Verkeersbesluit in verband met het plaatsen van de bebording A4 Li van km 57,2 tot km 52,8 en de A4 Re van km 53,2 tot km 70,4.

Logo Rijkswaterstaat - Dienst Zuid-Holland

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

Juridisch kader

De Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW).

Vereiste van besluit

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Aangezien het hier weggedeelten betreft die onder beheer zijn van het Rijk, ben ik ingevolge artikel 18, eerste lid onder a, van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd dit besluit te nemen.

Belangenafweging en motivering

De Rijksoverheid streeft naar behoud en verbetering van internationale en nationale verbindingen over de weg. Om de bereikbaarheid te verbeteren wordt onder meer ingezet op het intensiever gebruiken/benutten van de bestaande infrastructuur. Een van de maatregelen waarmee de bereikbaarheid kan worden verhoogd, betreft het inhaalverbod voor vrachtauto’s. De maatregel dat vrachtauto’s gedurende bepaalde tijdvakken op de dag niet mogen inhalen bevordert de doorstroming van alle weggebruikers doordat het aantal verkeersbewegingen wordt verminderd, waardoor een rustiger verkeersbeeld ontstaat. Hierdoor wordt de weg beter benut en de kwaliteit van de verkeersafwikkeling verbeterd. Bovendien wordt de kans op ongevallen kleiner waardoor incidentele files afnemen.

Uit verkeerscijfers is gebleken dat sinds de opening van A4 Delft – Schiedam (eind 2015) de verkeersintensiteit op de rijksweg 4 (A4) tussen knooppunt Kethelplein en knooppunt Ypenburg behoorlijk is gestegen. Om de doorstroming en verkeersveiligheid op dit weggedeelte te waarborgen, is het noodzakelijk om in de ochtendspits (van 6 tot 10 uur) en in de avondspits (van 15 tot 19 uur) op dit weggedeelte met twee rijstroken in beide richtingen een inhaalverbod voor vrachtwagens in te stellen. Het betreft de volgende locaties:

  • -

    A4 Links tussen km 57,2 (aansluiting 14 Delft) en km 52,8 (aansluiting 12 Den Haag zuid)

  • -

    A4 Rechts tussen km 53,2 (aansluiting 12 Den Haag zuid) en km 70,4 (knooppunt Kethelplein).

     

Gevolgde procedure

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de gemandateerde namens de korpschef van de politieregio Haaglanden. De korpschef voornoemd heeft positief geadviseerd over het voorgenomen besluit.

Overeenkomstig artikel 26 van het Besluit Administratieve Bepalingen, zal dit verkeersbesluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

BESLUIT

Op grond van vorenstaande overwegingen besluit ik:

 

  • -

    het instellen van een inhaalverbod voor vrachtwagens op rijksweg 4 (A4) links tussen km 57,2 (aansluiting 14 Delft) en km 52,8 (aansluiting 12 Den Haag zuid) en rechts tussen km 53,2 (aansluiting 12 Den Haag zuid) en km 70,4 (knooppunt Kethelplein);

  • -

    het plaatsen van borden model F3 en F4 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderborden ”6 – 10 h en 15 – 19 h”).

MEDEDELINGEN:

 

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de minister van Infrastructuur en Milieu en gezonden aan Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, t.a.v. de afdeling Werkenpakket, Postbus 556, 3000 AN te Rotterdam.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

a. naam en adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt;

d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

 

Voorlopige voorziening

Indien een bezwaarschrift is ingediend is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de rechtbank (sector Bestuursrecht) binnen het rechtsgebied waarvan de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft.

Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

a. de naam en het adres van de verzoeker;

b. de dagtekening;

c. vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en datum en nummer of kenmerk van het besluit;

d. de gronden van het verzoek (motivering).

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het bezwaarschrift te worden overlegd. Naar aanleiding van het verzoek kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen indien onverwijld spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. De griffier van de betrokken rechtbank wijst de verzoeker na de indiening van diens verzoek op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht de verzoeker binnen welke termijn en op welke wijze het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.

Als burger kunt u ook digitaal een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de hiervoor vermelde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de hiervoor vermelde internetsite voor de precieze voorwaarden.

 

Expeditie

Afschrift van dit besluit is gezonden aan:

Politie Den Haag, Dienst Regionale Operationele Samenwerking

  •  

  •  

Naar boven