VERKEERSBESLUIT FIETS- EN VOETGANGERSOVERSTEEKRODERWEG – STINSENWEG, RODEN

Logo Noordenveld

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE NOORDENVELD,

VERKEERSBESLUIT FIETS- EN VOETGANGERSOVERSTEEK RODERWEG – STINSENWEG, RODEN

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE NOORDENVELD,

Op grond van artikel 18 eerste lid, onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd tot het nemen van dit verkeersbesluit; het betreft verkeersmaatregelen die worden getroffen op wegen in beheer bij de gemeente Noordenveld,

OVERWEGENDE:

Dat er krachtens artikel 15, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een verkeersbesluit dient te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

Dat de gemeenteraad op 12 mei 2015 het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) heeft vastgesteld, waarin onder andere is aangegeven dat de fiets de hoogste prioriteit krijgt in het mobiliteitsbeleid en de uitvoering daarvan;

Dat dat inhoudt dat fietsers, daar waar het veilig kan, voorrang krijgen ten opzichte van het overige verkeer;

Dat zowel de Roderweg, Maatlanden als de Stinsenweg zijn gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg;

Dat het kruispunt Roderweg - Stinsenweg – Maatlanden is vormgegeven als voorrangskruispunt waarbij de Roderweg ondergeschikt is gemaakt aan de Stinsenweg en Maatlanden;

Dat langs de Stinsenweg en Maatlanden een vrijliggend fietspad is gelegen;

Dat op de Roderweg een fietsoversteek is gesitueerd waarbij fietsers voorrang moeten verlenen aan bestuurders op de kruisende weg;

Dat het fietspad op ca. 6.50 meter van de Stinsenweg is gesitueerd en daarmee onderdeel uitmaakt van dezelfde weg;

Dat het in dat geval logisch is de voorrangssituatie op de fietsoversteek aan te passen waardoor fietsers voorrang krijgen ten opzichte van het kruisende verkeer;

Dat daarmee een eenduidige voorrangssituatie ontstaat op het kruispunt Roderweg – Stinsenweg;

Dat het instellen van de voorrang voor fietsers het comfort en doorstroming voor deze doelgroep ten goede komt;

Dat met de vormgeving van het fietspad middels rode verharding, blokmarkering, haaientanden en onderbroken asmarkering, alsmede voorrangsborden met aanvullende onderborden op de fietsoversteek, de voorrang voor fietsers wordt benadrukt;

Dat het in verband met een eenduidig verkeersbeeld de voorkeur geniet om voor overstekende voetgangers eenzelfde voorrangsregeling toe te passen als die voor de fietsers, waardoor bestuurders komende vanuit de aansluitende wegen voorrang moeten verlenen aan zowel overstekende fietsers als voetgangers;

Dat een eenduidige voorrangssituatie bijdraagt aan duidelijkheid voor alle bestuurders, hetgeen de verkeersveiligheid ten goede komt;

Dat de voorrang ten gunste van de voetganger wordt gewijzigd door het aanbrengen van een voetgangersoversteekplaats (zebrapad);

Dat de situatie hierdoor voor voetgangers verbeterd, aangezien bestuurders ingevolge artikel 49 van het RVV verplicht zijn om voetgangers die op een voetgangersoversteekplaats oversteken of op het punt staan zulks te doen voor laten gaan;

Dat de oversteek voor zowel fietsers als voetgangers wordt voorzien van een plateau om te zorgen voor een lagere aanrijsnelheid van het gemotoriseerde verkeer en extra attentiewaarde aangezien het hier een twee-richtingen fietspad betreft;

Dat de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen kunnen worden uitgevoerd door middel van het (ver)plaatsen en/of verwijderen van de verkeersborden B6 (met onderbord OB503B02) en L2 van bijlage 1 van het RVV 1990 en het aanbrengen en/of verwijderen van haaientanden en zebramarkering;

Dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen en/of verwijderen van bord B6 en het aanbrengen en/of verwijderen van haaientanden en zebramarkering een verkeersbesluit vereist is;

Dat met het verkeersbesluit wordt beoogd het verzekeren van de veiligheid op de weg (artikel 2 lid 1 sub a WVW 1994), het beschermen van weggebruikers en passagiers (artikel 2 lid 1 sub b WVW 1994), het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan (artikel 2 lid 1 sub c WVW 1994) en het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer (artikel 2 lid 1 sub d WVW 1994);

Dat overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer namens de korpschef van de Nationale Politie overleg is gepleegd met de verkeersadviseur van het district Drenthe;

Dat deze, blijkens de brief van 11 september 2017 instemt met de verkeersmaatregelen;

Dat het voornemen tot uitvoering van bovenstaande maatregelen wordt gepubliceerd op de site van de Staatscourant en het weekblad Roderjournaal en het verkeersbesluit met bijbehorende stukken met ingang van 11 oktober 2017 gedurende zes weken ter inzage ligt;

BESLUIT

Op grond van voorgaande overwegingen de volgende verkeersmaatregelen te treffen:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Het instellen van een voorrangsregeling ter hoogte van de fietsoversteek op de Roderweg ter hoogte van het kruispunt met de Stinsenweg, waarbij het gemotoriseerde verkeer voorrang dient te verlenen aan het kruisende fietsverkeer door middel van het aanbrengen van haaientanden en het plaatsen van borden B6 (met onderbord OB503B02) van bijlage 1 van het RVV 1990;

  • 3.

    Het aanbrengen van een voetgangersoversteekplaats op de Roderweg ter hoogte van de Stinsenweg, door het aanbrengen van zebramarkering en borden L2 van bijlage 1 van het RVV 1990;

  

Roden, 2 oktober 2017

 

Namens Burgemeester en Wethouders van de gemeente Noordenveld,

   

Greta Hoving,

Manager Beleid en Realisatie

  

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na dag van bekendmaking bezwaar worden gemaakt. Het bezwaarschrift moet gericht worden aan: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Noordenveld, Postbus 109, 9300 AC Roden.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

a. naam en adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

d. de gronden van het bezwaar.

Daarnaast kan een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, afdeling Bestuursrecht, Postbus 150, 9700 DA Groningen. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

 

Naar boven