Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 juni 2017, nr. MBO-1128972, houdende wijziging van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017 in verband met de vaststelling van een vernieuwde effectrapportage als mede wijziging van Regeling resultaatafhankelijke bekostiging vsv mbo in verband met enige technische verbeteringen

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 118i, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, de artikelen 2.2.3, tweede en derde lid, en 8.3.3, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 162c, derde lid, van de Wet op de expertisecentra en de artikelen 1 en 4, eerste lid, onderdelen a, b, c en d, van het Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling resultaatafhankelijke bekostiging vsv mbo wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7, vierde lid, wordt ‘kalenderjaar 2017’ vervangen door: kalenderjaar 2018, en wordt ‘kalenderjaar 2018’ vervangen door: kalenderjaar 2019

B

In artikel 8, eerste lid, wordt ‘kalenderjaar 2017 of 2018’ vervangen door: kalenderjaar 2018 of 2019.

ARTIKEL II

Bijlage B bij de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017 komt te luiden:

Formulier en handleiding RMC-Effectrapportage

BIJLAGE B. BEHORENDE BIJ ARTIKEL 3.3 VAN DE REGELING REGIONALE AANPAK VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN 2017
HOOFDSTUK 1. INLEIDING

Jaarlijks leveren RMC-regio’s informatie aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in de vorm van de RMC-effectrapportage. Begin 2016 is besloten om het format van de RMC-effectrapportage aan te passen en om deze met ingang van het schooljaar 2017–2018 in gebruik te nemen. Het nieuwe format sluit aan bij de uitbreiding van de RMC-functie, is herkenbaar voor RMC-regio’s en levert waardevolle informatie op, voor zowel het ministerie als de regio’s zelf, die helpt om beleid te evalueren en waar nodig aan te passen.

HOOFDSTUK 2. TOELICHTING EN DEFINITIES

Doel

De Regionale VSV-Effectrapportage (voorheen: de RMC-effectrapportage) geeft invulling aan een wettelijke verplichting van RMC tot een jaarlijkse beleidsinhoudelijke verantwoording van de RMC-functie, als coördinator van de regionale vsv-aanpak1. De Regionale VSV-effectrapportage vloeit voort uit de taken zoals vermeld in de Wet houdende regels inzake de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdige Schoolverlaten (Staatsblad 2001-636) en de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten (vsv) 2017 en de daarin beschreven taken en verantwoordelijkheden van alle betrokken partijen in de regio.

In het kader van de (voortzetting van de) vsv-aanpak wordt meer verantwoordelijkheid en ruimte voor eigen invulling bij de regionale partijen neergelegd en bijzondere aandacht voor jongeren in een kwetsbare positie gevraagd. Nu de focus ook ligt op de groep jongeren in een kwetsbare positie is er verbreding van de samenwerking nodig, onder andere met scholen voor praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs (hierna pro en vso). Daarnaast wordt ook meer aandacht gevraagd voor de al bestaande taak van de begeleiding van oud vsv’ers. Ook hierdoor komt de samenwerking met betrokken partijen ten aanzien van de arbeidsmarkt steeds meer in beeld.

Zoals de naam al aangeeft, is de Regionale VSV-Effectrapportage een regionale rapportage die, zowel de regio’s zelf als OCW, inzicht geeft in (de effectiviteit van) de door betrokken regionale partijen ondernomen acties en maatregelen op het gebied van de vsv-aanpak en weergeeft wat de effecten hiervan zijn in de regio. Het gaat zowel om de genomen acties en maatregelen uit het Regionaal Programma VSV (oftewel: hoe de middelen voor het regionaal, die nu verdeeld zijn over de gemeenten en de scholen, zijn ingezet) als over de inzet van de reguliere RMC-middelen.

De informatie uit de Regionale VSV-Effectrapportage kan gebruikt worden als input voor het (bestuurlijk) overleg in de regio en kan, indien nodig, richting geven aan aanpassingen in het beleid in de regio2. Subregio’s behouden de mogelijkheid om hun eigen rapportages aan te leveren via de RMC-coördinatoren van de contactgemeenten.

Doelgroep

De Regionale VSV-Effectrapportage omvat het melden, registreren en coördineren van verzuim en vsv van alle jongeren in de regio van 12 tot 23 jaar, inclusief de doelgroep jongeren in een kwetsbare positie. Alleen in hoofdstuk 4, waar het gaat om aantallen jongeren, hebben de gevraagde gegevens alleen betrekking op jongeren tussen 16 en 23. De reden hiervoor is dat Leerplicht jaarlijks al gegevens aanlevert over de groep 12–18 jaar. Hoewel de kwalificatieplicht niet onder de wettelijke verplichting van de RMC-regio valt, vraagt OCW om (naast de groep 18–23 jaar) in het kader van een preventieve vsv-aanpak voor de hele doelgroep, ook 16- en 17-jarigen in beeld te brengen en te houden om zo een sluitend vangnet voor deze groep te creëren.

Indieningsdatum

Uiterlijk 15 december van het jaar volgend op het verslagjaar waarop deze betrekking heeft, dient de Regionale VSV-Effectrapportage bij DUO te worden ingediend. Ten opzichte van eerdere jaren is dit twee weken later. Hier is voor gekozen omdat er signalen waren dat er in RMC-regio’s behoefte was aan meer tijd tussen levering van gegevens door DUO en het indienen van de RMC-effectrapportage. Bij de invulling van de rapportage wordt uitgegaan van de voorlopige cijfers (uit de levering van oktober na het verslagjaar) en wordt teruggeblikt op het voorgaande schooljaar. Een voorbeeld: uiterlijk 15 december 2018 wordt verantwoording afgelegd over het verslagjaar dat loopt van 1 oktober 2017 tot 1 oktober 2018. Hierbij kan worden uitgegaan van de maandrapportage uit de levering van oktober 2018 of november 2018, of de meest actuele stand uit de eigen administratie. Het gaat dus nog niet om de voorlopige of definitieve nieuwe vsv’ers, omdat bij deze levering nog geen vaststelling plaatsvindt van al dan niet vsv.

Definities

De gebruikte definities sluiten aan bij de Regeling regionale aanpak VSV 2017. Deze definities worden hier toegelicht.

Bestemming

Positie van jongeren op 1 oktober na het huidige verslagjaar.

Geen Nederlandse onderwijsloopbaan

Jongeren die tot op heden geen onderwijs in Nederland hebben gevolgd, zoals vluchtelingen.

Jongeren in een kwetsbare positie (JIKP)

Jongere die al dan niet met een getuigschrift of een diploma doorstroomt naar de entreeopleiding (= mbo), basisberoepsopleiding (= mbo-2) of uitstroomt uit het onderwijs, en afkomstig is uit:

  • 1. het voortgezet speciaal onderwijs, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra, met uitzondering van leerlingen met het uitstroomprofiel dagbesteding;

  • 2. het praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 5, onder d, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • 3. de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo, bedoeld in artikel 10b, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • 4. het leerwerktraject van het vmbo, bedoeld in artikel 10b1 van de Wet op het voortgezet onderwijs,

  • 5. de entreeopleiding; of

  • 6. jongere die niet vanuit één van de onderwijssoorten, genoemd onder 1. tot en met 5. instroomt in een entreeopleiding.

(Bron: Regeling regionale aanpak VSV 2017)

Monitoren van jongeren

Het volgen van jongeren bij wie sprake is geweest van taakuitvoering door RMC. Volgen kan bijvoorbeeld bestaan uit het bijhouden van verzuimgegevens van de betreffende jongere, het actief contact onderhouden met de school waar de jongere heen is gegaan of het bijhouden van SUWI-gegevens.

Oude vsv’er

Oude vsv’ers die aan het begin van het verslagjaar of de verslagjaren ervoor vsv’er waren.

RMC-contactgemeente

Contactgemeente als bedoeld in artikel 8.3.2, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 162b, derde lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 118h, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Regionaal programma

Regionaal programma voortijdig schoolverlaten dat maatregelen bevat die, blijkens een regionale analyse door de RMC-contactgemeente en de contactschool over de RMC-regio, zijn gericht op het tegengaan van voortijdig schoolverlaten en op het bevorderen van de samenwerking tussen de onderwijsinstellingen onderling en gemeenten in de RMC-regio.

RMC-regio

Regio als bedoeld in artikel 8.3.2, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Verslagjaar

Tijdvak dat aanvangt op 1 oktober en eindigt op 30 september van het daaropvolgende jaar.

Taakuitvoering RMC

Er is sprake van taakuitvoering als RMC:

  • 1) onderzoek heeft gedaan naar een melding (er is ook sprake van onderzoek wanneer dit is gedelegeerd aan andere partijen. Gesprekken of bezoeken aan het huisadres zonder de jongere thuis te treffen, tellen ook mee.), en/of;

  • 2) advies heeft gegeven aan een leerling of (oud-) vsv’er, en/of;

  • 3) begeleiding heeft gegeven aan een leerling of (oud-) vsv’er, en/of;

  • 4) een leerling of (oud) vsv’er heeft doorverwezen naar werk.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen curatieve taakuitvoering en preventieve taakuitvoering. Hierbij is de grens van 1 oktober essentieel, dat is de datum waarop een leerling al dan niet staat ingeschreven en al dan niet door DUO wordt aangemerkt als vsv’er:

  • Curatieve taakuitvoering

    De curatieve taakuitvoering richt zich op jongeren die op 1 oktober van een jaar t door DUO zijn aangemerkt als nieuwe vsv’er én op jongeren die al langer dan een jaar geleden als vsv’er aangemerkt waren. Dus al op t-1 of eerder. Dit zijn de oude vsv’ers.

    In relatie tot het verslag in de effectrapportage betreft curatieve taakuitvoering jongeren die aan het begin van het verslagjaar aangemerkt waren als oude en nieuwe vsv’er.

  • Preventieve taakuitvoering

    De preventieve taakuitvoering richt zich erop om te voorkomen dat leerlingen op 1 oktober van een jaar als nieuwe vsv’er aangemerkt worden.

    De preventieve taak is er dus op gericht leerlingen binnen de school te houden (voorkomen dat zij zich uitschrijven zonder startkwalificatie) én richt zich erop om leerlingen die zich uitgeschreven hebben gedurende het schooljaar weer terug ingeschreven te krijgen, vóór 1 oktober.

    In relatie tot het verslag in de effectrapportage betekent dit: Preventieve taakuitvoering rondom jongeren (van 16 tot 23 zonder startkwalificatie) die aan het begin van het verslagjaar zijn ingeschreven, maar gedurende het verslagjaar zijn uitgeschreven en binnen het verslagjaar (voor 1 okt) zijn teruggeleid naar onderwijs óf waarvan is voorkomen dat zij zijn uitgeschreven (voor 1 okt), of die ondanks de begeleiding aan het einde van het verslagjaar vsv’er zijn geworden.

Voortijdig schoolverlater

Voortijdig schoolverlater als bedoeld in artikel 8.3.1. van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 118g van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 162a van de Wet op de expertisecentra.

HOOFDSTUK 3. BASISGEGEVENS
Tabel 1 Basisgegevens

Naam en nummer RMC regio

 

Naam wethouder

 

Naam contactpersoon

 

Functie

 

Adres

 

Postcode

 

Plaats

 

Telefoonnummer

 

E-mailadres

 

Indien een regio uit subregio's bestaat, kan ervoor worden gekozen dat iedere subregio afzonderlijk een formulier in dient bij de contactgemeente. Deze afzonderlijke formulieren dienen te worden voorzien van een verzamelsheet van alle onderliggende formulieren per RMC-regio. Voorbeeld: als een RMC-regio bestaat uit 4 subregio’s, dan zullen er 4 formulieren plus 1 opliggende ingediend dienen te worden. In totaal dus 5 formulieren. Het opliggende formulier moet een opsomming van de onderliggende subregio’s en van hun basisgegevens (zie hierboven) bevatten. Een samenvatting is niet nodig.

HOOFDSTUK 4. CIJFERS

Toelichting

Voor het invullen van onderstaande tabellen is het nodig dat gemeenten databestanden ophalen uit het Zakelijk Portaal van DUO. Deze bestanden (inclusief de Startset jongeren in een kwetsbare positie) staan maximaal drie maanden online. Het is de verantwoordelijkheid van gemeenten zelf om hier rekening mee te houden en de benodigde bestanden tijdig op te halen ten behoeve van het invullen van deze (jaarlijkse) Regionale VSV-Effectrapportage.

In dit hoofdstuk wordt gevraagd naar kwantitatieve gegevens over jongeren van 16–23 (omdat de leeftijdsgroep 12–18 al door Leerplicht wordt uitgevraagd). Per tabel lichten we toe om welke jongeren het gaat, en in welke leveringen van DUO deze jongeren te vinden zijn. De gegevens uit de RMC-administratie kunnen hier vervolgens aan gekoppeld worden, waarna de tabellen ingevuld kunnen worden. Degene die de tabellen invult, dient dus toegang te hebben tot DUO-gegevens en gegevens uit de eigen administratie, en moet deze gegevens aan elkaar kunnen koppelen. De tabellen gaan over verschillende doelgroepen en situaties, die gedeeltelijk kunnen overlappen. Het is mogelijk dat een leerling in één verslagjaar zowel valt onder ‘jongeren in een kwetsbare positie’ als onder ‘uitschrijvingen zonder startkwalificatie’. Het is daarom mogelijk dat jongeren in meerdere tabellen meegeteld worden. Het is dus niet nodig om achteraf de balans op te maken; tijdens het verslagjaar is al duidelijk om wat voor taakuitvoering het op dat moment gaat.

LWOO valt onder regulier vmbo en wordt in de tabellen niet apart benoemd. Daarnaast is ‘vavo’ niet opgenomen in de tabellen. De reden hiervoor is dat vavo een kleine groep is, zeker verdeeld over de regio’s. Daarbij wordt deze categorie ook niet meegeleverd door DUO in de maandrapportages.

Tabel 2 Preventieve taakuitvoering

In tabel 2 gaat het om jongeren die aan de start van het verslagjaar (1 oktober tot en met 30 september) geen vsv’er waren, maar die tijdens het verslagjaar uitgeschreven worden of dreigen uit te vallen. Het doel van de preventieve taakuitvoering is ervoor te zorgen dat deze jongeren niet per 1 oktober van het volgende verslagjaar als vsv’er worden gezien. Het aantal uitschrijvingen gedurende het verslagjaar wordt aangeleverd door DUO in de A04-levering (dit kan ingevuld worden in de grijs gearceerde kolom). Het gaat hier om de levering van oktober direct na het verslagjaar3. Om deze gevraagde gegevens hier in te kunnen vullen, moet in de A04-levering eerst de leeftijdsgroep 16–23 geselecteerd worden. Vervolgens kan gefilterd worden op ‘Niveau’. In de witte kolommen worden gegevens uit de administratie van de RMC-regio gevraagd.

Tabel 2 Aantallen preventieve taakuitvoering (16–23 jaar)

Onderwijspositie aan de start van het verslagjaar

Aantal uitschrijvingen zonder startkwalificatie gedurende het verslagjaar

Aantal uitgeschreven jongeren die teruggeleid zijn naar het onderwijs

Aantal jongeren die begeleid zijn en niet zijn uitgeschreven

Aantal jongeren gemonitord

onderbouw vo

       

vmbo bovenbouw

       

havo-vwo bovenbouw

       

entreeopleiding entreeopleidingentreeopleiding

       

mbo-2

       

mbo-3

       

mbo-4

       

Totaal

       

Tabel 3 Bestemming preventief begeleide jongeren

In tabel 3 vult u in waar de jongeren zich aan het einde van het verslagjaar bevinden. De gegevens in deze tabel worden ingevuld op basis van de administratie van de RMC-regio. In de kolom ‘Onderwijs’ vult u het aantal jongeren in dat zich aan het einde van het verslagjaar in het onderwijs bevindt. Hiervoor kunt u de aantallen uit de derde en vierde kolom van Tabel 2 bij elkaar optellen.

Tabel 3 Bestemming preventief begeleide jongeren
 

Bestemming

 

Onderwijspositie in verslagjaar

Aantal jongeren voor wie sprake was van preventieve taakuitvoering door RMC

Onderwijs

Werk (> 12 uur per week)

vsv

Overige bestemming*

Onbekend

onderbouw vo

           

vmbo bovenbouw

           

havo-vwo bovenbouw

           

entreeopleiding

           

mbo-2

           

mbo-3

           

mbo-4

           

Totaal

           

* Bijvoorbeeld verhuizing (naar het buitenland), overleden. In deze tabel dienen alleen de aantallen ingevoerd te worden die betrekking hebben op jongeren die aan het begin van het verslagjaar (1 oktober) nog ingeschreven stonden.

Tabel 4 Curatieve taakuitvoering oude vsv’ers

In tabel 4 worden gegevens ingevuld van alle jongeren tussen 16 en 23 jaar die aan de start van het verslagjaar vsv’er waren. Informatie in de grijs gearceerde kolom wordt aangeleverd door DUO in de Naam- en Rugnummer-bestanden (versie D: definitieve cijfers), geleverd afgelopen oktober bij de definitieve cijfers (niet de maandrapportages). Om de gevraagde gegevens hier in te kunnen vullen, moet in dit bestand eerst de leeftijdsgroep 16–23 (leeftijd bij de start van het verslagjaar) geselecteerd worden. Vervolgens kan gefilterd worden op ‘Niveau’. Let op: om de totale groep ‘oude vsv’ers’ in beeld te krijgen, kunnen de Naam- en Rugnummer-bestanden van eerdere schooljaren, of de eigen administratie worden gebruikt. U dient zelf de jongeren die inmiddels geen vsv’er meer zijn (maar weer op school zitten of ondertussen een startkwalificatie hebben behaald) hieruit te filteren. In de witte kolommen worden gegevens uit de administratie van de RMC-regio gevraagd.

Tabel 4 Curatieve taakuitvoering vsv’ers (16–23 jaar)

Onderwijspositie voorafgaand aan vsv

Aantal vsv’ers aan het begin van het verslagjaar

Aantal vsv’ers voor wie sprake was van curatieve taakuitvoering door RMC

Aantal vsv’ers gemonitord

onderbouw vo

     

vmbo bovenbouw

     

havo-vwo bovenbouw

     

entreeopleiding

     

mbo-2

     

mbo-3

     

mbo-4

     

Totaal

     

Tabel 5 Bestemming curatieve taakuitvoering (16–23 jaar)

In tabel 5 vult u in waar de jongeren zich bevonden aan het einde van het verslagjaar. De gegevens in deze tabel worden ingevuld op basis van de administratie van de RMC-regio.

Tabel 5 Bestemming jongeren curatieve taakuitvoering (16–23 jaar)
 

Bestemming aan het einde van verslagjaar

 

Aantal jongeren voor wie sprake was van curatieve taakuitvoering door RMC (zie tabel 4) door RMC.

Onderwijs

Werk (> 12 uur per week)

vsv

Overige bestemming*

Onbekend

           

* Bijvoorbeeld verhuizing (naar het buitenland), overleden.

Tabel 6 Taakuitvoering rondom kwetsbare overstappers

In tabel 6 gaat het om gegevens over ‘kwetsbare overstappers’. De gegevens die ingevuld worden in de grijs gearceerde cellen zijn te vinden in de ‘Startset jongeren in kwetsbare positie’, die opgehaald kan worden door RMC in het Zakelijk Portaal van DUO. Om de gevraagde gegevens hier in te kunnen vullen, moet in de ‘Startset jongeren in kwetsbare positie’ eerst de leeftijdsgroep 16–23 geselecteerd worden. Vervolgens kan gefilterd worden op ‘Niveau’. In de witte cellen worden gegevens uit de administratie van de RMC-regio gevraagd. Een voorbeeld: in november 2017 komt de Startset jongeren in een kwetsbare positie 2017–2018 beschikbaar. Deze kan in december 2018 gebruikt worden om de balans op te maken bij het invullen van de Regionale VSV-Effectrapportage 2017–2018.

Let op: een deel van de kwetsbare overstappers (leerlingen uit pro en vso met uitstroomprofiel arbeid en dagbesteding) die na uitschrijving geen startkwalificatie heeft, wordt niet als vsv’er gedefinieerd. RMC krijgt echter ook de taak om deze jongeren te monitoren. Als deze jongeren aan het begin van het verslagjaar niet zijn ingeschreven terwijl RMC hen monitort of begeleidt, dan valt dit onder ‘curatieve taakuitvoering.’ Andersom is er sprake van preventieve taakuitvoering als RMC kwetsbare overstappers heeft gemonitord of begeleid die aan het begin van het verslagjaar wel ingeschreven stonden.

Tabel 6 Taakuitvoering rondom kwetsbare overstappers (16–23 jaar)

Onderwijspositie vóór de kwetsbare* overstap

Totaal aantal jongeren kwetsbare overstap

Aantal jongeren voor wie sprake was van preventieve taakuitvoering door RMC

Aantal jongeren voor wie sprake was van curatieve taakuitvoering door RMC

Aantal jongeren gemonitord

entreeopleiding

       

pro

       

vmbo-bbl

       

vso

       

Geen Nederlandse onderwijsloopbaan**

       

Totaal

       

* Zie definitie van ‘jongeren in een kwetsbare positie’

** Deze gegevens worden niet door DUO geleverd, maar komen uit de administratie van gemeenten.

Tabel 7 Bestemming kwetsbare overstappers

De gegevens in de witte kolom worden ingevuld op basis van de administratie van de RMC-regio. De grijs gearceerde kolom correspondeert met de tweede kolom uit Tabel 6. Gegevens over het uitstroomprofiel naar vervolgonderwijs vanuit vso worden geleverd via de RMC-leveringen. Vso en pro worden hier genoemd omdat deze onder de nieuwe taakinvulling van RMC vallen.

Tabel 7 Bestemming kwetsbare overstappers (16–23 jaar)
 

Bestemming

Onderwijs- positie voor de overstap

Totaal aantal jongeren kwetsbare overstap

Onderwijs

Werk (> 12 uur per week)

Dag-

besteding

Overige bestemming

Onbekende bestemming

entree

opleiding

           

pro

           

vmbo-bbl

           

vso

           

Geen

Nederlandse onderwijs-

Loopbaan

           

Totaal

           
HOOFDSTUK 5. MAATREGELEN VSV EN JONGEREN IN EEN KWETSBARE POSITIE

De volgende vragen gaan over maatregelen die de RMC-regio in het verslagjaar heeft genomen. Het gaat onder andere om de inzet op en de effectiviteit van genomen acties en maatregelen en de relatie met uw Regionaal Programma Voortijdig Schoolverlaten4 en met de reguliere taken van RMC. Het gaat hier niet om een financiële verantwoording, maar om een beleidsinhoudelijke verantwoording van plannen die gefinancierd zijn door de reguliere oorspronkelijke RMC-middelen en de middelen voor de vervolgaanpak vsv. De financiële verantwoording loopt via de reguliere weg, middels de Sisa-verantwoording door gemeenten.

Maatregelen die zijn opgenomen in het Regionaal Programma voortijdig schoolverlaten

  • 1. Heeft u, naast de maatregelen in uw Regionale Programma, nog meer maatregelen getroffen/acties ondernomen of aangepast? Zo ja, welke?

  • 2. Per maatregel (zowel de maatregelen uit uw Regionale Programma als extra of aangepaste maatregelen omschreven bij 1.) beantwoordt u de volgende vragen:

  • 1. Resultaten preventieve taakuitvoering: Kunt u op basis van de meest recente maandrapportages aangeven in hoeverre de genomen maatregelen in het verslagjaar vsv hebben voorkomen? Betrek in uw antwoord de resultaten uit hoofdstuk 4. [max. 500 woorden per maatregel]

  • 2. Curatieve taakuitvoering: Kunt u aangeven in hoeverre de genomen maatregelen in het verslagjaar ervoor hebben gezorgd dat uitgevallen jongeren naar onderwijs of werk zijn begeleid? Betrek in uw antwoord de resultaten uit hoofdstuk 4. [max. 500 woorden per maatregel]

  • 3. Zijn de maatregelen conform de voornemens in uw Regionaal Programma Voortijdig Schoolverlaten uitgevoerd? Zo nee, waarom is er afgeweken? [max. 500 woorden per maatregel]

  • 4. Ondanks de genomen maatregelen kan het zo zijn dat sommige jongeren niet succesvol op school worden gehouden, of niet succesvol terug worden geleid naar onderwijs of werk. Kunt u aangeven hoe het volgens u komt dat het niet lukt om deze jongeren succesvol te begeleiden? Wat is er voor nodig om dit te verbeteren? [max. 500 woorden per maatregel]

  • 5. Wat zijn de succesfactoren van de maatregelen uit uw Regionale Programma en eventuele aanvullende maatregelen? [max. 500 woorden per maatregel]

HOOFDSTUK 6. SAMENWERKING
  • 1. Zijn er afspraken over samenwerking opgenomen in uw Regionale Programma of in een samenwerkingsovereenkomst of ander document?

  • 2. Zo ja, verloopt de samenwerking zoals voorgenomen? 5

  • 3. Zo nee, kunt u aangeven welke samenwerking niet tot stand is gekomen zoals voorgenomen?

  • 4. Kunt u aangeven waarom deze samenwerking niet op de voorgenomen manier tot stand is gekomen?

  • 5. Optioneel: Kunt u aangeven wat de positieve ervaringen zijn met de samenwerking binnen uw regio? Kunt u een good practice noemen binnen uw regio, waar andere regio’s van kunnen leren?

HOOFDSTUK 7. ONTWIKKELING VAN RESULTATEN
  • 1. Hoe kijkt u terug op de resultaten van de laatste jaren wat betreft de ontwikkeling van de voorlopige vsv-cijfers in uw regio? [open vraag, max 200 woorden]

  • 2. Hoe kijkt u terug op de resultaten van de laatste jaren wat betreft ontwikkelingen in uw regio rondom jongeren die al uitgevallen zijn? [open vraag, max 200 woorden]

ARTIKEL III INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Onderdeel A

De Regeling resultaatafhankelijke bekostiging vsv mbo (hierna regeling) wordt aangepast om een onduidelijkheid over de betalingstermijnen van de aanvullende bekostiging te corrigeren. Mbo-instellingen komen in aanmerking voor aanvullende bekostiging als het percentage vsv’ers op de instelling binnen de vastgestelde norm blijft (artikel 7 van de regeling). Instellingen komen verder in aanmerking voor een deel van de aanvullende bekostiging als ze de norm net niet halen (artikel 8 van de regeling). Het percentage vsv’ers wordt vastgesteld over een geheel studiejaar, zijnde de verhouding van het aantal vsv’ers ten opzichte van de totale leerlingenpopulatie. Het definitieve aantal vsv’ers kan echter pas aan het einde van het kalenderjaar na afloop van het studiejaar worden vastgesteld. Daarom vindt het moment van betaling van de aanvullende bekostiging plaats aan het einde van het kalenderjaar na afloop van het studiejaar. Aangezien het aantal vsv’ers over een studiejaar pas in het kalenderjaar daaropvolgend definitief kan worden vastgesteld, wordt altijd gesproken van het aantal vsv’ers over een kalenderjaar. Het aantal vsv’ers in 2018 heeft dus betrekking op het aantal vsv’ers over het studiejaar 2016/2017.

De regeling heeft betrekking op de studiejaren 2016/2017 en 2017/2018; uitbetaling van de aanvullende bekostiging vindt plaats in 2018 voor het studiejaar 2016/2017 en in 2019 voor het studiejaar 2017/2018. Daarom wordt in artikel 3 van de regeling aangegeven dat in de kalenderjaren 2018 en 2019 een bedrag van € 36.500.000,– beschikbaar is dat in die jaren daadwerkelijk wordt uitbetaald.

In de artikelen 7, vierde lid, en 8, eerste lid, wordt abusievelijk gesproken over ‘de kalenderjaren 2017 of 2018.’ Aangezien het aantal vsv’ers over de studiejaren 2016/2017 en 2017/2018 pas in 2018 respectievelijk 2019 wordt vastgesteld, moet in de artikelen 7 en 8 dan ook over de kalenderjaren 2018 en 2019 worden gesproken. Uitbetaling van de aanvullende bekostiging voor het resultaat over schooljaar 2016/2017 vindt dus plaats in 2018. Uitbetaling van de aanvullende bekostiging voor het resultaat over schooljaar 2017/2018 vindt dus plaats in 2019.

Onderdeel B

In de Wet educatie en beroepsonderwijs (artikel 8.3.2), de Wet op het voortgezet onderwijs (artikel 118h) en de Wet op de expertisecentra (artikel 162b) staan de taken van de gemeenten en in het bijzonder de contactgemeenten bij het bestrijden van voortijdig schoolverlaten. Op grond van het zevende lid van voornoemde artikelen stellen ‘Burgemeester en wethouders van de contactgemeente mede namens de andere gemeenten in de regio jaarlijks een effectrapportage vast.

Deze wettelijke verplichting is nader ingevuld in artikel 3.3 van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017. Met het invullen van het format in deze bijlage geeft de RMC-contactgemeente uitvoering aan deze wettelijke verplichting tot een jaarlijkse inhoudelijke verantwoording.

Het invullen en indienen van de Regionale VSV-Effectrapportage

DUO stelt de in te vullen Regionale VSV-Effectrapportage door middel van een spreadsheet rond 1 oktober beschikbaar aan betrokkenen met het verzoek om deze voor 15 december ingevuld te retourneren. Na een technische controle op de invulling van de rapportage, wordt de Regionale VSV-Effectrapportage doorgestuurd naar het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Een aantal van de RMC-regio’s is in subregio’s onderverdeeld. Hoewel deze rapportage in principe op de gehele regio is gericht, kan gekozen worden voor een aparte beantwoording door subregio’s.

De inhoud van de Regionale VSV-Effectrapportage

In het voorliggende format treft u in Hoofdstuk 2 ‘Toelichting en definities’ nadere informatie aan over het doel, de doelgroep, de indieningsdatum en de gehanteerde definities. Vervolgens wordt gevraagd naar de Basisgegevens van de RMC-regio. En in de Hoofdstuk 4 ‘Cijfers’ wordt bij elke in te vullen tabel aangegeven waar u de benodigde informatie kunt vinden en/of hoe u deze kunt invullen. Hierbij dient te worden opgemerkt dat gemeenten voor het invullen van de tabellen databestanden dienen op te halen uit het Zakelijk Portaal van DUO. Deze bestanden (inclusief de Startset jongeren in een kwetsbare positie) staan maximaal 3 maanden online. Het is de verantwoordelijkheid van gemeenten zelf om hier rekening mee te houden en de benodigde bestanden tijdig op te halen ten behoeve van het invullen van deze (jaarlijkse) Regionale VSV-Effectrapportage. Als laatste bevat de rapportage open vragen over de maatregelen in het kader van voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie, over de samenwerking in de regio en tenslotte kunnen de regio’s aangeven hoe zij zelf terugkijken op de ontwikkelingen in hun regio.

Waarom een herzien format en waarin verschilt dit format met de vorige RMC-effectrapportage?

Om de aanpak van voortijdig schoolverlaten structureel te verankeren legt OCW meer verantwoordelijkheid bij gemeenten en regionale partijen. De RMC-contactgemeente is verantwoordelijk voor het initiëren van de regionale aanpak en de totstandkoming van het regionaal programma. RMC blijft een reguliere taak van gemeenten en de preventieve aanpak van vsv die een aantal jaar geleden is ingezet, waarin scholen, instellingen en gemeenten meer zijn gaan samenwerken, wordt gecontinueerd en uitgebreid met nog meer (regionale) partijen, onder meer op het gebied van zorg en arbeid. RMC krijgt de verantwoordelijkheid voor het monitoren van de 16- en 17-jarigen uit het pro en vso en krijgt de beschikking om deze jongeren van 16–23 jaar te kunnen volgen. De RMC-contactgemeente krijgt ook de verantwoordelijkheid voor het initiëren van bestuurlijk overleg waarmee een sluitend vangnet voor jongeren in een kwetsbare positie wordt gevormd. Het doel is om alle jongeren in beeld te krijgen en houden en hen te begeleiden naar de voor hen juiste plek (onderwijs/arbeid).

Door deze vervolgaanpak van vsv en de herijking van de RMC-functie was het nodig om de eerdere RMC-effectrapportage te herzien. Voorliggend format zal met ingang van het schooljaar 2017–2018 in gebruik worden genomen. Tot die tijd dienen RMC-contactgemeenten de rapportage (‘RMC-effectrapportage’ genaamd) in te dienen die is vastgesteld bij deze regeling, zoals luidend op 31 december 2016.

Het nieuwe format verschilt op een aantal punten van de oude rapportage. Zo bevat de Regionale VSV-Effectrapportage aanzienlijk minder vragen dan de vorige RMC-effectrapportage, om de administratieve lastendruk voor gemeenten te verminderen. Doel is om zowel OCW als de regio’s en gemeenten zelf, inzicht te geven in (de effectiviteit van) de door de betrokken regionale partijen ondernomen acties en maatregelen op het gebied van de vsv-aanpak en in de effecten hiervan in de regio. De Regionale VSV-Effectrapportage is geen financiële verantwoording, maar een beleidsinhoudelijke verantwoording van plannen die gefinancierd zijn door de reguliere oorspronkelijke RMC-middelen en de middelen voor de vervolgaanpak vsv. Door de vragen (Hoofdstukken 4 en 5) in de Regionale VSV-Effectrapportage te koppelen aan de maatregelen in het Regionaal Programma Voortijdig Schoolverlaten, is er meer ruimte voor maatwerk. De Regionale VSV-Effectrapportage levert informatie die als input gebruikt kan worden voor het (bestuurlijk) overleg in de regio en kan, indien nodig, richting geven aan aanpassingen in het beleid in de regio.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker


X Noot
1

Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017.

X Noot
2

Hiervoor geldt een meldingsplicht: een Regionaal Programma mag ten allen tijde worden gewijzigd, mits de wijziging tijdig aan DUO wordt doorgegeven.

X Noot
3

De maandelijkse levering in de werkweek na het eerste volledige weekend van de maand oktober.

X Noot
4

Zie ook het format voor de aanvraag van subsidie ten behoeve van de regionale aanpak van voortijdig schoolverlaten en voor jongeren in een kwetsbare positie (Bijlage A behorende bij artikel 2.6 van de regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017).

X Noot
5

Zie ook het format voor de aanvraag van subsidie ten behoeve van de regionale aanpak van voortijdig schoolverlaten en voor jongeren in een kwetsbare positie (Bijlage A behorende bij artikel 2.6 van de regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten 2017).

Naar boven