Kronenberg, vooraankondiging voorbereiding bestemmingsplan en milieu effectenrapportage Grandorse (28-09-2017)

Logo Horst aan de Maas

Inleiding

Vooraankondiging voorbereiding bestemmingsplan “Grandorse” Burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas maken ter voldoening aan het bepaalde in artikelen 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), 7.9 en 7.27 van de Wet milieubeheer bekend, dat het bestemmingsplan en de Milieueffectenrapportage “Grandorse” worden voorbereid. (NL.IMRO.1507.KBGRANDORSE-BP01).

Beschrijving

Het plangebied betreft de hippische zone Grandorse (de Peelbergen). Dit plangebied is vooralsnog op hoofdlijnen gelijk aan het gebied waarvoor de “Totaalvisie Hippische Zone De Peelbergen” is opgesteld. Het gebied is gelegen rondom het Equestrian Centre de Peelbergen (ECdP) en wordt aan de noordzijde begrenst door de golfbaan Golfhorst. Aan de westzijde ligt de Midden Peelweg, aan de zuidzijde ligt nog een zoekgebied. Dit is het gebied onder het terrein van D’n Umswing richting Toverland. Aan de oostzijde wordt de grensbepaald door de onverharde wegen tussen ECdP en de kern Kronenberg.

Grandorse is een unieke ontwikkeling dat nog niet eerder tot ontwikkeling is gebracht in Europa. De uniciteit wordt bepaald door het totaalconcept wat Grandorse neerzet; een gebied waar het paard centraal staat en ingezet wordt op de breedte van de hippische wereld. Een gebied waar de paardensport centraal staat en de internationale top bij elkaar komt. Alle benodigde voorzieningen en faciliteiten zijn binnen handbereik en zorgen ervoor dat men de paardensport tot op het hoogste niveau kan beoefenen.

Milieueffectrapport (planMER)

Op grond van de Wet milieubeheer en het Besluit milieueffectrapportage moet voor de besluitvorming over dit bestemmingsplan een zogenoemd ‘planMER’ (milieueffectrapport voor plannen) worden opgesteld. Het bestemmingsplan biedt namelijk het kader voor m.e.r.-(beoordelings)plichtige activiteiten. Dit zijn activiteiten die staan vermeld in de C- en D-bijlagen van het Besluit milieueffectrapportage 1994, zoals bijvoorbeeld de nieuwvestiging van de paardenhouderijen in het plangebied. Het planMER beoordeelt of de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt al dan niet (significante) gevolgen kunnen hebben voor het milieu. Als niet kan worden uitgesloten dat een plan of project significante gevolgen voor Natura 2000-gebieden heeft, dan moet op grond van de Wet natuurbescherming ook een passende beoordeling worden gemaakt. Daarin wordt dieper ingegaan op de gevolgen voor Natura 2000-gebieden binnen en buiten het plangebied (zoals ‘Deurnsche Peel en Mariapeel’ en ‘Maasduinen’). Voor het op te stellen bestemmingsplan wordt daarom een passende beoordeling gemaakt, waarbij onder andere wordt ingegaan op het thema stikstof, dat in belangrijke mate van invloed is op Natura 2000-gebieden.

Notitie Reikwijdte en Detailniveau

De eerste stap om te komen tot een planMER is het opstellen van een zogeheten ‘Notitie Reikwijdte en Detailniveau’. Deze notitie geeft onder meer een beschrijving over waarom het plan wordt opgesteld, op welk plangebied het plan van toepassing is en welke milieuaspecten worden beoordeeld (reikwijdte) en wat het schaalniveau van deze beoordeling is (mate van detail).

Verdere procedure

Ten aanzien van deze vooraankondiging van het bestemmingsplan en de M.E.R. betreft het uitsluitend een kennisgeving. Op dit moment worden er nog geen stukken met betrekking tot dit voornemen ter inzage gelegd. Dat zal in het vierde kwartaal van 2017 gebeuren. Voorafgaand daaraan zal een nieuwe publicatie plaatsvinden. Ook is het niet mogelijk om een zienswijze tegen het voornemen kenbaar te maken en wordt er geen onafhankelijke instantie in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen over het voornemen.

Meer informatie

Deze informatie is ook terug te vinden op www.horstaandemaas.nl (zie bekendmakingen). Voor meer informatie kunt u ook terecht bij de afdeling Beleid Ruimte, tel. (077) 477 97 77.

 

Naar boven