Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 23 augustus 2017, nr. IENM/BSK-2017/195936, houdende de subsidieverstrekking aan Stichting Rocov Fryslân ten behoeve van consumenteninspraak inzake de uitvoering van de concessies voor de Friese Waddenveren over de jaren 2017 tot en met 2021 (Tijdelijke subsidieregeling Stichting Rocov Fryslân inzake consumenteninspraak Friese Waddenveren 2017–2021)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, aanhef en onderdelen e en f, 4, eerste en tweede lid, en 5 van de Kaderwet subsidies I en M en de artikelen 2, eerste lid, 4, 7, derde lid, 8, eerste lid, 10, tweede en vierde lid, 22, tweede lid, en 24, derde lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

concessies voor de Friese Waddenveren:

concessie Friese Waddenveren West en concessie Friese Waddenveren Oost;

consumenteninspraak:

het door het Consumentenplatform Friese Waddenveren voeren van overleg met en uitbrengen van advies aan de concessiehouders over het jaarlijks op te stellen vervoerplan en andere veerdienst gerelateerde zaken;

minister:

de Minister van Infrastructuur en Milieu;

Stichting Rocov Fryslân:

Stichting Rocov Fryslân, Aronskelk 1, 8935 RH Leeuwarden, KVK 01102361.

Artikel 2. Doel van de subsidie

De minister kan Stichting Rocov Fryslân jaarlijks gedurende het tijdvak van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2021 subsidie toekennen ten behoeve van activiteiten die de consumenteninspraak ten aanzien van de concessies voor de Friese Waddenveren faciliteren en bevorderen.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

Subsidiabele activiteiten zijn de activiteiten die nodig zijn om het doel, bedoeld in artikel 2, te bereiken.

Artikel 4. Subsidieplafond en subsidiabele kosten

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt € 12.000,– per kalenderjaar.

  • 2. Subsidiabel zijn uitsluitend de gemaakte kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van activiteiten die op grond van deze regeling voor subsidie in aanmerking komen.

  • 3. Verschuldigde btw komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking ingeval Stichting Rocov Fryslân de btw niet kan verrekenen met de door haar af te dragen omzetbelasting.

  • 4. De kosten die voor subsidie in aanmerking komen worden door Stichting Rocov Fryslân berekend op basis van een voor de minister controleerbare methode, die is gebaseerd op bedrijfseconomische grondslagen en normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd.

Artikel 5. Aanvraag tot subsidievaststelling

  • 1. Stichting Rocov Fryslân dient de aanvraag tot subsidieverlening schriftelijk in bij de minister, uiterlijk dertien weken voor aanvang van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. In afwijking van het eerste lid dient Stichting Rocov Fryslân de aanvraag om subsidie in het kalenderjaar 2017 uiterlijk dertien weken na de datum van de uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, in bij de minister.

  • 3. Een subsidieaanvraag behoeft niet te worden ingediend met gebruikmaking van een daartoe door de minister beschikbaar gesteld middel.

Artikel 6. Beschikking tot subsidievaststelling

De minister neemt de beschikking tot subsidievaststelling uiterlijk binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag, bedoeld in artikel 5.

Artikel 7. Verplichtingen aanvrager

  • 1. De activiteiten waarvoor de subsidie is toegekend, moeten uiterlijk voor het einde van het kalenderjaar waarvoor subsidie is toegekend, zijn verricht.

  • 2. Stichting Rocov Fryslân is verplicht desgevraagd alle medewerking te verlenen aan een steekproef waarin wordt nagegaan of de activiteiten waarvoor subsidie is toegekend, zijn verricht en of aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

  • 3. Indien door een ander bestuursorgaan voor dezelfde activiteiten subsidie wordt verstrekt, doet Stichting Rocov Fryslân daarvan onverwijld mededeling aan de minister. Het bedrag dat door deze bestuursorganen is vertrekt wordt in mindering gebracht op de subsidie waarvoor Stichting Rocov Fryslân op grond van deze regeling in aanmerking komt.

Artikel 8. Evaluatieverslag

Vóór 1 januari 2022 publiceert de minister een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verstrekte subsidie.

Artikel 9. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2022 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op voor die datum vastgestelde subsidies.

  • 3. Indien de bevoegdheid tot concessieverlening voor 1 januari 2022 wordt overgedragen aan een ander bestuursorgaan, vervalt deze regeling, in afwijking van het tweede lid, met ingang van 1 januari volgend op het kalenderjaar waarin die overdracht heeft plaatsgevonden.

Artikel 10. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling Stichting Rocov Fryslân inzake consumenteninspraak Friese Waddenveren 2017–2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

Algemeen deel

1. Aanleiding en doel van de subsidie

De Waddeneilanden zijn voor hun verbinding met het vasteland in belangrijke mate aangewezen op bootdiensten. Het kabinet heeft in 1985 de bootdiensten tussen het vasteland en de Waddeneilanden aangemerkt als schakels in wegverbindingen met zowel een vervoerfunctie als een brugfunctie.1

Dit vervoer van en naar de Waddeneilanden vertoont overeenkomsten met openbaar vervoer. Daardoor was het mogelijk (op grond van artikel 2, tweede lid, van de Wet personenvervoer 2000 (hierna: Wp 2000)) de Waddenveren onder de werkingssfeer van de Wp 2000 te brengen en een concessiesystematiek door te voeren voor deze verbindingen. In mei 2011 heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu deze concessies voor de Friese Waddenveren verleend en in april 2014 zijn de concessies onherroepelijk geworden met een looptijd tot april 2029. Het betreft hier de concessie voor de Friese Waddenveren West (de verbindingen naar Terschelling en Vlieland) en de concessie voor de Friese Waddenveren Oost (de verbindingen naar Ameland en Schiermonnikoog).

Voor deze concessies is een aantal bepalingen uit de Wp 2000 en het Besluit personenvervoer 2000 van toepassing, onder andere voor wat betreft de positie van consumentenorganisaties bij de concessieverlening en de uitvoering van de concessie.

Zo is de concessieverlener verplicht aan de consumentenorganisaties advies te vragen over de aan de concessie verbonden voorschriften, alvorens over te gaan tot concessieverlening (artikel 26, eerste lid, van de Wp 2000). Ook dient de concessieverlener de consumentenorganisaties in de gelegenheid te stellen overleg met hem te voeren over de te verlenen concessie (artikel 27, tweede lid, van de Wp 2000).

De concessiehouder heeft vergelijkbare verplichtingen. Zo is de concessiehouder verplicht minimaal één keer per jaar advies te vragen aan de consumentenorganisaties over een voorgenomen wijziging van de dienstregeling, van de tarieven en overige in de concessie geregelde zaken (artikel 31, eerste lid, van de Wp 2000). Volgens de concessies voor de Friese Waddenveren is de concessiehouder verplicht advies te vragen aan het Consumentenplatform Friese Waddenveren over het jaarlijks op te stellen Vervoerplan (waaronder de dienstregeling en de tarieven voor het volgende jaar) en over andere veerdienst gerelateerde zaken.

Daarnaast moet de concessiehouder de consumentenorganisaties de gelegenheid bieden om met hem overleg te voeren, voordat advies wordt uitgebracht (artikel 31, tweede lid, van de Wp 2000).

Het Consumentenplatform voor de Friese Waddenveren is ingesteld op het moment, waarop de voorbereidingen voor de concessieverlening gaande waren (2011). Dat maakte de wettelijk voorgeschreven consumenteninspraak bij de te verlenen concessie en de jaarlijks op te stellen vervoerplannen mogelijk.

Sinds 2011 is jaarlijks subsidie verleend aan het Consumentenplatform Friese Waddenveren, omdat IenM zich als concessieverlener verantwoordelijk voelt voor het goed kunnen functioneren van dit platform. De leden moeten namelijk onkosten maken om deel te nemen aan vergaderingen en stellen belangeloos tijd beschikbaar voor de advisering. Zonder subsidie zal de inbreng van consumenten/reizigers bij het jaarlijks op te stellen vervoerplan in de knel komen en kan het consumentenplatform geen beroep doen op ondersteuning door de ambtelijk secretaris van de Stichting Rocov Fryslân.

Tot nu toe is de subsidie op grond van artikel 4:23, derde lid, onderdeel d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegekend, dit is een incidentele subsidie. Omdat er voorkeur aan wordt gegeven om deze subsidie voorlopig te continueren, is ervoor gekozen om dit in een regeling onder te brengen.

De voorliggende regeling voorziet in deze continuering van de subsidie. Om te zorgen dat het adviesrecht van consumenten een serieuze invulling krijgt, is het gebruikelijk dat de concessieverlener het adviesorgaan financieel ondersteunt. Deze financiële steun maakt het mogelijk als adviesorgaan, dat uit vrijwilligers bestaat, een beroep te doen op professionele hulp voor het organiseren van vergaderingen, de verslaglegging van die vergaderingen en het op schrift stellen van de uit te brengen adviezen. Het consumentenplatform dient daarnaast onafhankelijk te kunnen handelen. Daarom is het consumentenplatform gediend bij financiële ondersteuning door de concessieverlener.

De te verlenen subsidie, een bedrag van maximaal € 12.000,–, wordt gebruikt ter dekking van de reiskosten die de leden van het platform maken om overleggen (onder anderen met de concessiehouder) bij te wonen en de kosten die verbonden zijn aan de inzet van een ambtelijk secretaris (die zorgt voor verslaglegging van vergaderingen en op schrift stellen van de uit te brengen adviezen). Daar is ook de subsidie in de afgelopen jaren voor gebruikt, zo blijkt uit de jaarlijks ingediende financiële verantwoording. Sinds de concessies voor de Friese Waddenveren onherroepelijk zijn geworden, heeft het Consumentenplatform Friese Waddenveren regelmatig gebruikgemaakt van het recht op overleg en het recht advies uit te brengen. Gelet op het geringe maximale bedrag van deze subsidie en het feit dat er geen sprake is van een concurrentie brengt mee dat de EU-markt niet nadelig wordt beïnvloed.

Het Consumentenplatform Friese Waddenveren is ondergebracht bij de Stichting Rocov Fryslân, dat ook de subsidie aanvraagt. De stichting is één van de regionale consumentenplatforms voor openbaar vervoer, en functioneert al jaren naar tevredenheid. Om risico’s te beperken is de ondersteuning van het Consumentenplatform Friese Waddenveren daar destijds ook belegd. Uit de risicoanalyse komen dan ook geen risico’s naar voren die invloed hebben gehad op de inhoud van onderhavige regeling.

Het Consumentenplatform Friese Waddenveren blijft in principe bestaan voor de duur van de concessie. Wel verkent het ministerie van Infrastructuur en Milieu op verzoek van de Tweede Kamer of het concessieverlenerschap kan worden overgedragen aan de provincie Friesland. Als dat zijn beslag krijgt, wordt ook de subsidiëring van het consumentenplatform een zaak voor de provincie.

2. Juridisch kader

De Kaderwet subsidies I en M en het Kaderbesluit subsidies I en M (hierna: Kaderbesluit) geven de grondslag om bij ministeriële regeling subsidie te verstrekken voor activiteiten die passen binnen het verkeers- en vervoersbeleid en/of vallen onder de noemer scheepvaart en maritieme zaken. De onderhavige regeling voorziet in de grondslag voor subsidieverlening voor de jaren 2017 tot en met 2021.

Naast de subsidieregels in de Awb is een aantal artikelen uit het Kaderbesluit van toepassing. Op grond van de artikelen 11 en 12 van het Kaderbesluit is de minister verplicht om de aanvraag af te wijzen indien de aanvraag niet voldoet aan de in het Kaderbesluit en in de onderhavige regeling gestelde regels, of wanneer er zich één van de in artikel 12 genoemde situaties voordoet. Daarnaast zijn de in de artikelen 17, 18 en 19 opgenomen verplichtingen voor subsidieontvangers onverminderd van toepassing.

3. Administratieve lasten en gevolgen

De onderhavige regeling brengt geen ingrijpende veranderingen teweeg in de rechten en plichten van burgers, bedrijven of instellingen. Evenmin heeft de regeling ingrijpende gevolgen voor de uitvoeringspraktijk. Daarom heeft er geen internetconsultatie plaatsgevonden. Bovendien worden er geen administratieve lasten voor de betrokken partijen verwacht.

Artikelsgewijs

Artikelen 2 en 3. Doel en subsidiabele activiteiten

Zoals in de algemene toelichting al uitgebreid is toegelicht, is het consumenten platform voor de Friese Waddenveren in het leven geroepen om te voldoen aan wettelijke taken van de concessieverlener en van de concessiehouders. Het doel van deze regeling is dan ook te zorgen dat deze consumenteninspraak wordt gefaciliteerd. De activiteiten die subsidiabel zijn, zijn de activiteiten om dit doel te bereiken. Het kan bijvoorbeeld gaan om reiskosten, kosten voor de ambtelijke secretaris die zorgt voor vergaderingen, verslaglegging daarvan en de advisering.

Artikel 4. Subsidieplafond en subsidiabele kosten

Stichting Rocov Fryslân kan jaarlijks maximaal € 12.000,– subsidie ontvangen. Zij kan slechts subsidie vragen voor kosten die verbonden zijn aan de activiteiten die nodig zijn om de consumenteninspraak inzake de uitvoering van de concessies voor de Friese Waddenveren mogelijk te maken. De kosten die voor subsidie in aanmerking komen zullen door Stichting Rocov Fryslân moeten worden onderbouwd met een specificatie van de kosten die zijn toe te rekenen aan de gesubsidieerde activiteit en berekend op basis van bedrijfseconomische grondslagen en normen die in het maatschappelijke verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd.

Verschuldigde btw komt alleen voor subsidie in aanmerking ingeval Stichting Rocov Fryslân de btw niet kan verrekenen met de door haar af te dragen omzetbelasting.

Artikel 5. Aanvraag tot subsidievaststelling

De aanvraag wordt dertien weken voor aanvang van het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, ingediend.

Voor het jaar 2017 geldt een afwijkende aanvraagtermijn. Omdat de regeling pas halverwege het jaar is gepubliceerd, kan de aanvraag voor subsidie in dat jaar binnen dertien weken na de dag van publicatie worden ingediend. Hierdoor kan Stichting Rocov Fryslân nog aanspraak maken op subsidie voor het jaar 2017. Normaal gesproken komen kosten die gemaakt zijn voor de aanvraag niet in aanmerking voor subsidie, maar artikel 6, tweede lid, onderdeel a, van het Kaderbesluit geeft een mogelijkheid tot uitzondering op deze hoofdregel. Dit is mogelijk indien het gaat om een subsidie van minder dan € 25.000,– waarbij de subsidie direct na de aanvraag wordt vastgesteld. Deze subsidie voldoet aan die eisen.

De aanvraag hoeft niet te worden ingediend met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld formulier. Stichting Rocov Fryslân kan de aanvraag middels een brief doen.

Artikel 6. Beschikking tot subsidievaststelling

De minister beschikt binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 7. Verplichtingen aanvrager

De subsidie die Stichting Rocov Fryslân ontvangt is voor de activiteiten in een kalenderjaar. Daarom is de stichting onder andere verplicht om deze activiteiten binnen het kalenderjaar uit te voeren. Indien er andere publieke middelen worden verstrekt voor dezelfde activiteiten, dan is de stichting verplicht om daar melding van de maken. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de subsidie op grond van deze regeling.

Artikel 8. Evaluatieverslag

De minister zal de regeling evalueren voor 1 januari 2022. De uitkomst hiervan zal gepubliceerd worden. In deze evaluatie zal onder andere gekeken worden naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid van deze subsidieregeling.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie en werkt terug tot en met 1 januari 2017. Hiervoor is gekozen om de subsidie voor 2017 ook nog op grond van deze regeling toe te kunnen kennen. Artikel 5 van de regeling geeft daarvoor een afwijkende aanvraagperiode voor 2017.

De subsidieregeling loopt in principe tot en met 31 december 2021. Op deze wijze is toepassing gegeven aan artikel 24a, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 waarin is bepaald dat een subsidieregeling van het Rijk een tijdstip bevat waarop die regeling vervalt.

Mocht het concessieverlenerschap voor die periode overgaan naar de provincie Friesland, dan zal deze regeling eerder vervallen. Dit gebeurt dan met ingang van 1 januari volgend op het kalenderjaar waarin de overgang een feit is.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Kamerstukken II 1984/85, 16 318, nr. 13, pag. 5 e.v.

Naar boven