Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 25 augustus 2017, nr. IENM/BSK-2017/205726 tot wijziging van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 in verband met de aanwijzing van Rijkswaterstaat als hulpverleningsdienst

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 29, eerste lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Aan artikel 1, eerste lid, van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel r door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • s. de weginspecteurs en officieren van dienst van Rijkswaterstaat.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2017 of, indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 augustus 2017, met ingang van de dag na de datum van uitgifte van die Staatscourant.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

TOELICHTING

Op grond van artikel 29, eerste lid, van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) mogen bestuurders van motorvoertuigen in gebruik bij politie, brandweer, ambulance en van motorvoertuigen van andere door de Minister van Infrastructuur en Milieubeheer aangewezen hulpverleningsdiensten blauw zwaai- flits- of knipperlicht en een tweetonige hoorn voeren als zij een dringende taak vervullen. Het vereiste van een dringende taak is nader uitgewerkt in artikel 2 van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 (hierna: Regeling OGS 2009).

Een motorvoertuig dat blauw zwaai-, flits- of knipperlicht en een tweetonige hoorn voert, is een voorrangsvoertuig als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990.

Aanwijzing Rijkswaterstaat als hulpverleningsdienst

Rijkswaterstaat handelt steeds meer incidenten op rijkswegen zelf af. Door herprioritering bij de Nationale Politie blijft politiële inzet bij incidenten op rijkswegen steeds vaker achterwege. In de praktijk is de weginspecteur van Rijkswaterstaat steeds vaker de eerste hulpverlener op de plaats van het incident.

Bij ernstiger incidenten, waarbij inzet van bijvoorbeeld brandweer of ambulance gewenst is, treedt de weginspecteur op in coördinatie met die diensten en richt zich met name op het veilig stellen van de plaats van het incident en het regelen van het verkeer.

Omdat de weginspecteur van Rijkswaterstaat steeds vaker als eerste hulpverlener op de plaats incident arriveert, en omdat het veiligstellen door de weginspecteur van de plaats incident noodzakelijk is om (verdere) aanrijdingen te voorkomen, is onder omstandigheden sprake van het verrichten van een dringende taak die het gebruik van optische en geluidssignalen rechtvaardigt. Het zo spoedig mogelijk ter plaatse komen van de weginspecteur draagt in belangrijke mate bij aan het voorkomen van gevaar voor de gestrande verkeersdeelnemer(s) en de andere weggebruikers. Daarnaast moet Rijkswaterstaat de beschikbare capaciteit van de weginspecteurs zo goed mogelijk inzetten om het hele rijkswegennet adequaat te kunnen bedienen. Met kortere aanrijtijden kan deze capaciteitsverdeling worden geoptimaliseerd.

Vanwege het hedendaagse verkeersbeeld, verkeersgedrag en gebruik van de weg kan de incidentafhandeling vaak pas later beginnen dan wenselijk is.

Dit was aanleiding om met ingang van 1 september 2015 Rijkswaterstaat voor de duur van twee jaar aan te wijzen als hulpverleningsdienst als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

Rijkswaterstaat heeft deze tijdelijke aanwijzing laten evalueren door een externe partij. De uitkomst van deze evaluatie geeft aan dat een weginspecteur met het gebruik van optische en geluidssignalen gemiddeld 20% sneller ter plaatse komt bij een incident. Voor wat betreft de noodzaak tot het inzetten van optische en geluidssignalen gelet op de aard van incident stelt de evaluatie vast dat er voor 10% van de inzetten geen bruikbare data beschikbaar was, maar dat er in ieder geval in 90% van alle inzetten was voldaan aan de criteria voor een inzet in de zin van de Regeling OGS 2009. Gezien dit resultaat kan worden geconcludeerd dat het gebruik van optische en geluidssignalen door Rijkswaterstaat bijdraagt aan de vervulling van een dringende taak zoals genoemd in artikel 2 van de Regeling OGS 2009.

Daarom is Rijkswaterstaat definitief aangewezen als hulpverleningsdienst. Met deze wijzigingsregeling is dit vastgelegd in de Regeling OGS 2009.

Rijkswaterstaat heeft reeds een richtlijn opgesteld voor het gebruik van optische en geluidssignalen door voertuigen van Rijkswaterstaat. Die richtlijn voldoet aan dezelfde eisen als de zogenoemde brancherichtlijnen van politie, brandweer en diensten voor spoedeisende medische hulpverlening. Die eisen zijn vastgelegd in artikel 3, derde en vierde lid, van de Regeling OGS 2009.

De medewerkers van Rijkswaterstaat die daadwerkelijk voorrangsvoertuigen mogen besturen, dienen door Rijkswaterstaat te worden aangewezen en dienen een speciale instructie te volgen (artikel 4, eerste en tweede lid, van de Regeling optische en geluidssignalen 2009).

De door voertuigen van Rijkswaterstaat te voeren optische en geluidssignalen moeten voldoen aan de in artikel 5 van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 aan die signalen gestelde eisen.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten of nalevingskosten voor burgers of bedrijven.

Omdat deze regeling geen gevolgen heeft voor burgers of bedrijven en evenmin ingrijpende gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk is afgezien van internetconsultatie.

De inwerkingtredingsdatum wijkt af van het stelsel van vaste verandermomenten en invoeringstermijnen. De reden daarvoor is dat de tijdelijke aanwijzing van Rijkswaterstaat als hulpverleningsdienst eindigt op 1 september 2017. Het tijdelijk niet kunnen gebruiken van de optische en geluidssignalen is, gelet op de uitkomsten van de evaluatie, zeer onwenselijk. Op deze wijze worden aanmerkelijke publieke nadelen voorkomen.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven