Besluit tot 1e wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Werkzaak Rivierenland

Het college en de burgemeester van de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

overwegende dat het Algemeen Bestuur van Werkzaak Rivierenland op 30 maart 2017 heeft besloten om de deelnemende gemeenten voor te stellen de Gemeenschappelijke Regeling Werkzaak Rivierenland te wijzigen;

gezien het besluit van de onderscheiden gemeenteraden waarbij toestemming is verleend voor onderstaande wijzigingen;

gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet;

hebben besloten de Gemeenschappelijke regeling Werkzaak Rivierenland als volgt te wijzigen:

Aanhef

In de aanhef wordt volstaan met het college als besluitvormend orgaan. De afzonderlijke bevoegdheid van de burgemeesters wordt uit de GR gehaald omdat er geen burgemeesterstaken zijn overgedragen aan Werkzaak Rivierenland.

Artikel 4

Aan artikel 4, lid 1, wordt een onderdeel (hetgeen tussen haakjes staat) toegevoegd, waarna dit eerste lid als volgt komt te luiden:

• 1. De uitvoering van alle taakonderdelen van de Participatiewet (inclusief de individuele studietoeslag en de bijzondere bijstand voor levensonderhoud), de Wet Participatiebudget, het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Wet sociale werkvoorziening en de SUWI-wet.

Aan artikel 4 wordt, onder vernummering van lid 2 tot en met 6 en met verwijzing naar lid 5 in plaats van 4 in het nieuwe lid 6, een lid toegevoegd dat komt te luiden als volgt:

• 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden de volgende taakonderdelen van overdracht uitgezonderd: de niet op toeleiding naar werk gerichte begeleiding van werkzoekenden uit klantgroep 4 en de niet in het eerste lid genoemde taakonderdelen van de bijzondere bijstand.

Aan artikel 4 wordt, onder het (na vernummering) 4e lid, onder c een onderdeel toegevoegd waarna dit 4e lid onder c als volgt komt te luiden:

• c. het voorbereiden van beleid en verordeningen voortvloeiend uit de in lid 1 genoemde taken en taakonderdelen, inclusief het daarbij behorende overleg met een regionale cliëntenraad.

Artikel 25

In artikel 25, lid 1, wordt een deel van de tekst weggehaald, waarna dit lid komt te luiden als volgt:

• 1. Bij het openbaar lichaam is personeel werkzaam.

Artikel 28

In artikel 28, lid 4, wordt de tekst aangepast, waarna dit lid komt te luiden als volgt:

• 4. Aan de deelnemers zal de stand van zaken over de uitvoering van de begroting worden gerapporteerd in de bestuursrapportage.

Artikel 29

In artikel 29, lid 1, wordt de tekst aangepast, waarna dit lid komt te luiden als volgt:

• 1. Tot de grondslag van het financiële beheer van het openbaar lichaam strekt een jaarlijkse begroting van inkomsten en uitgaven, die telkens uiterlijk 15 juli van het jaar, voorafgaande aan het kalenderjaar waar zij voor geldt, door het algemeen bestuur wordt vastgesteld en zo nodig in de loop van het kalenderjaar kan worden gewijzigd.

Artikel 29, lid 4 wordt vernummerd tot lid 2. Bovendien wordt in dit lid de tekst aangepast, waarna dit lid komt te luiden als volgt:

• 2. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, en minimaal acht weken voordat deze ter vaststelling aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, toe aan de raden van de deelnemers. Deze raden worden in de gelegenheid gesteld bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren te brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.

In artikel 29 wordt, onder vernummering van lid 3 tot en met 7, een nieuw lid (3) toegevoegd/ingevoegd dat komt te luiden als volgt:

• 3. Het dagelijks bestuur biedt de ontwerpbegroting, met alle bijbehorende bescheiden en de zienswijzen van de raden van de deelnemers, jaarlijks vóór 15 juli ter vaststelling aan het algemeen bestuur aan.

Artikel 29, lid 4 wordt vernummerd tot lid 2. Bovendien wordt in dit lid de tekst aangepast, waarna dit lid komt te luiden als volgt:

• 4. Het algemeen bestuur onderzoekt de begroting en stelt haar vast.

In artikel 29, lid 5 (vernummerd tot nieuw lid 6), wordt de tekst aangepast, waarna dit lid komt te luiden als volgt:

• 6. Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval voor 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan Gedeputeerde Staten door.

Artikel 29, lid 7 wordt vernummerd tot lid 8).

Artikel 30

In artikel 30, lid 1, wordt de tekst aangepast en verdeeld over de nieuwe leden 1, 2 en 3, waarna deze leden komen te luiden als volgt:

• 1. Tot de grondslag van het financiële beheer van het openbaar lichaam strekt een jaarlijkse jaarrekening, die telkens uiterlijk 1 juli van het jaar, volgend op het kalenderjaar waar zij voor geldt, door het algemeen bestuur wordt vastgesteld. De rekening moet zijn vergezeld van een verslag van het onderzoek naar de betrouwbaarheid van de jaarrekening ingesteld door de overeenkomstig art. 213 van de Gemeentewet aangewezen deskundigen en van hetgeen het dagelijks bestuur voor zijn verantwoordingstaak verder dienstig acht.

• 2. Het dagelijks bestuur zendt de voorlopige jaarrekening voor 15 april, en minimaal 8 weken voordat deze ter vaststelling aan het algemeen bestuur wordt aangeboden, toe aan de raden van de deelnemers. Deze raden worden in de gelegenheid gesteld bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de voorlopige jaarrekening naar voren te brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de voorlopige jaarrekening, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.

• 3. Het dagelijks bestuur biedt de voorlopige jaarrekening over het afgelopen kalenderjaar, met alle bijbehorende bescheiden en de zienswijzen van de raden van de deelnemers, jaarlijks vóór 1 juli ter vaststelling aan het algemeen bestuur aan.

Artikel 30, lid 2 wordt vernummerd tot lid 4. Bovendien wordt in dit lid de tekst aangepast, waarna dit lid komt te luiden als volgt:

• 4. Het algemeen bestuur onderzoekt de jaarrekening en stelt haar vast.

Artikel 30, lid 3 wordt vernummerd tot lid 5. Bovendien wordt in dit lid de tekst aangepast, waarna dit lid komt te luiden als volgt:

• 5. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening met bijbehorende accountantsverklaring binnen twee weken na vaststelling, doch in iedere geval voor 15 juli van het jaar volgend op het kalenderjaar waar zij voor geldt, aan Gedeputeerde Staten door.

Artikel 30, lid 4 wordt vernummerd tot lid 6. Bovendien wordt in dit lid de tekst aangepast, waarna dit lid komt te luiden als volgt:

• 6. Vaststelling van de jaarrekening strekt het dagelijks bestuur tot decharge behoudens later in rechte gebleken valsheid in geschrifte of andere onregelmatigheden.

Artikel 30, lid 5 wordt vernummerd tot lid 8.

Artikel 30, lid 6 wordt vernummerd tot lid 7. Bovendien wordt in dit lid de tekst aangepast, waarna dit lid komt te luiden als volgt:

• 7. Terstond na de vaststelling zendt het algemeen bestuur de jaarrekening en bijbehorende accountantsverklaring ter kennisname aan de raden van de deelnemers.

In artikel 30, wordt een nieuw lid (9) toegevoegd, dat komt te luiden als volgt:

• 8. Het vrije vermogen (weerstandsvermogen) van het openbaar lichaam zal een bedrag gelijk aan 3% van de jaarlijkse exploitatielasten niet te boven gaan.

Artikel 31

In artikel 31, lid 4, wordt de tekst aangepast, waarna dit lid komt te luiden als volgt:

• 4. De deelnemers betalen maandelijks op basis van de in de begroting bepaalde bedragen hun bijdrage aan het openbaar lichaam.

Artikel 32

In artikel 32, lid 2, wordt de tekst aangepast, waarna dit lid komt te luiden als volgt:

• 2. De aangestelde archivaris oefent toezicht uit en verricht inspecties op de in het eerste lid aan het dagelijks bestuur opgedragen zorg voor de archiefbescheiden.

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2017, onverminderd het bepaalde in artikel 26, tweede lid, van de wet gemeenschappelijke regelingen.

Aldus besloten door: het college van de gemeente Buren in zijn vergadering van 16 mei 2017 de secretaris, de voorzitter, de burgemeester van de gemeente Buren op 16 mei 2017

Aldus besloten door: het college van de gemeente Culemborg in zijn vergadering van 8 juni 2017 de secretaris, de voorzitter, de burgemeester van de gemeente Culemborg op 8 juni 2017

Aldus besloten door: het college van de gemeente Geldermalsen in zijn vergadering van 16 mei 2017 de secretaris, de voorzitter, de burgemeester van de gemeente Geldermalsen op 16 mei 2017

Aldus besloten door: het college van de gemeente Maasdriel in zijn vergadering van 18 april 2017 de secretaris, de voorzitter, de burgemeester van de gemeente Maasdriel op 18 april 2017

Aldus besloten door: het college van de gemeente Neder-Betuwe in zijn vergadering van 6 juli 2017 de secretaris, de voorzitter, de burgemeester van de gemeente Neder-Betuwe op 6 juli 2017

Aldus besloten door: het college van de gemeente Neerijnen in zijn vergadering van 21 augustus 2017 de secretaris, de voorzitter, de burgemeester van de gemeente Neerijnen op 21 augustus 2017

Aldus besloten door: het college van de gemeente Tiel in zijn vergadering van 25 juli 2017 de secretaris, de voorzitter, de burgemeester van de gemeente Tiel op 25 juli 2017

Aldus besloten door: het college van de gemeente West Maas en Waal in zijn vergadering van 30 mei 2017 de secretaris, de voorzitter, de burgemeester van de gemeente West Maas en Waal op 26 juli 2017

Aldus besloten door: het college van de gemeente Zaltbommel in zijn vergadering van 1 juni 2017 de secretaris, de voorzitter, de burgemeester van de gemeente Zaltbommel op 1 juni 2017