Regeling van de Minister van Economische Zaken van 22 augustus 2017, nr. WJZ/17111527, tot wijziging van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2017 ter aanpassing van de vergoedingen voor verlening van omroepvergunningen zonder planningswerkzaamheden

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 4, tweede lid, 5 en 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2017 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 2, vierde lid, wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Indien geen frequentieplanning plaatsvindt bij het verlenen van een vergunning als bedoeld in subcategorie I.F.2 is in afwijking van het eerste lid een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage II. Deze vergoeding is verschuldigd door de verkrijger van de vergunning.

B

In de aanhef van Bijlage II wordt ‘behorende bij de artikelen 5, tweede lid’ vervangen door: behorende bij de artikelen 2, vijfde lid, 5, tweede lid.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2017, met dien verstande dat artikel 2, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van deze regeling, tot het moment van inwerkingtreding van deze regeling van toepassing blijft op de verlening van een vergunning als bedoeld in subcategorie I.F.2 voor zover die toepassing voor de verkrijger van de vergunning gunstiger was.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 22 augustus 2017

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

Aanleiding

Deze regeling voorziet in een wijzing van de Regelingen vergoedingen Agentschap Telecom 2017 (hierna: de regeling) voor wat betreft de daarin opgenomen vergoeding voor het verlenen van vergunningen voor digitale radio-omroep. Aan artikel 2 is een vijfde lid toegevoegd. Dit vijfde lid regelt de situatie waarbij een vergunning voor digitale radio-omroep in subcategorie I.F.2 wordt verleend. In beginsel worden ten aanzien van een dergelijke vergunningverlening zowel frequentieplanning als administratieve handelingen uitgevoerd. Een aantal vergunningen in deze subcategorie zal verleend worden om te voldoen aan de digitaliseringsverplichting die geldt om in aanmerking te komen voor een verlenging van de commerciële FM-vergunningen en de AM-vergunningen met hoog vermogen. Voor het verlenen van deze vergunningen zal geen frequentieplanning (meer) nodig zijn, omdat deze al uitgevoerd is bij de oorspronkelijke verlening van deze gekoppelde digitale vergunningen. Doordat de frequentieplanning ongewijzigd blijft, bestaan de door het agentschap uit te voeren werkzaamheden enkel uit administratieve handelingen en het actualiseren van de vergunningsvoorschriften. Dit geldt ook voor de vergunningen in laag 4 waarvan de procedure van veiling reeds gestart is. Het vijfde lid biedt de mogelijkheid om in deze voorkomende gevallen, waarbij een vergunning in de subcategorie I.F.2 wordt verleend maar geen frequentieplanning plaatsvindt, een verleningstarief op basis van gemaakte uren in rekening te brengen.

Inwerkingtreding

Deze regeling werkt terug tot en met 1 januari 2017. Deze terugwerkende kracht houdt verband met de omstandigheid dat de aanvragen voor verlenging van de FM- en AM-vergunningen en de bijbehorende aanvragen voor de in artikel 2, vijfde lid, bedoelde vergunningen voor digitale omroep die zijn gekoppeld, reeds begin dit jaar zijn ingediend. De werkzaamheden voor het in behandeling nemen van deze aanvragen hebben derhalve reeds plaats gevonden. In geval aan deze regeling geen terugwerkende kracht zou worden toegekend, zouden aan de vergunninghouders voor de landelijke publieke en commerciële omroepen toch tarieven in rekening moeten worden gebracht die uitgaan van werkzaamheden die niet voor de behandeling van de aanvragen hoefden te worden uitgevoerd en ook leiden tot een hogere vergoeding. In zoverre is de wijziging ten voordele van de betrokken aanvragers en houders van vergunningen.

Voor niet landelijke commerciële omroepen (NLCO), hoogvermogen middengolf en regionale publieke omroepen (RPO) is het tarief zoals dat gold voor inwerkingtreding van deze regeling gunstiger. Voor die gevallen is in artikel II bepaald dat het oude recht nog wordt toegepast, zodat zij van deze wijziging en de daaraan verleende terugwerkende kracht geen nadeel ondervinden.

Voor de vergunningen die verleend zullen worden na de veiling van de restruimte in laag 4 zal ook het uurtarief gelden. Dat zal hoger zijn dan de huidige tarieven voor de gekoppelde DAB-vergunningen in laag 4, dit omdat de huidige tarieven niet kostendekkend zijn.

Deze inwerkingtreding wijkt af van het beleid ten aanzien van de vaste verandermomenten, waarbij gebruik wordt gemaakt van de uitzonderingsgrond (hoge c.q. buitensporige) private of publieke voor- of nadelen van vertragingen of vervroeging van invoering van toepassing.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven