Beschikking van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 september 2017, nr. 2017-0000140896, tot het aanwijzen van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten als de instelling, bedoeld in artikel 9, derde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 9, derde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet;

Besluit:

Artikel 1 Aanwijzing

Het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten van het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam, verder te noemen het NCvB, wordt voor de periode van 1 januari 2018 tot 1 januari 2022 aangewezen als de instelling waar arbodiensten en bedrijfsartsen melding doen van een bij een werknemer aangetoonde beroepsziekte.

Artikel 2 Taken en activiteiten

Het NCvB is belast met:

  • a. de registratie van en het rapporteren over beroepsziekten, onder meer door:

    • 1°. het beheer, onderhoud en ontwikkelen van registratiesystemen en peilstations met inachtneming van het gestelde over gegevens beroepsziekten in artikel 1.11 van de Arbeidsomstandighedenregeling;

    • 2°. het verwerken, beoordelen en analyseren van meldingen van beroepsziekten;

    • 3°. het signaleren en monitoren van nieuwe risico’s in relatie tot beroepsziekten;

    • 4°. het rapporteren over het vóórkomen van beroepsziekten in Nederland aan de Minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid, verder te noemen Minister van SZW, en aan de Europese Commissie (Eurostat) op grond van Verordening (EG) nr. 13338/2008 van 16 december 2008. De vorm van de rapportages en de periodiciteit worden in overleg met de Minister van SZW bepaald. Het NCvB draagt er zorg voor dat gegevens en rapportages op zodanige wijze worden gepresenteerd dat geen enkele relatie kan worden gelegd naar individuele werknemers en werkgevers;

    • 5°. het onderhouden van intensief contact met meldingsplichtigen over het (verbeteren van het) melden van beroepsziekten, en

    • 6°. het zo mogelijk onderzoeken, benutten en verwerken van overige kennis en registratiegegevens over beroepsziekten die beschikbaar zijn op nationaal en internationaal terrein.

  • b. het ontsluiten van kennis over beroepsziekten, onder meer door:

    • 1°. het ontwikkelen en onderhouden van registratierichtlijnen. Dit gebeurt op basis van wetenschappelijke literatuur en ervaringen uit de praktijk;

    • 2°. het beheer, onderhoud en ontwikkelen van een website en helpdesk, het uitbrengen van nieuwsbrieven en publicaties en het houden van lezingen, en

    • 3°. het ondersteunen bij beleidsprogramma’s, kennis- en beleidsmatige vragen en het deelnemen aan platforms en werkgroepen op het terrein van het monitoren en signaleren van beroepsziekten.

Artikel 3 Werkwijze en vergoeding

De Minister van SZW en het NCvB leggen de afspraken en verplichtingen over de samenwerking en uitoefening van de taken jaarlijks vast met inachtneming van artikel 1.12 van de Arbeidsomstandighedenregeling.

Artikel 4 Procedure nieuwe aanwijzing

De Minister van SZW maakt vóór 1 januari 2021 schriftelijk aan het NCvB kenbaar of het NCvB voor de periode vanaf 1 januari 2022 opnieuw wordt aangewezen.

Artikel 5 Intrekking Aanwijzingsbeschikking Nederlands Centrum voor Beroepsziekten 1999

De Aanwijzingsbeschikking Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (Stcrt. 1999, 204) wordt ingetrokken.

Artikel 6 Inwerkingtreding

  • 1. Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 januari 2018 en wordt bij afzonderlijke beschikking ingetrokken zodra de verplichtingen voortvloeiende uit deze beschikking over en weer zijn afgewikkeld.

  • 2. Deze beschikking wordt in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 19 september 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

BEZWAAR

Dit is een beschikking in de zin van artikel 1:3, 2e lid van de Awb. Overeenkomstig de Awb kan tegen deze beschikking schriftelijk bezwaar worden gemaakt door degene wiens belang rechtstreeks bij deze beschikking betrokken is. Daartoe moet binnen zes weken na de dag van verzending van deze beschikking een bezwaarschrift worden ingediend bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, t.a.v. de Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden, Bureau Ondersteuning, Team 1, Postbus 90801, 2509 LV 's-Gravenhage (fax +31(0)70 3335116). Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en ten minste te bevatten de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van deze beschikking alsmede de reden(en) waarom de beschikking niet juist wordt gevonden. Het bezwaarschrift dient in de Nederlandse taal te zijn gesteld.

Een bezwaarschrift kan ook per e-mail worden ingediend. Dan moet het bezwaarschrift in pdf-formaat als bijlage in de e-mail worden verzonden. Deze bijlage moet een ingescande “natte” handtekening bevatten. Hiermee wordt bedoeld dat het bezwaarschrift met de hand moet worden ondertekend, voordat het wordt ingescand en opgeslagen in pdf-formaat (bij voorkeur met tekst herkenning). Deze e-mail met bijlage kan gezonden worden naar: wbja-bezwaren-bo-t1@minszw.nl

Naar boven