Burgemeester en wethouders maken ter voldoening aan het bepaalde in artikel 3.8, lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening bekend dat de gemeenteraad van Rucphen in zijn vergadering van 20 september 2017 het bestemmingsplan “Buitengebied Rucphen 2012, Oosteindseweg 56-58 te Sprundel” gewijzigd heeft vastgesteld.
Inhoud in het kort
Het nieuwe bestemmingsplan voor de percelen Oosteindseweg 56 en 58 voorziet in de omzetting van een agrarisch bedrijfsbestemming in twee afzonderlijke woonbestemmingen. Het plan is mede gericht op de verbouw van de cultuurhistorisch waardevolle boerderij Oosteindseweg 56 voor woondoeleinden, de sloop van opstallen en de terugbouw een tweetal gebouwen in de vorm van een Vlaamse schuur en een karschop. De herbestemming/herontwikkeling leidt tot een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit op en rondom het plangebied.
Wijzigingen
De wijzigingen die de raad bij zijn besluit tot vaststelling in het plan heeft aangebracht, zijn op voorstel van de grondeigenaren in het plangebied en houden een marginale beperking van de bouwmogelijkheden in. Voor een volledig overzicht van de wijzigingen ten opzichte van het ontwerpplan wordt verwezen naar vaststellingsbesluit.
Terinzagelegging
Het vaststellingsbesluit, alsmede het bestemmingsplan zelf en de daarop betrekking hebbende stukken, zal met ingang van donderdag 5 oktober 2017 gedurende een (beroeps)termijn van zes weken tijdens openingstijden ter inzage liggen in het gemeentehuis, Binnentuin 1 te Rucphen. Daarnaast is het vastgestelde bestemmingsplan met de bijbehorende stukken digitaal raadpleegbaar via de landelijke voorziening, www.ruimtelijkeplannen.nl (plan ID = NL.IMRO.0840.9000B0026-DEF1).
Beroep
Degenen die tijdig hun zienswijze over het ontwerpbestemmingsplan bij de gemeenteraad kenbaar hebben gemaakt, alsmede belanghebbenden die kunnen aantonen dat zij daartoe redelijkerwijs niet in staat zijn geweest, kunnen gedurende bovengenoemde termijn beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Dit recht komt eveneens toe aan belanghebbenden die zich niet kunnen verenigen met de wijzigingen die bij de vaststelling in het plan zijn aangebracht.
Voorlopige voorziening
Het instellen van beroep heeft geen schorsende werking. De indiener van een beroepschrift kan daarom gedurende bovengenoemde termijn eveneens een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Inwerkingtreding
Ingevolge artikel 3.8, lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening treedt het besluit tot vaststelling in werking daags na afloop van de beroepstermijn. Indien binnen die termijn naast een beroepschrift ook een verzoek om voorlopige voorziening wordt ingediend, zal de werking van dit besluit worden opgeschort totdat op het verzoek is beslist.