Verkeersbesluit

Logo Vlagtwedde

No. A03

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Vlagtwedde;

Overwegende:

• dat de Wollingboerweg, Hogebrugweg, Dijkweg en Zwarteweg-Zuid openbare wegen zijn;

• dat op grond van artikel 2. lid 1, sub a uit de Wegenverkeerswet 1994 nadere regels kunnen worden gesteld voor het verzekeren van de veiligheid op de weg;

• dat op grond van artikel 2, lid 1 sub b uit de Wegenverkeerswet 1994 nadere regels kunnen worden gesteld voor het beschermen van weggebruikers en passagiers;

• dat op grond van artikel 2. lid 2 sub b uit de Wegenverkeerswet 1994 nadere regels kunnen worden gesteld voor het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden;

• dat diverse aanwonenden, alsmede de OBS Willem Lodewijksschool (directie en schoolgaande jeugd) te Bourtange zich tot de gemeente hebben gewend over de verkeerssituatie op de Wollingboerweg;

• dat zij hebben aangegeven dat zij zich op de fiets op de Wollingboerweg niet veilig te voelen i.v.m. de hoge snelheden en korte passeerafstand waarmee zij worden ingehaald door passerende automobilisten,

• dat een aantal kinderen van bewoners daarbij hebben aangegeven daardoor nu de weg soms te mijden of met de auto naar school te gaan;

• dat uit een gehouden snelheidsmetingen is vast komen te staan dat de maatgevende V90 waarde op de Wollingboerweg 90 km/h bedraagt en er daarmee aanwijzing is dat er overmatig harder wordt gereden dan maximaal nu toegestaan (80km/h) en er excessen zijn gemeten tot 132 km/h;

• dat is gebleken dat het merendeel van de hardrijders afkomstig zijn uit de directe omgeving van de weg (o.a. Vlagtwedde/Bourtange) maar dat hieronder niet direct aanwonenden van de Wollingboerweg zijn aangetroffen;

• dat de gemeente Vlagtwedde, o.a. via het Verkeers – en Vervoersberaad Groningen, probeert middels gedragsvoorlichting automobilisten aan te spreken op hun verkeersgedrag maar dat e.e.a. er helaas niet in resulteert dat automobilisten hun snelheid matigen op de Wollingboerweg;

• dat uit onderzoek van het CROW is vast komen te staan dat electronische aanduidingen ‘U rijdt te snel’/smileys op specifiek 50km en 60 km/h wegen snelheidverhogend bleken te werken (huftergedrag in de hand werken);

• dat vanwege basisuitgangspunten van het landelijk beleid Duurzaam Veilig, waaraan alle gemeenten in Nederland zich via de VNG hebben gecommitteerd, als homogeniteit en gelijkwaardigheid een zo laag mogelijke passeersnelheid van een fietser gewenst is op de Wollingboerweg;

• dat de laagst mogelijke passeersnelheden op wegvakken buiten de bebouwde kom, conform de Uitvoeringsvoorschriften BABW, 60 km/h en/of 30 km/h bedraagt (UVS BABW, paragraaf 4, lid 2 plaatsingsvoorschriften bord A1);

• dat de klachten in algemene zin het gehele wegvak Wollingboerweg betreffen en niet als zodanig een specifiek punt (= gevarenpunt) op deze weg;

• dat het instellen van een maximumsnelheid van 30 km/h evenwel vanuit het snelheidsverschil tussen automobilist een fietser wenselijk is, maar vanuit handhaafbaarheid niet wenselijk wordt geacht op deze weg en zelfs ook schijnveiligheidssituaties kan oproepen en derhalve ongewenst wordt geacht;

• dat een snelheid van 30 km/h buiten de bebouwde kom eveneens in strijd is met CROW richtlijnen voor maximumsnelheden;

• dat de Wollingboerweg buiten de bebouwde kom, gezien de plaatselijke bebouwingdichtheden, conform de Richtlijn aanwijs bebouwde kommen van het CROW alsmede de plaatsingsvoorschriften voor bord H1 (bebouwde kom), niet in aanmerking komt om aangewezen te worden als bebouwde kom;

• dat de Hogebrugweg op het weggedeelte tussen de Wollinghuizerweg en de Wollingboerweg een zelfde layout en wegfunctie kent als de Wollingboerweg;

• dat uit meerdere gehouden verkeerstellingen is vast komen te staan dat circa gemiddeld 15 fietsers nu per dag gebruik maken van de Wollingboerweg;

• dat uit verkeerstellingen is vast komen te staan dat circa gemiddeld 500 motorvoertuigen per etmaal, waarvan circa 24% vrachtverkeer, gebruik maakt van de Wollingboerweg;

• dat het provinciaal gemiddelde qua hoeveelheid vrachtverkeer circa 10% bedraagt en daarmee gesteld kan worden dat er een meer dan gemiddelde hoeveelheid vrachtverkeer van de Wollingboerweg gebruik maakt;

• dat CROW richtlijnen (Handboek Wegontwerp) aangeven dat, gezien deze intensiteitscombinatie, fietsers in principe op een veilige wijze van de rijbaan gebruik zouden moeten kunnen maken;

• dat de Wollingboerweg, gezien de wegbreedte van 5,0m à 5,1m volgens de nieuwste fietsontwerp aanbevelingen van het landelijk Fietsberaad onvoldoende breed is voor het aanbrengen van fietsstroken (minimaal geadviseerde benodigde wegbreedte = 5,8m, met daarmee een minimale breedte van een fietsstrook van 1,7m);

• dat de nieuwste fietsontwerp aanbevelingen van het landelijk Fietsberaad, t.b.v. het duidelijk maken van het onderscheid van fietsstroken en fietssuggestiestroken, aanbevelen een rode kleur zoveel mogelijk voor te behouden aan fietsstroken;

• dat voor het duidelijker maken van het onderscheid tussen het stuk bebouwde kom en buiten de bebouwde kom op de Wollingboerweg evenwel het aanbrengen van een rode slijtlaag op het rijgebied van de fiets in het wegvak binnen de bebouwde kom als wenselijk wordt gezien;

• dat uit een gehouden handtekeningenactie onder de aanwonenden is vast komen te staan dat bij grote meerderheid er draagvlak is voor de invoering van een maximum snelheidslimiet van 60 km /h op de Wollingboerweg;

• dat de instelling van de 60 km zone fysiek zal worden ondersteund met de nodige infrastructurele maatregelen als belijning en bebording;

• dat diverse bewoners in de inspraak hebben aangegeven geluidshinder en trillingshinder te vrezen van eventuele drempels;

• dat gezien de, relatief gezien, geringe intensiteiten op de Wollingboerweg, er geen reden is om aan te nemen dat een eventuele wegversmalling erg effectief is aangezien het aantal ontmoetingen tussen verkeer in beide rijrichtingen relatief gezien gering is en een wegversmalling derhalve juist snelheidsverhogingen in de hand kan werken (gas indrukken om er het eerst voorbij te zijn) en e.e.a. als onwenselijk wordt gezien;

• dat de mogelijkheid tot het plaatsen van flitspalen op de Wollingboerweg is bekeken, maar de Wollingboerweg niet voldoet aan de beleidscriteria van het Openbaar Ministerie voor het plaatsen van flitspalen;

• dat als er door de instelling van de 60 km zone al verschuivingen zouden optreden er niet aanleiding is om aan te nemen dat deze groot zijn aangezien de intensiteiten op de Wollingboerweg relatief gezien gering zijn en er derhalve op alternatieve routes deze naar verwachting niet tot ernstige stijgingen zullen leiden die op dat moment weer voor nieuwe problemen zouden kunnen zorgen (verplaatsen van het probleem);

• dat bij de inrichting van de 60 km zone wordt voldaan aan de wettelijke inrichtingsvoorschriften voor aanwijs van een 60 km zone zoals gesteld in de Uitvoeringsvoorschriften BABW;

• dat het aanwijzen van een 60 km zone op bovengenoemde wegen en straten past binnen het GVVP (Gemeentelijk Verkeers – en Vervoersplan) van de gemeente;

• dat kruispunten in een 60 km/zone in principe gelijkwaardig zijn;

• dat op de Wollingboerweg echter in verband met de langgerektheid van de weg, de relatief weinige hierop uitkomende zijwegen en relatief dunne lintbebouwing het omvormen van de huidige voorrangskruisingen op de Wollingboerweg, met uitzondering van de kruising Wollingboerweg/Hogebrugweg (= reeds een gelijkwaardige kruising), tot gelijkwaardige kruisingen niet als logisch voor de automobilist en wenselijk wordt gezien;

• dat ongevallenregistraties over meerdere jaren geen aanleiding geven deze voorrangssituaties te herzien;

• dat de 4 bekende ongevallen over de periode 2009-2013 op de Wollingboerweg, waarvan 1 met dodelijke afloop en 3 met uitsluitend materiele schade, allen als oorzaak hadden macht over het stuur verliezen/slippen hetgeen sterk wijst in de richting van een te hoge snelheid (voor de plaatselijke omstandigheden);

• dat de Ruiten A kanaal West II en Ruiten A kanaal Oost II (aansluitende wegen op de Hogebrugweg en Dijkweg, parallel aan het Ruiten A kanaal) wegen zijn in beheer van het Waterschap Hunze en Aas;

• dat overleg met de provincie Groningen (wegbeheerder aansluitende weg N365) heeft plaatsgevonden en zij hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen voorgenomen verkeersmaatregelen (artikel 25 BABW);

• dat op grond van vaste jurisprudentie (ABRvS 14 juli 2004, zaaknr. 200306296/1) als uitgangspunt geldt dat het treffen van verkeersmaatregelen als een normale maatschappelijke ontwikkeling moet worden beschouwd waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van de daardoor getroffenen mogen worden gelaten;

• dat overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer overleg is gepleegd met Politie Noord Nederland, district Groningen;

• dat op een gehouden inloopbijeenkomst op 3 april 2017, waarvoor alle aanwonenden van de Wollingboerweg schriftelijk persoonlijk per brief zijn uitgenodigd geweest, groot draagvlak is gebleken voor uitvoering van het verbeterplan Wollingboerweg;

• dat de gemeenteraad van Vlagtwedde in haar vergadering van 23 mei onder no A07 heeft ingestemd met de maatregelen;

• dat de in dit besluit genoemde wegen in beheer zijn van de gemeente Vlagtwedde;

• dat door middel van publicatie in de Ter Apeler Courant van 5 juli 2017 en aanplakking van een publicatie op het gemeentelijk publicatiebord algemene bekendheid is gegeven aan de te nemen verkeersmaatregelen;

• dat van de mogelijkheid om zienswijzen naar voren te brengen door niemand gebruik is gemaakt;

• dat de in dit besluit genoemde wegen gelegen zijn deels binnen en deels buiten de bebouwde kom.

Gelet op:

• artikel 2 en artikel 18, lid 1d, van de Wegenverkeerswet, artikel 15 van de Wegenverkeerswet, artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, alsmede op het bepaalde in de Algemene Wet bestuursrecht en artikel 1 van het Delegatiebesluit Vlagtwedde 2002;

BESLUIT

1. Een 60 km zone in te stellen middels het plaatsen van borden van het model A1(zone) en het model A2(zone) van bijlage 1 van het RVV 1990 op de volgende wegen en weggedeeltes;

• De Wollingboerweg tussen de komgrens met Bourtange en de kruising met de Hogebrugweg;

• De Hogebrugweg op het weggedeelte tussen een punt gelegen op 20m afstand vanaf de kruising met de Wollinghuizerweg en een punt gelegen 20m voorbij de kruising met de Wollingboerweg;

• Dijkweg op het weggedeelte tussen een punt gelegen op circa 300m afstand van de Wollingboerweg en de Wollingboerweg;

• Zwarteweg – Zuid, gelegen tussen het Bourtangerkanaal Zuid en de Wollingboerweg, op het weggedeelte tussen een punt gelegen op 20 m afstand van de Wollingboerweg en de Wollingboerweg;

• Zwarteweg – Zuid, gelegen tussen het Moddermanspad en de Wollingboerweg, op het weggedeelte tussen een punt gelegen op 20m afstand van de Wollingboerweg en de Wollingboerweg.

2. Alle kruisingen op de Wollingboerweg en de Hogebrugweg tussen de Wollinghuizerweg en de Wollingboerweg, met uitzondering van de kruising Wollingboerweg/Hogebrugweg, aan te wijzen als voorrangskruisingen d.m.v. het plaatsen van borden B3, B4, B5 en B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 alsmede het aanbrengen van voorrangsdriehoeken (haaietanden) op het wegdek;

3. Dit verkeersbesluit te publiceren op de gebruikelijke wijze in het huis – aan huisblad de Ter Apeler Courant en de Staatscourant.

Sellingen, 19 september 2017

Burgemeester en wethouders van Vlagtwedde

de heer H.R. Scheper

loco - secretaris

mevrouw. L.A.M. Kompier

burgemeester

Het verkeersbesluit ligt met ingang van 27 september 2017 voor een periode van zes weken ter inzage (t/m 8 november 2017) bij de afdeling Ruimte in het gemeentehuis te Sellingen en is te raadplegen via zoek.officielebekendmakingen.nl. Belanghebbenden die tevens een zienswijze hebben ingebracht tegen het ontwerp-verkeersbesluit en belanghebbenden die kunnen aantonen dat zij daar redelijkerwijs niet toe in staat zijn geweest kunnen tegen dit besluit beroep instellen bij de Rechtbank Groningen, sector Bestuursrecht, Postbus 150, 9700 AD Groningen. Aangezien het indienen van een beroepschrift geen schorsende werking heeft, kan tevens, indien onverwijlde spoed dit vereist en onder voorwaarde dat een beroepschrift is ingediend, een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de President van de Arrondissementsrechtbank, Postbus 150, 9700 AD Groningen.

Bijlage: Tekening

Naar boven