Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 augustus 2017, nr. VO/1189451, houdende wijziging van de Regeling tegemoetkoming studiekosten onderwijsmasteropleidingen in verband met het toevoegen van masteropleidingen in deeltijd en het verruimen van de subsidiecriteria

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tegemoetkoming studiekosten onderwijsmasteropleidingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel i vervalt.

2. Onderdeel j wordt geletterd onderdeel i.

B

In artikel 3 wordt ‘voor een voltijdse masteropleiding als bedoeld in artikel 4, onder a, c, e, f, g, h, i, j, k, l, m, n, o of p, of een masteropleiding als bedoeld in artikel 4, onder b of d’ vervangen door: voor een masteropleiding als bedoeld in artikel 4.

C

In artikel 4 vervalt het woord ‘voltijdse’.

D

In artikel 5 worden de woorden ‘twee jaar voorafgaand’ telkens vervangen door: vijf jaar voorafgaand.

E

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘artikel 4, onder a, b, c, d, e of f’ vervangen door: artikel 4, onder a, b, c of d.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Voor de jaren 2016, 2017 en 2018 is een bedrag van € 3 miljoen per jaar beschikbaar voor studenten die een masteropleiding volgen als bedoeld in:

    • a. artikel 4, onder e of f, en in dat kader een stage- of onderzoeksopdracht uitvoeren op een school voor primair onderwijs of bij het bestuur van een school voor primair onderwijs; of

    • b. artikel 4, onder g, h, i, j, k, l, m, n, o of p, en in dat kader een stage- of onderzoeksopdracht uitvoeren op een school voor voortgezet onderwijs.

F

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘van 1 augustus tot en met 31 oktober van het jaar waarin het studiejaar aanvangt’ vervangen door: van 1 januari tot en met 31 oktober van het jaar waarin de aanvrager met de masteropleiding begint.

2. Het derde lid vervalt.

3. Het vierde lid wordt vernummerd tot derde lid.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

TOELICHTING

Algemene toelichting

De Regeling tegemoetkoming studiekosten onderwijsmasteropleidingen (de regeling) beoogt masterstudenten aan te trekken voor het lerarenberoep door de drempel voor het volgen van een onderwijsmasteropleiding te verlagen. Het uitgangspunt van de regeling is dat leraren die een masteropleiding hebben afgerond, in de regel beschikken over veel vakinhoudelijke kennis en in staat zijn om te reflecteren op het onderwijsleerproces en om te variëren in didactische werkvormen. Zowel leerlingen als collega-leraren profiteren van hun kennis en kunde.

Jaarlijks ontvangen tientallen studenten een tegemoetkoming van de minister om een onderwijsmasteropleiding te volgen. Met deze wijzigingsregeling worden de reikwijdte, criteria en aanvraagperiode van de regeling versoepeld om nog meer masterstudenten aan te trekken. Dit heeft enerzijds het doel om het lerarentekort in het voortgezet onderwijs (vo) tegen te gaan en anderzijds het aandeel masteropgeleide leraren in het primair onderwijs (po) te vergroten. In totaal zijn met de wijzigingsregeling vier aanpassingen ingevoerd.

1) criteria vooropleiding

Het criterium dat de aanvrager niet langer dan twee jaar geleden mag zijn afgestudeerd in een bepaalde opleiding of een doctorsgraad mag hebben verkregen, is verruimd naar vijf jaar. Met het criterium werd beoogd studenten aan te trekken die hun ‘studiecyclus’ nog niet te lang geleden achter zich hebben gelaten. Deze doelstelling blijft van toepassing, maar met de wijziging krijgt een grotere groep studenten de kans de tegemoetkoming aan te vragen.

2) deeltijdstudies

Ook studenten die een onderwijsmasteropleiding voor het vo in deeltijd volgen, kunnen nu subsidie aanvragen. Dit maakt het voor studenten eenvoudiger en laagdrempeliger een onderwijsmasteropleiding te volgen en dit te combineren met andere werkzaamheden. Het was al mogelijk om subsidie te krijgen voor enkele deeltijdopleidingen die op het po gericht zijn.

3) verruiming aanvraagperiode

De aanvraagperiode is verruimd. Vanaf het studiejaar 2017–2018 kunnen studenten de tegemoetkoming aanvragen in de periode van 1 januari tot en met 31 oktober van het kalenderjaar, waarin hun studie aanvangt. Aanvankelijk was de aanvraagtermijn beperkter opengesteld om de regeling uitvoerbaar te houden. Die beperking komt de uitvoerbaarheid van de regeling bij nader inzien niet ten goede. Gelet op de verruiming van de aanvraagperiode, is het derde lid (oud) van artikel 8 geschrapt. In dat lid was voor bepaalde masteropleidingen voor het tweede inschrijfmoment een extra aanvraagperiode opgenomen, maar met het verruimen van de aanvraagperiode is die extra periode niet langer noodzakelijk. Deze wijziging is alleen van toepassing op masteropleidingen die op het voortgezet onderwijs zijn gericht. Voor de ‘po’-opleidingen geldt dat september 2017 het laatste instroommoment is waarvoor subsidie kan worden aangevraagd, met uitzondering van de opleidingen pedagogische wetenschappen en onderwijskunde.

4) verlenging subsidieperiode pedagogische wetenschappen en onderwijskunde

Per abuis was het tweede instroommoment in februari 2018 voor de onderwijsmasteropleidingen pedagogische wetenschappen en onderwijskunde niet in het subsidieplafond meegenomen. De betreffende studenten zijn wel geïnformeerd over hun subsidiemogelijkheden. Met de wijziging van artikel 6 is dit alsnog mogelijk gemaakt.

Administratieve lasten

De wijzigingen brengen geen extra administratieve lasten met zich mee. Ook heeft de wijziging geen gevolgen voor reeds verstrekte subsidies. De wijze van verantwoorden blijft ongewijzigd.

Vaste verandermomenten en inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum waarin zij in de Staatscourant is uitgegeven en heeft terugwerkende kracht tot en met 1 augustus 2017. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten. Op deze manier kunnen zoveel mogelijk potentiële aanvragers van de verruiming van de regeling gebruikmaken. De terugwerkende kracht is nodig, omdat aan de lerarenopleidingen is aangekondigd dat aanvragen voor het studiejaar 2017–2018 per augustus kunnen worden ingediend. Zo komt de wijziging zoveel mogelijk geïnteresseerden tegemoet.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven