Beleidsregel van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 augustus 2017, nr. HO&S/1156147, houdende wijziging van de beleidsregel inzake aanvullende voorziening reisrecht ex artikel 11.5 Wet studiefinanciering 2000 met het oog op aanpassing en verduidelijking van de systematiek

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 11.5 van de Wet studiefinanciering 2000;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE BELEIDSREGEL INZAKE AANVULLENDE VOORZIENING REISRECHT EX ARTIKEL 11.5 WET STUDIEFINANCIERING 2000

A

Na artikel 3 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 3a. Vorm aanvullende voorziening

  • 1. De aanvullende voorziening, bedoeld in artikel 2, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, wordt voor een deelnemer die een opleiding niveau 1 of 2 volgt, toegekend in de vorm van een gift overeenkomstig artikel 4.2 van de WSF 2000.

  • 2. De aanvullende voorziening, bedoeld in artikel 2, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, wordt voor een deelnemer die een opleiding niveau 3 of 4 volgt, toegekend in de vorm van een prestatiebeurs overeenkomstig artikel 4.6a van de WSF 2000.

  • 3. De aanvullende voorziening, bedoeld in artikel 2, derde en zesde lid, wordt toegekend overeenkomstig artikel 5.1 van de WSF 2000.

B

Na artikel 4 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 4a. Overgangsrecht

Op een studerende die vóór de inwerkingtreding van de beleidsregel houdende wijziging van de beleidsregel inzake aanvullende voorziening reisrecht ex artikel 11.5 Wet studiefinanciering 2000 met het oog op aanpassing en verduidelijking van de systematiek reeds een aanvullende voorziening als bedoeld in artikel 2 heeft aangevraagd, blijft het door DUO uitgevoerde beleid, zoals dat luidde vóór het tijdstip van inwerkingtreding van die beleidsregel van toepassing.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 september 2017.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

TOELICHTING

Algemeen

De beleidsregel inzake aanvullende voorziening reisrecht ex artikel 11.5 van de Wet studiefinanciering 2000 geeft studerenden in bepaalde situaties recht op een aanvullende voorziening om reiskosten te dekken, naast hun recht op de reguliere reisvoorziening (reisrecht). Het gaat om een aanvullende voorziening voor studerenden die – voor het verkeer tussen het woonadres en de onderwijsinstelling of stageadres – gebruik moeten maken van een pontveer, en om studerenden die met gebruikmaking van het openbaar vervoer de onderwijsinstelling of het stageadres niet tijdig kunnen bereiken of niet meer thuis kunnen komen. De beleidsregel is gebaseerd op de hardheidsclausule in de Wet studiefinanciering 2000 (hierna: WSF 2000), neergelegd in artikel 11.5 van de WSF 2000.

Om uitvoeringstechnische redenen en ten behoeve van de duidelijkheid wordt voornoemde beleidsregel gewijzigd. Met de wijziging wordt in de beleidsregel neergelegd dat voor alle aanvullende voorzieningen in de beleidsregel gebruik wordt gemaakt van het regime van de reguliere reisvoorziening. Dit houdt in een gift voor mbo-studenten niveau 1 en 2 en een prestatiebeurs voor mbo-studenten niveau 3 en 4 en ho-studenten. Dit betekent dat wanneer mbo-studenten niveau 3 en 4 en ho-studenten niet binnen de diplomatermijn hun diploma behalen, zij de aanvullende voorziening dienen terug te betalen. Dit is consequenter en systeemtechnisch eenvoudiger. Ten behoeve van de transparantie wordt de vorm waarin de aanvullende voorziening wordt toegekend expliciet opgenomen in de beleidsregel.

Artikelsgewijs

Artikel I

A

Met deze wijziging wordt geregeld dat voor alle voorzieningen in de beleidsregel geldt dat gebruik wordt gemaakt van het regime van de reguliere reisvoorziening. Dit betekent dat voor mbo-studenten niveau 1 en 2 de aanvullende voorziening een gift is, en dat deze voorziening voor ho-studenten en mbo-studenten niveau 3 en 4 onderdeel vormt van de prestatiebeurs.

B

Dit artikel regelt het overgangsrecht voor studerenden die al een aanvullende voorziening bedoeld in de beleidsregel hebben aangevraagd voor de inwerkingtreding van de wijzigingen in de onderhavige wijzigingsbeleidsregel. Op een studerende die voor de inwerkingtreding van de onderhavige wijziging reeds een aanvullende voorziening bedoeld in de beleidsregel heeft aangevraagd, blijft het door DUO uitgevoerde beleid, zoals dat luidde vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingsbeleidsregel, van toepassing.

Artikel II

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de beleidsregel tot wijziging van de beleidsregel inzake aanvullende voorziening reisrecht ex artikel 11.5 van de Wet studiefinanciering 2000.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven