TOELICHTING
Algemene toelichting
Inleiding curriculumontwikkeling po en vo
In november 2014 heeft de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het
startsein gegeven voor een bezinning op de toekomst van het curriculum in het primair
onderwijs (po) en het voortgezet onderwijs (vo).1 2 Het uitgangspunt van de bezinning is dat het curriculum moet aansluiten op maatschappelijke
ontwikkelingen en schoolleiders en leraren moet inspireren en houvast bieden. De huidige
kerndoelen van po en vo beantwoorden niet langer volledig aan de maatschappelijke
verwachtingen. De staatssecretaris geeft aan dat een integrale herziening van de kerndoelen
en eindtermen de samenhang in het onderwijs moet bevorderen, de overladenheid van
het onderwijsprogramma terugdringen, en leiden tot een meer stabiele en heldere opdracht
aan scholen. Bovenal moet het leerlingen optimale kansen bieden en ze de bagage meegeven
die ze nodig hebben voor hun toekomst. Begin 2016 heeft het Platform Onderwijs2032
na een maatschappelijke dialoog het advies ‘OnsOnderwijs2032’ uitgebracht.
Vervolgens is de haalbaarheid in de onderwijspraktijk onderzocht en een dialoog met
leraren gevoerd. Er zijn diverse inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd en er is geconcludeerd
dat leraren een belangrijke rol moeten krijgen in het ontwikkelproces. De ontwikkelfase
van de herziening van het curriculum loopt vanaf juli 2017 – begin 2019. De coördinatiegroep
– de Onderwijscoöperatie, de PO-Raad, de VO-raad, AVS, LAKS en Ouders & Onderwijs
– zal de inrichting van de volgende fase van curriculumherziening op zich nemen.
Samengevat komt het voorstel van de coördinatiegroep neer op de ontwikkeling van bouwstenen
die de essentie beschrijven van wat leerlingen moeten kennen en kunnen in een doorlopende
leerlijn van primair naar voortgezet onderwijs, rekening houdend met verschillende
niveaus en in afstemming met het vervolgonderwijs. Dit resulteert in een basis van
waaruit de huidige kerndoelen en eindtermen na politieke besluitvorming herzien kunnen
worden. De ontwikkelteams zijn werkzaam in de periode van februari 2018 tot en met
januari 2019. De ontwikkeling van bouwstenen ontstaat in nauwe interactie met de onderwijspraktijk:
leraren krijgen – in samenspraak met betrokkenen in en om de school – een centrale
rol. De bouwstenen op de negen leergebieden worden ontwikkeld door (a) ontwikkelteams
van leraren en schoolleiders (b) met daaraan verbonden minimaal acht ontwikkelscholen.
Het bevoegd gezag komt in aanmerking voor subsidie voor vervanging van leraren en/of
schoolleiders die deelnemen in een ontwikkelteam en/of als ontwikkelschool. In de
voorliggende subsidieregeling wordt nader bepaald voor welke activiteiten en onder
welke voorwaarden subsidie wordt verstrekt.
a. Ontwikkelteams
Voor de ontwikkelteams van Nederlands, rekenen/wiskunde, kunst en cultuur, en bewegen
en sport bestaan de ontwikkelteams uit twaalf leraren en twee schoolleiders. Het ontwikkelteam
van Engels bestaat uit twintig leraren en twee schoolleiders, waarvan acht po-leraren
en twaalf vo-leraren. Een selecte groep van zes vo-leraren zal zich buigen over de
overige moderne vreemde talen. Het leergebied van mens en maatschappij bestaat uit
twee extra po- en vo-leraren en dus in totaal uit zestien leraren en twee schoolleiders.
Het leergebied van mens en natuur bestaat uit drie extra po- en vo-leraren en dus
in totaal uit achttien leraren en twee schoolleiders. Tenslotte bestaan de leergebieden
burgerschap en digitale vaardigheden uit twee extra po-leraren per leergebied en bestaan
deze ontwikkelteams dus in totaal uit veertien leraren en twee schoolleiders.
Deze teams voeren de ontwikkeling van de bouwstenen voor de leergebieden aan. In het
Reglement selectie van ontwikkelteams, dat als bijlage 1 is opgenomen in de Beleidsregel
reglementen curriculumontwikkeling po en vo, zijn onder andere de selectiecriteria en procedure beschreven
op basis waarvan leraren en schoolleiders worden geselecteerd.
De ontwikkelteams komen bijeen op vier vastgestelde ontwikkelsessies in de periode
van 1 februari tot 28 februari 2019 om tot bouwstenen te komen. Er worden gezamenlijke
start- en slotsessies gepland, voorbereidingsdagen voor de ontwikkelsessies en tussen
de ontwikkelsessies is er tijd voor deelname aan onderzoek, ontwikkeling, verspreiding
en uitwisseling met andere scholen en belanghebbenden/aansluitend onderwijs.
De leraren en schoolleiders die deelnemen in een ontwikkelteam zijn geselecteerd overeenkomstig
het proces in de Beleidsregel reglementen curriculumontwikkeling po en vo. Deze Beleidsregel
is gepubliceerd in de Staatscourant. De leden van de coördinatiegroep adviseren de
minister welke bevoegde gezagen in aanmerking komen voor subsidie. De bevoegde gezagen
die in aanmerking komen voor subsidie worden kenbaar gemaakt op de website van de
Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I).
De bedragen zijn tot stand gekomen door de gemiddelde tarieven te hanteren van de
regelingen gemiddelde personeelslasten po3 en vo4 en deze te vermenigvuldigen met het aantal verwachte uren per individu in een ontwikkelteam.
b. Ontwikkelscholen
Samenstelling ontwikkelscholen
Aan de ontwikkelteams van Nederlands, rekenen/wiskunde, kunst en cultuur, sport en
bewegen, burgerschap en digitale vaardigheden worden vier scholen uit het primair
onderwijs en vier scholen uit het voortgezet onderwijs als ontwikkelscholen gekoppeld.
Aan de ontwikkelteams van Engels, mens en maatschappij, en mens en natuur worden zes
scholen uit het primair onderwijs en zes scholen uit het voortgezet onderwijs gekoppeld.
Activiteiten ontwikkelscholen
De ontwikkelscholen zijn verbonden aan een ontwikkelteam. Schoolteams op de ontwikkelscholen
werken actief aan de uitwerkingen van het curriculumthema op schoolniveau. De schoolteams
geven feedback op de deelopbrengsten van een ontwikkelteam en beproeven de deelopbrengsten
in de praktijk. Dit leidt tot concrete inzichten in de manier waarop de bouwstenen
in de praktijk werken. Ook nemen de ontwikkelscholen deel aan onderzoek.
De ontwikkelscholen worden geselecteerd overeenkomstig het Reglement selectie van
ontwikkelscholen, dat als bijlage 2 is opgenomen in de Beleidsregel reglementen curriculumontwikkeling
po en vo. De leden van de coördinatiegroep adviseren de minister welke bevoegde gezagen
in aanmerking komen voor subsidie. De bevoegde gezagen die in aanmerking komen voor
subsidie worden kenbaar gemaakt op de website van DUS-I.
De bedragen zijn tot stand gekomen door de gemiddelde tarieven te hanteren van de
regelingen gemiddelde personeelslasten po5 en vo6 en deze te vermenigvuldigen met het aantal verwachte uren per individu in een ontwikkelteam.
Doelstelling
De minister kan subsidie verstrekken aan een bevoegd gezag voor de vervanging van
leraren in de ontwikkelteams of ontwikkelscholen. De subsidie is bedoeld als tegemoetkoming
voor de vervanging van de leraren. De vervanging van leraren draagt bij aan de curriculumontwikkeling
op landelijk en/of op schoolniveau.
Subsidieplafond en wettelijke grondslag
Voor de toegezegde € 4,5 miljoen voor ontwikkeltijd van leraren, is op grond van deze
subsidieregeling een budget van € 4,1 miljoen rechtstreeks beschikbaar voor ontwikkeltijd
van leraren en schoolleiders in ontwikkelteams en op ontwikkelscholen. De middelen
zijn beschikbaar vanaf 1 januari 2018. Het bedrag wordt verstrekt aan de bevoegde
gezagen zoals gepubliceerd op de website van DUS-I.7 De overige € 0,4 miljoen wordt besteed aan ontwikkeltijd van leraren en schoolleiders
in de voorbereiding van het ontwikkelproces.
Te subsidiëren activiteiten en bijbehorende subsidiebedragen
De te subsidiërende activiteiten zijn opgenomen in bijlagen 1 en 2 van de Beleidsregel
reglementen curriculumontwikkeling po en vo.
Aanvragen
De aanmelding van het bevoegd gezag, met een leraar of schoolleider die deelneemt
in een ontwikkelteam en/of het bevoegd gezag dat scholen heeft die als ontwikkelschool
voor de curriculumontwikkeling zijn geselecteerd, is tevens de subsidieaanvraag. De
aanvraag wordt in behandeling genomen door DUS-I.
Verplichtingen
De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan de beantwoording van vragen in
het kader van de evaluatie van deze subsidie, zoals vermeld in de Beleidsregel reglementen
curriculumontwikkeling po en vo. Verder draagt de subsidieontvanger zorg voor het
nakomen van de verplichtingen die in de Beleidsregel reglementen curriculumontwikkeling
po en vo zijn genoemd. Dit is noodzakelijk voor de voortgang van de curriculumontwikkeling
op landelijk niveau en in de schoolpraktijk.
Handhaving/steekproefsgewijze controle
DUS-I kan een steekproefsgewijze controle uitvoeren op het correcte gebruik van de
subsidie. De controle vindt plaats op basis van een beoordeling van de documenten
die relevant zijn om te beoordelen of de leraar in dienst was van het bevoegd gezag
en de documenten die relevant zijn om te beoordelen of de leraar is vervangen van
lestaken. In dat kader dient het bevoegd gezag in elk geval de administratie te overleggen
die relevant is voor deze beoordeling. In de beschikking wordt nader toelichting gegeven
op aan te leveren administratie voor de beoordeling.
Subsidie wordt verstrekt aan het bevoegd gezag indien één of meer leraren of schoolleiders
in zijn dienst deelnemen in de ontwikkelteams of scholen deelnemen als ontwikkelschool.
Als de leraar/schoolleider in het ontwikkelteam tussentijds stopt, dient het bevoegd
gezag hiervan melding te maken bij DUS-I. Zoals vermeld in de Beleidsregel reglementen
curriculumontwikkeling po en vo is er een reservelijst en zal een leraar of schoolleider
van de reservelijst van ontwikkelteams de plek overnemen. In de artikelsgewijze toelichting
staat uitleg over hoe hiermee om te gaan.
Caribisch Nederland
De regeling is niet van toepassing op Caribisch Nederland. Caribisch Nederland hanteert
andere kerndoelen en eindtermen en een ander onderwijssysteem.
Administratieve lasten
Ter verantwoording van de administratieve lasten waarmee de aanvrager bij deze subsidieregeling
te maken krijgt, is een toets uitgevoerd volgens een standaard kostenmodel. Uit de
berekening blijkt dat het totale bedrag aan administratieve lasten voor alle leraren
en schoolleiders gezamenlijk maximaal € 49.500 zijn.
Inwerkingtreding
Voor de inwerkingtreding is afgeweken van de vaste verandermomenten en de publicatietermijn.
Omdat het proces van curriculumontwikkeling op zeer korte termijn zal aanvangen, was
het niet mogelijk de regeling tijdig te publiceren en in werking te laten treden op
een vast verandermoment. Gezien het belang om ontwikkelscholen en ontwikkelteams toch
te kunnen subsidiëren, is voor spoedige inwerkingtreding gekozen. De publicatietermijn
van twee maanden is niet haalbaar, omdat op 7 juli 2017 per Kamerbrief opgeroepen
is om te starten met het ontwikkelproces en de subsidieregeling voor 17 september
2017 gepubliceerd moet zijn voor een geldige subsidieaanvraagprocedure.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1
In dit artikel zijn de begripsbepalingen opgenomen. De genoemde reglementen zijn vindbaar
in bijlage 1 en 2 van de Beleidsregel reglementen curriculumontwikkeling po en vo.
Beide reglementen zijn bovendien gepubliceerd op www.curriculum.nu.
Artikelen 2 en 4
Voor de toelichting op deze artikelen wordt verwezen naar de algemene toelichting.
De ontwikkelactiviteiten vinden plaats in 2018 en eventuele afrondende activiteiten
begin 2019.
Artikel 3
De regeling geldt in aanvulling op de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (de
Kaderregeling), waarin algemene regels zijn opgenomen over subsidieverstrekking door
onder andere de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Een aantal subsidieverplichtingen,
zoals de meldingsplicht, is bijvoorbeeld in hoofdstuk 5 van de Kaderregeling opgenomen.
Artikelen 5, 7 en 8
De minister beschikt tegelijkertijd over de aanvragen. De aanvraagprocedure staat
open van 18 september tot en met 13 oktober, 15.00 uur, 2017. De beoordelings- en
selectieprocedure is vastgelegd in het Reglement selectie van ontwikkelscholen en
het Reglement selectie van ontwikkelteams.
De geselecteerde scholen en teams worden bekendgemaakt op de website van DUS-I.
Om de administratieve lasten te verlichten, is ervoor gekozen de aanmelding voor scholen
en teams samen te voegen met de subsidieaanvraag door het bevoegd gezag.
Een bevoegd gezag kan betrokken zijn bij meerdere aanvragen, indien het bevoegd gezag
zowel deelneemt aan een ontwikkelschool als een leraar in dienst heeft, die aan een
ontwikkelteam deelneemt.
In totaal zijn er in de selectieprocedure 130 leraren en 18 schoolleiders in ontwikkelteams
en 84 ontwikkelscholen geselecteerd. In artikel 8 is opgenomen voor welk subsidiebedrag
het bevoegd gezag in aanmerking komt per leraar of schoolleider in een ontwikkelteam
of per ontwikkelschool.
Artikel 6
In dit artikel zijn de subsidieverplichtingen opgenomen. Grotendeels volstaat een
verwijzing naar de reglementen, waarin de verplichtingen voor het bevoegd gezag zijn
vastgelegd. Volledigheidshalve wordt vermeld dat ook in hoofdstuk 5 van de Kaderregeling
(zie de toelichting op artikel 3) algemene subsidieverplichtingen zijn opgenomen.
Daarnaast is in het derde lid een meldingsplicht neergelegd voor het geval een leraar
of schoolleider zijn deelname onverhoopt beëindigt. De melding kan via een wijzigingsformulier
op www.curriculum.nu worden gemaakt. In dat geval kan de minister op basis van de reservelijst (zie de
reglementen) een vervanger aanwijzen. De minister neemt contact op met het bevoegd
gezag en de vervanger zelf. Indien zij hun (eerder afgewezen) deelname en subsidieaanvraag
herbevestigen, neemt de minister deze opnieuw in behandeling. De subsidierelatie met
het bevoegd gezag van de leraar of schoolleider die zijn deelname heeft beëindigd,
wordt tevens beëindigd. Het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ bevoegd gezag regelen in onderling
overleg dat zij het resterende subsidiebedrag overmaken. De verrekening geschiedt
naar rato van het aantal uren dat is ingezet door de leraar of schoolleider die zijn
deelname heeft beëindigd en het aantal uren dat diens vervanger nog moet inzetten.
Artikelen 9 en 10
De verstrekking, betaling, besteding en verantwoording van de subsidie vinden plaats
conform het laagste arrangement voor bekostigde scholen. De tegenprestatie van leraren
en schoolleiders in de ontwikkelteams en van schoolteams op de ontwikkelscholen is
immers behoorlijk zichtbaar, bijvoorbeeld in de aanwezigheid op de ontwikkelsessies,
de reacties van de ontwikkelscholen op de tussenproducten van de ontwikkelteams en
overige reacties op verzoeken. Hiermee is tevens beoogd de administratieve lasten
voor scholen zoveel mogelijk te beperken. Indien blijkt dat de subsidieontvanger niet
aan de verplichtingen heeft voldaan, kan de minister de subsidievaststelling op grond
van afdeling 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht wijzigen ten nadele van de subsidieontvanger.
Artikel 11
De hardheidsclausule is opgenomen om de minister de mogelijkheid te geven om in individuele
gevallen van de regeling af te wijken. Om voor toepassing van de hardheidsclausule
in aanmerking te komen, moet de toepassing van de regeling zelf in de eerste plaats
tot een onbillijkheid van overwegende aard leiden. In de tweede plaats moet de toepassing
van de hardheidsclausule het doel van de regeling dienen.
Toepassing van de hardheidsclausule betreft een discretionaire bevoegdheid, waar zeer
terughoudend gebruik van wordt gemaakt. De verzoeker zal in ieder geval moeten aantonen
dat zijn situatie zich onderscheidt van die van anderen. Er moet dus sprake zijn van
bijzondere persoonlijke omstandigheden.
Artikel 12 en 13
Voor de toelichting op deze artikelen wordt verwezen naar de algemene toelichting.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker