Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 juli 2017, 2017-0000105089, tot Wijziging Regeling cofinanciering sectorplannen 2015 in verband met het verruimen van de mogelijkheden voor financiering vanuit publieke middelen voor sectorplannen in de grensgebieden

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I REGELING COFINANCIERING SECTORPLANNEN 2015

Aan artikel 1.2 van de Regeling cofinanciering sectorplannen 2015 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid, kan de bijdrage van het samenwerkingsverband aan activiteiten voor grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling voor maximaal 100% worden gefinancierd uit publieke middelen indien sprake is van een sectorplan in één of meerdere grensregio’s.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 juli 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Aanleiding: grensbemiddeling

Initiatiefnemers van sectorplannen in grensgebieden hebben aangegeven dat grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling moeilijk te realiseren is binnen de gegeven kaders voor financiering van de sectorplannen. Over het algemeen is er in deze grensgebieden weinig werkgelegenheid en hebben deze initiatiefnemers te maken met aangrenzende regio’s in Duitsland en Vlaanderen met een grotere vraag naar arbeid.

Bij deze sectorplannen wordt geïnvesteerd in trajecten voor deelnemers om hen te bemiddelen en om- of bijscholing te bieden voor banen over de grens. Zowel in antwoorden op Kamervragen als in brieven aan initiatiefnemers van de sectorplannen met grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling, is aangekondigd deze sectorplannen tegemoet te komen door de regels rondom de eigen financiering specifiek voor het doel grensbemiddeling te versoepelen.

Probleem: geen private investeringen

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in de loop van 2016 gesprekken gevoerd met uitvoerders van deze sectorplannen. Hierbij zijn de knelpunten waar de projectuitvoerders tegenaan lopen uitvoerig besproken. Een groot knelpunt blijkt het verkrijgen van de eigen financiering die binnen de sectorplannen verplicht is. Het Rijk financiert maximaal 50% van de kosten voor grensoverschrijdende bemiddeling. Gemeenten en provincies mogen daarbovenop maximaal 25% van de kosten dragen. De resterende 25% (of meer) moet door private partijen uit het sectorplan gefinancierd worden. Deze private financiering zou van werkgevers over de grens moeten komen. In de praktijk blijkt echter dat buitenlandse werkgevers niet bereid zijn te investeren in de bemiddeling en (om)scholing van nieuw personeel uit Nederland. In Duitsland en ook Vlaanderen geldt een ander sociaal zekerheidstelsel. Deze werkgevers zijn gewend dat de Duitse of Vlaamse overheid dergelijke kosten (geheel) vergoedt.

Hierdoor komt het grensoverschrijdend bemiddelen van Nederlands personeel tot stand en blijven kansen op de arbeidsmarkt onbenut.

Doel: versoepeling regels voor eigen aandeel financiering

Het doel van deze wijziging is mogelijk te maken dat het arbeidspotentieel in grensgebieden beter wordt benut door het stimuleren van grensoverschrijdende arbeidsbemiddeling. Ik heb besloten dat het eigen aandeel van de financiering van de kosten voor deelnemers die worden bemiddeld naar een werkgever gevestigd over de grens in Duitsland geheel uit publieke bron gefinancierd mag worden.

De versoepeling van artikel 1.2 leidt niet tot meer financiële verplichtingen vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, omdat de cofinanciering vanuit het Rijk ongewijzigd blijft. Het komt er op neer dat ook voor deze genoemde sectorplannen het Rijk nog steeds maximaal 50% van de kosten voor grensoverschrijdende activiteiten financiert. Het behouden van het fundamentele principe van de sectorplannen is doorslaggevend geweest in deze afweging. Namelijk 50% eigen financiering uit de sector of regio en 50% cofinanciering van het Rijk, hetgeen een afspraak betreft tussen sociale partners en Kabinet uit het Sociaal Akkoord in 2013. Deze versoepeling is uitsluitend bedoeld voor grensoverschrijdende activiteiten binnen specifieke sectorplannen in de grensgebieden met Duitsland en België. Met name gemeenten en betrokken provincies die het belang van grensoverschrijdende bemiddeling onderschrijven, worden hierdoor in staat gesteld te investeren in deze activiteiten. Ook publieke financiering vanuit bijvoorbeeld Eurregio-gelden, of buitenlandse overheidsinstellingen is hierbij geoorloofd.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven