TOELICHTING
Op grond van artikel 29, eerste lid, van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens
1990 (hierna: RVV 1990) mogen bestuurders van motorvoertuigen in gebruik bij politie,
brandweer, ambulance en van motorvoertuigen van andere door de Minister van Infrastructuur
en Milieubeheer aangewezen hulpverleningsdiensten blauw zwaai- flits- of knipperlicht
en een tweetonige hoorn voeren als zij een dringende taak vervullen. Het vereiste
van een dringende taak is nader uitgewerkt in artikel 2 van de Regeling optische en
geluidssignalen 2009 (hierna: Regeling OGS 2009).
Een motorvoertuig dat blauw zwaai-, flits- of knipperlicht en een tweetonige hoorn
voert, is een voorrangsvoertuig als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990.
Aanwijzing Rijkswaterstaat als hulpverleningsdienst
Rijkswaterstaat handelt steeds meer incidenten op rijkswegen zelf af. Door herprioritering
bij de Nationale Politie blijft politiële inzet bij incidenten op rijkswegen steeds
vaker achterwege. In de praktijk is de weginspecteur van Rijkswaterstaat steeds vaker
de eerste hulpverlener op de plaats van het incident.
Bij ernstiger incidenten, waarbij inzet van bijvoorbeeld brandweer of ambulance gewenst
is, treedt de weginspecteur op in coördinatie met die diensten en richt zich met name
op het veilig stellen van de plaats van het incident en het regelen van het verkeer.
Omdat de weginspecteur van Rijkswaterstaat steeds vaker als eerste hulpverlener op
de plaats incident arriveert, en omdat het veiligstellen door de weginspecteur van
de plaats incident noodzakelijk is om (verdere) aanrijdingen te voorkomen, is onder
omstandigheden sprake van het verrichten van een dringende taak die het gebruik van
optische en geluidssignalen rechtvaardigt. Het zo spoedig mogelijk ter plaatse komen
van de weginspecteur draagt in belangrijke mate bij aan het voorkomen van gevaar voor
de gestrande verkeersdeelnemer(s) en de andere weggebruikers. Daarnaast moet Rijkswaterstaat
de beschikbare capaciteit van de weginspecteurs zo goed mogelijk inzetten om het hele
rijkswegennet adequaat te kunnen bedienen. Met kortere aanrijtijden kan deze capaciteitsverdeling
worden geoptimaliseerd.
Vanwege het hedendaagse verkeersbeeld, verkeersgedrag en gebruik van de weg kan de
incidentafhandeling vaak pas later beginnen dan wenselijk is.
Dit was aanleiding om met ingang van 1 september 2015 Rijkswaterstaat voor de duur
van twee jaar aan te wijzen als hulpverleningsdienst als bedoeld in artikel 29, eerste
lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.
Rijkswaterstaat heeft deze tijdelijke aanwijzing laten evalueren door een externe
partij. De uitkomst van deze evaluatie geeft aan dat een weginspecteur met het gebruik
van optische en geluidssignalen gemiddeld 20% sneller ter plaatse komt bij een incident.
Voor wat betreft de noodzaak tot het inzetten van optische en geluidssignalen gelet
op de aard van incident stelt de evaluatie vast dat er voor 10% van de inzetten geen
bruikbare data beschikbaar was, maar dat er in ieder geval in 90% van alle inzetten
was voldaan aan de criteria voor een inzet in de zin van de Regeling OGS 2009. Gezien
dit resultaat kan worden geconcludeerd dat het gebruik van optische en geluidssignalen
door Rijkswaterstaat bijdraagt aan de vervulling van een dringende taak zoals genoemd
in artikel 2 van de Regeling OGS 2009.
Daarom is Rijkswaterstaat definitief aangewezen als hulpverleningsdienst. Met deze
wijzigingsregeling is dit vastgelegd in de Regeling OGS 2009.
Rijkswaterstaat heeft reeds een richtlijn opgesteld voor het gebruik van optische
en geluidssignalen door voertuigen van Rijkswaterstaat. Die richtlijn voldoet aan
dezelfde eisen als de zogenoemde brancherichtlijnen van politie, brandweer en diensten
voor spoedeisende medische hulpverlening. Die eisen zijn vastgelegd in artikel 3,
derde en vierde lid, van de Regeling OGS 2009.
De medewerkers van Rijkswaterstaat die daadwerkelijk voorrangsvoertuigen mogen besturen,
dienen door Rijkswaterstaat te worden aangewezen en dienen een speciale instructie
te volgen (artikel 4, eerste en tweede lid, van de Regeling optische en geluidssignalen
2009).
De door voertuigen van Rijkswaterstaat te voeren optische en geluidssignalen moeten
voldoen aan de in artikel 5 van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 aan die
signalen gestelde eisen.
Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten of nalevingskosten
voor burgers of bedrijven.
Omdat deze regeling geen gevolgen heeft voor burgers of bedrijven en evenmin ingrijpende
gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk is afgezien van internetconsultatie.
De inwerkingtredingsdatum wijkt af van het stelsel van vaste verandermomenten en invoeringstermijnen.
De reden daarvoor is dat de tijdelijke aanwijzing van Rijkswaterstaat als hulpverleningsdienst
eindigt op 1 september 2017. Het tijdelijk niet kunnen gebruiken van de optische en
geluidssignalen is, gelet op de uitkomsten van de evaluatie, zeer onwenselijk. Op
deze wijze worden aanmerkelijke publieke nadelen voorkomen.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus