Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 16 augustus 2017, nr. WJZ/17123652, houdende wijziging van de Regeling tarieven Plantenziektenwet

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 6a van de Plantenziektenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 45a van de Regeling tarieven Plantenziektenwet komt als volgt te luiden:

Artikel 45a

  • 1. Als vergoeding voor de kosten van het onderzoek ten behoeve van het afgeven van een verklaring waaruit blijkt dat het perceel vrij is of wordt geacht te zijn van besmetting met het aardappelcysteaaltje als bedoeld in artikel 12b van het Besluit bestrijding schadelijke organismen, wordt de aanvrager het volgende tarief in rekening gebracht:

    • a. voor bemonstering:

      • 1°. voor AMEX 200 cc 1/3 ha en uitslag binnen vijf werkdagen € 16,50 per monster, uitslag binnen twee weken € 13,75 per monster, uitslag binnen zes weken € 11,00 per monster, aangemeld voor 1 maart met uitslag voor 1 september € 9,90 per monster en aangemeld voor 1 september met uitslag voor 1 september volgend jaar € 8,80 per monster;

      • 2°. voor AMEX 600 cc 1 ha en uitslag binnen vijf werkdagen € 45,00 per monster, uitslag binnen twee weken € 37,50 per monster, uitslag binnen zes weken € 30,00 per monster, aangemeld voor 1 maart met uitslag voor 1 september € 27,00 per monster en aangemeld voor 1 september met uitslag voor 1 september volgend jaar € 24,00 per monster;

      • 3°. voor AMEX 500 cc 1/3 ha en uitslag binnen vijf werkdagen € 16,50 per monster, uitslag binnen twee weken € 13,75 per monster, uitslag binnen zes weken € 11,00 per monster, aangemeld voor 1 maart met uitslag voor 1 september volgend jaar € 9,90 per monster en aangemeld voor 1 september met uitslag voor 1 september volgend jaar € 8,80 per monster.

    • b. voor laboratoriumonderzoek:

      • 1°. voor AMEX 200 cc 1/3 ha en uitslag binnen vijf werkdagen € 9,00 per monster, uitslag binnen twee weken € 7,50 per monster, uitslag binnen zes weken € 6,00 per monster, aangemeld voor 1 maart met uitslag voor 1 september € 6,00 per monster en aangemeld voor 1 september met uitslag voor 1 september volgend jaar € 6,00 per monster;

      • 2°. voor AMEX 600 cc 1 ha en uitslag binnen vijf werkdagen € 10,50 per monster, uitslag binnen twee weken € 8,75 per monster, uitslag binnen zes weken € 7,00 per monster, aangemeld voor 1 maart met uitslag voor 1 september € 7,00 per monster en aangemeld voor 1 september met uitslag voor 1 september volgend jaar € 7,00 per monster;

      • 3°. voor AMEX 500 cc 1/3 ha en uitslag binnen vijf werkdagen € 10,50 per monster, uitslag binnen twee weken € 8,75 per monster, uitslag binnen zes weken € 7,00 per monster, aangemeld voor 1 maart met uitslag voor 1 september € 7,00 per monster en aangemeld voor 1 september met uitslag voor 1 september volgend jaar € 7,00 per monster;

    • c. voor een bedrijfsbezoek ten behoeve van bemonstering als bedoeld in het eerste lid onder a, € 57,60 per bezoek.

  • 2. In de maanden december, januari en februari worden de tarieven voor een uitslag van de bemonstering binnen vijf werkdagen en binnen twee weken bedoeld in het eerste lid, onder a, verhoogd met 20%, waarbij naar boven wordt afgerond tot twee cijfers achter de komma.

  • 3. Voor de administratieve afhandeling wordt het volgende tarief in rekening gebracht:

    • a. voor een aangevraagd onderzoek als bedoeld in het eerste lid € 21,10 per perceel of perceelsgedeelte;

    • b. voor het herstellen van ten onrechte aangemelde besmetverklaringen € 55,45 per perceel of perceelsgedeelte;

    • c. voor werkzaamheden ter controle van de bemonstering op 600cc per hectare, € 62,75 per perceel of perceelsgedeelte;

    • d. voor het kopiëren van een AM-dossier, € 15,70 per dossier.

  • 4. Als vergoeding voor de kosten van het bepalen van de soort aardappelcysten wordt een tarief van € 49,95 per perceel in rekening gebracht.

  • 5. Als vergoeding voor het afgeven of de verlenging van een onderzoeksverklaring wordt een tarief van € 26,10 per aanvraag in rekening gebracht.

  • 6. Als vergoeding voor de kosten van het aanvullend AM-onderzoek aan aanhangende grond wordt een tarief van € 9,95 per monster in rekening gebracht.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 augustus 2017

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

TOELICHTING

1. Inleiding

In de Regeling tarieven Plantenziektenwet (hierna: de tarievenregeling) zijn de tarieven vastgelegd die door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA) en de keuringsdiensten Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad- en pootgoed van landbouwgewassen (hierna: NAK), Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw (hierna: Naktuinbouw), Stichting Bloembollenkeuringsdienst (hierna: BKD) en Stichting Kwaliteits-Controle-Bureau (hierna: KCB) in rekening worden gebracht als vergoeding voor hun fytosanitaire werkzaamheden. Het betreft tarieven voor fytosanitaire inspecties en voor een aantal andere werkzaamheden, zoals laboratoriumonderzoek en de afgifte van certificaten. Op grond van artikel 6a van de Plantenziektenwet stelt de Minister van Economische Zaken deze tarieven vast, na de NVWA en de keuringsdiensten gehoord te hebben. Uitgangspunt is dat deze fytosanitaire tarieven kostendekkend zijn.

De NAK heeft voorgesteld een andere systematiek te hanteren bij de tarieven als vergoeding voor de kosten van het onderzoek ten behoeve van het afgeven van een verklaring waaruit blijkt dat het perceel vrij is of wordt geacht te zijn van besmetting met het aardappelcysteaaltje (artikel 45a tarievenregeling). De onderhavige regeling wijzigt op basis van dit voorstel het genoemde artikel, zodat de in dat artikel opgenomen tarieven beter aansluiten bij de daadwerkelijk door de NAK te maken kosten en het de transparantie van de tariefstructuur vergroot. Met de aanpassing van deze tarieven is geen tariefindexatie beoogd, maar dit neemt niet weg dat het nieuwe tarief per individuele aanvraag iets kan afwijken van het voorheen geldende tarief.

2. Wijziging tarieven aardappelmoeiheids(AM)-onderzoek

In het nieuwe artikel 45a wordt een onderscheid gemaakt tussen vergoeding voor de kosten van onderzoek voor de bemonstering en de vergoeding van de kosten voor het laboratoriumonderzoek.

Uitgangspunt is een ‘standaard’ onderzoek door de NAK waarbij de monstername zo spoedig mogelijk na aanvraag of in overleg met de teler en de uitslag binnen 6 weken na bemonstering plaatsvindt. Binnen deze criteria is monstername en onderzoek door de NAK in beginsel goed in te passen in haar planning en logistiek. Wanneer telers langer de tijd hebben om te laten bemonsteren en onderzoeken, betekent dit dat de NAK deze werkzaamheden kan uitstellen en inplannen op het moment dat het de NAK het beste uitkomt. Dit heeft lagere kosten tot gevolg en is van invloed op de hoogte van het in rekening te brengen tarief. Indien de werkzaamheden in kortere tijd dienen te worden uitgevoerd werkt dit juist kostenverhogend voor de NAK met een hoger tarief tot gevolg. Verder is ook de bemonsteringsintensiteit van invloed op de hoogte van het tarief.

In de maanden december, januari en februari wordt een ‘wintertoeslag’ berekent van 20% op de tarieven van bemonstering. In deze maanden zijn de percelen doorgaans minder toegankelijk en moeilijker bemonsterbaar voor de NAK, waardoor de bemonstering extra tijd vergt.

3. Regeldrukeffecten

Retributies vallen als een concrete en directe verplichting om een geldbedrag over te maken aan de overheid of het bevoegd gezag niet onder de definitie van regeldruk. Dit neemt niet weg dat de betrokken bedrijven kosten dienen te maken om kennis te nemen van wijzigingen in regelgeving. De huidige wijzigingen leiden in deze echter tot een verwaarloosbaar effect.

4. Inwerkingtreding

Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309) zijn er vier vaste inwerkingtredingdata voor ministeriële regelingen, te weten 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober. Daarbij dient rekening te worden gehouden met een minimale invoeringstermijn van twee maanden. In het geval van regelgeving die met een andere jaarindeling te maken heeft kan echter van dit beleid worden afgeweken. Er zijn twee redenen om van het genoemde beleid af te wijken. De start van het nieuwe AM-seizoen is per 1 september 2017 en uiterlijk per deze datum dienen de nieuwe tarieven te zijn vastgesteld. Daarnaast waren de tarievenvoorstellen nog niet per 1 mei jl. beschikbaar om daarmee een inwerkingtreding per 1 juli 2017 mogelijk te maken.

Deze regeling treedt op basis van deze uitzonderingsgrond in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven