Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 19 september 2017, nummer 2126407, tot tijdelijk afwijken van artikel 4.17a, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 50, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 4.17b, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000;

Gehoord de Commandant van de Koninklijke Marechaussee;

Besluit:

Artikel 1

Met toepassing van artikel 4.17b van het Vreemdelingenbesluit 2000 wordt tijdelijk afgeweken van artikel 4.17a, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 2017.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 september 2017

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

TOELICHTING

De instroom van vreemdelingen in Europa blijft onverminderd hoog. Tegelijk is duidelijk dat de instroom over land, hoewel aanzienlijk, niet meer die omvang heeft die zij in 2015 had. Wel blijft waakzaamheid geboden om toenames in de instroom tijdig te onderkennen. De Koninklijke Marechaussee (KMar) voert dan ook sinds het einde van de toepassing van artikel 4.17b van het Vb 2000 op 2 september 2016 (Stcrt. 2016. Nr. 12085), vreemdelingentoezicht uit in de grensstreek op overschrijdingen van de binnengrens binnen de criteria die op grond van artikel 4.17a van het Vreemdelingenbesluit 2000 (hierna: Vb 2000) voor deze vorm van toezicht gelden. Dit geldt uiteraard voor weg en spoor maar eveneens voor de luchthavens.

De KMar signaleert nu bij een onderdeel van het door haar uitgevoerde toezicht een toename van de illegale grensoverschrijdingen. Deze toename is waarschijnlijk aanzienlijker dan blijkt uit de beschikbare gegevens, omdat een beperkt deel van de vluchten kan worden gecontroleerd. Tegen de achtergrond van de beschikbare cijfers en de toename die daaruit spreekt, lijkt reëel dat zonder ingrijpen binnen afzienbare tijd sprake zal zijn van een grotere toename. Intensiever toezicht is noodzakelijk, maar kunnen niet plaatsvinden binnen de criteria van 4.17a Vb 2000.

Uit het liaison netwerk van de KMar zijn aanwijzingen ontvangen dat in Athene tussen de 70 en 150 reizigers per dag worden gestopt ten aanzien van illegale migratie. Uit de informatie van de KMar blijkt verder dat er, ondanks de inspanningen van de liaison, in de periode van 1 januari 2017 tot en met 17 augustus 2017 op vluchten afkomstig uit Griekenland 128 valse, vervalste of look-alike (imposter) reisdocumenten zijn onderkend terwijl dat er in dezelfde periode in 2016 slechts 31 waren. Dit is een toename van 313%.

Van belang is ook dat in datzelfde tijdvak het aantal incidenten met betrekking tot mensensmokkel dat kon worden onderkend op vluchten afkomstig uit Griekenland is verdubbeld tot 20. Dit acht ik zeer onwenselijk, omdat mensensmokkel een strafbaar feit betreft dat vaak met uitbuiting gepaard gaat, regelmatig van minderjarige en jongvolwassenen.

Deze signalen, neergelegd in het ambtsbericht van de KMar van 10 augustus 2017, zijn voor mij aanleiding om met het toepassen van artikel 4.17b van het Vb 2000 op vluchten afkomstig uit Griekenland de KMar in staat te stellen om haar controles MTV te intensiveren en meer incidenten van illegale migratie vroegtijdig te onderkennen.

De intensivering van het toezicht richt zich uitsluitend op het luchtvaartverkeer. Er zijn geen signalen dat het toezicht op de weg of het spoor moet worden geïntensiveerd. Om die reden is besloten dat een proportionele toepassing meebrengt dat de uitbreiding neergelegd in artikel 4.17b van het Vb 2000 niet op andere vervoersmiddelen dan het luchtverkeer toepasselijk wordt geacht.

De signalen bestaan op dit moment specifiek ten aanzien van vluchten afkomstig van Griekse luchthavens. De bevoegdheden van 4.17b van het Vb 2000 zullen dan ook op de vluchten komende uit dat land worden toegepast. Indien blijkt dat de stroom zich verlegt, of sprake is van een toename van incidenten met personen afkomstig van vluchten uit andere lidstaten, dan zal dat door middel van gegevens van de KMar worden onderbouwd. Ook zonder nadere onderbouwing zijn steekproefsgewijze controles die worden uitgevoerd ten aanzien van vluchten uit andere bestemmingen binnen het Schengengebied vanzelfsprekend steeds gepermitteerd, zo lang deze de volumes beschreven in artikel 4.17a van het Vb 2000 niet overschrijden.

De controles worden op een zodanige wijze uitgevoerd dat het reguliere verkeer op de luchthaven daar weinig of geen hinder van ondervindt. Voor deze maatregel wordt geen aanvullende capaciteit beschikbaar gesteld.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff

Naar boven