Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 14 september 2017, nr. IENM/BSK-2017/719071, houdende regels voor het verstrekken van een tijdelijke subsidie aan de Stichting Delta Alliance International Foundation (Tijdelijke subsidieregeling Delta Alliance 2016–2020)

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onderdeel g, en 4, eerste en tweede lid, en 5, van de Kaderwet subsidies I en M en de artikelen 2, eerste lid, 4, eerste lid, onderdelen a, b, c, e, f, g, h, en k, 6, tweede, onderdeel b en zesde lid, 10, tweede lid, 15, vijfde lid, 16, 22, tweede lid, en 23, vijfde lid van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

Artikel 1 (begripsbepalingen)

In deze regeling wordt verstaan onder:

besluit:

Kaderbesluit subsidies I en M;

deltalanden:

prioriteitslanden die in de Internationale Waterambitie zijn opgenomen, te weten Bangladesh, Colombia, Egypte, Indonesië, Mozambique en Vietnam;

minister:

Minister van Infrastructuur en Milieu;

subsidieontvanger:

Stichting Delta Alliance International Foundation, gevestigd te Wageningen.

Artikel 2 (doel van de subsidie)

De minister kan gedurende de periode van 1 april 2017 tot en met 31 december 2020 op aanvraag subsidies verstrekken aan de subsidieontvanger voor het verrichten van niet-economische activiteiten, zijnde het uitwisselen en ontwikkelen van kennis op het gebied van waterveiligheid en waterzekerheid tussen deltalanden, gericht op:

  • a. het inbrengen van kennis in internationale netwerken gericht op duurzaam delta management, of

  • b. het stimuleren van kennisuitwisseling en kennisontwikkeling rond delta’s.

Artikel 3 (maximumbedrag)

De subsidie voor de jaren 2017 tot en met 2020 bedraagt maximaal € 1.250.000.–, inclusief btw, met dien verstande dat het subsidiebedrag dat op basis van de beschikking van 3 november 2016, kenmerk PVW41606OH59U, reeds is verleend voor de periode van 1 april 2016 tot en met 31 maart 2017 inbegrepen is in dit maximumbedrag.

Artikel 4 (subsidiabele kosten)

  • 1. Als subsidiabele kosten worden uitsluitend in aanmerking genomen de naar het oordeel van de minister noodzakelijke, rechtstreeks aan de activiteiten als bedoeld in artikel 2 toe te rekenen en door de subsidieontvanger gemaakte en betaalde kosten.

  • 2. Subsidiabele kosten kunnen ook betrekking hebben op de voor indiening van de subsidieaanvraag gemaakte kosten vanaf 1 april 2017.

Artikel 5 (aanvraag tot subsidieverlening)

  • 1. De aanvraag tot subsidieverlening wordt uiterlijk op 1 november voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd ingediend bij de minister met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt voor de periode 1 april 2017 tot en met 31 december 2017 de aanvraag ingediend binnen een maand na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst.

Artikel 6 (begrotingsvoorbehoud)

Voor zover de subsidie wordt verleend ten laste van de nog niet door de Staten-Generaal aangenomen rijksbegroting, onderdeel Infrastructuur en Milieu, wordt in de beschikking tot subsidieverlening vermeld dat de subsidieverlening plaatsvindt onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld in de wet tot vaststelling van de rijksbegroting, onderdeel Infrastructuur en Milieu.

Artikel 7 (subsidieverlening)

De subsidie wordt verleend in de vorm van een maximumbedrag dat wordt bepaald op basis van gegevens die worden ingediend bij de aanvraag.

Artikel 8 (verplichting van de subsidieontvanger)

  • 1. Onverminderd artikel 17 van het besluit is de subsidieontvanger verplicht tot:

    • a. het verlenen van medewerking aan een onderzoek naar de rechtmatige en doelmatige aanwending van de ontvangen subsidiegelden, dat wordt verricht namens of in opdracht van de minister of door de Algemene Rekenkamer en het desverlangd verstrekken van alle informatie aan degene die met dit onderzoek is belast;

    • b. het de minister vooraf schriftelijk op de hoogte stellen in geval bekendheid wordt gegeven aan gesubsidieerde activiteiten of standpunten met een naar verwachting politiek gevoelig of met een belangrijk beleidsmatig karakter;

    • c. het uitvoeren van de activiteiten op een neutrale, objectieve en niet-discriminatoire wijze;

    • d. het niet concurreren met de dienstverlening die op de markt door commerciële partijen wordt aangeboden bij het uitvoeren van de activiteiten;

    • e. het voor eenieder zonder onderscheid toegankelijk laten zijn van de activiteiten, alsmede de resultaten daarvan;

    • f. het niet bevoordelen van individuele ondernemingen met de gesubsidieerde activiteiten;

    • g. het kosteloos publiekelijk ter beschikking te stellen van de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten;

    • h. het verlenen van opdrachten aan derden op basis van transparante criteria en conform marktconforme tarieven.

  • 2. Indien naast de niet-economische activiteiten ook economische activiteiten worden verricht, dienen beide soorten activiteiten en de financiering ervan in de boekhouding te worden onderscheiden.

  • 3. Artikel 19, eerste en tweede lid, van het besluit zijn niet van toepassing. Artikel 19, derde lid, van het besluit is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 (subsidievaststelling)

  • 1. De aanvraag tot subsidievaststelling vindt plaats binnen dertien weken na het jaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. Artikel 24, vierde lid, van het besluit is niet van toepassing op de aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 10 (inwerkingtreding en vervaldatum)

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2017.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2021, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de subsidies die voor die datum zijn verleend.

Artikel 11 (citeertitel)

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling Delta Alliance 2016–2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

Algemeen

Aanleiding achtergrond

In het kabinetsbeleid inzake waterbeleid1 staat de samenwerking met andere deltalanden centraal om klimaatadaptatie en duurzaam waterbeheer te stimuleren. Kern van dit beleid is het vergroten van waterveiligheid en waterzekerheid in de wereld, waarbij kennisuitwisseling centraal staat.

Wereldwijd zijn in stedelijke delta’s de risico’s rond waterveiligheid en waterzekerheid groot en urgent. In 2050 zal een groot deel van de wereldbevolking in stedelijke delta’s wonen. Deze steden en omliggende delta’s krijgen te maken met een groeiende vraag naar water voor huishoudelijk gebruik, voedselproductie, energie en industrie. Door deze toename in stedelijke delta’s (waterzekerheid) in combinatie met kansen op overstromingen (waterveiligheid) is er kennis nodig hoe dat in die gebieden aan te pakken (om te verbeteren en te voorkomen). Nederland heeft als stedelijke delta veel kennis en ervaring in huis.

De kennis en ervaring die door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (onder andere via het Deltaprogramma) en de Nederlandse watersector is opgebouwd, biedt veel internationale samenwerkingskansen op het gebied van klimaatadaptatie, (water)veiligheid, zoetwaterconservering, watergovernance en innovaties. Nederland positioneert zich daarmee als koploper.

Delta Alliance

De Stichting Delta Alliance International Foundation (hierna: Delta Alliance) is opgericht in juni 2009 en richt zich primair op het stimuleren van kennisuitwisseling en kennisontwikkeling tussen deltalanden en sluit daarom goed aan op het kabinetsbeleid. Delta Alliance kan hierbij een ondersteunende en verbindende organisatie zijn die, zonder eigen belang, nieuwe netwerken opzet, samenwerking met Nederlandse partijen stimuleert en kennis ontsluit. De continuïteit van de activiteiten van Delta Alliance kan door een tijdelijke ondersteuning worden gewaarborgd.

Door het ondersteunen van Delta Alliance wordt de kennisbasis versterkt en kan de zichtbaarheid van Nederland als koploper op het gebied van waterkennis in de wereld worden vergroot. De te ondersteunen activiteiten zijn gericht op kennisontwikkeling en kennisuitwisseling, het onderhouden van netwerken en houden geen commerciële activiteiten in.

De activiteiten van Delta Alliance richten zich op de volgende gebieden:

  • het versterken van internationale netwerken gericht op duurzaam delta management, waarbij Nederland zich zichtbaar positioneert;

  • het stimuleren van kennisuitwisseling en kennisontwikkeling rond delta’s als kennismakelaar.

Dat betekent dat Delta Alliance actief bijdraagt aan de Delta Coalitie2. Deze coalitie zal uitwisseling, innovatie en creativiteit tussen deelnemende landen en waarnemers mogelijk maken. Ook deelt Delta Alliance onderzoeksresultaten en (monitor)rapporten met deze landen. Als kennismakelaar draagt Delta Alliance bij aan het ‘Global Centre of Excellence on Climate Adaptation’. Hierdoor wordt het draagvlak, de zichtbaarheid en kwaliteit van dit centrum verhoogd.

Delta Alliance heeft een sterk netwerk ontwikkeld van delta’s die actief samenwerken binnen hun delta en als ‘Wing’ internationaal samenwerken met de andere ‘Wings’ binnen Delta Alliance.3 De focus ligt daarbij op kennisgedreven organisaties in het buitenland. Dit zijn kennisinstituten, maar ook internationale netwerken die mogelijkheden bieden om de impact van Nederlandse kennis te vergroten. Voorbeelden hiervan zijn Global Water Partnership, UNDP/UNEP, UN-disaster program, Rockefeller Foundation en Belmont forum.

Delta Alliance heeft bijgedragen aan de monitoring van 15 delta’s (vertegenwoordigd door de Wings) in de wereld. Dit biedt een belangrijke momentopname die het mogelijk maakt om als uitgangspunt te worden gebruikt en om nieuwe accenten voor samenwerking en kritieke situaties (gebrek aan onder andere goed bestuur, instituties en corruptie) te benoemen. Ook draagt Delta Alliance actief bij aan de inhoudelijke bijdragen aan mondiale fora en conferenties. Een concreet product is de toolbox voor duurzaam Delta beheer met 12 uitgewerkte bouwstenen.

Doel van de subsidie

Delta Alliance is een organisatie die in de korte tijd dat zij bestaat reeds heeft bewezen een belangrijke rol te kunnen vervullen in het kennisnetwerk, alsmede een belangrijke rol te kunnen leveren aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen uit de Internationale Waterambitie. Dit door het ontsluiten van kennis op het gebied van integraal waterbeheer en klimaatadaptatie als kennisportaal van de Nederlandse kennisinstellingen, de Delta Coalitie en de partnerlanden (‘Wings’) en bereikt dat door middel van webinars, conferenties, netwerkbijeenkomsten en publicaties. Met het unieke karakter van Delta Alliance kan worden bijgedragen aan het bereiken van de beleidsdoelstellingen.

Voor de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten is de tot stand gebrachte kennisontwikkeling en kennisontsluiting via het organiseren van regionale kennisseminars en webinars van belang. Ook het onderzoeken van ‘knowledge gaps’ in delta’s en deze beantwoord krijgen, het vergroten van (Nederlandse) zichtbaarheid door het verspreiden van kennis en ‘best practices’, evenals het intensief netwerken voor draagvlak en zichtbaarheid van Nederland speelt een belangrijke rol. Tevens is van belang in hoeverre de verbinding met de Delta Coalitie en het Global Centre of Excellence on Climate Adaptation bij zal dragen aan de mogelijkheden van effectieve kennisontsluiting.

Delta Alliance heeft sedert de oprichting financiële ondersteuning ontvangen. Eerst via het kennisprogramma ‘Kennis voor Klimaat’ om onderzoek en kennisuitwisseling uit te voeren. Vervolgens op basis van een incidentele subsidie. De subsidierelatie wordt thans voortgezet op basis van deze subsidieregeling.

Wettelijk kader

De wettelijke grondslag van deze subsidieregeling is gelegen in de Kaderwet subsidies IenM en het Kaderbesluit subsidies IenM. Zie bijvoorbeeld artikel 3, eerste lid, onderdeel g, (subsidie inzake water) Kaderwet subsidies IenM en de artikelen 6, tweede en zesde lid (nadere regels subsidiabele kosten), 10, tweede lid (aanvraag en aanvraagperiode), Kaderbesluit subsidies I en M (hierna: Kaderbesluit).

In het Kaderbesluit zijn regels opgenomen die eveneens op de uitvoering van deze regeling van toepassing zijn. Voor de uitvoering van deze regeling moet derhalve ook gekeken worden naar de desbetreffende bepalingen van het Kaderbesluit. Het gaat in elk geval om de volgende bepalingen: artikel 6 (gemaakte kosten), 11 en 12 (afwijzingsgronden), 14 tot en met 16 (subsidieverstrekking), 17 tot en met 21 (verplichtingen), 23 (betaling en bevoorschotting) en 24 (subsidievaststelling).

In de regeling zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de subsidiabele kosten (artikel 4), aanvullende verplichtingen (artikel 8) en er is een begrotingsvoorbehoud opgenomen (artikel 6). Ook zijn de momenten waarop de aanvraag tot subsidieverlening dan wel subsidievaststelling moeten worden ingediend, opgenomen in de regeling (artikel 5 en 10).

Omdat Delta Alliance een kleine organisatie is en voorts gelet op de korte subsidieperiodes en het lage financiële risico, is er voor gekozen Delta Alliance niet te zeer te belasten met administratieve handelingen.

Daarom wordt gebruik gemaakt van artikel 16 van het Kaderbesluit om regels inzake een subsidie € 25.000,– tot € 125.000,– op deze subsidieverstrekking deels van toepassing te verklaren. Dat is gedaan bij de vereenvoudiging van de verplichtingen van de subsidieontvanger (artikel 8, derde lid, van de regeling), en vereenvoudiging van de aanvraag tot subsidievaststelling (artikel 9, tweede lid, van de regeling). Voor wat betreft de bevoorschotting dient artikel 23 van het Kaderbesluit te worden toegepast. Op basis van de liquiditeitsbehoefte zal worden bezien hoe hoog de bevoorschotting zal zijn en in welke termijnen deze zal worden uitgekeerd. Een en ander zal in de verleningsbeschikking worden vastgelegd (artikel 23, derde lid, van het Kaderbesluit). Hiermee wordt alleen een bedrag bevoorschot waarvan de subsidieontvanger heeft aangegeven nodig te hebben. De geldstroom is daardoor beheersbaar.

Ter illustratie: De aanvraag tot subsidievaststelling moet dertien weken na het jaar waarvoor de subsidie is verstrekt worden ingediend (artikel 10 van de regeling). De aanvraag tot subsidievaststelling moet worden ingediend met gebruikmaking van een daartoe beschikbaar gesteld middel (in dit geval een formulier dat digitaal beschikbaar is op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl); zie hierna bij ‘Uitvoering en handhaving’). In artikel 24, derde lid, van het Kaderbesluit staat welke bescheiden in ieder geval bij een dergelijke aanvraag tot vaststelling gevoegd moeten worden. Het vierde lid is niet van toepassing verklaard omdat voor deze subsidie deels een ander regime van toepassing is, zoals hiervoor toegelicht.

Indien per jaar een voorschot van in totaal per jaar gemiddelde van € 200.000,– of meer wordt verleend zal in de desbetreffende beschikking een bijzondere meldingsplicht worden opgenomen om, indien de gemaakte subsidiabele kosten in bij de beschikking te bepalen periodes 75% of minder bedragen van de voor de desbetreffende periode begrote subsidiabele kosten, dit binnen twee maanden van afloop van die periode schriftelijk te melden. (artikel 3 van de Wet bestuurlijke boete door ministers verstrekte subsidies)

Het Kaderbesluit maakt het verder mogelijk bepaalde verplichtingen of eisen te stellen in de beschikking tot subsidieververlening.

Voor de subsidieontvanger is daarom niet alleen deze subsidieregeling van belang, maar ook in elk geval hetgeen is opgenomen in het Kaderbesluit en in de beschikking tot subsidieverlening.

Maximum subsidiebedrag

Er kan voor de duur van de regeling maximaal € 1.250.000,– inclusief btw, subsidie worden verstrekt. De subsidie die voor de periode 1 april 2016 tot en met maart 2017 is verleend zit in dit maximumbedrag. De afwikkeling van de beschikking van 3 november 2016, kenmerk PVW41606OH59U, geschiedt op basis van hetgeen in die beschikking is vermeld.

Europese aspecten

De subsidie aan Delta Alliance is getoetst aan de regels betreffende staatssteun, als bedoeld in artikel 107 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Zoals uit artikel 2 blijkt, komen alleen niet-economische activiteiten voor subsidie in aanmerking, zodat de subsidie kan worden verstrekt zonder dat er sprake is van staatssteun.

Risicoanalyse

Delta Alliance bestaat al 8 jaar en heeft een groot internationaal netwerk opgebouwd. Het instituut is met name gericht op kennisontsluiting en dan met name het ontsluiten van de Nederlandse werkwijze. De positie van de Delta Alliance is op dit moment stabiel, maar het is wel een kleine organisatie waardoor het werk persoonsafhankelijk lijkt te zijn. Daarnaast kunnen er externe factoren spelen, waardoor bepaalde activiteiten of samenwerking niet tot voltooiing van de gewenste kennisoverdracht leiden. Hierbij kan worden gedacht aan politieke omstandigheden in het beoogde land of technische omstandigheden. In de subsidiebeschikking zal als verplichting worden opgenomen dat de Delta Alliance hierover moet rapporteren.

Uitvoering en handhaving

Deze regeling wordt uitgevoerd door RVO.nl, onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken. Mandaat en machtiging daartoe is verleend in het Besluit mandaat, volmacht en machtiging algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op het terrein van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu 2015. RVO.nl voert ook het programma Partners voor Water uit en is bekend met het beleidsterrein.

De uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van deze regeling zijn getoetst door RVO.nl en hebben niet tot aanpassing van de regeling geleid. De totale administratieve lasten komen op circa € 26.780,– per jaar. Dit is circa 2,1% van het maximale subsidiebedrag in de periode 2016–2020.

Advisering en consultatie

Er heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden over deze regeling, omdat hier sprake is van een situatie waarin geen ingrijpende verandering wordt gebracht in de rechten en plichten van burgers en bedrijven. Dit sluit aan bij hetgeen is opgenomen in de Verzamelbrief regeldruk4 en het kabinetsbeleid inzake internetconsultatie5.

Vaste verandermomenten

Er is gekozen voor een inwerkingtreding een dag na publicatie in de Staatscourant. Hiermee wordt afgeweken van de voor ministeriële regelingen geldende vaste verandermomenten en van de publicatietermijn. Hiervan wordt afgeweken omdat het voor de subsidieontvanger van belang is dat de subsidie op korte termijn kan worden aangevraagd en verleend. De continuïteit van de werkzaamheden van Delta Alliance maakt het wenselijk dat de inwerkingtreding op korte termijn geschiedt. Gebruik wordt gemaakt van de uitzondering van de vaste verandermomenten op grond van aanwijzing 174, vierde lid, aanhef en onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Vervaldatum

Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2021. Voor die datum zal de minister een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verstrekte subsidie opstellen (artikel 4:24 Algemene wet bestuursrecht).

Artikelsgewijs

Artikel 2

Dit artikel geeft aan voor welke activiteiten subsidie kan worden verleend. Zie voor deze toelichting het algemene deel van de toelichting.

Artikel 3

Het maximumbedrag voor de gehele periode is € 1.250.000,– inclusief btw. In dit bedrag zit eveneens de verleende subsidie voor de periode 1 april 2016 tot en met 31 maart 2017.

Artikel 4

In dit artikel is aangegeven wat onder subsidiabele kosten dient te worden verstaan. Voor de periode april 2017 – december 2017 kan nog subsidie worden gevraagd. Daarom is opgenomen dat de subsidiabele kosten gemaakt kunnen zijn voor het indienen van die aanvraag.

Artikel 5

In dit artikel is aangeven wanneer de subsidieaanvragen kunnen worden ingediend. De aanvraag zelf dient te voldoen aan hetgeen in artikel 10, vierde lid, Kaderbesluit is opgenomen. De aanvraag dient onder meer te bevatten: een overzicht van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, een toelichting daarop, een gespecificeerde begroting en een liquiditeitsbehoefte.

Artikel 7

Voor de subsidieverstrekking is op grond van artikel 15, vierde lid, van het Kaderbesluit gekozen is voor een maximumbedrag dat wordt bepaald op basis van gegevens die worden ingediend bij de aanvraag tot subsidie.

Artikel 8

Dit artikel bevat de verplichtingen van de subsidieontvanger. Zoveel mogelijk is aangesloten bij de verplichtingen zoals opgenomen in de subsidiebeschikking van 3 november 2016. Een aantal van de verplichtingen in de subsidiebeschikking volgen uit het Kaderbesluit zodat deze niet zijn opgenomen in de regeling.

Zoals aangegeven in het algemeen deel van de toelichting is ter voorkoming van onnodige administratieve lasten ervoor gekozen om regels inzake een subsidie van € 25.000,– tot € 125.000,–, van het Kaderbesluit, op de subsidieverstrekkingen op grond van deze regeling deels van toepassing te laten zijn (artikel 16 Kaderbesluit). Daarom is in het derde lid artikel 19, eerste en tweede lid van het Kaderbesluit niet van toepassing verklaard. Wel geldt artikel 19, derde lid, van het Kaderbesluit. Dit betekent dat Delta Alliance tot vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling over de gegevens dient te beschikken die nodig zijn om desgevraagd aan te tonen dat de subsidiabele activiteiten zijn verricht.

Artikel 9

Opgenomen is dat Delta Alliance dertien weken na het einde van het jaar waarvoor de subsidie is verleend de aanvraag tot subsidievaststelling dient in te dienen. De aanvraag tot subsidievaststelling dient vergezeld te zijn van een verslag omtrent het verloop, de uitvoering en de resultaten van de activiteiten, waaruit blijkt dat Delta Alliance aan de verplichtingen heeft voldaan. Zie artikel 24, derde lid, van het Kaderbesluit.

Artikel 10

Er is voor gekozen de regeling met terugwerkende kracht (1 april 2017) in werking te laten treden. De regeling maakt het immers mogelijk dat Delta Alliance een maand na de publicatie in de Staatscourant een subsidieaanvraag indient voor de periode 1 april 2017 tot en met eind december 2017 (artikel 5, tweede lid).

Vooruitlopend op de onderhavige regeling is op 3 november 2016 een subsidie verleend voor de periode april 2016 tot en met maart 2017. De afwikkeling van deze subsidie geschiedt volgens hetgeen in die eerdere beschikking tot subsidieverlening is opgenomen.

De in artikel 8, eerste en tweede lid, opgenomen verplichtingen waren al in die subsidiebeschikking opgenomen, zodat er geen sprake is van extra belastende verplichtingen ten opzichte van die subsidiebeschikking.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Brief Tweede Kamer van 3 februari 2016, Convergerende Stromen – Internationale Waterambitie, kenmerk IENM/BSK-2015/217537

X Noot
2

De Delta Coalitie is een internationale coalitie van twaalf overheden die een partnerschap hebben gevormd om delta’s weerbaarder te maken tegen het veranderende klimaat. Bangladesh, Colombia, Egypte, Frankrijk, Indonesië, Japan, Korea, Mozambique, Myanmar, Filipijnen, Vietnam en Nederland zijn lid van deze coalitie.

X Noot
3

Wings: het netwerk van Delta Alliance van 15 deltalanden die vertegenwoordigd worden door kennisorganisaties. Deze zijn georganiseerd in Wings die actief samenwerking opzoeken met andere op kennis gedreven organisaties in het buitenland. Het betreft: Argentinië, Bangladesh, Brazilië, China, Egypte, Ghana, Indonesië, Kenia, Mozambique, Myanmar, Spanje, Taiwan, VS, Vietnam en Nederland.

X Noot
4

Kamerstukken II 2010/11, 29 515 nr. 333.

X Noot
5

Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 114 en Kamerstukken II 2012/13, 29 362, nr. 224.

Naar boven