Regeling van de Minister van Economische Zaken van 28 september 2017, nr. WJZ/17141510, tot wijziging van de uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad (PbEU 2013, L347);

Gelet op de artikelen 4 en 5 van Verordening (EU) nr. 639/2014 van de Europese Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot wijziging van bijlage X bij die verordening (PbEU 2014, L181);

Gelet op artikel 19 van de Landbouwwet;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 2.2. van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘jaarlijks’ ingevoegd: , vóór 1 november,.

2. In het tweede lid wordt na ‘jaarlijks’ ingevoegd: , vóór 1 november,.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 28 september 2017

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

Algemeen

1 Inleiding

Per 1 januari 2015 is de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB van kracht (hierna: de uitvoeringsregeling). De uitvoeringsregeling geeft uitvoering aan de Europese verordeningen inzake de rechtstreekse betalingen van het Europese landbouwbeleid. De uitvoeringsregeling wordt op enkele onderdelen om de volgende redenen gewijzigd.

2 Hoofdlijn van het voorstel

Op grond van artikel 4, eerste lid, onderdeel c, subonderdeel ii, van Verordening 1307/2013 stellen de lidstaten criteria vast waaraan een landbouwer moet voldoen om de verplichting na te komen een landbouwareaal in staat te houden die begrazing of teelt mogelijk maakt. Daarnaast omschrijven de lidstaten, indien van toepassing, op grond van artikel 4, eerste lid, onderdeel c, subonderdeel iii, van Verordening 1307/2013, de te verrichten minimumactiviteit op landbouwarealen die in een voor begrazing of teelt geschikte staat worden behouden.

In artikel 2.2. van de uitvoeringsregeling is ter uitvoering hiervan de eis opgenomen dat landbouwers hun areaal jaarlijks moeten maaien.

Op grond van de Europese regelgeving mogen lidstaten pas tot uitbetaling van steun overgaan nadat alle controles hebben plaatsgevonden.

Om de controleerbaarheid te verbeteren en zo vroeg mogelijke betaling van de steun mogelijk te maken wordt daarom nu bepaald dat de minimumactiviteit waaraan een landbouwer dient te voldoen om een landbouwareaal in een staat te houden die begrazing of teelt mogelijk maakt – het jaarlijks maaien van het areaal – vóór 1 november uitgevoerd moet worden. Hiermee wordt verzekerd dat alle relevante controles nog voor het einde van het jaar kunnen zijn afgerond en derhalve nog datzelfde jaar tot uitbetaling kan worden overgegaan.

3 Regeldruk

De gevolgen voor de regeldruk van de uitvoering van de rechtstreekse betalingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn beschreven in de toelichting bij de uitvoeringsregeling. De onderhavige wijzigingsregeling brengt geen nieuwe of wijzigingen in informatieverplichtingen met zich.

4 Inwerkingtreding/overgangsrecht

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Hiermee wordt afgeweken van het beleid voor Vaste Verander Momenten (VVM). Reden hiervoor is dat de doelgroep – landbouwers – gebaat zijn bij spoedige inwerkingtreding in verband met zo vroeg mogelijke betaling van de steun.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp