1 november 2017 tot en met woensdag 29 november 2017 en van maandag 1 oktober 2018 tot en met woensdag 31 oktober 2018. Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld (zie artikel 3 van de regeling).

Artikel 12.

De subsidieaanvraag bestaat uit drie documenten:

  • 1. een projectplan

  • 2. een ondertekende intentieverklaring van de betreffende gemeente

  • 3. een volledig ingevulde (model)begroting.

Projectplan

Het projectplan van maximaal 5.000 woorden dient in ieder geval de volgende onderdelen te bevatten:

Inhoud, doelstellingen en doelgroep van het project

  • Beschrijf de inhoud, de doelstelling(en) en de opzet van het project waarin ook de lokale situatie wordt geschetst met betrekking tot ouderen(beleid).

  • Beschrijf de doelgroep(en)

  • Geef aan wat het concrete eindresultaat van het project is en hoe dit resultaat wordt bereikt (bijv. methodiek of strategie benoemen)

  • Geef aan op welke manier de voortgang wordt bewaakt en op welke wijze het project wordt gemonitord en geëvalueerd

  • Geef aan hoe het project wordt bestendigd, zowel in financiële zin als organisatorisch

Organisatorische werkwijze

  • Beschrijf de projectstructuur en de taak- en rolverdeling tussen de culturele instelling en partnerorganisaties en de gemeente en hoe het project past binnen het gemeentelijk plan van aanpak Age Friendly Cultural Cities.

  • Geef aan wat de planning is van het project.

  • Geef een toelichting op de begroting (de begroting is een bijlage bij de aanvraag): geef een overzicht van de inkomsten en uitgaven en maak een verbinding met de activiteiten in het projectplan.

  • Geef aan hoe wordt samengewerkt met relevante partners, waaronder de gemeente en andere culturele instellingen.

Communicatie

  • Beschrijf hoe publiciteit en zichtbaarheid voor de activiteiten wordt gegenereerd.

  • Beschrijf hoe de beoogde doelgroep wordt benaderd en betrokken.

Intentieverklaring

Voorafgaand aan de ondertekening van het convenant ondertekent de gemeente een intentieverklaring waarin zij aangeeft dat de activiteiten van de aanvrager onderdeel uitmaken van het gemeentelijk plan van aanpak gericht op de inbedding van actieve cultuurparticipatie door ouderen binnen het (gemeentelijke) cultuur- en Wmo-beleid. Deze verklaring is een verplicht onderdeel van de aanvraag.

Begroting

Aanvragers kunnen een eigen begroting indienen. We verzoeken u de modelbegroting te gebruiken.

Artikel 14.

Aanvragen worden getoetst aan de volgende criteria:

  • a. Inhoudelijke kwaliteit: binnen dit criterium wordt beoordeeld of de aanvraag een helder projectplan bevat met een duidelijke doelstelling, een heldere en haalbare planning en een realistische begroting. Ook wordt beoordeeld of de instelling voldoende kennis heeft om de doelgroep ouderen op de juiste manier te benaderen en betrekken. Bij voorkeur gaat het om een reeds bewezen, succesvol project op het gebied van actieve cultuurparticipatie van ouderen. Bij volledig nieuwe plannen of concepten wordt daarom een extra onderbouwing van de gekozen methodiek of strategie gevraagd.

  • b. Samenwerking: binnen dit criterium wordt de samenwerking met de gemeente en andere domeinen (bijvoorbeeld zorg, welzijn en economie/ recreatie) beoordeeld. Er wordt getoetst hoe goed de organisatie lokaal is ingebed en welke contacten zij heeft met de verschillende afdelingen van de gemeente die zich bezig houden met ouderenparticipatie. Ook wordt bekeken in welk netwerk de culturele instelling opereert en hoeveel contacten zij heeft met relevante partijen uit andere domeinen. Tot slot wordt beoordeeld hoe het plan past en aansluit bij het gemeentelijk plan van aanpak.

  • c. Duurzame verankering van actieve cultuurparticipatie door ouderen binnen het gemeentelijk beleid: binnen dit criterium wordt beoordeeld in hoeverre het project bijdraagt aan een duurzame verankering van de resultaten van het project en dus aan de actieve cultuurparticipatie door ouderen in de deelnemende gemeente. Daarnaast wordt beoordeeld hoe de aanvraag bijdraagt aan de zichtbaarheid van actieve cultuurparticipatie door ouderen in de gemeente.

Artikel 16.

Het beschikbare subsidiebudget wordt verdeeld op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Op basis van volgorde van binnenkomst (datum en tijdstip) worden de aanvragen opgenomen in een lijst. Een onvolledige aanvraag kan binnen een redelijke termijn worden aangevuld. De datum van aanvulling geldt dan als de datum van binnenkomst van de aanvraag.

Naar boven