De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 2a en 22 van de Wet arbeid vreemdelingen;
Besluit:
ARTIKEL I
In Bijlage I van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2014 wordt na paragraaf 4 (Overeenkomsten met andere mogendheden) een paragraaf 4a ingevoegd,
luidende:
4a. Terbeschikkingstelling van gemeenschapsonderdanen voor wie de arbeidsmarkt tijdelijk
nog niet vrij is
Artikel 1e BuWav stelt vast dat geen tewerkstellingsvergunning wordt vereist met betrekking
tot een vreemdeling die in het kader van grensoverschrijdende dienstverlening tijdelijk
arbeid in Nederland verricht, onder enkele nauw omschreven voorwaarden. Deze vrijstelling
van de tewerkstellingsvergunningplicht is niet van toepassing op de volgende situatie:
-
a. er is sprake van een gemeenschapsonderdaan op wie het vrij verkeer van werknemers
tijdelijk nog niet van toepassing is; en
-
b. er is sprake van dienstverlening die bestaat uit het tegen vergoeding ter beschikking
stellen van een werknemer aan de dienstontvanger om onder toezicht en leiding van
de dienstontvanger arbeid te verrichten in Nederland.
ARTIKEL II
Aan artikel 3 van de Regeling Melding Wet arbeid vreemdelingen wordt een lid toegevoegd,
luidende:
-
3. Een melding door middel van een A-1 verklaring, ingediend voor 1 juli 2017, door
de werkgever van de vreemdeling, bedoeld in artikel 1e van het Besluit uitvoering
Wet arbeid vreemdelingen, wordt beschouwd als melding, bedoeld in het eerste lid,
onderdeel a.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2017.
Den Haag, 19 januari 2017
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher
TOELICHTING
Wijziging van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen
Met artikel 1e BuWav, dat op 1 januari 2017 in werking is getreden, is uitvoering
gegeven aan het arrest Essent (C-91/13) van het Europese Hof van Justitie. In dit
arrest heeft het Hof beslist dat met betrekking tot werknemers die geen gemeenschapsonderdaan
zijn, die ter beschikking worden gesteld door een uitlener afkomstig uit een andere
lidstaat, en die gerechtigd zijn in die andere lidstaat arbeid te verrichten, niet
de eis van een tewerkstellingsvergunning mag worden gesteld. De eis van een tewerkstellingsvergunning
blijft echter gelden voor gemeenschapsonderdanen op wie het vrij verkeer van werknemers
tijdelijk nog niet van toepassing is, wanneer er sprake is van dienstverrichting die
bestaat uit het ter beschikking stellen van arbeidskrachten in de zin van artikel
1, derde lid, onder c, van de detacheringsrichtlijn (Richtlijn 96/71/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van
werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PbEG 1997, L018)). Met deze
wijziging wordt de uitleg van de overgangsmaatregelen voor deze groep verduidelijkt.
Met het begrip ter beschikking stellen wordt hier verwezen naar de feitelijke omstandigheden
waaronder de arbeidskrachten worden tewerkgesteld. Het gaat om de situatie waarin
een onderneming aan een andere onderneming personeel verschaft teneinde onder gezag
van laatstgenoemde onderneming werkzaamheden te verrichten. Niet van belang is hoe
de buiten Nederland gevestigde werkgever en de derde in Nederland aan wie de arbeidskrachten
ter beschikking worden gesteld de arbeidsrelatie aanduiden.
In het arrest Vicoplus (C-307/09 tot en met C-309/09) heeft het Hof het vereisen van
een tewerkstellingsvergunning gedurende een overgangsregime waarin het vrij verkeer
van werknemers tijdelijk nog niet van toepassing is voor deze groep verenigbaar geacht
met de artikelen 56 en 57 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
(VWEU). De overgangsmaatregelen hebben het doel te voorkomen dat zich na de toetreding
van de nieuwe lidstaten tot de Unie verstoringen voordoen op de arbeidsmarkt van de
oude lidstaten ten gevolge van de komst van een groot aantal werknemers die onderdaan
van die nieuwe lidstaten zijn, en indien de terbeschikkingstelling van arbeidskrachten
zou worden uitgesloten van de overgangsmaatregelen, zou een groot deel van het nuttig
effect van deze overgangsmaatregelen worden ontnomen. Dergelijke dienstverlening heeft
immers juist ten doel werknemers toegang te verschaffen tot de arbeidsmarkt van de
ontvangende staat.
Wijziging van de Regeling melding Wet arbeid vreemdelingen
Met de wijziging van de Regeling melding Wet arbeid vreemdelingen wordt geregeld dat
als melding, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, ook wordt beschouwd de melding
door middel van slechts een A-1 verklaring die vóór 1 juli 2017 is gedaan door de
werkgever van een vreemdeling, bedoeld in artikel 1e van het Besluit uitvoering Wet
arbeid vreemdelingen, in het kader van grensoverschrijdende dienstverrichting. Meldingen
ten aanzien de tewerkstelling van vreemdelingen, die na 1 juli 2017 gedaan zijn, dienen
volledig te voldoen aan de vereisten van artikel 3, eerste lid, onder a.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher